Startpagina
Beste studenten,
Zoals jullie weten naderd de examens. Om jullie een extra handje te helpen, hebben de docenten economie een leuke opdracht in wikiwijs voor jullie klaargemaakt. Buiten de extra lessen die fysiek op school worden gegeven, is het ook handig ook thuis aan de slag te gaan. Maak er zeker gebruik van.
Om jullie extra te ondersteunen hebben we de uitwerkingen toegevoegd onderaan de opdracht. Houdt er wel rekening mee dat jij zelf verantwoordelijk bent met het gebruik van de uitwerkingen. Wil je slagen? Dan moet je de opdrachten ZONDER uitwerkingen kunnen maken.
We gaan het hebben over de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 8 ; Indirecte kosten budgetten
- 8.1 Begroting en budget
- 8.2 Indirecte kosten budget
- 8.3 Het gemengd budget
- 8.4 Het vaste budget
- 8.5 Het variabel budget
Hoofdstuk 9 Seizoencorrecties
9.1 Seizoenpatroon
9.2 Seizoenpatroon zonder seizoencorrectie
9.3 Seizoencorrectie voor constante kosten
Hoofdstuk 11 Variabele costencalculatie
11.2. Boekingen bij variabele costencalculatie (DC)
11.3 Verschil in winstberekening tussen DC & AC
11.4 Variabele costencalsulatie en budgettering
Het lijk allemaal zo veel, maar samen kunnen wij het!
Gaan we aan de slag?
Hoofdstuk 8 Indirecte kostencalculatie
Casus met activerende werkvorm
EXPERTS!
Natuurlijk zijn jullie experts in economie. Daarom gaan wij jullie verdelen in expert groepen. Elk groep krijgt een eigen onderdeel om over te hebben. Het is de bedoeling dat jullie, in jullie onderdeel verdiepen en het onderwerp die jullie gekregen hebben aan jullie groepsleden gaan uitleggen. Zo vult iedereen elkaar aan.
De klas wordt verdeeld in 3 groepen. Je zit dan in een expert groep. Elke expert groep krijgt een onderwerp. In die groep krijgt iedereen nog een nummer. Uiteindelijk wanneer er genoeg informatie is behaald, wordt er weer een nieuw groep gecreëerd. Je zoekt dus weer je eigen nummer die je kreeg toen je met de Expert groep bij elkaar zat.
De onderwerpen zijn:
- Het gemende budget
- Het vast budget
- Het variabel budget
Het is de bedoeling dat je de volgende gegevens minimaal verzameld van de onderwerp die je hebt gekregen. Extra informatie is altijd welkom.
- De werkelijke kosten
- Het budget. Dus het gemengde budget, vast budget en variabel budget.
- De dekking + overzicht ervan
- De journaalposten
- Het Z-figuur
Als jullie denken dat jullie alle informatie die jullie nodig hebben bij elkaar verzameld hebben, worden jullie verdeeld in de andere groepjes. Dus bij de tweede ronde gaan jullie aan elkaar uitleggen wat jouw onderwerp in houdt.
Wanneer jullie kennis hebben gedeeld, maken jullie een PowerPointpresentatie met de boven genoemde punten erin vermeld en uitgelegd. Deze presentatie wordt via de mail naar mij toegestuurd.
Woordweb
Aan het begin van de les staat er een grote woordweb op het bord, daarin staat de woord kostencalculatie. We willen de voorkennis van de leerlingen activeren om vervolgens te kijken op wat voor niveau zij zitten. Als de studenten allemaal zitten zullen zij willekeurige keuze naar voren komen en een woord erbij linken en uitleggen waarom dat wordt eraan gelinkt is. Wij als docenten grijpen in als de student echt niet waarom zij op dat antwoord zijn gekomen. Vervolgens gaan de studenten veder in de werkvorm experts om zo meer te weten over kostencalculatie. De lesdoel hiervoor is dat de studenten weten wat het verschil is tussen de 3 budgetten. De 3 budgetten zijn gemengde, vaste en variabele budget. 10 min voor de les eindigt zullen de studenten weer naar voren komen om vervolgens een nieuw woordweb in te vullen. Om te kijken of ze wat geleerd hebben zullen zij de twee woordweb met elkaar te vergelijken. Zo zien de studenten een verschil in de woordweb en hebben een gevoel dat ze interactief bezig waren.
Powerpoints
Hoofdstuk 8 powerpoint presentaties
Theorie
8. Indirecte kostenbudgetten
Begroting en budget
Een belangrijk middel bij het vaststellen van het beleid van een onderneming is het maken van een planning. Een planning is belangrijk om de noodzakelijke werkzaamheden uit te voeren zodat deze goed kunnen verlopen om het uiteindelijke doel van een periode te behalen. Een planning kan voor meerdere periodes van meerdere jaren gebruikt worden.
Dit noemen we ook wel een strategisch plan of een lange termijnplan. De twee vragen die een onderneming kan stellen zijn als volgt:
- Welke nieuwe producten gaan wij ontwikkelen?
- Welke nieuwe afzetmarkten willen we winnen?
Op de middellange termijn kan het gaan om vragen zoals:
- Welke vestigingsplaats gaan we kiezen?
- Welke investeringen moeten zowel gedaan worden?
- Welke financiering is voor de investeringen het best?
- Waar vinden we het juiste personeel?
Als een onderneming ervoor kiest om de planning te beperken tot een periode van een jaar, dan noemen we dat een korte termijnplan.
De korte termijn planning komt uit op het samenstellen van een masterbudget. Deze zogenaamde masterbudget bestaat uit twee begrotingen, namelijk het resultatenbegroting en het liquiditeitsbegroting over het aankomende jaar en de balans die er aan het einde van het jaar is.
Om het masterbudget samen te stellen, zijn er begrotingsactiviteiten nodig. Als eerst moet er begonnen worden met het samenstellen van de verkoopbegroting. Hiermee kunnen weer verschillende deelbegrotingen worden samengesteld, zoals de inkoopbegroting, productiebegroting, afdelingsbegroting, personeelsbegroting, investeringsbegroting, etc. Hieruit ontstaat aan het eind vervolgens het masterbudget.
Een begroting voor de leiding van een onderneming heeft vier functies:
- ondernemingsplan
- taakopdracht
- controlemiddel
- machtiging
Ondernemingsplan
Alle ondernemingen maken plannen voor in de toekomst. Als een onderneming haar afzet en productie willen vergroten, moeten zij kijken of hiervoor wel voldoende productiemiddelen in het bezit zijn. Als dit niet het geval is, moet de onderneming investeren. Om te kijken of deze investering wel slim is, is een schatting van de te verwachten opbrengsten en kosten nodig.
Taakopdracht
Het budget bestaat uit enkele deelbegrotingen. Deze deelbegrotingen bevatten ook afdelingsbegrotingen. Je kunt de afdelingsbegroting zien als de taak van de afdelingsmanager. De manager van de afdeling krijgt een bepaalde hoeveelheid middelen toegewezen en waarmee zij de taken moet gaan uitvoeren. Gebruik je de begroting in de vorm van een taakopdracht, dan hebben we het over een budget.
Controlemiddel
Als je een begroting voor een afdeling instelt in de vorm van een taakopdracht, moet je ook controleren of de taak correct is uitgevoerd. Hier ga je ervan uit dat het vastgestelde budget correct is. Daarna volgt een berekening, waarin je de werkelijk gemaakte kosten vergelijkt met de begrote kosten van de afdeling. Op deze manier is de begroting een controlemiddel. Het is verstandig om het management van de afdeling te betrekken bij het opstellen van de begroting om de afdeling bewust te maken van haar verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van haar taken.
Machtiging
Het management van een afdeling kan haar taken alleen uitvoeren als ze over de nodige middelen beschikt. Als er meer mensen worden geworven, moet er voldoende geld voor personeelskosten beschikbaar zijn. Op deze manier is de begroting een toegang om tot personeel, machines of grondstoffen te beschikken.
Indirecte kostenbudgetten
De samenstelling van het indirecte kostenbudget kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, afhankelijk van de situatie van de afdeling:
- het variabele budget;
- het vaste budget;
- het gemengde budget;
- het flexibele budget.
Gemengd budget is het meest voorkomende indirecte kostenbudget.
Het gemengde budget
De afdelingsresultaten worden opgesplitst om te zien of de afdelingsmanager verantwoordelijk kan worden gehouden. We verdelen de resultaten in de volgende twee resultaten:
- Bezettingsresultaat (hier is de afdelingsmanager niet voor verantwoordelijk)
- Budgetresultaat (hier is de afdelingsmanager wel voor verantwoordelijk)
Het gemend budget bestaat uit twee verschillende onderdelen:
- Constant en vast deel (= onafhankelijk van de prestaties)
- Proportioneel variabel (= afhankelijk van de prestaties)
Het voor-calculatorisch gemend budget wordt bepaald door de volgende formule toe te passen:
N * Tc + B * Tv
Een na-calculatorisch gemend budget wordt bepaald door de volgende formule toe te passen:
N * Tc + W * Tv
N = normale bezetting
B = begrote/verwachte bezetting
W = werkelijke bezetting
Tc = voor-calculatorisch tarief voor constante kosten
Tv = voor-calculatorisch tarief voor variabele kosten

Je kunt het budgetresultaat bepalen door het verschil tussen de werkelijke kosten en het na-calculatorisch gemengd budget te berekenen.
Tot dusverre hoeven we voor de indirecte kosten van de afdeling alleen het verschil te bepalen tussen de werkelijke kosten van de afdeling en de dekking van de afdeling.
Het verschil tussen werkelijke kosten en de dekking is een gunstig of ongunstig resultaat voor de afdelingsresultaat:

In feite bestaan de kosten van een afdeling meestal uit vaste kosten en (proportioneel) variabele kosten. Is er nu bijvoorbeeld bezettingsverlies op de productieafdeling, dan is bij deze methode van resultaatbepaling de afdelingsmanager verantwoordelijk voor de resultaten van de gehele afdeling, inclusief verschillen in bezettingsgraad.
Het is mogelijk dat de werkelijke productie lager was dan normaal door de daling van de verkoopcijfers. Dit voorraadresultaat is voor het hoofd van de productieafdeling een extern gegeven en heeft daar geen invloed op.
Journaalposten gemengd budget
Uurtarief machine bepalen
Constante kosten / normale bezetting + tarief machine uur variabel / werkelijke
Budget voor afdeling bepalen
Vast budget = Normale bezetting * tarief vaste kosten
Variabel budget = Werkelijke bezetting * tarief variabele kosten
Budget journaalpost
552 te dekken budget afdeling A
Aan 551 budget afdeling A
Berekenen van dekking
Werkelijke bezetting * Tarief Tc +Tv
Doorbelasten van kosten naar rubriek 6
602 toeslag indirecte fabricagekosten (Machine uurtarief * W)
Aan 553 dekking afdeling fabricage
Met het Z-figuur bepaal je het budget + bezettingsresultaat
550 kosten afdeling fabricage budget resultaat 551 budget afdeling fabricage
552 te dekken budget 553 dekking afdeling fabricage
Resultaten overboeken
930 Budget resultaten
935 Bezettingsresultaten
Aan 599 overboekingsrekening (debet bij een positief & credit bij een negatief resultaat)
Kosten afdeling A
5.. Kosten afdeling A
Aan 499 overboekingsrekening
Aan 5.. dekking afdeling A
Het vaste budget
Bij het vaste budget stel je een bedrag per periode vast aan een afdeling. Het aantal diensten dat een afdeling levert, heeft geen invloed op de afdelingskosten. De afdeling heeft alleen vaste/constante kosten. Meestal wordt het vaste budget gebruikt in afdelingen waar prestatie-eenheden moeilijk te bepalen zijn. Aangezien er geen prestatie-eenheden zijn, worden opslagpercentages vaak gebruikt om deze hulpkostenplaatsen te dekken. Als er alleen constante kosten zijn op de afdeling, zijn het na-calculatorisch en het voor-calculatorisch budget hetzelfde.
Journaalposten vast budget
Doorbelasting afdeling / dekking A
5.. Kosten afdeling A
Aan 5.. Dekking afdeling A
Budget resultaat
540 kosten afdeling A 541 Budget afdeling A
Bezettingsresultaat
542 Te dekken budget A 543 Dekking afdeling A
Doorbelasting eerst verdeelde kosten
5.. Kosten afdeling A
Aan 499 overboekingsrekening
Aan 5.. Dekking afdeling A
- Het budgetresultaat kan berekent worden met de volgende formule: W – N * Tc
- Het bezettingsresultaat = verschil tussen het vaste budget en de dekking
Het variabele budget
Bij variabele budgetten ga je ervan uit dat alle proportioneel variabel. Het na-calculatorisch budget van de afdeling is dus proportioneel variabel met de werkelijke bezetting van die afdeling. Daarom kan deze pas na afloop van de periode worden vastgesteld. Het budget van de afdeling omvat het werkelijke aantal prestaties * tarief van afdeling (W * Tv). Dit betekent budget = dekking. De afzonderlijke journaalpost voor het budget komt hierbij te vervallen. Geen bezettingsresultaat dus.
Journaalposten variabel budget
5.. Kosten afdeling A budgetresultaat 5.. Dekking (=budget) afdeling A
Tarief variabele kosten bepalen (voor-calculatorisch)
Variabele kosten / normale bezetting
Tarief variabel budget bepalen
Werkelijke hoeveelheid * Tarief variabele kosten (W* Tv)
Opgaves
Hoofdstuk 8
opdracht 1:
Over het tweede kwartaal beschikt een detaillist over de volgende cijfers van een artikelgroep:
|
gebudgetteerd
|
in % van de omzet
|
werkelijk
|
in % van de omzet
|
omzet
|
€ 150.000,00
|
100
|
€ 145.000,00
|
100
|
inkoopwaarde omzet
|
€ 90.000,00
|
60
|
€ 94.250,00
|
65
|
brutowinst
|
€ 60.000,00
|
40
|
€ 50.750,00
|
35
|
overige variabele kosten
|
€ 7.500,00
|
5
|
€ 8.700,00
|
6
|
bijdrage
|
€ 52.500,00
|
35
|
€ 42.050,00
|
29
|
constante kosten
|
€ 15.000,00
|
10
|
€ 17.400,00
|
12
|
nettowinst
|
€ 37.500,00
|
25
|
€ 24.650,00
|
17
|
- Analyseer het verschil tussen het gebudgetteerde en het werkelijke bedrijfsresultaat van het tweede kwartaal van deze detaillist in:
- Normale toename van het bedrijfsresultaat als gevolg van een hogere werkelijke omzet,Lekkage,
- Bezettingsresultaat,
- Verschil van de constante en variabele kosten.
- Maak een controle berekening en vergelijk de totale verschillen van vraag A met het verschil tussen werkelijk nettowinst en gebudgetteerd.
Opgave 2:
Voor de afdeling verkoop van onderneming Star bv. Wordt een gemengd budget vastgesteld. Voor de constante kosten is een vast budget van € 20.000 per maand.
De normale bezetting bedraagt 1000 uren per maand.
Voor de variabele kosten bedraagt het tarief € 15 per uur.
Voor maand April worden de volgende gegevens bekend:
Op de rekening 550 kosten afdeling verkoop staat € 100.000 debet. Deze kosten bestaan voor €45.000 uit constante kosten.
Werkelijke bezetting in April was 2000 uren.
In gebruik zijn onder andere de rekeningen
532 Te dekken budget afdeling verkoop
521 Budget factureerafdeling
602 Toeslag indirecte verkoopkosten
533 Dekking afdeling verkoop
530 Kosten afdeling verkoop
531 Budget afdeling verkoop
532 Te dekken budget afdeling Fabricage
533 Dekking afdeling Fabricage
- Bepaal het gemengde budget van de afdeling verkoop voor de maand April.
- Journaliseer het budget van deze afdeling
Journaliseer de doorbelasting
- Bepaal met behulp van een Z-figuur het budget en bezettingsresultaat.
- Geef een controleberekening van het bezettingsresultaat.
Opgave 3:
Voor de administratieafdeling van onderneming LEF worden voor de begroting over 2020 de volgende gegevens verstrekt:
Vaste kosten: €50.000
Variabele kosten: €6000
Normale bezetting: 20.000 verzonden facturen
Begrote bezetting: 15000 facturen
Voor de administratieafdeling wordt een vast bedrag toegekend per maand en een variabel bedrag per verzonden factuur.
Over de maand Juni is het volgende bekend:
Eigen afdelingskosten: €4000
Doorbelasting aan de afdeling huisvesting: €400
Doorbelasting aan de afdeling verkoop: €300
Aantal verzonden facturen: 3500
De kosten van de administratieafdeling worden doorbelast aan de afdeling verkoop.
In gebruik zijn onder andere de rekeningen
- Bepaal het tarief per factuur.
- Stel het gemengde budget voor de maand Juni vast.
- Journaliseer over de maand Juni voor de administratieafdeling (de kosten, het gemengde budget en de dekking)
- Bepaal en benoem de verschillen van de administratieafdeling met behulp van een Z-figuur.
Opgave 4
Om het masterbudget te kunnen samenstellen zijn er een aantal begrotingsactiviteiten nodig. Je begint met het samenstellen van de verkoop begroting. Vervolgens kun je verschillende deelbegrotingen samenstellen, zoals productiebegroting, personeelsbegroting, etc. Het eindresultaat is dan het masterbudget. Een begroting heeft voor de leiding van een onderneming een aantal functies.
Gevraagd
- Benoem deze functies.
Creativteit
Toets H8
KLIK HIER VOOR DE TOETS VAN HOOFDSTUK 8
Beste studenten.
Via deze link kunnen jullie de toets van hoofdstuk 8 maken.
Veel succes!
Hoofdstuk 9 Seizoencorrectie
Casus met activerende werkvorm
Genummerde hoofden
De studenten gaan een nieuw hoofdstuk beginnen hoofdstuk 9 seizoenscorrectie. De lesdoel luidt als volgt aan het einde van de les kunnen de studenten een budget als bezetting berekenen en dit vervolgens in een z-figuur journaliseren. De studenten krijgen een kort uitleg van de les aan het begin, vervolgens zullen de studenten in groepen van 4 werken. In de groepen die zijn gecreëerd zullen de studenten verschillende nummers krijgen en elke nummer heeft een verschillende rol binnen de groep. Nummers 1 zullen de tijd in de gaten houden, nummers 2 zijn de notulanten, nummers 3 zijn de voorzitters en de nummers 4 zijn de controleurs. De nummers schrijven alles wat zij als groep hebben gevonden over het onderwerp. De nummers 3 hebben de leiding binnen de groep en houden in de gaten dat alles soepel loopt. De nummers 4 controleurs controleren of ze alle informatie correct geschreven is. Dit betekend niet dat de studenten niet allemaal meedoen ze moeten allemaal informatie zoeken over het onderwerp, want aan het einde van de actieve werkvorm worden willekeurig studenten gekozen om een deel van het onderwerp uit te leggen.
Check in dou’s
De lesdoel luidt als volgt de studenten weten het verschil tussen absorption cost en direct cost en kunnen ze beiden apart berekenen. De studenten krijgen in het begin klassikaal uitleg over wat de twee kosten zijn en dan zullen zij alleen te werk gaan doormidden van opdrachten/ casus. Als de studenten de opdrachten/casus af hebben zullen zij dan pas met iemand samen gezet worden om hun antwoorden te vergelijken. Doormidden van het vergelijken ontdekken de studenten wat zij goed of fout hebben en vragen aan elkaar uitleg. Dit doen wij omdat de studenten elkaar te laten motiveren. Hierdoor krijgen ze uitleg van hun klasgenoten, die zullen heel anders uitleggen dan wij als docenten en kunnen verschillende voorbeelden aan linken die wij niet wisten. Vervolgens gaan de studenten uitleggen per 2 tal wat ze moeilijk vonden en wat ze makkelijk vonden aan de opdracht.
Powerpoint
Hoofdstuk 9 Seizoencorrectie
Theorie
9. Seizoencorrecties
Seizoenpatroon zonder seizoencorrectie
In verschillende sectoren van het bedrijfsleven verschijnen er zogenaamde seizoendrukte. De normale bezettingen van deze bedrijven zijn daarom ook niet over het hele jaar door gelijk verdeeld. De capaciteit in deze onderneming wordt bepaald door de benodigde capaciteit in het hoogseizoen.
Hoe bereken je met behulp van de seizoenindexcijfers de normale bezetting voor elk kwartaal? Dit doe je door het volgende te doen:
Ngem = Normale bezetting machine uren / kwartalen.
De basis periode (N=100), dus: index cijfer / 100 * normale bezetting = kwartaalbezetting.
Het gemende budget berekenen doe je als volgt:
Vast gedeelte budget = Ngem * Tc
Variabel Budget = W * Tv
Dekking berekenen doe je met de volgende formule:
W * (Tc + Tv)
Ngem = Gemiddelde normale bezetting
N = normale bezetting
B = begrote/verwachte bezetting
W = werkelijke bezetting
Tc = voor-calculatorisch tarief voor constante kosten
Tv = voor-calculatorisch tarief voor variabele kosten
Als je N-gem gebruikt, krijg je een onjuiste bezettingsresultaat. Dit komt omdat je dan geen rekening met de seizoensinvloeden. Wanneer je gebruik maakt van de normale seizoensbezetting (Ns) gebruikt, krijgt je wel het juiste bezettingsresultaat. Dit komt doordat de dekking voor constante kosten is gebaseerd op de werkelijke bezetting, terwijl het budget voor constante kosten is gebaseerd op de gemiddelde normale bezetting.
Seizoencorrectie voor constante kosten
We zullen seizoensgebonden correcties aanbrengen in het te dekken budget, zodat er intracomptabel de juiste bezettingsresultaat afgelezen kan worden. Op basis van de gemiddelde normale bezettingsgraad kan het constante deel van het te dekken budget worden bepaald zonder seizoenscorrectie. Indien rekening wordt gehouden met seizoensinvloeden, wordt uitgegaan van de normale bezettingsgraad gedurende deze periode.
Seizoen correctie op de constante kosten bereken je met de volgende formule:
Ns - Ngem * Tc
Ns = normale seizoen bezetting periode
Ngem = Gemiddelde normale bezetting
Tc = Tarief constante kosten
Journaalpost seizoencorrectie voor constante kosten
Journaalpost voor seizoen correcties
175 Seizoencorrecties
Aan 552 Te dekken budget afdeling fabricage
Het te dekken budget zonder seizoenscorrecties moet uiteindelijk gelijk zijn aan het te dekken budget met seizoenscorrecties.
Opgaves
Hoofdstuk 9:
Opgaven 1:
Hamouse bv. Stelt voor haar afdeling fabricage per kwartaal een gemengd budget vast. Voor 2020 is voor de afdeling het volgende gegevens bekend:
Constante kosten: €160.000
Variabele kosten per uur: € 16
Normale bezetting: 1600 uren per jaar.
Het seizoenpatroon voor de productie ziet er als volgt uit:
Kwartaal 1: seizoenindexcijfer 90
Kwartaal 2: seizoenindexcijfer 100
Kwartaal 3: seizoenindexcijfer 115
Kwartaal 4: seizoenindexcijfer 55
Bij Hamouse bv zijn onder andere de volgende grootboekrekeningen in gebruik:
- 175 seizoencorrecties
- 499 overboekingsrekening
- 523 dekking hulpkostenplaatsen
- 550 kosten afdeling fabricage
- 551 budget afdeling fabricage
- 552 te dekken budget afdeling fabricage
- 553 dekking afdeling fabricage
- 599 overboekingsrekening
- 602 toeslag indirecte fabricagekosten
- 930 budgetresultaten
- 935 bezettingsresultaten
In het eerste kwartaal was het werkelijke aantal uren 250.
- Bereken voor het eerste kwartaal voor de afdeling fabricage:
Het budget
De dekking
De seizoencorrectie
- Journaliseer in het eerste kwartaal voor de afdeling fabricage:
De werkelijke kosten
Het budget
De dekking
De seizoencorrectie.
Opgaven 2:
Vul de gaten in, maak hierbij gebruik van de volgende begrippen:
Hoogseizoen, rationele, normale, seizoenpatroon en gelijkmatig
In diverse sectoren van het bedrijfsleven komt seizoen drukte voor. De toeristenindustrie is hiervan een voorbeeld. De ………1……… bezetting in deze onderneming is niet …………2……… over het jaar verdeeld. De ………3……………… capaciteit bepaald je in deze onderneming met een ………4…………….. door de benodigde capaciteit in het …………5……….. .
1)
2)
3)
4)
5)
Opgaven 3:
Leg in eigen woorden uit wat het begrip seizoencorrectie inhoudt.
Opgaven 4:
Geef aan in welke rubriek de seizoencorrecties worden opgenomen met de daarbij behorende uitleg.
Creativiteit
Toets H9
KLIK HIER OM DE TOETS VAN HOOFDSTUK 9 TE MAKEN
Beste studenten.
Via deze link kunnen jullie de toets van hoofdstuk 9 maken.
Hoofdstuk 11 Variabele kostencalculatie
Casus met activerende werkvorm
Zoek de fout op
De lesdoel van deze les is: aan het einde van de les kunnen de studenten ac methode toepassen alleen met de variabele kosten en dit journaliseren. Eerst geven wij studenten klassikaal uitleg over het onderwerp vervolgens laten we zien wat een correct journaalpost eruit ziet en een incorrecte. Kort erna volgen een paar klassikaal opdrachten met antwoorden en kijken de studenten welke correct zijn. Als ze de incorrecte weten te vinden gaan ze uitleggen wat er fout aan is. Vervolgens zullen zij samen met een medestudenten te werk gaan om een foute opdrachten en correcte opdrachten te maken en dit vervolgens aan de andere groepen te geven. De groepen zullen uitvogelen wat correct is en wat incorrect is. Vervolgens zullen alle groepen klassikaal hun antwoord geven en de groep van wie zij de opdracht hebben gekregen gaan aan het einde van de les zullen zij uitleggen waarom zij voor zo’n manier hebben gekozen.
Rollenspel
De lesdoel van de les is: aan het einde van de les weten de studenten hoe ze budgetteren moeten berekenen en dit toepassen in een journaalpost. De klas zal eerst een uitleg krijgen over het onderwerp maar in plaats van een normaal opdracht uitvoeren zullen zij lootjes trekken. Waarom zij de lootjes trekken om zo eerlijk mogelijk teams te maken. Nadat de studenten bij hun groepje zit gaan ze een casus krijgen met daarin uitleg over wat ze moeten doen. De studenten gaan een onderneming starten en al hun kosten volgens budgetteren verdelen over de afdelingen. Vervolgens gaan ze hun verdeling ook moeten journaliseren. Aan het einde van de rollenspel gaan ze per groep naar voren komen om uit te leggen hoe zij dit hebben gedaan. Zo krijgen de medestudenten uit verschillende voorbeelden en kunnen ze dit makkelijker opvatten.
Powerpoint
Hoofdstuk 11 Variabele kostencalculatie
Theorie
11. Variabele kostencalculatie
De boekingen bij de variabele kostencalculatie (DC)
Variabele kosten worden ook wel direct costing (DC) genoemd. Omdat ondernemingen op korte termijn geen invloed kunnen hebben op de constante kosten, kan je deze kosten als gegeven aannemen. Daarom worden constante kosten rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Het gaat dus niet om de directe kosten, maar om de variabele kosten. Bij de variabele kostencalculatie noem je het verschil tussen de verkoopprijs van het product en de variabele kosten van het product de dekkingsbijdrage. Deze dekkingsbijdrage wordt voornamelijk gebruikt om de constante kosten te betalen. Als de dekkingsbijdragen hoger zijn dan de constante kosten, wordt er winst gegenereerd.
De kosten vanuit rubriek 4 worden rechtstreeks ten laste van rekening 9 contante kosten gebracht. In rubriek 5 komen nu alleen de variabele directe kosten. In rubriek 6 komen de direct variabele grondstofkosten en de loonkosten. Voor de toeslag van de indirecte fabricagekosten belast je alleen het variabel gedeelte uit rubriek 5 door. De voorraad gereed product hou je uitsluitend tegen variabele kostprijzen bij, evenals de rekening 800 kostprijs verkopen. Op de rekening 820 toeslag indirecte verkoopkosten komen ook alleen de variabele toeslag indirecte verkoopkosten. Dit houdt in dat het verkoopresultaat in rubriek 8 bestaat uit de dekkingsbijdrage. Dit dient voor de dekking van de constante kosten. Wat daarna nog overblijft is de nettowinst.
Journaalposten variabele kostencalculatie
Overboeking directe variabele fabricagekosten naar rubriek 6
600 directe grondstofkosten
630 betaalde directe lonen
Aan 499 overboekingsrekening
Overboeking indirecte variabele kosten naar rubriek 5
55. Variabele kosten afdeling A 990 constante kosten
Aan 499 overboekingsrekening
Dekking afdeling fabricage en verkoop (het aantal machine uren)
602 toeslag indirecte variabele fabricagekosten
Aan 553 Dekking afdeling fabricage
+
820 Toeslag indirecte variabele verkoopkosten
Aan 563 Dekking afdeling verkoop
Boeken gewerkte arbeidsuren (aantal directe arbeidsuren)
601 Directe lonen
Aan 631 verrekende directe lonen
Productie eenheden
700 Voorraad gereed product (tegen variabele fabricage kosten)
Aan 610 standaard directe grondstofkosten
Aan 611 standaard directe lonen
Aan 612 standaardtoeslag indirecte fabricagekosten
Verkoop eenheden
130 Debiteuren
Aan 181 te betalen OB
Aan 840 opbrengst verkopen
+
800 Kostprijs verkopen (tegen variabele fabricagekosten)
Aan 700 voorraad gereed product
Resultaat afdeling fabricage bepalen
550 variabele kosten fabricage 553 Dekking variabele kosten fabricage
Resultaat afdeling verkoop bepalen
560 variabele kosten verkoop 563 Dekking variabele kosten verkoop
Resultaat rubriek 5 (afdelingsresultaten) overboeken naar 9
930 Afdelingsresultaten
Aan 599 overboekingsrekening (Debet bij winst, credit bij verlies)
Dekkingsbijdrage van rubriek 8 naar rubriek 9 boeken
899 overboekingsrekening
Aan 945 Dekkingsbijdrage
Winst berekenen + Dekkingsbijdrage
+/- Efficiency resultaten
+/- Prijsverschillen
+/- Afdelingsresultaten
- Constante kosten
Verschil in winstberekening tussen AC en DC
Als je de integrale kostprijsberekening (AC) toepast, wordt de voorraad gewaardeerd tegen de integrale kostprijs (constante kosten + variabele fabricagekosten). Bij de variabele kostprijsberekening wordt de voorraad gewaard tegen de variabele fabricagekosten. Omdat de voorraad anders gewaardeerd wordt, ontstaat er een verschil in de winst. Dit verschil ontstaat alleen wanneer de productie en afzet in een periode niet gelijk aan elkaar zijn.
Voorraad toename in een periode: Nettowinst AC > DC
Voorraad afname in een periode: Nettowinst AC < DC
Voorraad blijft gelijk: Winst AC = DC
De verkoopkosten worden bij voorraadwaardering niet mee genomen!
Kostprijs berekenen bij integrale kostprijs berekening (AC) Fabricagekostprijs berekenen:
- Machine uurtarief bepalen: C/N + V/W
- Grondstofkosten bij op tellen +
- Direct loon erbij optellen +
- Machine uur erbij op tellen +
Commerciële kostprijs berekenen:
- Fabricagekostprijs +
- Verkoopkosten aan de hand van uurtarief (C/N + V/W)
Kostprijs berekenen bij variabele kostencalculatie (DC) Variabele fabricagekostprijs berekenen:
- Grondstofkosten optellen +
- Direct loon optellen +
- Variabele machine uur optellen +
Commerciële variabele kostprijs berekenen:
- Variabele fabricagekostprijs +
- Variabele verkoopkosten +
Dekkingsbijdrage berekenen:
Verkoopprijs – rabat = netto verkoopprijs
Netto verkoopprijs – commerciële kostprijs = dekkingsbijdrage
Perioderesultaat bij DC:
+ Dekkingsbijdrage (Verwachte of werkelijk afzet * dekkingsbijdrage)
- Totale constante kosten
= Verwacht/werkelijk resultaat
Perioderesultaat bij AC:
+ Omzet - Rabat * verwachte/werkelijke afzet
- Kostprijs (verwachte/werkelijke afzet * integrale commerciële kostprijs)
- Bezettingsresultaat (W-N * tarief constante kosten)
- Verkoopresultaat (W-N * tarief constante verkoopkosten)
= Perioderesultaat AC
Journaalposten winstberekening tussen AC en DC
Grondstoffenverbruik
600 Verbruik grondstoffen
Aan 300 voorraad grondstoffen
Betaald direct loon
630 Betaalde directe lonen
Aan 280 tussenrekening lonen
Kosten verdeelstaat
550 Variabele kosten afd. Fabricage
560 Variabele kosten afd. Verkoop
990 Constante kosten
Aan 499 Overboekingsrekening
Directe arbeidsuren
601 Directe lonen
Aan 631 Verrekende directe lonen
Aantal machine uren
602 Toeslag variabele fabricagekosten
Aan 555 Dekking variabele kosten afdeling fabricage
Resultaten uit de verschillende rubrieken berekenen en deze doorboek
550 Variabele kosten afd. Fabricage
560 Variabele kosten afd. Verkoop
VS
555 Dekking variabele kosten afd. Fabricage
565 Dekking variabele kosten afd. Verkoop
Journaalpost van hierboven ↑
599 Overboekingsrekening
Aan 930 Afdelingsresultaten
Correctie voorraad van AC naar DC
990 Constante kosten
Aan 700 Voorraad gereed product
Variabele kostencalculatie en budgettering
Journaalposten variabele kostencalculatie en budgettering
Eerst verdeelde kosten
550 Kosten afdeling Fabricage (variabel)
550 Kosten afdeling Fabricage (vast)
560 Kosten afdeling Verkoop (variabel)
560 Kosten afdeling Verkoop (vast)
Aan 499 Overboekingsrekening
Budget afdeling fabricage
990 Te dekken constante kosten (vaste kosten)
602 Toeslag variabele fabricagekosten (variabele kosten)
Aan 553 Budget afdeling Fabricage
Budget afdeling verkoop
990 Te dekken constante kosten (vaste kosten)
820 Toeslag variabele verkoopkosten (variabele kosten)
Aan 563 Budget afdeling Verkoop
Analyse van afdelingsresultaten
550 Kosten afdeling fabricage 553 Budget afdeling fabricage
Geeft het budgetresultaat
560 Kosten afdeling verkoop 563 Budget afdeling verkoop
Geeft het bezettingsresultaat
Opgaves
Hoofdstuk 11:
Opgaven 1:
Annabelle bv past het systeem van variabele kostencalculatie toe. Hierbij wordt de budgetcontrole op de constante kosten toegepast.
De voorcalculatorische gegevens voor 2020 zijn als volgt:
Constante kosten
Afdeling fabricage: € 250.000 bij een normaal aantal machine-uren van 15.000 per jaar.
Afdeling verkoop: € 90.000 bij een normale omzet van € 1.250.000.
Variabele kosten
Afdeling fabricage: tarief per machine-uur € 5
Afdeling verkoop: tarief als percentage van de omzet 3%
Over de maand April 2020 zijn de volgende nacalculatorische gegevens beschikbaar:
Eerstverdeelde kosten
Indirecte variabele fabricagekosten € 12.000
Indirecte vaste fabricagekosten € 25.000
Indirecte variabele verkoopkosten € 6.000
Indirecte vaste verkoopkosten € 3.000
Doorbelastingen
Aantal machine uren: 800
Omzet juli 2019: € 115.000
- Geef de journaalposten over de maand April 2020 op basis van de verstrekte gegevens.
- Geef een analyse van de afdelingsresultaten
Opgaven 2:
Leg uit in je eigen woorden wat integrale kostprijsberekening (AC) inhoudt.
Opgaven 3:
Bij onderneming Samibol bv zijn de volgende tarieven van toepassing:
Het machine-uurtarief is als volgt samengesteld:
- constante indirecte fabricagekosten € 27.-
- variabele indirecte fabricagekosten € 15.-
Het tarief voor indirecte verkoopkosten bestaat uit:
- constante indirecte verkoopkosten € 15.-
- variabele indirecte verkoopkosten € 10.-
Bereken de commerciële kostprijs.
Opgaven 4:
Leg in je eigen woorden uit wat de dekkingsbijdrage/contribution marge (CM) inhoudt.
Creativiteit
Toets H11
KLIK HIER OM DE TOETS VAN HOOFDSTUK 11 TE MAKEN
Beste studenten.
Via deze link kunnen jullie de toets van hoofdstuk 8 maken.
Veel succes!