EXPERTS!
Natuurlijk zijn jullie experts in economie. Daarom gaan wij jullie verdelen in expert groepen. Elk groep krijgt een eigen onderdeel om over te hebben. Het is de bedoeling dat jullie, in jullie onderdeel verdiepen en het onderwerp die jullie gekregen hebben aan jullie groepsleden gaan uitleggen. Zo vult iedereen elkaar aan.
De klas wordt verdeeld in 3 groepen. Je zit dan in een expert groep. Elke expert groep krijgt een onderwerp. In die groep krijgt iedereen nog een nummer. Uiteindelijk wanneer er genoeg informatie is behaald, wordt er weer een nieuw groep gecreƫerd. Je zoekt dus weer je eigen nummer die je kreeg toen je met de Expert groep bij elkaar zat.
De onderwerpen zijn:
Het is de bedoeling dat je de volgende gegevens minimaal verzameld van de onderwerp die je hebt gekregen. Extra informatie is altijd welkom.
Als jullie denken dat jullie alle informatie die jullie nodig hebben bij elkaar verzameld hebben, worden jullie verdeeld in de andere groepjes. Dus bij de tweede ronde gaan jullie aan elkaar uitleggen wat jouw onderwerp in houdt.
Wanneer jullie kennis hebben gedeeld, maken jullie een PowerPointpresentatie met de boven genoemde punten erin vermeld en uitgelegd. Deze presentatie wordt via de mail naar mij toegestuurd.
Aan het begin van de les staat er een grote woordweb op het bord, daarin staat de woord kostencalculatie. We willen de voorkennis van de leerlingen activeren om vervolgens te kijken op wat voor niveau zij zitten. Als de studenten allemaal zitten zullen zij willekeurige keuze naar voren komen en een woord erbij linken en uitleggen waarom dat wordt eraan gelinkt is. Wij als docenten grijpen in als de student echt niet waarom zij op dat antwoord zijn gekomen. Vervolgens gaan de studenten veder in de werkvorm experts om zo meer te weten over kostencalculatie. De lesdoel hiervoor is dat de studenten weten wat het verschil is tussen de 3 budgetten. De 3 budgetten zijn gemengde, vaste en variabele budget. 10 min voor de les eindigt zullen de studenten weer naar voren komen om vervolgens een nieuw woordweb in te vullen. Om te kijken of ze wat geleerd hebben zullen zij de twee woordweb met elkaar te vergelijken. Zo zien de studenten een verschil in de woordweb en hebben een gevoel dat ze interactief bezig waren.