In Zoeklicht Basis heb je kunnen leren dat het essentieel is dat je verwijst naar bronnen die je hebt gebruikt. Voor het verwijzen naar bronnen gebruik je een specifieke methode, een referentiestijl. De Leidraad-stijl is een veel gebruikte wijze van bronnen vermelden voor het vakgebied Rechten. Het boek Leidraad voor juridische auteurs 2022 (hierna: Leidraad 2022) vormt de basis van deze referentiestijl.
De digitale versie van de Leidraad voor juridische auteurs 2022 (en samenvatting) is online beschikbaar in de databank InView (voorheen Navigator) van Kluwer.
In deze module leer je volgens de Leidraad-stijl:
hoe je een verwijzing maakt naar je bron in de tekst zelf of in een voetnoot
wat het verschil is tussen citeren en parafraseren
wanneer en hoe je een literatuurlijst maakt
Deze Leidraad-module bestaat uit tekst en quizvragen.
De geschatte tijdsduur voor deze cursus is 60 minuten. Je kunt tussendoor stoppen met de cursus en later verder gaan waar je bent gebleven.
In Zoeklicht Basis heb je kunnen leren dat je bij citeren of parafraseren moet laten zien waar je de oorspronkelijke tekst vandaan hebt gehaald. Je neemt hiervoor een bronvermelding op in je stuk. Een bronvermelding noem je ook wel een citatie (of referentie). Hiermee laat je zien dat je die tekst niet zelf bedacht hebt, en kan een ander de informatie bij de bron controleren. Door je bronnen goed te vermelden, zorg je ervoor dat je lezers je serieus nemen en geef je eer aan de rechtmatige auteur.
Deze bronvermeldingen of citaties zijn aan strakke regels gebonden en zijn vastgelegd in zogenaamde (referentie- of) citatiestijlen.
Een citatiestijl biedt je:
Houvast om een bronvermelding op uniforme wijze te maken.
Herkenning van de vaste opbouw van bronvermeldingen, waardoor je deze tijdens het lezen snel begrijpt en kunt controleren.
De Leidraad-stijl is niet de enige citatiestijl. Vakgebieden kunnen hun eigen citatiestijl afspreken, Andere stijlen zijn bijvoorbeeld APA of Vancouver. De Leidraad-stijl is gebaseerd op deLeidraad voor juridische auteurs 2022en wordt onder andere gebruikt bij de opleiding HBO-Rechten.
De digitale versie van de Leidraad voor juridische auteurs 2022 (en samenvatting) vind je in de databank InView (voorheen Navigator) van uitgever Wolters Kluwer.
Het principe
De belangrijkste regels van de Leidraad-stijl zijn:
Je gebruikt voetnoten voor:
volledige bronvermeldingen naar parlementaire stukken
volledige bronvermeldingen naar jurisprudentie
verkorte bronvermeldingen naar literatuur en commentaren op een wet.
Bij regelgeving verwijs je in de tekst naar de citeertitel en het nummer van het wetsartikel (artikelnummer); bronvermelding in de voetnoot is dan niet noodzakelijk.
In de literatuurlijst neem je de volledige bibliografische gegevens op van gebruikte literatuur en commentaren op een wet.
Indien gewenst kan een aparte lijst van geraadpleegde jurisprudentie worden bijgevoegd.
Let op:
Elke bronvermelding begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
In de tekst verwijs je met een zgn. nootnummer naar de voetnoot. Het nootnummer komt aan het eind van een zin te staan, na de punt.
Je krijgt vaak te maken met verschillende soorten juridische bronnen: regelgeving, parlementaire stukken, commentaren, jurisprudentie, boeken en tijdschriftartikelen (literatuur). Deze moet je allemaal op een verschillende manier beschrijven. De regels hiervoor hoef je niet allemaal uit je hoofd te kennen: je kunt ze opzoeken in de Leidraad 2022.
Per juridische bron leggen we de belangrijkste regels uit.
Bronvermelding per type publicatie
Regelgeving
De hoofdregel bij het verwijzen naar regelgeving luidt:
Naar (Nederlandse) wetten, besluiten, verdragen en andere regelgeving verwijs je alleen in de hoofdtekst.
Voor verwijzing in de tekst gebruik je de citeertitel en het specifieke artikel (inclusief lid, sub etc.). De citeertitel, indien aanwezig, kun je vinden in een van de slotartikelen van de regeling. Kies bij voorkeur voor voluit en pas dit consequent toe.
Voorbeelden van de volledige titel in de hoofdtekst (voluit verwijzen):
In artikel 10, tweede lid, van de Grondwet staat (…)
Artikel 162 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek luidt (…)
In artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens staat (…)
De gevallen, bedoeld in artikel 3.126, eerste lid, onderdeel d, onder 2°, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (…)
Voorbeelden van de afkorting van de wet in de hoofdtekst (verkort verwijzen):
In art. 6:162 BW staat (…)
Zoals vermeld in art. 2 lid 2 Gw (…)
De gevallen, bedoeld in art. 3.126 lid 1 onderdeel d onder 2° Wet IB 2001 (...)
Uitzonderingen op de hoofdregel
Soms gebruik je ook een voetnoot, bijvoorbeeld:
Uitzondering
Voorbeeld van de voetnoot
Als er geen citeertitel is.
Vermeld dan de totstandkomingsdatum en de vindplaats van de regeling.
Artikel I van de wet van 23 december 2015, Stb. 2016, 20.
Bij vermelding van de laatste wijziging van een wet.
Onlangs gewijzigd bij wet van 22 december 2021, Stb. 2022, 21.
Europese regelgeving
Naar Europese regelgeving verwijs je in de hoofdtekst indien er een bondige citeertitel of afkorting beschikbaar is. Vaak zijn titels van richtlijnen en verordeningen echter lang. Zo'n lange titel is niet bevorderlijk voor de leesbaarheid van je tekst. Daarbij komt dat het bij Europese regelgeving gebruikelijk is om na de citeertitel ook de vindplaats te vermelden.
Verwijs daarom als volgt:
Neem in de tekst de verkorte titel van Europese regelgeving op,
Neem in de voetnoot de volledige titel plus de vindplaats op.
De vindplaats van Europese regelgeving heeft een vaste opbouw:
Afkorting Publicatieblad EU jaartal, Letter van serie van Wetgevingnummer van Publicatieblad/paginanummer
Voorbeeld:PbEU2018, L 328/82
De vindplaats zet je tussen ronde haken aan het eind van de volledige titel. Bijvoorbeeld:
Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PbEU 2018, L 328/82).
Voorbeelden Europese regelgeving
De volgende voorbeelden tonen hoe je naar verschillende soorten Europese regelgeving verwijst in de voetnoot en in de tekst.
Voorbeeld Verordening
In de tekst- verkorte titel
Verordening (EU) 2021/2303
In de voetnoot- volledige titel (vindplaats)
Verordening (EU) 2021/2303 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2021 inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 439/2010 (PbEU 2021, L 468/1).
Voorbeeld Richtlijnen
In de tekst- verkorte titel
Richtlijn (EU) 2018/2001
In de voetnoot - volledige titel (vindplaats)
Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PbEU 2018, L 328/82).
VoorbeeldRegelgeving met roepnaam
Heeft een richtlijn of verordening een korte roepnaam dan kun je deze roepnaam gebruiken voor een verwijzing in de hoofdtekst en de roepnaam verduidelijken in een voetnoot. Bijvoorbeeld:
In de tekst- korte roepnaam
de Dienstenrichtlijn
In de voetnoot- volledige titel (vindplaats)
Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU 2006, L 376/36).
Parlementaire stukken
Een verwijzing naar een Kamerstuk, Handeling, Kamervraag, Staatsblad of Publicatieblad neem je alleen op in de voetnoot.
Voorbeelden:
Kamerstukken II 2020/21, 35817, nr. 3, p. 4.
Dit is een verwijzing naar pagina 4 van de memorie van toelichting (ondernummer 3) van de Tweede Kamer behorende bij het dossier 35817 over de wijziging van de Wet publieke gezondheid uit het vergaderjaar 2020-2021.
Kamerstukken I 2018/19, 34882, C, p. 2.
Dit is een verwijzing naar pagina 2 van de memorie van antwoord (ondernummer C) van de Eerste Kamer behorende bij het dossier 34882 over de wijziging van de Wet basisregistratie personen uit het vergaderjaar 2018-2019.
Stb. 2019, 301.
Dit is een verwijzing naar de publicatie van het Samenwerkingsbesluit bijzondere opsporingsbevoegdheden 2019 in het Staatsblad.
PbEU 2023, L 194/17.
Dit is een verwijzing naar pagina 17 van de L-serie (wetgeving), nummer 194 uit 2023 van het Publicatieblad van de Europese Unie.
Commentaren
Artikelsgewijze of thematische commentaren worden ook in boekvorm gepubliceerd door de uitgever. Net als bij een boek verwijs je verkort naar een commentaar in de voetnoot. In de literatuurlijst neem je alle bibliografische gegevens van de publicatie op.
Gebruik je een commentaar uit een databank? Neem dan ook de bijwerkdatum op in de voetnoot.
De Asser serie, de Groene serie, Sdu Commentaar en Tekst & Commentaar zijn veelgebruikte bronnen met commentaren bij regelgeving.
In de volgende voorbeelden zie je hoe je naar deze bronnen verwijst in de voetnoot en in de literatuurlijst.
Voorbeeld Tekst & Commentaar
In de voetnoot
Van Hoorn, in: T&C Strafvordering, art. 142 Sv, aant. 4a (online, bijgewerkt 1 januari 2024).
Dit is een bronvermelding voor een voetnoot van aantekening 4a van Tekst & Commentaar bij artikel 142 Wetboek van Strafvordering over de beperkte opsporingsbevoegdheid van de buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA), geschreven door A.M. van Hoorn en actueel t/m 01-01-2024.
In de literatuurlijst
Van Hoorn, in: T&C Strafvordering
A.M. van Hoorn, commentaar op art. 142 Sv, in: C.P.M. Cleiren e.a. (red.), Tekst & Commentaar Strafvordering, Deventer: Wolters Kluwer (online).
Voorbeeld Sdu Commentaar
In de voetnoot
Van Uden & Reynaers, in: Sdu Commentaar Arbeidsrecht thematisch, art. 7:652 BW, aant. 2.2 (online, bijgewerkt tot 1 juli 2023).
Dit is een verkorte verwijzing van aantekening 2.2 over regulier proeftijdontslag bij artikel 7:652 Burgerlijk Wetboek in het Sdu commentaar arbeidsrecht thematisch, geschreven door mr. F.C. van Uden en mr. C.L.C. Reynaers. Dit commentaar is tot 1 juli 2023 online bijgewerkt.
In de literatuurlijst
Van Uden & Reynaers, in: Sdu Commentaar Arbeidsrecht thematisch
F.C. van Uden & C.L.C. Reynaers, commentaar op BW 7, in: A.R. Houweling, P.G. Vestering & W.A. Zondag (red.), Sdu Commentaar Arbeidsrecht thematisch, Den Haag: Sdu (online).
Voorbeeld Groene Serie
In de voetnoot
Vonk, in: GS Personen- en familierecht, art. 1:208 BW, aant. 1 (online, bijgewerkt 1 september 2023).
Dit is een bronvermelding voor een voetnoot van aantekening 1 in de Groene Serie bij artikel 1:208 BW over vaststelling kinderalimentatie, geschreven door prof. mr. M.J. Vonk en actueel t/m 1-9-2023.
In de literatuurlijst
Vonk, in: GS Personen- en familierecht
M.J. Vonk, commentaar op art. 1:208 BW, in: S.F.M. Wortmann (red.), Groene Serie Personen- en familierecht, Deventer: Wolters Kluwer (online).
Voorbeeld Asser Serie
In de voetnoot
Asser/Heerma van Voss 7-V 2020/190.
Dit is een bronvermelding voor een voetnoot van aantekening (randnummer) 190 over zorgverlof in deel 7V van de Asser serie over de Arbeidsovereenkomst uit 2020, geschreven door prof. mr. G.J.J. Heerma van Vosss.
In de literatuurlijst
Asser/Heerma van Voss 7-V 2020
G.J.J. Heerma van Voss, Mr. C.Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. 7. Bijzondere overeenkomsten. Deel V. Arbeidsovereenkomst, Deventer: Wolters Kluwer 2020.
Jurisprudentie
Een vonnis of arrest wordt in eerste instantie gepubliceerd op Rechtspraak.nl of EUR-Lex (Europese jurisprudentie). Je verwijst daarom naar jurisprudentie in een voetnoot met deafkorting van de gerechtelijke instantie, de datum van de uitspraak en de ECLI (European Case Law Identifier).
Voorbeelden:
HR 16 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:446.
Hof Den Haag 18 juni 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1451.
Rb. Noord-Nederland 3 februari 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:232.
ABRvS 12 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2932.
CRvB 28 januari 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:236.
CBb 26 juni 2018, ECLI:NL:CBB:2018:307.
Wat is een ECLI?
ECLI staat voor European Case Law Identifier (Europees identificatienummer). Dit is een Europese standaard voor het uniek nummeren van rechterlijke uitspraken.
In ieder land waar het ECLI wordt gebruikt, is deze altijd op dezelfde wijze opgebouwd:
ECLI:landcode:code gerechtelijke instantie:jaar van uitspraak:uniek identificatienummer
Voorbeeld:
ECLI:NL:CBB:2018:307
Geen ECLI
Heeft een uitspraak geen ECLI, maar is deze wel in een tijdschrift gepubliceerd? Laat dan de ECLI weg en noteer de vindplaats van het tijdschriftartikel.
Is een uitspraak zonder ECLI nergens gepubliceerd? Vermeld dan het zaaknummer in plaats van de ECLI. Dit nummer vind je linksboven in de uitspraak.
Jurisprudentietijdschriften
Als een uitspraak belangwekkend is, dan wordt deze ook in een jurisprudentietijdschrift van de uitgevers Kluwer en/of Sdu gepubliceerd. In deze tijdschriften vind je alléén jurisprudentie. Gebruik je deze publicatievorm van een uitspraak - bijvoorbeeld voor een noot (annotatie) of de redactionele aantekening - dan moet je na de ECLI ook verwijzen naar het betreffende jurisprudentietijdschrift waarin de uitspraak is gepubliceerd.
Voorbeelden:
HR 17 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:255, NJ 2023/239.
Deze uitspraak van de Hoge Raad op 17 februari 2023 is gepubliceerd in het jurisprudentietijdschrift NJ (Nederlandse Jurisprudentie), jaar van publicatie 2023, publicatienummer 239
CRvB 16 juli 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2422, AB 2019/393.
HR 15 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:364, JOR 2022/149..
Hof Arnhem-Leeuwarden 19 juni 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5813, RFR 2018/134.
ABRvS 28 februari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:855, AB 2024/122.
Rb. Den Haag 24 januari 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:584, JAR 2019/60..
Let op:
De juiste plek van de komma is na de datum van de uitspraak.
Er zijn verplichte afkortingen voor de gerechtelijke instanties.
Elke bronvermelding eindigt met een punt.
Een (afkorting van een) jurisprudentietijdschrift als vindplaats wordt cursief weergegeven.
Conclusies van de advocaten-generaal van de Hoge Raad hebben een ander ECLI. Die gebruik je alleen als je specifiek naar de conclusie wilt verwijzen.
Europese jurisprudentie
Verwijzingen naar Europese jurisprudentie worden op dezelfde manier opgebouwd als verwijzingen naar Nederlandse jurisprudentie. Alleen is het bij jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) verplicht om na de datum het zaaknummer te vermelden.
Bij uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) wordt aanbevolen om altijd de roepnaam van de uitspraak te vermelden (meestal de naam van de klager en de naam van de staat tegen wie de klacht gericht is, gescheiden door een /), Het zaaknummer hoeft dan niet nog apart vermeld te worden.
Als een uitspraak van het EHRM (of ECRM) ook in een jurisprudentietijdschrift is gepubliceerd, dan wordt aanbevolen om ook de vindplaats te vermelden.
Voorbeelden:
HvJ EU 11 november 2021, C-938/19, ECLI:EU:C:2021:908.
HvJ EU 1 augustus 2022, C-19/21, ECLI:EU:C:2022:605, AB 2022/295.
Gerecht EU 13 juli 2017, T-527/14, ECLI:EU:T:2017:487.
EHRM 28 juni 2018, ECLI:CE:ECHR:2018:0628JUD006079810 (M.L. en W.W./Duitsland).
Specifiek verwijzen naar jurisprudentie
Zoals je bij verwijzingen naar regelgeving het relevante artikel noemt, zo is het bij jurisprudentie vaak nuttig om -naast de basisinformatie- specifieke informatie te vermelden.
Voorbeelden:
Rechtsoverweging
HR 29 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:467, r.o. 3.3.2.
Noot/annotatie
HR 24 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:295, JOR 2023/166, m.nt. S.M. Bartman.
Conclusie van de advocaat-generaal
HR 18 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:988 (concl. A-G A.E. Harteveld),
Roepnaam van de uitspraak
HvJ EU 8 maart 2011, C-34/09, ECLI:EU:C:2011:124 (Zambrano).
Literatuur - verkort in voetnoot
De Leidraad 2022 beveelt aan om literatuurverwijzingen verkort op te nemen in voetnoten met aan het einde van de publicatie een literatuurlijst. In de literatuurlijst neem je de volledige bibliografische gegevens op.
Belangrijk is dat je niet vergeet een specifieke verwijzing in de voetnoot op te nemen. Je verwijst in een voetnoot meestal niet naar een geheel boek of artikel maar naar een specifieke pagina (p.) of paragraaf (par.). Indien de publicatie geen paginering heeft dan zijn de genummerde onderdelen van een tijdschriftartikel altijd paragrafen.
Auteursvermelding
De algemene regels zijn:
In een verkorte verwijzing en in het lemma in de literatuurlijst vermeld je géén voorletters, voornamen of academische titels. Voorletters worden slechts toegevoegd als dat nodig is om een mogelijke persoonsverwisseling te voorkomen.
In een volledige bronvermelding vermeld je wel de voorletters van de auteur(s).
Twee auteurs worden vermeld met een ‘&-teken’ ertussen: J. Kleen & K. Smeding.
Drie auteurs als volgt: J. Kleen, K. Smeding & S.K. Mieko.
Bij meer dan drie auteurs of redacteuren wordt alleen de eerste auteur vermeld, met de toevoeging: e.a.
Bij een geredigeerd boek (ook wel 'bundel' genoemd) zet je de redacteur op de plaats van de auteur. Voeg na de naam van de redacteur toe: (red.)
Bijzonderheden
Subtitels van boeken behoren tot de titel. Zij worden door een punt gescheiden van de hoofdtitel en beginnen met een hoofdletter.
Bij oraties en bij proefschriften vermeld je tussen haakjes de aanduiding oratie of dissertatie (diss.) met de plaats van de desbetreffende universiteit. Bij Amsterdam wordt UvA of VU toegevoegd.
Naar een blog wordt verwezen als ware het een tijdschriftartikel.
Het systeem van verkort verwijzen naar literatuur is met de Leidraad 2022 gewijzigd.
In de tabel hieronder tref je voorbeelden van verkorte verwijzingen in de voetnoot en volledige bronvermeldingen in de literatuurlijst bij de meest voorkomende vormen van literatuur.
Voorbeelden van de meest voorkomende literatuurverwijzingen:
Literatuur - volledig in voetnoot
Als jouw publicatie minder dan vijf pagina’s omvat, kun je er ook voor kiezen om alleen voetnoten te gebruiken voor de bronvermeldingen. In dat geval neem je een volledige verwijzing naar literatuur op in de voetnoot met vermelding van het specifieke paginanummer. Je voegt dan geen literatuurlijst toe aan het eind van je publicatie.
Voorbeeld:
I. Timmer, Verbintenissenrecht begrepen, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2021, p. 33.
Een paar punten om op te letten:
Je gebruikt dus de bronvermelding zoals in een literatuurlijst maar je plaatst er geen lemma boven.
Je voegt in de verwijzing wel het specifieke paginanummer toe. Dit doe je niet in een literatuurlijst.
In de volledige verwijzing neem je wel de voorletters van de auteursop, net als in een literatuurlijst. In een verkorte verwijzing laat je ze weg, tenzij het weglaten verwarring oplevert en het kan leiden tot persoonsverwisseling.
Overige bronnen
Soms is het nodig om te verwijzen naar een ander type bron dan de traditionele juridische bronnen die we hiervoor hebben behandeld. Je wilt bijvoorbeeld verwijzen naar een podcast of een krantenartikel.
Hieronder tref je enkele voorbeelden van andersoortige bronnen. Raadpleeg zo nodig de Leidraad voor nog meer voorbeelden.
Voorbeelden:
Krantenartikel
De bronvermelding van een achtergrondartikel in een krant is gelijk aan een tijdschriftartikel en wordt ook in de literatuurlijst opgenomen.
Verwijzingen naar anonieme krantenartikelen neem je alleen op in de voetnoot.
Bronvermelding voor de literatuurlijst:
Elshout2019
A. Elshout, ‘Von der Leyen zet met nieuwe Europese Commissie zwaar in op het klimaat’, de Volkskrant 27 november 2019.
Bronvermelding voor een voetnoot:
‘Nederlanderschap afpakken van Syriëganger blijkt ondanks wet lastig’, NRC 3 juni 2019.
Video
Naar video's en/of YouTube films verwijs je alleen in een voetnoot.
Bronvermelding voor een voetnoot:
J. Weiler, ‘Interview with Jan Klabbers’ (video), European Journal of International Law 2015, ejil.org.
D. Abels, ‘Rechten: strafrecht’, Universiteit van Amsterdam, YouTube 3 september 2019.
Webpagina
Naar webpagina's verwijs je alleen in een voetnoot.
Bronvermelding voor een voetnoot:
‘Dataset cameragebieden’, data.amsterdam.nl.
Podcast
Naar een podcast verwijs je alleen in de voetnoot.
Bronvermelding voor een voetnoot:
‘Waarom blijft Poetin maar escaleren?, Europa draait door', nporadio1.nl/podcasts, 29 september 2022 (podcast).
Literatuurlijst
Het opnemen van een literatuurlijst met volledige bibliografische gegevens aan het eind van je publicatie is het noodzakelijk gevolg van het verkort verwijzen in de voetnoten.
Je vermeldt de volledige bibliografische gegevens : auteur, titel, uitgever, plaats van uitgave, jaar van uitgave. Bij tijdschriftartikelen zijn naast de auteur en de titel van het artikel, ook de titel van het tijdschrift, de jaargang, de aflevering en de paginanummers van belang.
Boven de bibliografische gegevens plaats je een lemma. Dit is een verkorte beschrijving van de publicatie met de auteursnaam en het jaar van uitgave.
In de literatuurlijst vermeld je geen:
Regelgeving,
Jurisprudentie en
Parlementaire documenten welke anders zijn dan beleidsnota’s, -rapporten of -adviezen.
Let op
Het lemma is vetgedrukt.
Je sorteert de lijst alfabetisch op achternaam van de auteur.
Voorbeeld van een literatuurlijst:
Parafraseren en citeren met bronvermelding
Parafraseren
Als je in eigen woorden de inhoud van een (stuk) tekst van iemand anders weergeeft, noem je dat parafraseren. Ter verificatie voor de lezer geef je via een verwijzing in een voetnoot aan uit welke bron de bewering in de hoofdtekst is ontleend. In de voetnoot neem je een verkorte verwijzing met het paginanummer op. In de literatuurlijst geef je een volledige bronvermelding (met lemma, zonder paginanummer).
Een voorbeeld:
In de tekst -nootnummer aan einde van zin
Van den Dikkenberg onderscheidt twee typen samenvattingen. Indicatieve samenvattingen worden gebruikt om over een tekst te communiceren. Hij noemt de inhoudsindicaties op Rechtspraak.nl hiervan een goed voorbeeld.3
In de voetnoot - nootnummer. achternaam auteur jaar van publicatie, paginanummer.
3. Van den Dikkenberg 2015, p. 205.
In de literatuurlijst - bronvermelding met lemma. zonder paginanummer
Van den Dikkenberg 2015
J. van den Dikkenberg, Recht lezen 2. Samenvatten, Bussum: Uitgeverij Coutinho 2015.
Citeren
Een citaat is een stuk tekst dat je letterlijk overneemt. Dit stuk tekst plaats je altijd tussen aanhalingstekens, met erachter het nootnummer. In de voetnoot neem je bij dit nummer een verkorte verwijzing op van de publicatie met vermelding van het paginanummer waar het citaat te vinden is. In de literatuurlijst geef je de volledige bronvermelding met lemma, maar zonder paginanummer.
Voorbeeld:
In de tekst - "citaat"nootnummer
“Belanghebbende is in de eerste plaats de aanvrager van het besluit en/of degene tot wie het besluit zich richt: de geadresseerde. Een aanvrager of geadresseerde bestaat in verschillende soorten en maten: een natuurlijk persoon, een rechtspersoon en ook een bestuursorgaan.” 4
In de voetnoot - nootnummer, achternaam auteur jaar van publicatie, paginanummer.
4. Barkhuysen e.a. 2022, p. 33.
In de literatuurlijst -bronvermelding met lemma. zonder paginanummer
Barkhuysen 2022
T. Barkhuysen e.a., Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, Deventer: Wolters Kluwer 2022.
Let op: bij meer dan drie auteurs, redacteuren of bewerkers wordt alleen de eerste genoemd, met de toevoeging e.a.
Meer informatie
Je hebt nu kennis gemaakt met de Leidraad voor juridische auteurs als citatiestijl en de richtlijnen voor de belangrijkste soorten bronnen. Zoek je meer informatie? Raadpleeg dan
Deonline versie van de Leidraad voor juridische auteurs 2022 (en de samenvatting) vind je in de databank InView (voorheen Navigator) van uitgever Wolters Kluwer.
De print-versie van het boekje Leidraad voor juridische auteurs 2022 is te leen bij de HvA Bibliotheek (boek,1-dag uitleenbaar).
De Leidraad voor juridische aurteurs 2022 is te koop via de webshop van Wolters Kluwer..
Samenvatting
Je hebt geleerd:
wat het nut is van eenduidige regels voor citeren
welke basisprincipes ten grondslag liggen aan de Leidraad voor juridische auteurs als citatiestijl
hoe je verwijzingen in je tekst opneemt
hoe en wanneer je verwijzingen in een voetnoot opneemt
waarvoor en hoe je je literatuurlijst vormgeeft
waar je meer informatie kunt vinden over de Leidraad voor juridische auteurs
Het arrangement Zoeklicht: Leidraad is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Deze Zoeklicht Leidraad-module is een product van de HvA Bibliotheek in samenwerking met de HvA-opleiding HBO-Rechten (contactpersoon Karien Smeding, e-mail: c.r.m.smeding@hva.nl).
Contact en feedback
Wij streven naar continue verbetering van onze cursussen. Heb je opmerkingen of verbetersuggesties over deze Zoeklicht Leidraad-module?
Stuur dan een mail naar de informatiespecialist voor de juridische HvA-opleidingen Jolanda Kleen (j.i.kleen@hva.nl) of aan de coördinator Informatievaardigheid/Onderwijsmateriaal Harrie van der Meer (h.a.l.van.der.meer@hva.nl)
A. E. de Hingh e.a. (red.), Leidraad voor juridische auteurs. Voetnoten, bronvermeldingen, literatuurlijsten en afkortingen in Nederlandstalige publicaties, Deventer: Wolters Kluwer 2022.
Smeding 2022
K. Smeding, Notitie bronvermeldingen, Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam 2022.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Basiscursus bronvermelding volgens de regels van de Leidraad voor juridische auteurs 2019 (Kluwer)
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.