Jurisprudentietijdschriften

Als een uitspraak belangwekkend is, dan wordt deze ook in een jurisprudentietijdschrift van de uitgevers Kluwer en/of Sdu gepubliceerd. In deze tijdschriften vind je alléén jurisprudentie. Gebruik je deze publicatievorm van een uitspraak - bijvoorbeeld voor een noot (annotatie) of de redactionele aantekening - dan moet je na de ECLI ook verwijzen naar het betreffende jurisprudentietijdschrift waarin de uitspraak is gepubliceerd.

Voorbeelden:

  • HR 17 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:255, NJ 2023/239.

Deze uitspraak van de Hoge Raad op 17 februari 2023 is gepubliceerd in het jurisprudentietijdschrift NJ (Nederlandse Jurisprudentie), jaar van publicatie 2023, publicatienummer 239

  • CRvB 16 juli 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2422, AB 2019/393.
  • HR 15 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:364, JOR 2022/149..
  • Hof Arnhem-Leeuwarden 19 juni 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5813, RFR 2018/134.
  • ABRvS 15 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2791, AB 2022/42.
  • Rb. Den Haag 24 januari 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:584, JAR 2019/60..
 

Let op:

  • De juiste plek van de komma is na de datum van de uitspraak.
  • Er zijn verplichte afkortingen voor de gerechtelijke instanties.
  • Elke bronvermelding eindigt met een punt.
  • Een (afkorting van een) jurisprudentietijdschrift als vindplaats wordt cursief weergegeven.
  • Conclusies van de advocaten-generaal van de Hoge Raad hebben een ander ECLI. Die gebruik je alleen als je specifiek naar de conclusie wilt verwijzen.