English with Miss Usi

English with Miss Usi

Introduction

An introduction to this website

Hi everyone, welcome to this Wikiwijs. This online learning place was created for you to give you extra information on all the tenses as well as extra exercises. You can come back here at any given time to prepare for a test, or just when you think you need some more practicing. Below here you will find a video in which I explain to you how the website works, what it contains and what you need to do. Enjoy!

Present tenses

Present simple explaination

Lesson goals

After reading the instructions and doing the exercises, I ...

  • … know when and how to use the present simple, both regular and irregular forms.
  • ... am able to recognize when to use the present simple and to apply it in a sentence.

 

Wanneer gebruik je de present simple?

  • Bij feiten
  • Bij gewoontes en routines
  • Bij het uiten van gevoelens

 

Op welke woorden kun je letten?

  • Woorden die routines aangeven, zoals: often, always, sometimes, never, usually, every day, every weekend, etc.
  • Woorden die gevoelens kunnen aangeven, zoals: love, like, hate, feel, think, believe, etc.

 

Voorbeeldzinnen:

  • Water becomes ice when the temperature is under 0 degrees.
  • I walk my dog every day.
  • I love comedies.

 

Hoe ziet de vorm eruit? (regelmatige werkwoorden)

 

 

vervoegd (+)

 

afkorting

-

?

 

I

 

am

 

I’m

 

I am not

 

am I?

 

you

 

are

 

you’re

 

you are not / aren’t

 

are you?

 

he/she/it

 

is

 

she’s / he’s / it’s

 

she is not /

isn’t

 

is she?

 

we

 

are

 

we’re

 

we are not / aren’t

 

are we?

 

you

 

are

 

you’re

 

you are not /

aren’t

 

are you?

 

they

 

are

 

they’re

 

they are not /

aren’t

 

are they?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe zit het met onregelmatige werkwoorden?

To do

 

 

vervoegd (+)

 

 

-

 

?

 

I

 

do

 

I do not / don’t

 

do I?

 

you

 

do

 

you do not / don’t

 

do you?

 

he/she/it

 

does

 

she does not /

doesn’t

 

does she?

 

we

 

do

 

we do not / don’t

 

do we?

 

you

 

do

 

you do not /

don’t

 

do you?

 

they

 

do

 

they do not /

don’t

 

do they?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

To be

 

 

vervoegd (+)

 

afkorting

-

?

 

I

 

am

 

I’m

 

I am not

 

am I?

 

you

 

are

 

you’re

 

you are not / aren’t

 

are you?

 

he/she/it

 

is

 

she’s / he’s / it’s

 

she is not /

isn’t

 

is she?

 

we

 

are

 

we’re

 

we are not / aren’t

 

are we?

 

you

 

are

 

you’re

 

you are not /

aren’t

 

are you?

 

they

 

are

 

they’re

 

they are not /

aren’t

 

are they?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

To have

Om een vragende of negatieve zin te maken met ‘to have’, kun je naar het rijtje van de regelmatige werkwoorden kijken.

 

 

vervoegd

 

I

 

have

 

you

 

have

 

he/she/it

 

has

 

we

 

have

 

you

 

have

 

they

 

have

In de afbeelding is aangegeven hoe de present simple eruit ziet in een tijdlijn. De kruisjes geven je gewoonte aan, bijvoorbeeld dat je een paar keer per dag je hond uitlaat.
In de afbeelding is aangegeven hoe de present simple eruit ziet in een tijdlijn. De kruisjes geven je gewoonte aan, bijvoorbeeld dat je een paar keer per dag je hond uitlaat.

Present simple exercises

Present continuous explaination

Lesson goals

 

After reading the instructions and doing the exercises, I ...

  • … know when and how to use the present continuous, both regular and irregular forms.
  • ... am able to recognize when to use the present continuous and to apply it in a sentence.

 

Wanneer gebruik je de present continuous?

  • Als er op het moment van spreken iets aan de gang is.
  • Als je het hebt over tijdelijke situaties.
  • Om irritatie aan te geven.

 

Op welke woorden kun je letten?

  • Woorden die aangeven dat er nu iets gebeurt, zoals: at the moment, right now, as we speak, currently, etc.
  • Waarschuwingen, zoals: watch out, look, stop, etc.
  • Woorden of uitdrukkingen die irritatie aangeven, zoals: It annoys me that …, it’s annoying that…, etc.

 

Voorbeeldzinnen:

  • I am working out right now.
  • I am currently staying at a hotel in New York, because I am visiting the city during my holidays.
  • Look! A duck is crossing the road with her ducklings.
  • My mother is constantly looking through my stuff, it’s so annoying!

 

Hoe ziet de vorm eruit? (regelmatige werkwoorden)

Als je de present continuous maakt, gebruik je altijd twee werkwoorden. Je gebruikt het werwoord ‘to be’, die moet je vervoegen, en het hele werkwoord + ing.

 

 

vervoeging

 

vervoegd (+)

 

-

 

?

 

I

 

am + eat + ing

 

am eating

 

am not eating

 

am I eating?

 

you

 

are + eat + ing

 

are eating

 

are not / aren’t eating

 

are you eating?

 

he/she/it

 

is + eat + ing

 

is eating

 

is not / isn’t

eating

 

is she eating?

 

we/you/they

 

are + eat + ing

 

are eating

 

are not / aren’t eating

 

are we eating?

 

Wat zijn de uitzonderingen?

Er zijn een aantal werkwoorden die veranderen als er -ing achter komt. Ze zijn onder te delen in de volgende categorieën:

 

  • Wanneer een woord eindigt op -e.

         De e valt weg en -ing kan meteen achter het werkwoord worden geplakt.

         Voorbeeld: dance → danc → dancing

         MAAR: -ee aan het eind van een woord verandert niet: agree → agreeing

 

  • Wanneer een woord eindigt op -c

         Je plakt een -k achter het woord, daarna kun je de -ing uitgang toevoegen.

         Voorbeeld: panic → panick → panicking

 

  • Wanneer het woord eindigt op een medeklinker.

         De laatste letter, dus de medeklinker, wordt verdubbeld. Dan -ing erachter.

         Voorbeeld: sit → sitt → sitting

         MAAR: als de ‘l’ de laatste letter is, mag je het ook met één ‘l’ spellen. In het Amerikaans is dat namelijk correct, in        het Brits niet: traveling of travelling.

 

  • Wanneer een woord eindigt op -ie

         Je vervangt de -ie door een -y en dan plak je er -ing achter.

         Voorbeeld: lie → ly → lying

Hierboven zie je hoe de present continuous eruitziet in een tijdlijn. Het vakje neemt precies plaats waar de lijn van 'right now' ook is. Daaraan kun je zien dat de present continuous gebruikt wordt als er iets gebeurt op het moment van spreken.
Hierboven zie je hoe de present continuous eruitziet in een tijdlijn. Het vakje neemt precies plaats waar de lijn van 'right now' ook is. Daaraan kun je zien dat de present continuous gebruikt wordt als er iets gebeurt op het moment van spreken.

Present continuous exercises

Past tenses

Past simple explaination

Lesson goals

After reading the instructions and doing the exercises, I ...

  • … know when and how to use the past simple, both regular and irregular forms.
  • ... am able to recognize when to use the past simple and to apply it in a sentence.

 

Wanneer gebruik je de past simple?

  • Als iets in het verleden is gebeurd en al afgelopen is.

 

Op welke woorden kun je letten?

  • Tijdsaanduidingen die over het verleden gaan, zoals: yesterday, last night, last week, 3 years ago, etc.

 

Voorbeeldzinnen:

  • My aunt arrived at our house at six last night.
  • I lived in The Hague for a couple of years before I moved to Rotterdam.

 

Hoe ziet de vorm eruit?

Anders dan bij de present simple, krijgt de past simple meestal bij elk persoonlijk voornaamwoord dezelfde uitgang. Waar wel verschil in ligt, is hoe het woord dat je wilt vervoegen eindigt. Kijk naar het schema hieronder:

 

soort werkwoord

 

vervoeging

 

vervoegd

 

eindigend op -e

 

werkwoord + d

 

(to bike) I biked to school this morning

 

eindigend op een medeklinker + -y

 

-y verandert in -ied

 

(to study) She studied a lot for the test.

 

eindigend op een klinker + medeklinker

klemtoon ligt op laatste lettergreep

 

 

laatste letter (medeklinker) verdubbelt + ed

 

 

(to commit) He easily committed to his new diet.

 

 

eindigend op een klinker + -l

 

-l verdubbelt + ed

 

(to cancel) I cancelled plans last minute.

 

eindigend op -c

 

werkwoord + ked

 

(to picnic) We picknicked in the park yesterday.

 

alle andere werkwoorden

 

werkwoord + ed (to walk) I walked to the supermarket.

 

To be & andere onregelmatige werkwoorden

Uiteraard is het werkwoord ‘to be’ weer net even anders. Er zijn meerde onregelmatige werkwoorden in de past simple. Kijk daarom even achterin je boek naar het tweede rijtje van de lijst met onregelmatige werkwoorden om erachter te komen welke dat zijn. De meeste zul je al wel weten, maar je moet ze uiteindelijk allemaal kennen!

I/he/she/it

 

was

 

you/we/they

 

were

 

 

 

 

 

In deze afbeelding is te zien hoe de past simple eruit ziet in een tijdlijn. Zoals je kunt zien, is het één lijn die in het verleden ligt. Het loopt niet door tot het heden.
In deze afbeelding is te zien hoe de past simple eruit ziet in een tijdlijn. Zoals je kunt zien, is het één lijn die in het verleden ligt. Het loopt niet door tot het heden.

Past simple exercises

Past continuous explaination

Lesson goals

After reading the instructions and doing the exercises, I ...

  • … know when and how to use the past continuous, both regular and irregular forms.
  • ... am able to recognize when to use the past continuous and to apply it in a sentence.

 

Wanneer gebruik je de past continuous?

  • Om te zeggen dat iets in het verleden een tijd duurde of aan de gang was.
  • Wanneer je een langere actie in het verleden omschrijft, die opeens onderbroken werd (hiervoor gebruik je dan de past simple).

 

Op welke woorden kun je letten?

  • Woorden die aangeven dat iets lang duurde, zoals: the whole/entire day, during, while.

 

Voorbeeldzinnen:

  • Last Sunday, the sun was shining all day.
  • We were watching the concert on television.
  • I was relaxing in the sun, when all of the sudden a baby started to cry.

 

Hoe ziet de vorm eruit?

Om de past continuous te maken heb je net als in de present continuous altijd twee werkwoorden nodig. Je gebruikt de verleden tijd van ‘to be’, dus was/were, en het hele werkwoord + ing.

 

Wat zijn de uitzonderingen?

De uitzonderingen zijn precies dezelfde uitzonderingen als bij de present continuous. Het gaat alleen maar om de spelling van het werkwoord die de -ing uitgang krijgt. Hieronder staan ze nogmaals op een rijtje.

  • Wanneer een woord eindigt op -e

          De e valt weg en -ing kan meteen achter het werkwoord worden geplakt.

          Voorbeeld: dance → danc → dancing

          MAAR: -ee aan het eind van een woord verandert niet: agree → agreeing

 

  • Wanneer een woord eindigt op -c

         Je plakt een -k achter het woord, daarna kun je de -ing uitgang toevoegen.

         Voorbeeld: panic → panick → panicking

 

  • Wanneer het woord eindigt op een medeklinker.

         De laatste letter, dus de medeklinker, wordt verdubbeld. Dan -ing erachter.

         Voorbeeld: sit → sitt → sitting

         MAAR: als de ‘l’ de laatste letter is, mag je het ook met één ‘l’ spellen. In het Amerikaans is dat namelijk correct, in het Brits niet: traveling of travelling.

 

  • Wanneer een woord eindigt op -ie

         Je vervangt de -ie door een -y en dan plak je er -ing achter.

         Voorbeeld: lie → ly → lying

Hierboven is te zien hoe de past continuous eruitziet op een tijdlijn. Zoals je ziet is de past continuous een langere actie, want het neemt meer tijd in. Je ziet ook dat de lijn van de past simple er dwars doorheen loopt. Dat laat zien hoe een korte actie een langere kan onderbreken. Maar let op, de lijn van de past simple hoeft daar niet te staan als er geen sprake is van een onderbreking.
Hierboven is te zien hoe de past continuous eruitziet op een tijdlijn. Zoals je ziet is de past continuous een langere actie, want het neemt meer tijd in. Je ziet ook dat de lijn van de past simple er dwars doorheen loopt. Dat laat zien hoe een korte actie een langere kan onderbreken. Maar let op, de lijn van de past simple hoeft daar niet te staan als er geen sprake is van een onderbreking.

Past continuous exercises

Present perfect explaination

Lesson goals

After reading the instructions and doing the exercises, I ...

  • … know when and how to use the present perfect, both regular and irregular forms.
  • ... am able to recognize when to use the present perfect and to apply it in a sentence.

 

Het lijkt misschien een beetje gek dat de present perfect onder de ‘past tenses’ te vinden is, omdat er ‘present’ in de naam staat. Toch hoort hij wel hier te staan, omdat je met de present perfect altijd praat over iets dat ergens in het verleden is gebeurd of begonnen.

 

Wanneer gebruik je de present perfect?

  • Als je praat over iets dat in het verleden is begonnen en nog steeds bezig is.
  • Als je praat over iets dat in het verleden gebeurd is, maar waarvan je in het nu nog steeds het resultaat merkt.
  • Als je praat over iets dat in het verleden is gebeurd, maar wanneer het is gebeurd weet je niet of is niet belangrijk.

 

Op welke woorden kun je letten?

  • Woorden die aangeven dat iets in het verleden is begonnen en nog steeds bezig is, zoals: for, yet, never, ever, just, already, since ® FYNE JAS

 

Voorbeeldzinnen:

  • I have lived in my new house for a couple of months now.
  • Her car has broken down, so she can’t make it in time.
  • I have never been to South Africa before.
  • Have you heard the latest news?

 

Hoe ziet de vorm eruit?

Om de present perfect te maken, gebruik je altijd twee werkwoorden. Je gebruikt een vorm van ‘to have’ in de tegenwoordige tijd en een werkwoord in de verleden tijd. Als je te maken hebt met een onregelmatig werkwoord, gebruik je het derde rijtje. Dus:

 

 

vervoeging

 

vervoegd

 

he/she/it

 

has + ww +ed

 

he has worked

 

I/you/we/they

 

have + ww + ed

 

I have worked

Hierboven is te zien hoe de present perfect eruitziet op een tijdbalk. Zoals je zien begint het tijdvak in het verleden en loopt het door tot het nu.
Hierboven is te zien hoe de present perfect eruitziet op een tijdbalk. Zoals je zien begint het tijdvak in het verleden en loopt het door tot het nu.

Present perfect exercises

Future tenses

Future with present simple

Lesson goals

After reading the instructions and doing the exercises, I ...

  • … know when and how to use the present simple in the future, both regular and irregular forms.
  • .. am able to choose the right option between the future with the present simple or the present continuous when used in a sentence.

 

We hebben al geleerd hoe we de present simple normaal gesproken gebruiken. Er is ook een situatie waarin je de present simple voor de future kan gebruiken. Kijk naar de volgende zin.

The train leaves at six o’clock.

In deze zin wordt de present simple gebruikt om over een schema of rooster te praten. Deze regel lijkt enigzins op de regel voor feiten, maar het gebruik is net even anders. Dat komt doordat het in dit geval echt gaat over een toekomstige gebeurtenis die bij schema of rooster hoort.

 

Naast dit kun je de present simple ook voor de future gebruiken als je het hebt over een event dat van tevoren gepland is. Bijvoorbeeld:

The new exhibition in the museum of contemporary art opens next weekend.

 

 

Op deze afbeelding kun je zien hoe de present simple eruitziet op een tijdlijn wanneer die in de future wordt gebruikt. Zoals je ziet lopen de kruisjes, die in dit geval een schema representeren, door tot in de toekomst. Dit doelt op de vastheid van het schema.
Op deze afbeelding kun je zien hoe de present simple eruitziet op een tijdlijn wanneer die in de future wordt gebruikt. Zoals je ziet lopen de kruisjes, die in dit geval een schema representeren, door tot in de toekomst. Dit doelt op de vastheid van het schema.

Future with present continuous

Lesson goals

After reading the instructions and doing the exercises, I ...

  • … know when and how to use the present continuous in the future, both regular and irregular forms.
  • ... am able to choose the right option between the future with the present simple or the present continuous when used in a sentence.

 

Naast dat je de present continuous kunt gebruiken om iets te zeggen over wat er op het moment van spreken gebeurt, kun je hem ook gebruiken om over de toekomst te praten. Kijk naar de volgende voorbeelden:

I’m having dinner at my grandmother’s house tonight.

I’m meeting my friends at 5 PM tomorrow.

Hier wordt de present continuous gebruikt om te praten over een van tevoren geplande afspraak die plaats zal vinden in de toekomst.

Op deze afbeelding zie je waar de present continuous in een tijdlijn staat wanneer die voor de future gebruikt wordt.
Op deze afbeelding zie je waar de present continuous in een tijdlijn staat wanneer die voor de future gebruikt wordt.

Exercises future with present simple/continuous

Future with to be going to

Lesson goals

After reading the instructions and doing the exercises, I ...

  • … know when and how to use ‘to be going to’ in the future.
  • ... am able to choose the right option between the future with ‘will’ or ‘to be going to’ when used in a sentence.

 

Wanneer gebruik je ‘to be going to’

  • Wanneer je praat over persoonlijke toekomstige plannen
  • Als je hebt over een voorspelling gebaseerd op een aanwijzing

 

Op welke woorden kun je letten?

  • Woorden die ergens aandacht op vestigen, zoals: look at that, do you see that, etc.

 

Voorbeeldzinnen:

  • I’m going to visit my aunt in Spain this summer.
  • Look at all those dark clouds! It’s going to rain today, I’m sure of it!

 

Hoe ziet de vorm eruit?

Voor de future met ‘to be going to’ vervoeg je alleen het werkwoord ‘to be’ en plak je er daarna het hele werkwoord achter. Er zijn geen uitzonderingen bij deze tijd.

 

 

 

vervoeging

 

vervoegd

 

I

 

to be going to + hele werkwoord

 

I am going to play

 

he/she/it

 

to be going to + hele werkwoord

 

he is going to play

 

you/we/they

 

to be going to + hele werkwoord

 

we are going to play

Op deze afbeelding is te zien waar de future met 'to be going to' eruit zou zien in een tijdlijn. Waar die precies plaatsvindt in de toekomst maakt niet uit, maar belangrijker is dat de actie vaak langer duurt.
Op deze afbeelding is te zien waar de future met 'to be going to' eruit zou zien in een tijdlijn. Waar die precies plaatsvindt in de toekomst maakt niet uit, maar belangrijker is dat de actie vaak langer duurt.

Future with will

Lesson goals

After reading the instructions and doing the exercises, I ...

  • … know when and how to use ‘will’ in the future.
  • ... am able to choose the right option between the future with ‘will’ or ‘to be going to’ when used in a sentence.

 

Wanneer gebruik je ‘will’?

  • Als je op het moment van spreken iets besluit
  • Als je praat over een voorspelling gebaseerd op een mening
  • Bij een spontaan aanbod, voorstel, belofte, verzoek of een weigering.
  • Als je over feitelijke voorspellingen praat
  • Bij onzekerheid over de toekomst, vaak met ‘I think/probably/possibly’

 

Op welke woorden kun je letten?

  • Alles dat een mening aangeeft, zoals: I think, in my opinion, if you ask me, etc.
  • Woorden die onzekerheid aangeven, zoals: probably, maybe, perhaps, possibly, etc.

 

Voorbeeldzinnen:

  • I will bring you there!
  • She thinks the holiday in Italy will be great.
  • Oh, you’re in the supermarket now? Will you bring me some milk, please?
  • It will be cloudy tomorrow.
  • She’ll probably be late.

 

Hoe ziet de vorm eruit?

Bij de future met ‘will’ plak je alleen het hele werkwoord achter will. Je hoeft dus niets te vervoegen bij deze tijd!

 

Hoe zit het met de uitzonderingen?

Wanneer je de future met ‘will’ gebruikt om te praten over een voorstel of aanbod, kan het zijn dat je iets anders moet gebruiken dan het woord ‘will’. Dit geldt als het voorstel of aanbod in een vraagvorm staat. Wel geldt deze uitzondering enkel bij een vraag met ‘I’ en ‘we’. Je vervangt het woord ‘wil’ dan door ‘shall’. Kijk naar de volgende voorbeelden:

  • Shall I carry your groceries?

NIET: Will I carry your groceries?

  • Shall we drive you home?

NIET: Will we drive you home?

Op deze afbeelding is te zien hoe de future met 'will' eruitziet in een tijdlijn. Er zijn twee mogelijkheden. De eerste is een enkele lijn wat wil zeggen dat het kort duurt. Het komt ook nèt na de present, wat wil zeggen dat het spontaan besloten is. In de andere optie neemt het vakje meer plek in op de tijdlijn en duurt de actie dus ook langer. Deze situatie geldt voor alle andere regels. In  dit geval maakt het niet echt uit waar dit in de toekomst plaatsvindt.
Op deze afbeelding is te zien hoe de future met 'will' eruitziet in een tijdlijn. Er zijn twee mogelijkheden. De eerste is een enkele lijn wat wil zeggen dat het kort duurt. Het komt ook nèt na de present, wat wil zeggen dat het spontaan besloten is. In de andere optie neemt het vakje meer plek in op de tijdlijn en duurt de actie dus ook langer. Deze situatie geldt voor alle andere regels. In dit geval maakt het niet echt uit waar dit in de toekomst plaatsvindt.

Exercises future with will / to be going to

The finishing touches

Formative test

Evaluation

Before you go, I'd like to ask you a few questions about your experience on this website. Below you can see a padlet, in which I'd like you to write down the aswers to the questions. You can click on the '+' button to create a new post. First, you need to put your name as the title of the post. Then you can type the numbers 1 - 6 in your post, these are the number of questions. Lastly, you can read the questions I've put down here and answer them (in Dutch). Please don't forget to number the answers to the questions, that makes it a whole lot easier for me! Thank you in advance for completing the website!


1. Wat vond je van de website in het algemeen?
2. Zou je de website nog eens bezoeken als je ergens moeite mee hebt?
3. Wat vond je van de opdrachten?
4. Was de uitleg duidelijk en genoeg?
5. Als je één top zou kunnen geven, wat zou dat zijn?
6. Wat zou je nog als tip geven?

Gemaakt met Padlet