Present continuous explaination

Lesson goals

 

After reading the instructions and doing the exercises, I ...

 

Wanneer gebruik je de present continuous?

 

Op welke woorden kun je letten?

 

Voorbeeldzinnen:

 

Hoe ziet de vorm eruit? (regelmatige werkwoorden)

Als je de present continuous maakt, gebruik je altijd twee werkwoorden. Je gebruikt het werwoord ‘to be’, die moet je vervoegen, en het hele werkwoord + ing.

 

 

vervoeging

 

vervoegd (+)

 

-

 

?

 

I

 

am + eat + ing

 

am eating

 

am not eating

 

am I eating?

 

you

 

are + eat + ing

 

are eating

 

are not / aren’t eating

 

are you eating?

 

he/she/it

 

is + eat + ing

 

is eating

 

is not / isn’t

eating

 

is she eating?

 

we/you/they

 

are + eat + ing

 

are eating

 

are not / aren’t eating

 

are we eating?

 

Wat zijn de uitzonderingen?

Er zijn een aantal werkwoorden die veranderen als er -ing achter komt. Ze zijn onder te delen in de volgende categorieën:

 

         De e valt weg en -ing kan meteen achter het werkwoord worden geplakt.

         Voorbeeld: dance → danc → dancing

         MAAR: -ee aan het eind van een woord verandert niet: agree → agreeing

 

         Je plakt een -k achter het woord, daarna kun je de -ing uitgang toevoegen.

         Voorbeeld: panic → panick → panicking

 

         De laatste letter, dus de medeklinker, wordt verdubbeld. Dan -ing erachter.

         Voorbeeld: sit → sitt → sitting

         MAAR: als de ‘l’ de laatste letter is, mag je het ook met één ‘l’ spellen. In het Amerikaans is dat namelijk correct, in        het Brits niet: traveling of travelling.

 

         Je vervangt de -ie door een -y en dan plak je er -ing achter.

         Voorbeeld: lie → ly → lying

Hierboven zie je hoe de present continuous eruitziet in een tijdlijn. Het vakje neemt precies plaats waar de lijn van 'right now' ook is. Daaraan kun je zien dat de present continuous gebruikt wordt als er iets gebeurt op het moment van spreken.