Dhr. Van der Kooi tijdens 'zijn' journaal (Brantsen, A., 25-02-2020)
Waarom ineens deze manier van lesgeven?
Sommige docenten gebruiken vaak dingen die je al kent om je dingen te leren. Dit levert echter niet altijd het gewenste resultaat op, omdat het lastig is om vanuit de opdrachten in het boek te meten wat je al wel en niet weet. Hierdoor is het voor de docent meestal niet mogelijk om onderwijs dat bij je past aan te bieden, vooral wanneer het lastig is om bij deze docent al je vragen te kunnen stellen stellen. Daarbij ervaren jullie het boek als 'saai', waardoor je motivatie achteruit gaat.
Hierdoor heb ik besloten om een digitaal leerarrangement te creëren rondom paragraaf 3.1 & 3.2 van hoofdstuk 3 uit het boek 200% Economie, welke geschreven is voor leerlingen die vmbo-kader, gemengde of theoretische leerweg volgen. Dit arrangement is speciaal op kaderleerlingen, omdat dit de doelgroep is waaraan binnen onze school wordt lesgegeven. Voornaamste doelstellingen hiervan zijn dat je zelf op een andere manier je de lesstof kunt leren en dat je op je eigen tempo kunt werken aan de leerdoelen van iedere paragraaf.
Ik wens je hierbij veel succes en laten we hopen dat mijn droom, het presenteren van het NOS journaal, jullie droom van het volgen van onderwijs hiermee werkelijkheid wordt. Want jullie hebben aangegeven iets unieks te willen, hopelijk draagt deze lessenserie hieraan bij.
Lesstof
Op deze pagina kun je de lesstof vinden die aansluit op de teksten uit paragraaf 3.1 & 3.2.
In totaal gaan we met dit systeem vijf lesuren werken (250 minuten, inclusief SO). De bedoeling is dat we alleen deze wikiwijs gaan gebruiken en het boek dichtlaten. Vandaar dat ik voor jullie de begrippen uit de teksten heb gehaald en deze heb verwerkt tot een eigen teksten. Deze kun je vinden als je klikt op 'lesstof 3.1' en 'lesstof 3.2'.
Iedere tekst wordt eerst opgebouwd met de begrippen en wordt daarna afgesloten met een kennisclip. Dat is een video die een samenvatting geeft van de begrippen die in de teksten worden besproken. Uiteraard ben je er vrij in om of te kiezen voor de teksten of te kiezen voor de video's. Het is hierin belangrijk dat kiest wat bij jouw behoefte past.
Boven de lesstof staan de leerdoelen beschreven die we gaan bereiken. Als je deze vast doorleest, kom je erachter wat je moet kennen en kunnen om de SO van paragraaf 3.1 & 3.2 goed te kunnen maken.
Als je denkt dat je de lesstof voldoende beheerst, kun je dit tot laten zien door de oefentoetsen te maken. Klik daarvoor op de pagina 'oefentoetsen'. Veel succes en leesplezier bij het doornemen van de lesstof.
Leerdoelen
De leerdoelen voor deze lessenserie zijn als volgt:
Paragraaf 3.1
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat de drie voornaamste arbeidsmotieven zijn;
Je kunt opsommen uit welke drie woorden het begrip CAO bestaat;
Je kunt in eigen woorden voorbeelden opnoemen van onderwerpen die in een arbeidscontract staan;
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat voor- en nadelen zijn van het oprichten van een eigen bedrijf.
Paragraaf 3.2
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een ondernemingsplan is;
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een marketingplan is;
Je kunt de vier P’s uit de marketingmix opsommen;
Je kunt berekenen hoeveel mensen naar een advertentie kijken;
Je kunt berekenen hoeveel inkomen iemand verdient met reiskostenvergoeding.
Lesstof 3.1
Zoveel redenen om te werken zijn er niet, toch?
Bij het vak economie worden drie arbeidsmotieven genoemd die kunnen uitleggen waarom mensen werken. Ieder arbeidsmotief betekent dus eigenlijk wat de reden is dat iemand werkt bij zijn of haar organisatie. Het sociale arbeidsmotief houdt in dat mensen het bijvoorbeeld gezellig vinden om te werken met collega's of graag betrokken zijn met het begeleiden en verzorgen van anderen. Het economisch arbeidsmotief betekent dat mensen hun baan kiezen waar ze bijvoorbeeld veel winst (bij eigen bedrijf)of salaris kunnen verdienen. Tot slot heb je ook nog het motief van persoonlijke ontwikkeling. Dit houdt in dat mensen een baan kiezen om ergens beter in te worden.
Onder het begrip CAO staat een kennisclip aangegeven, welke is bedoeld om de arbeidsmotieven nogmaals te herhalen. Bekijk deze goed als je hierover nog vragen hebt.
Docenten zijn een goed voorbeeld van mensen met
een sociaal arbeidsmotief. (Kamsteeg, Y., 26-03-2018)Een ondernemer is de eigenaar van een bedrijf
en heeft vaak medewerkers in dienst met arbeidsvoorwaarden, bijvoorbeeld marktlui.
(Kooi, S.R. van der, 11-01-2011)
Ondernemersschap
Op het moment dat je het aandurft om een eigen zaak te beginnen, kun je jezelf ondernemer noemen. Je bent dan de eigenaar van het bedrijf dat je net hebt opgericht. Vaak zie je dat ondernemers niet alles zelf willen doen. Ze huren dan werknemers in en geven deze een arbeidsovereenkomst met arbeidsvoorwaarden. Dat houdt in dat ze een contract krijgen, waarin staat wat ze ontvangen als ze gaan werken voor de baas. Dit kan bijvoorbeeld gaan over vakantiedagen, salaris, auto van de zaak, wat te doen bij ziekte, enzovoort.
CAO
In sommige gevallen wordt een arbeidsovereenkomst geregeld voor een grote groep mensen die hetzelfde werk doen of werken voor hetzelfde bedrijf. Denk hierbij aan supermarkten of fast food ketens. In dat geval heet de arbeidsovereenkomst de CAO. Dat heet dan de collectieve arbeidsovereenkomst. Collectief betekent gezamenlijk. Hieraan kun je onthouden dat deze arbeidsovereenkomst geldt voor meerdere mensen.
Kennisclip - 3.1: Arbeidsmotieven
Beste leerlingen, deze kennisclip kunnen jullie bekijken om de drie arbeidsmotieven nog wat meer onder de knie te krijgen. In de video worden de drie arbeidsmotieven namelijk nogmaals uitgelegd en ondersteund met een duidelijk voorbeeld. Veel kijkplezier.
Lesstof 3.2
Een eigen bedrijf beginnen, waar start je?
Nou, dat is nog niet zo makkelijk. Als beginnende ondernemer moet je goed nadenken over je ondernemingsplan. In dit plan laat je zien wat voor soort bedrijf je wilt beginnen en met welk geld je denkt dit bedrijf op te kunnen gaan richten. Dat laaste keert terug in het financieel plan, terwijl het marketingplan ingaat op welk product, voor welke prijs, via welke promotie en tot slot op welke plaats je het gaat verkopen (4 P's). Dat is wat in paragraaf 3.2 centraal staat. Hieronder staat iedere P uitgelegd.
Product
Het woord zegt het al: product. Dit betekent dat je rekening houdt met welke producten je gaat verkopen. In principe kun je ieder product verkopen wat je wil, als je maar uitleg waarom. Misschien heb jij wel een bepaald product uitgevonden wat nog niet bestaat, maar wel handig is! Dan kun je als ondernemer veel winst (geld dat je overhoud) behalen.
Prijs
De prijs voor ieder product hangt af van wat voor product je verkoopt. Verkoop je bijvoorbeeld iets wat weinig heeft gekost bij het inkopen, dan kun je het voor weinig geld verkopen. Ook houd je in de prijs rekening met kosten die je maakt binnen je eigen bedrijf. Het is namelijk wel belangrijk dat je voldoende winst overhoud, omdat je anders de winkel niet kunt laten draaien. Je moet je verkoopprijs dus goed laten matchen met de kosten die je maakt binnen het bedrijf.
Rekenen voor prijs
Eén van de belangrijkste dingen waar je rekening mee moet houden bij het bepalen van de prijs, is de hoogte van de loonkosten. Dat komt doordat je medewerkers betaalt als deze bij jou in dienst zijn. Stel dat iemand
€ 1600 per maand verdient en hierover nog eens 30% reiskostenvergoeding krijgt, betekent dit dat je in totaal
€ 2080 aan deze werknemer moet betalen (€ 1600 : 100 x 130). Dat betekent dus dat je minimaal voor € 2081 moet gaan verkopen om te voorkomen dat je verlies draait.
Promotie
Tja, promotie. Wat moet je doen om ervoor te zorgen dat mensen jouw product leren kennen? Juist! Reclame maken. Dit houdt dus in dat je goed gaat bekijken wat je precies moet doen om jouw product te verkopen. Zet je bijvoorbeeld directe reclame (uit paragraaf 2.4) in om mensen via folders op de hoogte te stellen? Kies je voor billboards en waarom? Alles mag in principe, maar houd rekening met budget (geld dat je ter beschikking krijgt) en of het past bij jouw product. Je gaat bijvoorbeeld geen make-up weggeven als je een bedrijf bent begonnen die vuilniszakken maakt.
Rekenen met promotie
Je kunt berekenen of je promotie succesvol is geweest. Stel je voor dat een advertentie van jou in een stadion bijvoorbeeld door 35% van de 30.000 toeschouwers wordt bekeken, betekent dat 10.500 toeschouwers hem daadwerkelijk hebben gezien (30.000 : 100 x 35). Je kunt je afvragen of dit dan heel effectief is.
Plaats
Hij wordt als laatste genoemd, maar is in het marketingplan onmisbaar: de plaats. Hier gebeurt het. Daar gaan de producten worden verkocht. Waar ga je dat doen? Hoe plaats je het product in de winkel? Al dat soort vragen beantwoord je bij de P van plaats. Dat is belangrijk, omdat je zo kunt laten zien dat je hebt nagedacht over hoe je jouw producten denkt te gaan verkopen.
Kennisclip
Veel informatie, begrijpelijk. Onder deze uitleg staat een kennisclip van de heren uit 'DE ECO SHOW'. Hierin worden de 4 P's nogmaals op een komische manier uitgelegd en daarbij kort samengevat. Zin om te kijken? Ik houd je niet tegen.
Op deze pagina zijn de oefentoetsen voor paragraaf 3.1 en 3.2 te vinden. Deze oefentoetsen bevatten vragen die je ook op de eindtoets kunt verwachten. Ze sluiten aan op wat er in de teksten van iedere paragraaf wordt beschreven, dus het is belangrijk dat je de pagina 'lesstof' goed hebt doorgelezen.
Per goed afgeronde oefentoets kun je 0,2 bonuspunt verdienen voor de eindtoets. Hoe doe je dat? Goede vraag. Open de oefentoets van paragraaf 3.1 of 3.2 en de koolmees wijst je de weg.
(Kooi, S.R. van der, 20-10-2009)
Oefentoets 3.1
Oefentoets 3.1 - 200% Economie KGT - Kader
Beste leerlingen,
Hierbij is de link naar de oefentoets van paragraaf 3.1.
Als je op de oefentoets klikt, staat er precies wat er van je verwacht wordt en wat je hiermee kunt bereiken.
Veel succes!
Dhr. Van der Kooi
Instructie
Wat?
Maken oefentoets 3.1
Hoe?
Je maakt deze opdracht zelfstandig en op stilteniveau.
Vragen?
In principe kun je geen vragen stellen, behalve als het systeem vastloopt. Je kunt de informatie uit de lesstof gebruiken om de begrippen mee te herhalen en daarnaast zijn er kennisclips beschikbaar die voorbeelden over de lesstof kunnen geven.
Tijd?
Jullie krijgen hiervoor tussen de 30 en 50 minuten de tijd, afhankelijk van de tijd die over is na het opstarten.
Klaar?
Maken verdiepingsopdracht 4 of 5 (zie betreffende pagina)
Resultaat?
De resultaten van de oefentoets zijn direct zichtbaar en je kunt aan de hand van de antwoorden checken of je antwoord goed en/of fout is. Twijfel je? Vraag het aan een klasgenoot die al zo ver is of steek je vinger op en laat de docent meekijken.
Oefentoets 3.2
Oefentoets 3.2 - 200% Economie KGT - Kader
Beste leerlingen,
Hierbij is de link naar de oefentoets van paragraaf 3.1.
Als je op de oefentoets klikt, staat er precies wat er van je verwacht wordt en wat je hiermee kunt bereiken.
Veel succes!
Dhr. Van der Kooi
Instructie
Wat?
Maken oefentoets 3.2
Hoe?
Je maakt deze opdracht zelfstandig en op stilteniveau.
Vragen?
In principe kun je geen vragen stellen, behalve als het systeem vastloopt. Je kunt de informatie uit de lesstof gebruiken om de begrippen mee te herhalen en daarnaast zijn er kennisclips beschikbaar die voorbeelden over de lesstof kunnen geven.
Tijd?
Jullie krijgen hiervoor tussen de 30 en 50 minuten de tijd, afhankelijk van de tijd die over is na het opstarten.
Klaar?
Maken verdiepingsopdracht 4 of 5 (zie betreffende pagina)
Resultaat?
De resultaten van de oefentoets zijn direct zichtbaar en je kunt aan de hand van de antwoorden checken of je antwoord goed en/of fout is. Twijfel je? Vraag het aan een klasgenoot die al zo ver is of steek je vinger op en laat de docent meekijken.
Extra lesstof: verdiepingsopdrachten
Op deze pagina staan de verrijkingsopdrachten aangegeven. Je kunt met deze opdrachten aan de slag als je beide oefentoetsen van paragraaf 3.1 & 3.2 al hebt afgerond en jezelf daarmee wilt uitdagen om je kennis over de lesstof te verbreden en/of te verdiepen.
Deze keer kun je aan de slag met het spelen van het spel 'Twee voor Twaalf'. Dit spel bevat vragen die je kennis verbreden over de vakken die je volgend jaar gaat krijgen binnen het profiel 'economie & ondernemen'. Je kunt de video openen door te klikken op de blauwgekleurde letters.
Mocht je daar geen zin in hebben, geen probleem. Er is ook weer een opdracht van jullie favoriete paragraaf in deze pagina opgenomen. Bekijk daarvoor de video die hoort bij verdiepingsopdracht 5. In beide gevallen, wens ik je veel succes bij het afronden van deze opdracht(en) en zie graag jullie uitwerkingen tegemoet.
Verdiepingsopdracht 4: Twee voor Twaalf
Verdiepingsopdracht 4: Twee voor Twaalf
Altijd al geïnteresseerd geweest in de Engelse naam van een krantenkop? Wil je weten welke drie zussen ooit namens Nederland hebben deelgenomen aan het Eurovisie Songfestival? En wie is de huidige minister van buitenlandse zaken eigenlijk? Veel plezier bij het spelen van deze speciale versie van het spel: Twee voor Twaalf. Let op: Je hebt zowel de video als het speelschema nodig om de vragen mee te beantwoorden. De antwoorden van het spel verschijnen als de lessen voor deze serie zijn voltooid.
Antwoorden verdiepingsopdracht 4: Twee voor Twaalf
De antwoorden voor het spel Twee voor Twaalf staan inmiddels online. Heb je meer dan 9 vragen goed gehad? Dan mag je jezelf nu al een kenner noemen op het gebied van economie & ondernemen. Minder goed? Helaas, maar bedenk dat je in ieder geval zo ver bent gekomen om moeite te nemen om de vragen te beantwoorden. Alleen dat is al een uitstekende prestatie.
Verdiepingsopdracht 5: PowerPoint 4.1 & 4.2
Verdiepingsopdracht 5: PowerPoint 4.1 & 4.2
Op verzoek van jullie heb ik besloten om ook een verrijkingsopdracht voor paragraaf 4.1 & 4.2 te verwerken. Het bleek dat jullie het erg interessant vonden om te onderzoeken welke landen er precies in de Europese Unie zaten en aan welke voorwaarden ze hebben moeten doen. Om jullie nog wat verder uit te dagen dan dat, vraag ik jullie om in de begrippenlijst te onderzoeken wat de overige begrippen precies betekenen. Je kunt hiervoor bovenstaande instructievideo bekijken. Let op: Je hebt zowel het bestand als de video nodig om de opdracht mee af te kunnen ronden. Veel succes.
Op deze pagina vinden jullie de eindtoets die hoort bij deze lesvariant. Voor jullie gaat het erom dat je daarvoor de SO van paragraaf 3.1 & 3.2 hebt afgerond.
Hierbij wens ik jullie alvast veel succes. Je kunt aan de toets beginnen door te klikken op de subpagina 'SO 3.1 & 3.2' en vanuit daar de link te openen.
SO 3.1 & 3.2
SO 3.1 & 3.2 - 200% Economie KGT - Kader
Beste leerlingen,
Hierbij is de link naar de SO van paragraaf 3.1 & 3.2
Als je op de link klikt, staat er precies wat er van je verwacht wordt en wat je hiermee kunt bereiken. Het cijfer voor deze toets telt één keer mee op het eindrapport.
Veel succes!
Dhr. Van der Kooi
Instructie
Wat?
Maken SO 3.1 & 3.2
Hoe?
Je maakt deze opdracht zelfstandig en op stilteniveau.
Vragen?
In principe kun je geen vragen stellen, behalve als het systeem vastloopt. Je mag de informatie uit de pagina's van deze lessenserie niet gebruiken.
Tijd?
Jullie krijgen hiervoor tussen de 30 en 50 minuten de tijd, afhankelijk van de tijd die over is na het opstarten.
Klaar?
Maken verdiepingsopdracht 4 of 5 (zie betreffende pagina)
Resultaat?
De resultaten van de SO worden de eerstvolgende les met jullie gedeeld. De SO wordt pas besproken als iedereen hem heeft afgerond.
Het arrangement Economie: H3 - 200% Economie VMBO KGT is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Stefan van der Kooi
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-06-26 15:47:03
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Beste leerlingen,
Dit leerarrangement is bedoeld om paragraaf 3.1 en 3.2 uit hoofdstuk 3 van het boek 200% economie beter te begrijpen. Hiermee lukt het zeker om een voldoende te kunnen behalen voor de toets, omdat je zelf zo op je eigen tempo kennis kunt maken met de lesstof en hiermee gericht kunt oefenen.
Veel succes en plezier toegewenst.
Dhr. Van der Kooi
Leerniveau
VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2;
Leerinhoud en doelen
Arbeid, productie en bedrijfsleven;
Economie;
Omzet en winst;
Beste leerlingen,
Dit leerarrangement is bedoeld om paragraaf 3.1 en 3.2 uit hoofdstuk 3 van het boek 200% economie beter te begrijpen. Hiermee lukt het zeker om een voldoende te kunnen behalen voor de toets, omdat je zelf zo op je eigen tempo kennis kunt maken met de lesstof en hiermee gericht kunt oefenen.
Veel succes en plezier toegewenst.
Dhr. Van der Kooi
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.
Speelschema Twee voor Twaalf
