Module 3 De cliënt als uniek mens - Hoofdstuk 5

Module 3 De cliënt als uniek mens - Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5 Cliënten met psychische problemen en andere stoornissen

Binnen de zorg, welke branche dan ook, kun je ook te maken krijgen met clienten met psychische problemen.

In dit hoofdstuk komen verschillende psychisch problemen aan de orde, zoals:

  • depressie
  • angststoornis
  • psychotische stoornis
  • persoonlijkheidsstoornis
  • hechtingsstoornis
  • verzamelstoornis
  • eetstoornis
  • verslaving
  • autisme
  • adhd

 

Bekijk het videofragment

Anders denken over psychische aandoeningen

Hoofdstuk 5.1 Het ontstaan van psychische problemen

Er zijn vaak verschillende oorzaken voor een psychische aandoening. Dat kan een lichamelijke oorzaak zijn of mensen zijn erfelijk belast. Maar in veel situaties is er geen aanwijsbare oorzaak en vaak zijn er verschillende oorzaken aan de orde. Bijvoorbeeld;

  • de persoonlijke omstandigheden veranderen, bijvoorbeeld iemand raakt zijn baan kwijt, of
  • iemand heeft een of meerdere persoonlijke eigenschappen die het risico op psychische problemen kunnen vergroten, of
  • iemand heeft een ingrijpende gebeurtenis meegemaakt, bijvoorbeeld iemand kan een trauma oplopen na oorlog, geweld, bedreiging, verlies van naaste, etc. Het zijn levensgebeurtenissen (life-events), die kunnen lijden tot psychische problemen.

 

Hoofdstuk 5.2 Behandeling of (gedwongen) opname

Een behandeling van mensen met psychsche problemen kan bestaan uit:

  • poliklinische behandeling
  • ambulante behandeling

Maak de volgende opdrachten.

Mensen die een gevaar vormen voor zichzelf of voor anderen, kunnen gedwongen worden opgenomen. Maar dan kan niet zo maar, daar zijn procedures voor die dit regelen.

Ga via de link naar de website van de overheid (ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en bekijk het videofragment, waarin uitleg wordt gegeven over de Wet Verplichte ggz (Wvggz).

https://www.dwangindezorg.nl/wvggz

Hoofdstuk 5.3 Cliënten met een stemmingsstoornis

 

 

 

 

Stemmingswisselingen hebben we allemaal wel eens. Die horen bij het leven.

Maar een stemmingsstoornis is van een andere orde.

Maak de volgende opdracht.

Bekijk het indrukwekkende videofragment 'Leven met de zwarte hond die Depressie heet' over wat een depressie met iemand doet.

Hoofdstuk 5.4 Cliënten met een angststoornis

Ook angst kennen we allemaal. Een gevoel dat invloed heeft op ons hele functioneren; onze hartslag gaat omhoog, de ademhaling versnel, het zicht  wordt beter en het gehoor verscherpt.

In gevaarlijke situaties is angst heel nuttig. Lichaam en geest zijn dan klaar om te reageren door middel van FFF, oftewel Fight, Flight of Freeze.

Fight flight freeze kan vertaald worden als vechten, vluchten of bevriezen. Net als bij dieren komt deze FFF-reactie, bij gevaar, ook bij mensen voor.

Hoofdstuk 5.5. Cliënten met een psychotische stoornis

 

Bij een psychotische stoornis wordt het denken, het waarnemen en het gedrag van de hersenen zo vervormd, dat de persoon het contact met de werkelijkheid verliest.

Dan is er sprake van een psychose.

 

 

Uitingen van een psychose kunnen zijn:

  • hallicunaties
  • wanen
  • verwardheid

Geef in de volgende opdracht de juiste beschrijving van deze uitingen.

Er zijn verschillende soorten psychosen. Eén daarvan is schizofrenie. Ook wel schizofreniespectrum genoemd, omdat het gaat om een ziektebeeld waarbij een spectrum van veel symptomen aan de orde zijn.

Schizofrenie is een ernstige psychiatrische ziekte en komt ongeveer één op de honderd mensen voor. Meestal openbaart schizofrenie zich voor het eerst in de leeftijd van zestien tot vijfendertig jaar. Schizofrenie kenmerkt zich in bijna alle gevallen door het optreden van psychoses. Dit zijn perioden waarin het contact met de realiteit ernstig is verstoord en kenmerkt zich door o.a. wanen, hallicunaties, verwardheid, afgevlakte emoties (vaak ook door medicatie), geheugen- en concentratieproblemen.

Bekijk het videofragment 'Schizofrenie Zin en Onzin'

 

In de ondersteuning van een zorgvrager met een psychotische stoornis is het belangrijk dat je weet hoe je moet handelen bij psychotisch gedrag.

Vaak wordt er gebruik gemaakt van een crisis-ontwikkelingsmodel.

Een crisisontwikkelingsmodel
Een crisisontwikkelingsmodel

Hoofdstuk 5.6 Cliënten met een persoonlijkheidsstoornis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis kenmerken zich door:

  • karaktertrekken en eigenschappen zijn extreem - dit leidt tot last bij zowel de persoon zelf als diens omgeving
  • problemen, bijvoorbeeld binnen werk of relationele sfeer
  • zich niet goed kunnen aanpassen
  • moeite met wisselende omstandigheden

Er is sprake van een langdurig afwijkend patroon in het voelen, denken en/of gedrag.

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis hebben vaak weinig inzicht in hun eigen aandoening.

Persoonlijkheidsstoornissen kunnen worden verdeeld in drie clusters, met subgroepen. Maak de volgende opdracht.

Er zijn veel verschillende psychische aandoeningen.

Maak aan de hand van de theorie de volgende opdracht uit het opdrachtenboek. Het betreft opdracht 1 van onderdeel B Inzicht in stoornissen (blz. 43) - zie vergelijkbaar het volgende pdf document.

Voor beoordeling kun je deze opdracht inleveren via teams - map opdrachten.

Hoofdstuk 5.7 Cliënten met een hechtingsstoornis

Hechting wil zeggen: de verbinding van een kind met zijn ouders. Dit gebeurd in de eerste levensjaren en is cruciaal voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid en het zelfvertrouwen.

Kinderen met een hechtingsstoornis vinden het aangaan en onderhouden van contacten met anderen moeilijk.

Er zijn twee verschillende vormen van een onvelige hechting. Welke dit zijn, geef je aan in de volgende opdracht.

Hoofdstuk 5.8 Cliënten met een verzamelstoornis

Mensen met hoarding disorder oftewel verzamelstoornis hebben de behoefte om supplen te bewaren of te verzamelen. Het afstand doen/ weggooien gaat gepaard met psychisch lijden en ernstige beperkingen in het dagelijkse leven.

Deze stoornis kan al starten op jonge leeftijd (11-15 jaar).

Mensen raken geisoleerd vanwege het obsessief verzamelen. 

Wat kunnen de oorzaken van deze stoornis zijn? Leg dat uit in de volgende opdracht.

Hoofdstuk 5.9 Cliënten met een eetstoornis

 

 

Een eetstoornis wordt gekenmerkt door een verstoord eetgedrag.

Er zijn drie soorten eetstoornissen. Wat het onderscheid is, leer je in de volgede opdracht.

Hoofdstuk 5.10 Cliënten met een verslaving

Als je verslaafd bent, ben je afhankelijk van een middel of een gewoonte. De verslaafde raakt vaak de controle kwijt en diens leven wordt erdoor beheerst.  

Een verslaving kan leiden tot agressie, geweld of kan verkeersongelukken verzoorzaken. Ook kan het leiden tot aandoeningen zoals aan het hart of de lever.

Bij het stoppen met het middel kunnen onthoudingsverschijnselen optreden, zoals misselijkeid, transpireren, trillen, prikkelbaarheid, angst en slapeloosheid.

 

Ook kan een delier optreden.

Hoofdstuk 5.11 Probleemgedrag of onbegrepen gedrag

We spreken van onbegrepen of probleemgedrag als het gedrag:

  • voor de client zelf een probleem vormt
  • voor anderen een probleem vormt
  • zich regelnatig voordoet
  • zich in verschillende situaties voordoet

In de volgende videofragmenten wordt in het kort uitleg gegeven over onbegrepen/ probleemgedrag in zowel de zorg voor mensen met dementie als voor mensen met een verstandelijke beperking.

Probleemgedrag kan zich uiten in verschillende vormen. Geef in de volgende opdracht aan welke betekenis de vormen hebben.

Als je interesse hebt in een indrukwekkende video van Eenvandaag over het thema  grensoverschrijdend gedrag bij mensen met een verstandelijke beperking, dan laat dit even weten. Het bestand is te groot om via deze link te uploaden. 

Hoofdstuk 5.12 Cliënten met een autismespectrumstoornis

Autismespectrumstoornis oftewel ASS is een ontwikkelingsstoornis die invloed heeft op verschillende gebieden, zoals de sociale communicatie, de sociaal-emtionele ontwikkeling en de spraak- en de taalontwikkeling. 

Kenmerken kunnen zijn zoals ze in de afbeelding te lezen zijn. 

Er zijn veel verschillende vormen van autisme en de uitleg daarover gaat verder dan de theorie in het boek. Bij meer interesse, ga er zelf naar op zoek via internet of andere media.

In het volgende videofragment wordt iets meer uitleg gegeven over wat autisme is.

Hoofdstuk 5.13 Cliënten met ADHD

ADHD is een vorm van Autismespectrumstoornis, maar wel met een apart diagnose.

Maak de volgende opdrachten.

 

Bij ADHD is de medicatie erop gericht om de remfunctie te verbeteren. Deze functie zorgt ervoor dat de persoon eerst nadenkt eb dan pas handelt.

Dit wordt ook wel getraind door middel van de: Stop - Denken - Doen methode.

Hoofdstuk 5.14 Benaderingswijzen

 

 

In de GGZ wordt er gewerkt met verschillende soorten benaderingswijzen, begelijdingsstijlen of therapieën.

Maak de volgende invulopdracht en leer wat de verschillen zijn.