Economie

Elasticiteiten

Elasticiteiten

Welkom bij het leerarrangement Elasticiteiten!

What if.....

Stel dat je ineens heel rijk bent, ga je dan andere dingen kopen? Misschien verruil jij je vakantie op de camping wel voor een hele luxe vakantie. Of ga je iets vaker kopen of doen als het goedkoper is?

Stel je hebt een ijskar en je wilt meer omzet hebben. Moet je dan de prijs van een ijsje verhogen? Of misschien juist verlagen om te zorgen dat meer mensen jouw ijsjes gaan kopen...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In dit online-arrangement kom je van alles te weten over elasticiteiten. Je leert wat er gebeurt als de prijs van een product daalt of stijgt. En dat dit afhankelijk is van het soort product. En je gaat zien welke goederen mensen juist meer of juist minder kopen als ze meer inkomen hebben. Straks weet je ook wanneer je als ondernemer juist de prijs moet verhogen of juist een korting op jouw product moet doorvoeren om te zorgen voor een hogere omzet.

Je gaat op je eigen manier en op je eigen snelheid dit arrangement doornemen. Je bent hier ongeveer een uur mee bezig. Om te kijken wat je al weet van het onderwerp, beginnen we met een starttoets.

Lesdoelen

Als je dit leerarrangement helemaal hebt afgerond, dan:
- benoem je definities van de soorten elasticiteiten
- bereken je de prijselasticiteit
- bereken je de omzetelasticiteit
- bereken je de kruislingse prijselasticiteit
- benoem je verschillende soorten goederen
- geef je aan wat het effect is van een prijsverandering op de vraag en de omzet

Voordat je met de starttoets begint, kijk eerst onderstaande video. Hier wordt al heel veel uitgelegd. Heb je nog niet alles door, no worries. Het wordt je in dit arrangement allemaal duidelijk!

 

 

 

 

Om te kijken wat je al weet van de elasticiteiten, ga je nu de starttoets maken.

Toets: Starttoets "prijselasticiteit"

Start

Heb je de starttoets gemaakt?
Ga dan naar de volgende pagina.

Prijselasticiteit

Je hebt hiervoor de starttoets gemaakt en gaat nu echt starten met de elasticiteiten.
Op deze pagina ga je alles leren over de prijselasticiteit.


Wat ga je doen?
Je neemt deze pagina goed door. Als je een filmpje tegen komt, dan bekijk je het filmpje.
Aan het eind van deze pagina vind je een oefening met afbeeldingen. Als je deze oefening goed maakt, dan ga je door naar de volgende pagina.

Wat is prijselasticiteit eigenlijk?

Prijselasticiteit geeft aan hoe sterk de vraag naar een product verandert wanneer de prijs verandert. Bij sommige producten is dat veel meer dan anderen. Maar hoe zie je dit precies?

In principe geldt hier een negatief verband: als een product duurder wordt, zal er minder vraag zijn naar het product. Maar de verandering van de vraag is niet voor elk product gelijk. Wanneer de prijzen van eten omhoog gaan, zal er maar weinig gebeuren in de vraag naar eten. Mensen moeten immers gewoon altijd eten. Wanneer de prijzen van auto’s omhoog gaan, zal de vraag sneller zakken. Dan zullen mensen meer goedkopere alternatieven gaan kiezen als de bus of trein. Andersom geldt natuurlijk hetzelfde. Als auto’s goedkoper worden, zullen meer mensen auto’s gaan kopen.

De Basisformule

Om de prijselasticiteit van een product te berekenen, kan je de volgende formule gebruiken:

 

Prijselasticiteit formule


Bekijk onderstaande video. Hierin wordt duidelijk uitgelegd hoe de prijselasticiteit werkt.

De prijselasticiteit berekenen

We weten dat de vraag naar iPhones met 10% daalt wanneer de prijs met 5% stijgt. De prijselasticiteit kan dan als volgt worden berekend:

prijselasticiteit voorbeeld 1

Omdat het verband tussen de prijs en de vraag negatief is, is de prijselasticiteit altijd negatief. Je zult het resultaat daarom negatief moeten maken door er een minteken voor te zetten. De prijselasticiteit van iPhones is daarmee -2.

Uitkomsten prijselasticiteit

De prijselasticiteit van de vraag geeft aan hoe prijsgevoelig de vraag is. Er zijn vier verschillende mogelijkheden:

1) De uitkomst is nul: Volkomen inelastische vraag

Wanneer de prijselasticiteit 0 bedraagt, zal de vraag niet reageren prijsveranderingen. Hoe duur of goedkoop een product dan ook is, de vraag zal hetzelfde blijven. De vraag is dan inelastisch. Voorbeelden die hier in de buurt komen zijn producten die mensen altijd nodig zullen hebben zoals water, elektriciteit of medicijnen.

2) De uitkomst ligt tussen 0 en -1: relatief inelastische vraag

Wanneer de prijselasticiteit tussen de 0 en -1 bedraagt, zal de vraag relatief zwak reageren op prijsveranderingen. Bij een prijsstijging zullen er wel iets minder mensen zijn die het product kopen, maar dit effect is niet zo sterk. De vraag is dan relatief inelastisch. Voorbeelden van producten die vaak in deze categorie zitten zijn basisgoederen die wel enigszins te vervangen zijn zoals frisdrank en vlees.

3) De uitkomst is lager dan -1: relatief elastische vraag

Wanneer de prijselasticiteit nog lager ligt dan -1, zal de vraag sterk reageren op een verandering in prijs. Bij een prijsstijging zullen er veel consumenten besluiten het product niet meer te kopen. De vraag is dan relatief elastisch. Voorbeelden van producten die relatief elastisch zijn, zijn luxe goederen zoals dure auto’s en horloges. Deze producten zijn niet nodig in het vervullen van basisbehoeften en consumenten zullen makkelijk overstappen op alternatieven of het niet kopen van deze producten.

4) De uitkomst is precies 1: geen elastische, geen inelastische vraag

Wanneer de prijselasticiteit precies 1 is, dan is de procentuele verandering van de vraag exact gelijk aan de procentuele verandering van de prijs.


Een makkelijk schema

Prijselasticiteit getallenlijn

 

Doe de volgende test om na te gaan of je dit gedeelte begrepen hebt.
Je sleept de linkerafbeelding naar de bijpassende rechterafbeelding. Heb je ze niet alle 5 goed? Kijk dan goed naar de juiste antwoorden en lees deze pagina nog een keer goed door. Heb je alles goed gesleept? Top! Ga door naar het volgende onderdeel.

Heb je ze niet alle 5 goed?
Kijk dan goed naar de juiste antwoorden en lees deze pagina nog een keer goed door.

Heb je alles goed gesleept? Top! Ga door naar het volgende onderdeel.

Kruislingse elasticiteit

Je hebt op de vorige pagina kennis gemaakt met de prijselasticiteit.
Op deze pagina ga je een stapje verder en ga je leren over de kruislingse prijselasticiteit.


Wat ga je doen?
Je neemt deze pagina goed door. Als je een filmpje tegen komt, dan bekijk je het filmpje.
Aan het eind van deze pagina vind je een oefening. Als je deze oefening goed maakt, heb je twee mogelijkheden. Vind je het leuk om nog extra te oefenen? Dan heb je hier onder aande pagina ook de mogelijkheid voor. Als je alles goed beheerst, dan ga je door naar de volgende pagina.


Wat is kruislingse prijselasticiteit?

Bij de kruislingse prijselasticiteit gaan we kijken wat er met de vraag van het ene product gebeurt als de prijs van een ander product verandert. Voor sommige producten geldt dat je er meer van gaat kopen, omdat de prijs van een ander product stijgt. Deze producten concurreren eigenlijk met elkaar. Er zijn ook producten waar je meer van gaat kopen, als de prijs van een ander product goedkoper wordt. Deze producten horen bij elkaar, zoals inktprinters en inktcartridges.

De Basisformule

Om de kruislingse prijselasticiteit van een product te berekenen, kun je de volgende formule gebruiken:

 

Formule kruiselingse elasticiteit

 

Substitutiegoederen

Als de prijs van bruinbrood sterker stijgt dan de prijs van witbrood, dan zal de vraag naar witbrood toenemen ten koste van bruinbrood. Omgekeerd mag je verwachten dat de vraag naar bruinbrood zal toenemen ten koste van de vraag van witbrood als de prijs van bruinbrood sterker daalt dan de prijs van witbrood. Er is dus een positief verband tussen de vraag naar bruinbrood en de prijs van witbrood. Bruinbrood en witbrood kunnen elkaar vervangen. Dit noemen ze subsituten of substitutiegoederen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Complementaire goederen

Bij benzine en auto's (die op benzine rijden) zien we een andere reactie. Door een daling van benzineprijzen, neemt de vraag naar benzine-auto's toe. En een sterke stijging van de benzine zorgt voor een lagere vraag naar benzine-auto's. Hier zien we een negatief verband tussen de vraag naar benzine-auto's en de de prijs van benzine. Het zijn goederen die elkaar aanvullen, ook wel complementaire goederen genoemd.         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen verband tussen goederen

Als de kruislingse prijselasticiteit van de vraag van een product gelijk is aan nul, dan mag je daaruit de conclusie trekken dat er geen enkel verband bestaat tussen de vraag naar het ene product en de prijs van het andere product. Zo zal bijvoorbeeld een prijsstijging van jonge kaas geen effect hebben voor de verkoop (en dus de vraag) van pingpongballen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een makkelijk schema
Hieronder is alles in een overzichtelijk schema voor je weggezet.

Kruiselingse elasticiteit getallenlijn

 

 

Even oefenen...
Je gaat nu voor jezelf onderstaande invuloefening maken. Op deze manier kun je nagaan of je de kruislingse prijselasticiteit al helemaal door hebt! Je vult het juiste ontbrekende woord in.  Maak de oefening zonder hulp. Je hebt hier hooguit 5 minuten nodig voor nodig. Vergelijk jouw antwoorden met de juiste uitkomsten. Als je hier meer dan 2 fouten hebt, neem dan deze pagina nog eens goed door. Heb je minder dan 2 fouten, dan kun je de extra oefenvragen nog maken of je gaat direct door naar de volgende pagina!

Extra oefeningen?

Voor extra oefeningen over kruislingse prijselasticiteit kun je naar Socrative gaan:

  • Ga naar http://socrative.com/ en log in als student: klik rechtsboven op Student Login
  • Voer achter Room nummer  in: RVERHAGEN en klik op toetreden
  • Voer je naam in en klik op Submit
  • Je kunt nu de oefenvragen maken

Als je de kruislingse prijselasticiteit begrijpt, ga dan door naar de volgende pagina. Twijfel je nog, lees dan de pagina nog eens door of maak de oefeningen nog een keertje.

Inkomenselasticiteit

Je hebt eerder al kennis gemaakt met de prijselasticiteit en de kruislingse prijselasticiteit.
Op deze pagina wordt er een extra element toegevoegd. Je gaat leren over de inkomenselasticiteit.


Wat ga je doen?
Je neemt deze pagina goed door. Als je een filmpje tegen komt, dan bekijk je het filmpje.
Aan het eind van deze pagina vind je weer een oefening.  Als je alles goed beheerst, dan ben je klaar voor de tussentijde toets!

Wat gebeurt er met de vraag naar bijvoorbeeld buskaartjes als het inkomen stijgt? Deze vraag is nog niet zo makkelijk te beantwoorden. Meestal zal er meer verkocht worden als het inkomen stijgt. Dan is er een positief verband tussen het inkomen en de vraag naar het product. Dat zijn normale goederen. Maar er zijn ook goederen die we juist minder kopen als we meer inkomen hebben. We kopen dan liever andere goederen ervoor in de plaats.

De inkomenselasticiteit geeft aan in welke mate de vraag naar een bepaald product reageert op een inkomensverandering (beide gemeten in procentuele veranderingen).

De Basisformule

Inkomenselasticiteit = % verandering van de vraag
                                    % verandering van het inkomen

Deze inkomenselasticiteit kan positief of negatief zijn:

- Positief verband: van de meeste goederen gaan we meer kopen, wanneer we meer verdienen.
​- Negatief verband: van sommige producten gaan we juist mínder kopen wanneer we meer verdienen.

De inkomenselasticiteit reken je op eenzelfde manier uit als de prijselasticiteit.

Voorbeeld
Het inkomen van consumenten neemt van € 20.000 naar € 21.000 toe. Als gevolg daarvan gaan de consumenten 3% meer kopen van een bepaald product.

De procentuele verandering van inkomen is 5%, namelijk de stijging van € 20.000 naar € 21.000.
De vraag naar het product is 3% meer geworden.

 

Ga onderstaande video eens bekijken. Hierin wordt precies uitgelegd hoe de inkomenselasticiteit werkt.

Uitkomsten inkomenselasticiteit

1) Inkomenelasticiteit < 0: inferieure goederen

Een negatieve elasticiteit duidt op een negatief verband tussen oorzaak en gevolg.
Dat betekent in dit geval dat een inkomensstijging leidt tot een daling naar de vraag naar dit product.

Goederen waarvan men minder gaat kopen naarmate het inkomen stijgt, ervaren de consumenten blijkbaar als “minderwaardig” (=inferieur). Men heeft, indien men het zich kan veroorloven, liever een ander product. Als voorbeeld kun je denken aan vakantie in eigen land (bij een hoger inkomen gaat men naar het buitenland) of aan gehakt (bij een hoger inkomen koopt men vaker biefstuk i.p.v. gehakt). In alle gevallen neemt de vraag naar dit product af, wanneer het inkomen stijgt.

2) Inkomenselasticiteit is nul: indifferente goederen

Een elasticiteit met de waarde 0 duidt erop dat er geen verband is tussen de oorzaak (een inkomensverandering ) en het gevolg (een vraagverandering).

 

3) Inkomenselasticiteit tussen 0 en 1: noodzakelijke goederen

Indien de waarde van de inkomenselasticiteit tussen de 0 en de 1 ligt, is er sprake van een (zwak) positief verband:
de consument gaat wel méér van het product kopen als het inkomen stijgt, maar de stijging van de vraag is kleiner dan de stijging van het inkomen. De vraag reageert minder dan evenredig op het inkomen.

4) Inkomenselasticiteit groter dan 1: luxe goederen

Indien de waarde van de inkomenselasticiteit groter dan 1 is, is er sprake van een (sterk) positief verband: de consument gaat (veel) méér van het product kopen als het inkomen stijgt. De stijging van de vraag is groter dan de stijging van het inkomen.

 

Ook hier weer een overzichtelijk schema

Inkomenselasticiteit getallenlijn

 

In de praktijk is het niet altijd makkelijk goederen in te delen. Wat voor ons een noodzakelijk of primair goed is, kan voor iemand in Bangladesh een luxe goed zijn.

 

Snelle check
Hieronder vind je een check om na te gaan of je de inkomenselasticiteit hebt begrepen.

Je hebt nu alles gekregen over de inkomenselasticiteit wat je moet weten. En je weet nu alles over de prijselasticiteit en de kruislingse prijselasticiteit. Tijd om naar de volgende pagina te gaan. 

 

Get ready voor de tussentijdse toets waarbij alle elasticiteiten door elkaar gehusseld worden!

Tussentijdse Toets

Met deze tussentijdse toets ga je voor jezelf na of je de stof tot nu al beheerst.

Druk op start om de te beginnen met de toets.

Toets: Tussentijdse toets

Start

Heb je 90% of meer goed, dan kun je naar de verdiepende stof over het verband tussen elasticiteit en de omzet. Je hoeft de extra oefeningen op de volgende pagina niet te maken. Mag wel natuurlijk :-)

Heb je minder dan 90% goed, lees dan alles nog eens door en maak de extra oefeningen op de volgende pagina. Maak dan deze toets opnieuw en ga door totdat je ook minimaal 90% scoort!

Extra oefeningen

Hieronder vind je een aantal opdrachten waarbij de stof uit deze les nog een keer herhaald wordt. We focussen ons vooral op de verbanden tussen wat je hebt geleerd. Snap je een onderdeel niet? Lees het terug op de website of vraag de docent om hulp! Heel veel succes.

Oefening: Extra oefenopgaves

Start

Heb je voldoende geoefend?
Ga dan terug naar de vorige pagina en maak de tussentijdse toets opnieuw!

Verdieping: Omzetelasticiteit

Je bent bij het laatste onderdeel aangekomen: de omzetelasticiteit. Hier wordt een link gelegd tussen de prijselasticiteit en de omzet. En over de prijselasticiteit weet je intussen al alles vanaf!


Wat ga je doen?
Je neemt deze pagina goed door. Als je een filmpje tegen komt, dan bekijk je het filmpje.
Aan het eind van deze pagina maak je de oefening.  

Verband omzet en elasticiteit

Een ondernemer wil meestal dat de omzet stijgt. Als de kosten dan ook nog meevallen, dan heeft hij namelijk winst. Zoals jullie weten wordt de omzet berekend door het aantal verkochte stuks te vermenigvuldigen met de prijs per stuk.

Er is een verband tussen de omzet en de prijselasticiteit.
Een prijsstijging zal leiden tot een hogere omzet als de vraag inelastisch is. Dit komt omdat de daling van de gevraagde hoeveelheid in verhouding kleiner is dan de prijsstijging. Bij een prijselastische vraag leidt een prijsstijging tot een lagere omzet. Dit komt omdat de procentuele afname van de vraag groter is dan de procentuele stijging van de prijs.

 

Ga onderstaande kennisclip bekijken. HIerin wordt stap voor stap het verband tussen de prijselasticiteit en de omzet uitgelegd. Klik even twee keer snel op het ifilmpje zodat je groot beeld krijgt. Veel plezier met kijken!!

Een invuloefening

Nu je de kennisclip hebt bekeken én je hebt onthouden wat er verteld is, dan kun je de invuloefening gaan maken die je hieronder ziet. 

Heb je de bovenstaande tabel in 1 keer helemaal goed ingevuld, dan heb je dit onderdeel helemaal door. Je kunt door naar de eindtoets.

Heb je moeite met de tabel, kijk dan de kennisclip op deze pagina nog eens door. In de kennisclip kun je de antwoorden terug vinden die je nodig hebt om de tabel goed in te vullen.

En nu door naar het afsluitende gedeelte van dit leerarrangement!

Eindtoets

Het is je gelukt om alle delen van dit arrangement te doorlopen. Super gedaan! Je gaat kijken of je de elasticiteiten beheerst.

Want na al het werk en de leerzame opdrachten is het nu tijd voor de EINDTOETS! Bij een voldoende ben je geslaagd voor dit arrangement en daar mag je best trots op zijn! Je krijgt te horen of je geslaagd bent als de docent jouw toets heeft nagekeken. Heel veel succes!!

 

 

 

Heel erg bedankt dat je dit arrangement hebt doorlopen!

  • Het arrangement Elasticiteiten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Richard Verhagen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-06-11 10:20:14
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Vak: Economie Leerlingniveau: HAVO 4 Doel: het beschrijven, berekenen en toepassen van de prijselasticiteit van de vraag, kruislingse prijselasticiteit en omzetelasticiteit. Daarnaast het geven van voorbeelden van goederen (inferieur, primair, luxe en normaal) en het verband beschrijven tussen het aard van het goed en de hoogte van de inkomenselasticiteit.
    Leerniveau
    HAVO 4; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Normale, inferieure en luxegoederen; Markt; Economie; Vraag en aanbod; Inkomens‑ en prijselasticiteiten;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    inferieure goederen, inkomenselasticiteit, kruislingse prijselasticiteit, luxe goederen, normale goederen, omzetelasticiteit, prijselasticiteit, primaire goederen

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.youtube.com/watch?v=Em_wWF9gvPw
    https://www.youtube.com/watch?v=Em_wWF9gvPw
    Video
    https://www.youtube.com/watch?v=Er03V4VTHEk
    https://www.youtube.com/watch?v=Er03V4VTHEk
    Video
    https://www.youtube.com/watch?v=IEi9eJg4VDE
    https://www.youtube.com/watch?v=IEi9eJg4VDE
    Video
    https://screencast-o-matic.com/embed?sc=cY1VQIpBdD&v=5&ff=1
    https://screencast-o-matic.com/embed?sc=cY1VQIpBdD&v=5&ff=1
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Hoonberg, Wouter. (2018).

    De prijselasticiteit

    https://maken.wikiwijs.nl/121745/De_prijselasticiteit

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Starttoets "prijselasticiteit"

    Tussentijdse toets

    Extra oefenopgaves

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.