Prijselasticiteit

Je hebt hiervoor de starttoets gemaakt en gaat nu echt starten met de elasticiteiten.
Op deze pagina ga je alles leren over de prijselasticiteit.


Wat ga je doen?
Je neemt deze pagina goed door. Als je een filmpje tegen komt, dan bekijk je het filmpje.
Aan het eind van deze pagina vind je een oefening met afbeeldingen. Als je deze oefening goed maakt, dan ga je door naar de volgende pagina.

Wat is prijselasticiteit eigenlijk?

Prijselasticiteit geeft aan hoe sterk de vraag naar een product verandert wanneer de prijs verandert. Bij sommige producten is dat veel meer dan anderen. Maar hoe zie je dit precies?

In principe geldt hier een negatief verband: als een product duurder wordt, zal er minder vraag zijn naar het product. Maar de verandering van de vraag is niet voor elk product gelijk. Wanneer de prijzen van eten omhoog gaan, zal er maar weinig gebeuren in de vraag naar eten. Mensen moeten immers gewoon altijd eten. Wanneer de prijzen van auto’s omhoog gaan, zal de vraag sneller zakken. Dan zullen mensen meer goedkopere alternatieven gaan kiezen als de bus of trein. Andersom geldt natuurlijk hetzelfde. Als auto’s goedkoper worden, zullen meer mensen auto’s gaan kopen.

De Basisformule

Om de prijselasticiteit van een product te berekenen, kan je de volgende formule gebruiken:

 

Prijselasticiteit formule


Bekijk onderstaande video. Hierin wordt duidelijk uitgelegd hoe de prijselasticiteit werkt.

https://www.youtube.com/watch?v=Er03V4VTHEk

De prijselasticiteit berekenen

We weten dat de vraag naar iPhones met 10% daalt wanneer de prijs met 5% stijgt. De prijselasticiteit kan dan als volgt worden berekend:

prijselasticiteit voorbeeld 1

Omdat het verband tussen de prijs en de vraag negatief is, is de prijselasticiteit altijd negatief. Je zult het resultaat daarom negatief moeten maken door er een minteken voor te zetten. De prijselasticiteit van iPhones is daarmee -2.

Uitkomsten prijselasticiteit

De prijselasticiteit van de vraag geeft aan hoe prijsgevoelig de vraag is. Er zijn vier verschillende mogelijkheden:

1) De uitkomst is nul: Volkomen inelastische vraag

Wanneer de prijselasticiteit 0 bedraagt, zal de vraag niet reageren prijsveranderingen. Hoe duur of goedkoop een product dan ook is, de vraag zal hetzelfde blijven. De vraag is dan inelastisch. Voorbeelden die hier in de buurt komen zijn producten die mensen altijd nodig zullen hebben zoals water, elektriciteit of medicijnen.

2) De uitkomst ligt tussen 0 en -1: relatief inelastische vraag

Wanneer de prijselasticiteit tussen de 0 en -1 bedraagt, zal de vraag relatief zwak reageren op prijsveranderingen. Bij een prijsstijging zullen er wel iets minder mensen zijn die het product kopen, maar dit effect is niet zo sterk. De vraag is dan relatief inelastisch. Voorbeelden van producten die vaak in deze categorie zitten zijn basisgoederen die wel enigszins te vervangen zijn zoals frisdrank en vlees.

3) De uitkomst is lager dan -1: relatief elastische vraag

Wanneer de prijselasticiteit nog lager ligt dan -1, zal de vraag sterk reageren op een verandering in prijs. Bij een prijsstijging zullen er veel consumenten besluiten het product niet meer te kopen. De vraag is dan relatief elastisch. Voorbeelden van producten die relatief elastisch zijn, zijn luxe goederen zoals dure auto’s en horloges. Deze producten zijn niet nodig in het vervullen van basisbehoeften en consumenten zullen makkelijk overstappen op alternatieven of het niet kopen van deze producten.

4) De uitkomst is precies 1: geen elastische, geen inelastische vraag

Wanneer de prijselasticiteit precies 1 is, dan is de procentuele verandering van de vraag exact gelijk aan de procentuele verandering van de prijs.


Een makkelijk schema

Prijselasticiteit getallenlijn

 

Doe de volgende test om na te gaan of je dit gedeelte begrepen hebt.
Je sleept de linkerafbeelding naar de bijpassende rechterafbeelding. Heb je ze niet alle 5 goed? Kijk dan goed naar de juiste antwoorden en lees deze pagina nog een keer goed door. Heb je alles goed gesleept? Top! Ga door naar het volgende onderdeel.

Heb je ze niet alle 5 goed?
Kijk dan goed naar de juiste antwoorden en lees deze pagina nog een keer goed door.

Heb je alles goed gesleept? Top! Ga door naar het volgende onderdeel.