Project: Rondje Nederland
Introductie
Inleiding met opdrachten
Nederland is verdeeld in 12 provincies. Iedere provincie heeft zijn eigen hoofdstad en zijn eigen kenmerken.
Als je een rondje door Nederland maakt dan kom je heel veel soorten landschappen en heel veel cultuur tegen. Van de Noordzeekust tot de Achterhoek en van de Groningse wierden tot de Brabantse vennen.
Karakteristieke dorpen, steden, duinen, dijken, bos, polders, rivieren, heide en heuvels. Dit rondje Nederland heeft het allemaal.
Begin opdracht 1: Bekijk het filmpje
Begin opdracht 2:
Download de kaart van Nederland en print deze uit.
https://www.degroenemenukaart.nl/application/uploads/sites/24/2014/02/NL-3.jpg
- Zet boven je blad de titel "kaart van Nederland" en je naam.
- Maak een legenda.
- Kleur iedere provincie in een andere kleur en zet die kleur in de legenda.
- Zet de namen van de provincies in de legenda op de juiste plek.
- Teken de hoofdstad van de provincies op de juiste plek.
- Noteer de naam van de hoofdsteden in de legenda bij de juiste provincienaam.
Maak een foto van het resultaat en zet dit in het document "Rondje Nederland" onderdeel "intro opdracht".
Leerdoelen
Leerling kan
- Provincies van Nederland benoemen en aangeven waar ze op de kaart liggen.
- Hoofdsteden van die provincies benoemen en aangeven waar ze op de kaart liggen.
- Kaarten intekenen.
- Informatie opzoeken over een provincie.
- Soort overnachtingen benoemen in Nederland.
- Soorten vervoer benoemen in Nederland.
- Een kostenplaatje maken.
- Een reisplan maken
- Een informatiefolder maken.
- Begrippen op een actieve manier leren.
- Vragen beantwoorden over dit project.
Wat ga ik doen en de planning.
Hieronder staat de planning voor dit project. Vraag dit document en stop het in jullie map. Jullie kunnen dus zelf bijhouden of jullie de planning iedere week halen. Als jullie de planning voor een week niet in de lessen halen, dan moeten jullie het thuis bijwerken.
Het is belangrijk dat jullie de taken in dit project goed verdelen. Het werkplan zorgt er voor dat jullie het overzicht houden in hetgeen wat jullie moeten maken en inleveren.
Planning Project: Rondje Nederland
Projectdeel 1: De provincies
Om Nederland goed te leren kennen, is het belangrijk om te weten welke steden, rivieren en gebieden Nederland heeft en waar ze precies liggen.
Opdracht Topografie
Om Nederland goed te leren kennen, is het belangrijk om te weten welke steden, rivieren en gebieden Nederland heeft en waar ze precies liggen.
Opdracht 1A
Je gaat de onderstaande opdracht voor iedere provincie van Nederland uitvoeren. Je moet uiteindelijk 12 vellen maken.
- Print een kaart van een provincie uit.
- Zet boven de kaart de naam van die provincie en jullie voor- en achternamen.
- Teken 5 steden of dorpen van die provincie in en schrijf de namen in de legenda.
- Teken 3 streken van die provincie in en schrijf de namen in de legenda.
- Teken 5 rivieren of kanalen van die provincie in en schrijf de namen in de legenda.
Maak foto's van jullie kaarten en zet deze in het document "Rondje Nederland" bij het onderdeel "Topografie".
Opdracht Wat is er allemaal te doen?
Je gaat nu voor elke provincie een aantal zaken uitzoeken. Noteer dit per provincie in het document "Rondje Nederland" bij het onderdeel "Wat is er te doen".
Opdracht 1b: Je gaat de volgende zaken onderzoeken. Zorg dat je dit zo uitgebreid mogelijk doet. Maak gebruik van de website https://www.dagjeweg.nl/provincies.
- Welke musea kun je bezoeken? Schrijf de namen en de plaatsen op. (minimaal 5 per provincie)
- Welke evenementen worden er in de provincie georganiseerd? Schrijf de namen, de plaatsen en de data op. (minimaal 3 per provincie)
- Welke bezienswaardigheden zijn er? (historische panden, kerken, beelden, fonteinen, oude binnenstad, speciale gebouwen) Schrijf de namen en de plaatsen op. (minimaal 5 per provincie)
- Zijn er speciale sporten die bij de provincie horen? Schrijf de namen op en waar je dat kunt doen. (kaatsen, fierljeppen, koersbal, kolven, klootschieten, beugelen, butken, gaaibollen, gaaischieten, katknuppelen, krulbollen, piksjitten, wipschieten, zwientie tikken)
- Welke natuurgebieden en dierenparken zijn er? Schrijf een aantal namen en de plaatsen op. (minimaal 3 per provincie).
Projectdeel 2: Onderzoek naar de provincie.
Je hebt in deel 1 van iedere provincie allerlei activiteiten, musea en bezienswaardigheden gevonden. Je gaat nu samen 4 provincies uitkiezen die jullie graag willen bezoeken.
Die 4 provincies ga je nu verder onderzoeken.
Opdracht Activiteiten
dagje weg.nl
Maak de onderstaande opdracht in Google-document met als titel "Projectdeel 2".
Opdracht 2a:
Je gaat nu voor de door jullie 4 gekozen provincies bepalen wat je precies gaat doen. Maak daarbij gebruik van de knop "dagjeweg.nl". Denk bij het zoeken aan:
- Musea
- Evenementen
- Bezienswaardigheden (historische panden, kerken, beelden, fonteinen, oude binnenstad, speciale gebouwen)
- Sporten die speciaal bij deze provincie horen (kaatsen, fierljeppen, koersbal, kolven, klootschieten, beugelen, butken, gaaibollen, gaaischieten, katknuppelen, krulbollen, piksjitten, wipschieten, zwientie tikken)
- Natuurgebieden / dierenparken
Beantwoord de volgende vragen en noteer dit per gekozen provincie in het document "Rondje Nederland" bij het onderdeel "onderzoek naar de provincie / activiteiten":
- Hoeveel tijd neemt de activiteit in beslag?
- Wat kost de activiteit?
- Hoe kom je bij de activiteit vanuit het dichtsbijzijnde centraal station?
- Wat is de achtergrondinformatie die bij deze activiteit hoort?
-
Maak de onderstaande opdracht in Google-document met als titel "Projectdeel 2".
Opdracht 2b:
Je gaat nu bekijken welke mogelijkheden in de door jullie gekozen provincies zijn om te overnachten. Denk daarbij aan camping, B&B, hostel, motel, hotel, resort en vakantiepark.
Beantwoord daarbij de volgende vragen:
-
Waar kun je overnachten?
- Wat kost de overnachting per persoon per nacht?
- Wat voor soort overnachting is het? (logies, logies en ontbijt, half pension, volledig pension, all-inclusive en bed and breakfast)
Opdracht 2c:
-
Je gaat nu kijken waar dat je het beste zou kunnen gaan eten. Beantwoord daarbij de volgende vragen:
- Eet je bij je overnachtingsplek of moet je zelf voor je eten zorgen?
- Welke maaltijden moet je zelf bedenken?
- Wat wil je gaan uitgeven per maaltijd?
- Welke mogelijkheden zijn er om te eten? (restaurant, supermarkt, fastfood etc)
- Denk je aan de tussendoortjes of drankjes op een terras? (moet niet, maar het mag wel)
Opdracht Eten en overnachting
Je gaat nu voor jullie 4 provincies kijken naar overnachting en eten en drinken.Je gaat 4 verschillende soorten overnachting bekijken. Let daarbij op de volgende zaken.
1: soort overnachting
--> kijk in de begrippenlijst wat deovernachting precies betekent
--> wat kost 1 overnachting (noteer ook als er kortingen zijn)
2: eten en drinken
--> wat is inbegrepen bij de overnachting
--> waar kun je ontbijten / lunchen / dineren / drinken kopen
--> wat kost eten en drinken
Opdrachten Vervoer
Om in een provincie naar verschillende activiteiten te kunnen gaan, is het verstandig om te kijken hoe je daar naar toe gaat. Maak de onderstaande opdracht in Google-document met als titel "Projectdeel 2".
Opdracht 2d:
Wat is in de door jullie gekozen provincies de prettigste manier van reizen tussen de verschillende activiteiten? Denk aan lopen, fietsen, openbaar vervoer etc. Beantwoord daarbij de volgende vragen:
- Hoeveel tijd ben je kwijt om naar de activiteit toe te gaan vanuit het dichtstbijzijnde treinstation?
- Wat kost het vervoer?
Opdrachten Kostenplaatje
Je hebt in de onderdelen A, B, en C al veel uitgezocht. Het is nu belangrijk om een kostenplaatje te maken. Maak de onderstaande opdracht.
Opdracht 2E:
Je gaat in een tabel de kosten van alle uitgezochte zaken opschrijven. Download de tabel hieronder en zet deze tabel, als alles ingevuld is, in je document Google-document met als titel "Projectdeel 2".
Eindopdracht
Je hebt in deel 1 en deel 2 heel veel uitgezocht over de provincies in Nederland. Je gaat nu een reis uitwerken. Je gaat met je groepje een ''Rondje Nederland'' maken. In stap 1 ga jij voor 4 provincies bepalen wat je precies gaat doen en in stap 2 ga je uitzoeken hoe de volgorde van jullie reis is. In stap 3 ga jij een folder van jullie reis maken.
Opdracht: Ontwerp een reis van 8 dagen met de titel "Rondje Nederland".
- Je bezoekt 4 provincies
- Iedere provincie wordt 2 dagen bezocht.
- Je overnacht in de provincie.
- Je doet diverse activiteiten.
- Je eet in de provincie.
- Je zorgt voor een goede dagindeling.
- Je zoekt het vervoer naar de provincie uit.
- Je zoekt het vervoer naar de activiteiten uit.
- Je geeft aan hoe duur jullie reis is.
Stap 1: Wat ga je doen in iedere provincie?
Je gaat nu de definitieve keuze maken van de route, de activiteiten, de overnachtingen etc. per provincie zoals je hiervoor al hebt uitgezocht. Je mag nog dingen aanpassen. Let wel op dat reistijd ook meetelt en dat je goed moet inschatten hoe lang een activiteit duurt. Een dag is van 8.00 - 22.00.
Noteer jullie keuzes in het document "Rondje Nederland"onderdeel "Eindproduct A".
Stap 2: Wat is de volgorde van de activiteiten en bezoek aan de provincies?
Je gaat nu bepalen wat de volgorde is waarin jullie de provincies bezoeken. Je moet gaan uitzoeken wat de meest logische route is. Je reist per trein naar iedere provincie toe. Jullie 8-daagse reis begint in Helmond op het centraal station en eindigd daar weer op de 8e dag.
Noteer jullie reisroute in het document "Rondje Nederland"onderdeel "Eindproduct B".
Stap 3: De reisfolder
Jullie gaan nu een reisfolder maken. De reisfolder moet de volgende informatie bevatten:
- De informatie die je moet weten (vervoer, overnachting, activiteiten, informatie over de activiteiten en kosten).
- Je moet van te voren goed kunnen lezen wat je gaat doen en tijdens de reis informatie kunnen opzoeken.
- Verwerk de regels waaraan iedereen zich tijdens de reis en de activiteiten moet houden.
- Maak ook een lijst van dingen die iedereen mee moet nemen. Houd dus rekening met de dingen die je nodig hebt voor jullie activiteiten.
- Zorg dat in de folder duidelijk staat van wanneer tot wanneer jullie gaan.
Kijk in "how to folder" hoe je een folder moet maken en om ideeën op te doen. Maak een foto van jullie reisfolder en zet dit in het document "Rondje Nederland"bij het onderdeel "Eindproduct C".
how to folder
Afsluiting
Inleveren eindproduct
Als jullie helemaal tevreden zijn over jullie folder, dan leveren jullie die in bij een expert.
Opdracht Begrippen
Voor de kennistoets moeten jullie een aantal begrippen kennen. Om die begrippen goed in je hoofd te krijgen ga je een dominospel maken. Als je jouw dominospel af hebt ga je dit samen met iemand anders spelen.
How to dominospel
| Achtergrondinformatie |
Extra informatie om ergens meer over te weten te komen. |
| Activiteit |
Iets wat mensen kunnen doen als tijdverdrijf of voor hun plezier. |
| All-inclusive |
Overnachting met al het eten en drinken inbegrepen. |
| Bed and Breakfast |
Overnachting in een woonhuis waar het ontbijt voor de volgende dag bij inbegrepen is. |
| Bezienswaardigheid |
Een plaats of een voorwerp dat door veel mensen bezocht en bekeken wordt. |
| Dagindeling |
Manier waarop de activiteiten over de dag verspreid zijn. |
| Half pension |
Overnachting met ontbijt en diner. |
| Hostel |
Jeugdherberg om te overnachten, soms met ontbijt. Je slaapt met meerdere mensen op 1 kamer. |
| Kostenplaatje |
Overzicht van de kosten. Wat kost het allemaal om iets te doen. |
| Logies |
Alleen de overnachting. |
| Logies en ontbijt |
Overnachting met ontbijt. |
| Monument |
Een gedenkteken voor een historische gebeurtenis of persoon.Het kan ook een overblijfsel van architectuur of kunst zijn. |
| Openbaar vervoer |
Vervoer met trein, bus, tram, metro, trolleybus. |
| Reisroute |
Beschrijving van de reis. Beschrijving van de weg die je aflegt als je reist. |
| Resort |
Een verblijfsoord dat meestal gericht is op luxe en comfort. |
| Vol pension |
Overnachting met ontbijt, lunch / lunchpakket en diner. |
Opdrachten vertalen
Opdracht A1;
Je gaat nu de begrippen uit de begrippenlijst opzoeken in een woordenboek Nederlands - Duits. Je schrijft op wat dit begrip is in het Duits.
Opdracht A2:
Je gaat nu de begrippen uit de begrippenlijst opzoeken in een woordenboek Nederlands - Frans. Je schrijft op wat dit begrip is in het Frans.
Opdracht Topo leren
Eindtoets
Aan het einde van het project ga je de eindtoets maken over het onderwerp "Rondje Nederland". Daarvoor moet je de begrippen en de topografie goed leren. Het dominospel en de site "topografie van Nederland" helpen je daarbij.
