Opdracht A1;
Je gaat nu de begrippen uit de begrippenlijst opzoeken in een woordenboek Nederlands - Duits. Je schrijft op wat dit begrip is in het Duits.
Opdracht A2:
Je gaat nu de begrippen uit de begrippenlijst opzoeken in een woordenboek Nederlands - Frans. Je schrijft op wat dit begrip is in het Frans.