Uitscheidingsorganen huid en nieren

Vooraf

Intro

Deze Wikiwijs is gemaakt voor diegene die een verpleegkundige, verzorgende of assisterende beroepsopleiding volgen.

Het vakgebied medische terminologie anatomie/pathologie behelst zowel de bouw en functie van het lichaam als de mogelijke ziektebeelden die kunnen ontstaan.

Voor dit leerarrangement staat het onderwerp uitscheiding centraal 

Leerdoelen, eindtermen en eindkwalificaties

Leerdoel: De leerlingen kunnen aan het eind van deze Wikiwijs de vragen over het uitscheidingstelsel (in dit geval nieren en huid) met een voldoende afronden, zodat zij voorbereid zijn op de tussentijdse toetsen en de landelijke kennistoets.

Eindtermen

Anatomie urinewegstelsel:

  • Bouw
  • Werking en functie van het urinewegstelsel (nieren en urinewegen)
  • Uitscheiding
  • Regulatie
  • ADH
  • Absorptie
  • Resorptie

Anatomie huid:

  • Bouw
  • Werking en functie
  • Huidlagen (opperhuid, lederhuid, onderhuids bindweefsel, etc.)
  • Haren en nagels

Pathologie nieren:

  • Ziekte en gezondheid:
  • Overeenkomsten en verschillen reguliere geneeskunde en complementaire geneeskunde
  • Complementaire geneeskunde: homeopathie, acupunctuur
  • Onderzoek: anamnese, lichamelijk onderzoek, aanvullend onderzoek
  • Behandeling: conservatief, medicamenteus, chirurgisch, curatief, symptomatisch, palliatief
  • Ziekte, draagkracht, draaglast
  • Endogene, exogene factoren
  • Kanker (oorzaken, risicofactoren, verschijnselen, onderzoek, behandeling, complicaties, metastasering, epidemiologie van veel voorkomende kankers): dikke darmkanker, longkanker, borstkanker, leukemie en goed-en kwaadaardige tumoren.

Pathologie Huid:

Huidaandoeningen (oorzaken, risicofactoren, verschijnselen, onderzoek, behandeling, complicaties, prognose en epidemiologie van):

  • eczeem, psoriasis
  • allergische (huid)reacties
  • acne
  • huidkanker

Eindkwalificaties: De kwalificaties waar de leerlingen aan het eind moeten voldoen zijn de eindtermen die vallen onder de kennisbasis 'Gezondheid en ziekte', daaronder vallen de volgende onderwerpen:

  • Cellen, weefsels en organen.
  • Houding en beweging
  • Huid
  • Zintuigen
  • Zenuwstelsel
  • Hormoonstelsel
  • Ademhaling
  • Hart-en bloedvatenstelsel
  • Spijsverteringsstelsel en stofwisseling
  • Urinewegstelsel
  • Erfelijkheid

Onder bovengenoemde onderwerpen vallen eindtermen waar de leerlingen aan moeten voldoen, dit alles bij elkaar vormt de eindkwalificatie van de kennisbasis 'Gezondheid en ziekte' voor de Landelijke Kennistoets LGW.
Alle eindtermen vind je op de volgende site:
file:///C:/Users/31622/AppData/Local/Packages/Microsoft.MicrosoftEdge_8wekyb3d8bbwe/TempState/Downloads/handreiking_tweedegraads_gezondheidszorg_en_welzijn%20(1).pdf

Werkwijze en beoordeling

In deze Wikiwijs over het uitscheidingsstelsel beginnen we met het testen van je voorkennis, dit doen we door middel van de digitale tool: 'Quizlet'.
Vervolgens volgt er uitleg over de anatomie, fysiologie en pathologie van de huid en de nieren. Tussendoor kun je steeds kleine opdrachten maken om te kijken of je de kennis beheerst en maken we wederom gebruik van verschillende digitale tools (Nearpod, WRTS/Drillster en Wikiwijs).
Helemaal aan het einde komt alle informatie samen in een afsluitende toets.
Na iedere vraag die je beantwoord hebt komt er te staan of het antwoord goed of fout is, en waarom.

Let op! Voor de digitale tools Drillster en WRTS moet je zelf een account aanmaken, het stappenplan hiervan vind je in het volgende kopje.

 

 

Stappenplan account Drillster en WRTS

Drillster:
1) Maak een account aan via www.drillster.com
2) Log in met je naam en wachtwoord
3) Start met de opdracht

WRTS:
1) Maak een account aan via www.wrts.nl
2) Vul de gegevens in onder het kopje leerling
3) Log in met de opdracht

Handleiding docent

Beste collega,

Vandaag vervang je deze digitale les die gaat over de anatomie en de pathologie van de huid en de nieren.
Hierbij zullen de leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen met deze volledige les, stukjes theorie zullen zich afwisselen met vragen/opdrachten d.m.v. bepaalde digitale werkvormen. Bij iedere vraag/opdracht zal te zien zijn waarom de vraag goed of fout is, dit helpt je wellicht bij de uitleg naar een leerling toe.

Wat goed is om tegen de leerlingen te zeggen voordat ze beginnen, is dat ze een account aan moeten maken voor Drillster en WRTS, dit zijn beiden programma's waar de leerlingen woordjes mee moeten oefenen.
Daarnaast is het fijn voor jezelf om de Wikiwijs een keer (globaal) door te nemen voordat je de les gaat geven, dit helpt je indien je vragen krijgt van leerlingen.

Veel succes!

Voorkennis activeren

Om de voorkennis te activeren hebben we een kleine test gemaakt, deze ga je maken door middel van de digitale tool 'Quizlet', hij gaat natuurlijk over de huid en de nieren.
Hiermee kun je zelf kijken wat je al weet van de onderwerpen en weet je dus al een beetje hoe je ervoor staat.

Klik op onderstaande linkjes om bij de 'Quizlets' te komen, succes!

Quizlet huid:
- vul de woordjes in die bij elkaar horen.
https://quizlet.com/431089643/match

Quizlets nieren:
- combineer de tekst met de rondjes in de afbeelding.
https://quizlet.com/445676941/match
- Sleep de juiste woorden naar het plaatje (kleine tip: als je het plaatje iets minimaliseert, rechts onderin, wordt het plaatje duidelijker).
https://quizlet.com/445836702/match

 

 

1. Anatomie huid

Onze huid is een belangrijk orgaan en veel meer dan zomaar het omhulsel van ons lichaam! De huid beschermt tegen schadelijke invloeden in onze omgeving. De huid zorgt ervoor dat wij niet snel oververhit, onderkoeld of uitgedroogd raken. De huid bezit tastgevoel zodat wij dingen kunnen voelen en daardoor bijvoorbeeld complexe handelingen met onze handen kunnen verrichten. De huid maakt ons herkenbaar en zichtbaar voor de mensen om ons heen.

Hieronder volgt de anatomie van de verschillende huidlagen;

1. Opperhuid

Opperhuid
Ook wel de epidermis genoemd, is de bovenste huidlaag welke erg dun en sterk is. De buitenste laag van de opperhuid, de hoornlaag, is waterdicht. Zo wordt voorkomen dat bacteriën, virussen en andere (mogelijk) schadelijke stoffen het lichaam niet kunnen binnendringen. Aan de buitenkant van de opperhuid liggen dode, platte cellen. Deze cellen bestaat uit een taai eiwit (keratine), wat ook in haren en nagels zit. Deze cellen slijten en worden elke keer weer opnieuw vervangen door nieuwere cellen die van onder komen. Op plekken waar meer bescherming nodig is, bijvoorbeeld de handpalmen en voetzolen, is de hoornlaag dikker. Onder in de opperhuid liggen de melanocyten. De melanocyten produceren een donker pigment, melanine. Melanine kan UV-straling (van de zon) filteren en geeft de huid een kleur. In de opperhuid liggen ook de cellen van Langerhans, deze hebben een rol in het immuunsysteem. Deze cellen herkennen stoffen die van buiten het lichaam komen en spelen ook een rol bij huidallergieën.

Test jezelf!

2. Lederhuid

Lederhuid
De dermis, zoals de lederhuid ook wel wordt genoemd, bestaat uit een dikke laag vezelig en elastisch weefsel. Deze laag is vooral opgebouwd uit collageen en fibrilline en zorgt ervoor dat de huid flexibel is, maar ook erg sterk. In de lederhuid liggen ook de zenuwuiteinden, verschillende klieren, de haarzakjes en vaatjes die de huid van bloed voorzien. De zenuwuiteinden kunnen dingen die op of met de huid gebeuren waarnemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het aanraken van een hete pan of het voelen van een aanraking. Op de vingertoppen en tenen zitten meer zenuwuiteinden, waardoor deze delen van de huid veel gevoeliger zijn. Als het warm wordt, gaan de zweetklieren zweet produceren. Zweet bestaat uit water, zout en andere stoffen. Het zweet kan verdampen van de huid en zo krijgt iemand het niet te warm. De bloedvaten in de huid kunnen kleiner worden bij kou (constrictie) of groter worden bij hitte (dilatatie) om de lichaamstemperatuur te regelen. Het aantal klieren, zenuwen en bloedvaten verschillen per lichaamsdeel, zo heeft het hoofd veel haarfollikels, maar de voetzolen hebben deze weer niet.

Porien, zweetklieren en talg

Iedere huid heeft poriën, het zijn de openingen van de kliertjes in onze huid. Zweetklieren en talgklieren kunnen zo hun afval/productie aan de oppervlakte van de huid brengen. Dat is nuttig want talg zorgt voor een goede barrièrefunctie van de huid. Zonder talg wordt onze huid droog en vatbaar voor infecties en huidaandoeningen. Iedereen heeft poriën en bij de meeste mensen zien we ze amper maar in sommige gevallen zijn ze dus groter. Grove poriën zien we vooral op de neus, voorhoofd en wangen. Hoewel grove poriën in principe geen kwaad kunnen, worden ze wel als vervelend ervaren.

Afbeeldingsresultaat voor porien, zweet en talg

 

Afbeeldingsresultaat voor opperhuid

Test jezelf!

3. Onderhuids bindweefsel

Vetlaag
De onderste laag is de vetlaag en deze ligt onder de lederhuid. In deze isolatielaag wordt energie opgeslagen. De dikte van de vetlaag verschilt per persoon van een paar millimeter op de oogleden tot enkele centimeters op de buik en de billen.

Het onderstaande filmpje geeft heel duidelijk weer hoe de huidlagen zijn opgebouwd. 

Test jezelf!

4. Nagels en haren

Bouw en functie van nagels en haren

- De belangrijkste functie van de nagels is de bescherming van de zenuwuiteinden in de toppen van de vingers, waardoor er geen eeltvorming plaatsvindt op de vingertoppen. Door de aanwezigheid van de nagels behoudt een mens/dier dus het gevoel in de vingertoppen.

- De haren van de mens zorgen ervoor dat warmte beter wordt vastgehouden. Het vasthouden van warmte is echter een functie die niet heel belangrijk is. In het haar kan verder het zweet zich beter verdelen. Het haar zorgt voor oppervlaktevergroting. Door deze oppervlaktevergroting door het haar kan het zweet beter verdampen. Door deze reden speelt haar een belangrijke rol in het verlagen van de lichaamstemperatuur. Een andere belangrijke functie van lichaamshaar is dat het haar meehelpt in de sensoriek; het fijne gevoel.
Haar wordt gemaakt door het haarzakje. Het haarzakje ligt in de dermis. Haar bestaat voor een groot deel uit het eiwit keratine.

Test jezelf!

Opdrachten anatomie huid

Als afsluiting van de anatomie van de huid volgen twee oefentoetsen:

1) Via WRTS, door op onderstaande link te drukken kun je de juiste woorden leren vanuit de verschillende huidlagen en onderdelen in het Latijns:
Link: https://leren.wrts.nl/#lists/159810150

2) Invuloefening over de werking van de huid, in de stukken opengelaten tekst moet je de ontbrekende begrippen invullen.

2. Anatomie nieren

1. Wat zijn je nieren?

Hieronder bekijk je een kort introductiefilmpje over wat je nieren nu precies zijn en wat ze doen.

Test jezelf!

2. Opbouw nieren

De nieren zijn boonvormige organen, beide ongeveer zo groot als een vuist. Ze liggen achteraan in de buikholte, onder de ribben. De bijnieren zijn twee kleine organen liggen boven de nieren en zijn 2 bij 1 cm, verder is er geen relatie met de werking van de nieren. De bijnieren hebben een functie in de productie van verschillende hormonen. Het bloed wordt aangevoerd door de nierslagader (arteria renalis) naar de nieren, waar het gefilterd wordt. Uit het gefilterde bloed wordt de urine gevormd.

De nieren bestaan uit verschillende delen van buiten naar binnen, namelijk:
- Nierschors (cortex)
- Niermerg (medulla), bevatten lissen van Henle en verzamelbuizen.
- Nierkelk (calyx), de uitmondingsplaats van de verzamelbuizen.
- Nierbekken (pyelum), de centrale holte in de nier.
- Nierpoort (hilum), met de bloedvaten en het begin van de urineleider.

Zowel in het nierschors als in het niermerg liggen nefronen, bij het volgende kopje ga je meer lezen over nefronen.

Test jezelf!

3. Opbouw nefronen

De nefronen (functionele niereenheden) in je nieren filteren de afvalstoffen uit je bloed en recyclen de belangrijke stoffen die je lichaam weer nodig heeft. Zo zorgen ze ervoor dat het zoutgehalte en de zuurgraad van je bloed op peil blijven. Dat filteren moet goed gebeuren omdat schadelijke stoffen wel, maar belangrijke cellen, zoals rode of witte bloedcellen of bloedplaatjes, niet verloren mogen gaan. Net als het recyclen van belangrijke stoffen wordt ook water teruggeresorbeerd voor hergebruik.
Een nier heeft ongeveer 1 miljoen nefronen, samen filteren zij zo'n 170 liter bloed per dag. Van de afvalstoffen en het water wordt zo'n 1,5 tot 2 liter urine gevormd.

Een nefron bestaan uit:
- Glomerulus met kapsel van Bowman, dit geheel wordt bij elkaar nierlichaampje (Malpighilichaampje) genoemd. Hier vindt ultrafiltratie plaats, tijdens het proces van de ultrafiltratie worden water en kleinmoleculaire stoffen vanuit het bloed in de glomerulus gefiltreerd naar de kapselruimte in het kapsel van Bowman. Dit filtraat wordt voorunine genoemd en bestaat uit: bloedvloeistof zonder bloedeiwitten en bloedcellen.
- Proximale tubulus.
- Lis van Henle.
- Distale tubulus.
- Verzamelbuis.

Water en bruikbare stoffen in de voorurine gaan via de wanden van de proximale tubulus, lis van Henle, distale tubulus en de verzamelbuis terug naar het bloed. Dit wordt terugresorptie genoemd, dit gebeurt onder invloed van het antidiuretisch hormoon (ADH). In het totaal gaat ruim 99% van de voorurine terug naar het bloed.
Tegelijk met terugresorptie vindt excretie plaats, hierbij worden bepaalde (afval)stoffen (o.a. ureum, mineralen) vanuit het bloed in de proximale tubulus, lis van Henle en distale tubulus terugggebracht.

Aan het eind van de verzamelbuis is dan urine ontstaan.

Test jezelf!

4. RAAS-Systeem

De nier reguleert de water- en zouthuishouding en de bloeddruk (via het bloedvolume) via een speciaal feedback-systeem: het RAAS-systeem. Dit is een afkorting voor de stoffen waaruit dit systeem bestaat: Renine, Angiotensine, Aldosteron Systeem.

In het filtersysteem van de nieren wordt via speciale receptoren gemeten hoeveel bloed gefilterd wordt. Omdat ál je bloed continue door de nieren gefilterd wordt, is dit een goede maatstaf voor het bloedvolume en de bloeddruk in je lichaam. Bij een te lage bloeddruk, beginnen de nieren als reactie renine te produceren.

 

 

Test jezelf!

5. Werking nieren en nefronen

Hieronder zal dit filmpje de voorgaande theorie nog verduidelijken aangezien het de theorie meer beeldend zal maken.

6. Functies van de nieren

De nieren hebben natuurlijk ook verschillende functies, zij doen het volgende in ons lichaam:
- Verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam via urine.
- Filteren van belangrijke (afval)stoffen (zuiveren van bloed).
- Reguleren van het vocht.
- Reguleren van de bloeddruk.
- Stimuleren van het aanmaken van rode bloedcellen.
- Omzetten van inactieve naar actieve vitamine D (voor sterke botten).
- Op peil houden van de zouten, eiwitten en zuurgraad in je bloed.

Test jezelf!

7. Urinewegstelsel

Het urinewegstelsel bestaat uit verschillende delen, namelijk:
- Twee nieren.
- Urinewegen: twee urineleiders (urethers), urineblaas en urinebuis (urethra).

Test jezelf!

8. Blaas

De urineblaas (vesicae urinaria):
- is aan de binnenkant bedekt met rekbaar urotheel (waterdicht slijmvlies), en een elastische spierwand met plooien;
- kan 400 tot 700 ml urine bevatten (bij extreme oprekking max 1500 - 2000 ml).

De urinebuis (urethra):
- is bij de vrouw: 3 cm en bij de man 20 cm lang;
- vervoert urine uit het lichaam.

Mictie:
De urinelozing (mictie) gebeurt gemiddeld drie tot zes keer per etmaal, regulatie hiervan gaat door middel van zenuwcellen in de blaaswand. Is de urineblaas over de helft gevuld (300 ml), dan komt de mictiereflex op gang via je hersenen. Je voelt dan aandrang.
Op geleide van je wil kun je de uitwendige sluitspier (sluitspier is sfincter) aanspannen (plas ophouden). Als je plast ontspan je deze spier, de spierwand van de blaas trekt dan samen. De inwendige sluitspier is een onwillekeurige spier, dat betekent, dat we deze niet zelf bewust kunnen aansturen.

Test jezelf!

Opdrachten anatomie nieren

Hieronder vind je een Memorie over de anatomie van de nieren (door middel van de tool 'Nearpod'), hiermee sluiten we dit onderwerp af en ga je door naar het volgende onderwerp.

Klik op onderstaande link om bij de Memorie te komen, succes!

Memorie anatomie nieren

3. Pathologie huid

1. Diagnostiek

 

Artsen proberen door middel van klinisch rederneren achter te komen welke ziekte een patiënt heeft, zodat ze een gerichte behandeling kunnen inzetten. Diagnostiek is het proces waarmee wordt vastgesteld wat de oorzaak van de klachten of afwijkingen is. In dit diagnostische proces worden verschillende soorten informatie gebruikt die voortkomen uit anamnese, lichamelijke onderzoek en aanvullend onderzoek.    

 

2. Eczeem

Wat is eczeem?

Eczeem is een ontstekingsreactie van de huid die zich uit in roodheid, kleine blaasjes, schilfering, zwelling, rode bultjes, korstjes en gaat vaak gepaard met veel jeuk. De volgende twee vormen van eczeem komen het meest voor:

Constitutioneel eczeem

Constitutioneel eczeem, ook wel atopisch eczeem genoemd, wordt gekenmerkt door een jeukende, ontstoken huid met droge schilfering. Deze aandoening is chronisch.

Contacteczeem

Allergisch contacteczeem is een vorm van eczeem dat ontstaat wanneer er contact is tussen de huid en een lichaamsvreemde stof (antigeen).

Waar komt eczeem vandaan?

Bij eczeem is de huidbarrière verstoord en dit zorgt ervoor dat de huid minder goed vocht vast houdt, sneller uitdroogt en daardoor minder goed beschermt tegen schadelijke stoffen van buitenaf. De huid wordt droog en schilferig. Voor het ontstaan van eczeem is niet één duidelijke oorzaak aan te wijzen, de erfelijke aanleg is de belangrijkste, maar interne en externe factoren spelen ook een rol.

Factoren van invloed op de huid en eczeem:

  • klimaatfactoren, zoals droge lucht
  • ziekte, stress en emotionele spanning
  • huidbacteriën
  • Water, zeep en schuimende producten
  • Zweten
  • Wol
  • Afwas- en schoonmaakmiddelen

 

 

 

 

2.1 Verloop en behandeling van eczeem

Hoe verloopt eczeem?

Eczeem is een chronische huidaandoening met een onvoorspelbaar verloop. Perioden van (relatieve) rust wisselen zich af met perioden waarin er veel last is. Door behandeling hou je het eczeem redelijk onder controle.

Hoe wordt atopisch eczeem behandeld?

De huisarts of de dermatoloog schrijft vaak een vette zalf of crème voor die het vochtgehalte van de huid verbetert. Lichttherapie werkt ontstekingsremmend en kan ingezet worden om te voorkómen dat het eczeem verergerd.

Hoe kan ik zelf eczeem behandelen?

Een goede verzorging van de huid gaat verergering van het eczeem tegen. Stop niet te vroeg met de behandeling. Meestal duurt het 4-5 maanden voordat het eczeem onder controle is, volg dus het schema dat samen met de arts opgesteld is.

Test jezelf!

3. Psoriasis

Wat is psoriasis?

Psoriasis is een chronische huidaandoening waarbij op de huid rode plekken met witte schilfers ontstaan. Deze plekken kunnen op het hele lichaam voorkomen, maar vooral op de ellebogen, knieën, scheenbenen en onder het hoofdhaar. Soms jeuken de plekken of doen ze pijn.

Hoe ontstaat psoriasis?

Psoriasis is een erfelijke huidaandoening en kan op elke leeftijd ontstaan. Bij mensen met psoriasis gaat de vernieuwing van huidcellen veel sneller dan bij anderen. De huid vernieuwt bij iedereen voortdurend. Na ongeveer 28 dagen is de huid vernieuwd. Bij mensen met psoriasis gaat het proces van huidvernieuwing veel sneller; de huid vernieuwt zich in 4 tot 5 dagen. Doordat dit te snel gaat, worden de nieuwe huidcellen niet goed gemaakt en gaan ze dood. Hierdoor ontstaat er een dikke laag van dode huidcellen. Deze huidcellen worden niet op tijd afgestoten. Het resultaat is een dikke, geïrriteerde, rode, schilferige plek.

Wat de versnelde celdeling veroorzaakt is niet precies bekend. Het lijkt erop dat er een foutje in het immuunsysteem zit, waardoor het immuunsysteem de eigen huidcellen aanvalt. Hierdoor raakt de psoriasisplek ook ontstoken. Factoren die ervoor zorgen dat psoriasis tot uiting komt of (tijdelijk) verergert zijn: wondjes, ontstekingen, bepaalde geneesmiddelen of stress.

3.1Verloop en behandeling van Psoriasis

Hoe verloopt psoriasis?

Psoriasis is niet te genezen. Het verloop is onvoorspelbaar en perioden van spontane verbetering en verergering wisselen elkaar af. Behandelingen kunnen de psoriasisplekken wel verminderen, of soms zelfs voor een bepaalde periode laten verdwijnen. Maar in de meeste gevallen komen ze weer terug.

Hoe wordt psoriasis behandeld?

  • Lokale behandeling: een crème of zalf die direct op de psoriasisplek wordt gesmeerd.
  • Lichttherapie: een behandeling met ultraviolet-licht kan de psoriasisplekken verbeteren, of (tijdelijk) laten verdwijnen.
  • Systemische behandeling: tabletten of injecties met stoffen die psoriasis onderdrukken. Deze medicijnen komen via het bloed in de huid terecht.

Wat kun je zelf doen?

  • Bespreek met je arts alle behandelmogelijkheden.
  • Meld het je arts als je ook gewrichtsklachten hebt.
  • Alleen door de behandeling trouw op te volgen krijg je de beste resultaten.
  • Houd je huid vet en soepel met huidverzorgende crème of zalf.
  • Vermijd contact met water. Water droogt je huid uit.
  • Dep na contact met water je huid droog, niet droogwrijven.
  • Vermijd zeep. Zeep droogt je huid uit. Olie is een goed alternatief.
  • Het gebruik van peelings en scrubmiddelen kan je psoriasis verergeren.
  • Draag katoenen kleding..
  • Zorg dat de lucht in je huis een goed vochtgehalte heeft.
  • Probeer niet te krabben.
  • Zoek zonlicht op.
  • Een kuuroord aan zee, vooral de Dode Zee, kan uw psoriasis verbeteren
  • Stress en spanning kunnen psoriasis verergeren. Probeer dit te vermijden.
  • Heeft u erg veel moeite met uw huidaandoening? Dan kunt u psychologische hulp inschakelen om te leren leven met psoriasis

Test jezelf!

4. Allergische (huid)reacties

Wat is een huidallergie?

Een huidallergie kun je krijgen wanneer je huid in contact komt met een allergeen of andere stof waar je (over)gevoelig voor bent. Normaal gesproken beschermt je afweersysteem je tegen schadelijke organismen, maar als dat systeem verkeerd is afgesteld, reageert je lichaam ook op onschadelijke stoffen.

Een allergische reactie van je lichaam kan zich op allerlei manieren uiten, zoals in je luchtwegen, je spijsverteringskanaal of in een shock. Het kan zich echter ook uiten op je huid. Deze kan zwellen, droog, schraal, rood of branderig worden. Ook kun je last krijgen van jeuk.

Wat zijn allergenen?

Allergenen zijn stoffen die van buiten het lichaam afkomstig zijn. Nadat deze het lichaam zijn binnengekomen (via je neus, mond of door aanraking via de huid), kunnen ze bij mensen die daar gevoelig voor zijn allergische klachten veroorzaken.

Allergenen kunnen onder andere voorkomen in cosmetica, was- en verzorgingsmiddelen. Sommige mensen zijn allergisch voor geur- en/of kleurstoffen die deze producten bevatten.

Bekende allergenen

Tal van stoffen kunnen een huidallergie veroorzaken. Bij de ene stof gebeurt dit vaker dan bij de andere.

Veel voorkomende allergenen zijn:

  • Metalen (zoals nikkel en chroom)
  • Geurstoffen
  • Conserveermiddelen
  • Geneesmiddelen
  • Parafenyleendiamine (wordt gebruikt in onder andere zwarte haarverf en tatoeages)

 

4.1 Oorzaken van huidallergie

Oorzaken van huidallergieën

Er zijn verschillende factoren van invloed op het ontstaan van een allergie. Het kan komen door erfelijkheid, hygiëne of je leefstijl.

Waar moet je op letten als je een gevoelige huid hebt?

In het algemeen geldt dat je het beste milde (of hypoallergene) producten kunt gebruiken.

Je kunt sowieso contact opnemen met je (huis)arts om te kijken of je er samen achter kunt komen voor welke stof je allergisch bent. Een allergie voor een bepaalde stof behoud je over het algemeen voor de rest van je leven.

Test jezelf!

5. Acne

Wat is acne?

De medische term voor jeugdpuistjes is acne vulgaris, oftewel acne. Acne is een huidaandoening waarbij mee-eters (comedonen), puistjes (pustels), rode bultjes (papels) en/of onderhuidse ontstekingen (noduli) voorkomen. De acne komt vooral voor op delen van de huid waar zich veel talgklieren bevinden. Talgklieren maken talg (huidsmeer) aan om de huid soepel te houden en de barrièrefunctie in stand te houden.

Wanneer acne niet behandeld wordt, ontstaat bij een klein deel van de mensen acne conglobata, dit is een zwaardere vorm van acne.

Hoe ontstaat het?

Acne vulgaris is een aandoening van de talgklieren. Talgklieren komen overal op het lichaam voor, behalve op de handpalmen en de voetzolen.

Verschillende factoren zijn van invloed op het ontstaan van acne. Waaronder een verhoogde talgproductie. Een andere factor is dat de afvoerkanaaltjes van de talgklierfollikels verstopt kunnen raken

Daarnaast bevatten de talgklieren bacteriën, waaronder de bacterie: Propionibacterium acnes (p.acnes). Deze bacterie zorgt ervoor dat de wand van het afvoerkanaal beschadigd raakt, waardoor het afvoerkanaaltje uiteindelijk knapt. De talg komt in de omliggende huid terecht en veroorzaakt zo een ontsteking, met roodheid en puistjes als gevolg.

5.1 Verloop en behandeling van acne

Hoe verloopt acne?

Wanneer de acne onbehandeld blijft, kan het een langere periode blijven bestaan. Meestal verdwijnt de acne voor het 25e levensjaar

Hoe wordt acne behandeld?

Totdat de acne verdwijnt, bestaan er behandelmethoden om de acne te onderdrukken en zo de vorming van littekens te voorkomen en eventuele pijn te verminderen.

Er bestaat geen standaard behandeling voor acne. De behandeling hangt af van de ernst van de acne, de klachten, de littekenvorming, de leeftijd en het geslacht. De huisarts zal een aantal stappen met je doorlopen en een aantal vragen stellen om te bepalen welke behandeling het meest geschikt is.

Wanneer er geen duidelijke diagnose acne kan worden gesteld zal de huisarts je doorsturen voor verder onderzoek naar een dermatoloog.

De belangrijkste middelen die kunnen worden ingezet om acne te behandelen zijn:

  • Benzoylperoxide
  • Lokale retinoïden.
  • Lokale antibiotica.
  • De huisarts kan ook een combinatiepreparaat voorschrijven die antibiotica bevatten: clindamycine/benzoylperoxide en clindamycine/tretinoïne.
  • Orale antibiotica
  • Oraal isotretinoïne
  • Orale hormonale combinatiepreparaten

Na ongeveer 6 weken zal een huisarts een controleafspraak maken om te bespreken hoe de behandeling verloopt.

Wat kun je zelf doen?

  • Het is belangrijk om de puistjes niet zelf uit te knijpen en niet aan de acne te krabben.
  • Vaak wordt gedacht dat de zon en/of de zonnebank helpt bij het verminderen van de acne. Op korte termijn zal de acne minder opvallen door het bruin worden van je huid. Op lange termijn kan het juist de acne verergeren, dit komt doordat de huid dikker wordt en de talgproductie toeneemt.
  • Vermijd stoffen die de talgklier kunnen verstoppen, zoals cosmetica.
  • Probeer druk en wrijven zo veel mogelijk te vermijden.
  • Na een het sporten is het belangrijk om altijd je gezicht en lichaam te reinigen.
  • Stop niet met het reinigen/behandelen van je huid wanneer de acne verminderd is.
  • Wanneer de acne je gevoel en dagelijks functioneren negatief beïnvloedt, en je moeite hebt om met de Acne om te gaan, dan kun je via de huisarts psychologische hulp zoeken.

Test jezelf!

6. Huidkanker

Welke vormen van huidkanker zijn er?

Wat is basaalcelcarcinoom en hoe herken je het?

Wat is plaveiselcelcarcinoom en hoe herken je het?

Wat is maligne melanoom en hoe herken je het?

Hoe voorkom je huidkanker?

Test jezelf!

Opdrachten pathologie huid

oefenvragen via drillster

4. Pathologie nieren

Als je denkt aan pathologie betekent dit dat een orgaanstelsel ziek is.

Dit kan door exogenefactoren komen, zoals een chronische ziekte, nierfalen, nierdialyse of transpantatie. De endogene factoren zijn echter niet minder belangrijk als het gaat om het ontstaan van ziekten, zoals erfelijke aandoeningen (gebreken in de genenstructuur) en de aangeboren of congenitale afwijkingen.

 

1. Symptomen en/of kenmerken van nierfalen

 

  1. acuut nierfalen (nierinsufficiëntie);
  2. urineweginfecties;
  3. nierstenen; De nieren scheiden afvalstoffen en overtollig vocht uit in de vorm van urine. In de urine kunnen kristallen gevormd worden, die niet goed oplosbaar zijn. De kristallen kunnen zich ophopen en zo een niersteen vormen;
  4. verzuring van je lichaam (metabole acidose); Een te lage PH van het bloed door gestoorde uitscheiding van waterstofionen door de nieren;
  5. een te laag of juist te hoog natriumgehalte in het bloed (hypo of hypernatriemie);
  6. bloed in de urine (hematurie). Doordat de filterwerking van de glomerulus kapot is en er rode bloedcellen worden doorgelaten;
  7. eiwit (proteïnurie) in de urine. Doordat de filterwerking van de glomerulus kapot is en er eiwitten worden doorgelaten;
  8. hoge bloeddruk (hypertensie);
  9. een te laag Hb gehalte rode bloedcellen (bloedarmoede);
  10. botontkalking. De nieren zijn belangrijk voor het omzetten van vitamine D in een actieve vorm die calcium en fosfaat uit de voeding haalt en calcium recyclet in de nier, zodat je botten sterk blijven.

 

Hieronder een filmpje over symptomen van nierfalen:

https://www.youtube.com/watch?v=EPFXSHpuA5I

Test jezelf

2. Diagnostiek nierfalen

Diagnostiek betekent methoden en technieken gebruiken om een ziekte of probleem te kunnen vaststellen. Om tot een diagnose nierfalen of kanker te kunnen komen kan gebruikt gemaakt worden van onderstaande methoden en technieken. De arts beslist welke diagnostiek hij zal gaan inzetten om tot de juiste diagnose te kunnen komen.

 

  1. Het afnemen van een anamnese. Een gesprek waarin de zorgvrager of familie jou informatie kan geven. Het gaat dan om bijvoorbeeld pijnbeleving, koorts, miciteproblemen, andere ziektebeelden waarmee de zorgvrager bekend is.
  2. Het uitvoeren van lichamelijk onderzoek om nieren, blaas en geslachtsorganen te onderzoeken.
    1. bloeddruk meting;
    2. bepaling vochtgehalte; de arts kan door zacht te drukken rondom de enkels vaststellen of er sprake is van oedeem (vochtophoping). Bij oedeem blijven de drukplekjes even zichtbaar als putjes in de huid;
    3. Nierologie onderzoek; de arts zal een lichte slagbeweging maken in de flanken. Pijn hierbij wijst op een nieraandoening;
    4. Palpatie; de arts zal de nieren en de blaas proberen te palperen door met de handen wrijvende bewegingen te maken op de buik;
    5. Inwendig onderzoek; bij mannen kan met een rectaal toucher de prostaat gevoeld worden. Bij vrouwen kunnen via een vaginaal toucher de baarmoeder en de eileiders gevoeld worden.
  3. Bloed- en urineonderzoek: om meer informatie te krijgen over de werking en de conditie van je nieren, lever en andere organen.
  4. Beeldvormend onderzoek; echo, CT (computertomografie) mri, cystoscopie (kijken in de blaas, urineleiders).
  5. CT scan van de longen.
  6. Biopsie; het afnemen van orgaanweefsel.

 

Test jezelf !

3. Nierinsufficiëntie

Bij nierinsufficiëntie is er sprake van een verminderde nierfunctie. Men spreekt ook wel over nierschade. Hierdoor lukt het de nieren niet meer om de afvalstoffen uit het lichaam te verwijderen. Nierinsufficiëntie kan plotseling ontstaan (acuut) of langzaam en sluipend (chronisch).

De nieren kunnen bijvoorbeeld minder goed werken door aangeboren afwijkingen. Maar er zijn ook veel andere ziekten die ertoe kunnen leiden dat uw nieren minder goed functioneren. Denk dan bijvoorbeeld aan Diabetes, hoge bloeddruk, vaatlijden of ontstekingen van de nieren zelf.

 

3.1 Acute en chronische nierinsufficiëntie

 

Acute Nierinsufficientie Chronische nierinsufficientie

Bij acute nierinsufficientie zijn de nieren plotseling niet meer in staat afvalstoffen te verwijderen uit het lichaam.

Dit kan ontstaan door:

  • te weinig aanvoer van bloed​;
  • beschadiging nierweefsel ​;
  • probleem afvoer urine​.

 

Kenmerken chronische nierinsufficiëntie​

  • als je nieren niet meer goed werken en het ook niet meer beter wordt ;
  • ​nierziekten die leiden tot acute nierinsufficiëntie;​
  • hoge bloeddruk;
  • ​diabetes mellitus (suikerziekte);
  • aangeboren afwijkingen.​

 

3.2 Symptomen chronische nierinsufficiëntie

  • bloedarmoede omdat er geen epo wordt aangemaakt;

  • pijn aan de botten door gebrek aan actief vitamine D​;

  • benauwdheid door het vasthouden van vocht; ​

  • misselijkheid en braken door gifstoffen die de nieren niet meer goed kunnen zuiveren​;

  • jeuk door ophoping van ureum​;

  • soms wordt het ontdekt omdat je niet meer groeit en te klein blijft; ​

  • vaak merk je pas dat er iets mis is als je nieren nog maar voor 30% werken.​ De klachten ontstaan pas als een groot deel van het nierweefsel beschadigd is. De klachten zijn in het begin vaak erg algemeen, ze komen ook bij andere aandoeningen voor. De nieren werken dan nog maar voor zo’n 30%. Chronische nierschade is dus een sluipende ziekte. Het wordt vaak pas ontdekt als de nierschade al vergevorderd is.

4. Reguliere & complementaire geneeskunde

Voor behandeling van nierinsufficiëntie is er de reguliere geneeskunde. Via de huisarts kom je terecht bij de specialist in het ziekenhuis en zij kunnen adviezen geven, medicatie voorschrijven, begeleiding bieden bij gezonde leefstijl etc. etc.

Naast reguliere zorg is er ook complementaire zorg. De zorg wordt verleend door reguliere beroepsbeoefenaars, vooral verpleegkundigen en verzorgenden. Doel is patiënten te helpen ontspannen en hun welbevinden te vergroten. De nadruk ligt op ondersteuning en verbetering van de kwaliteit van leven.

Een complementaire behandeling wordt gegeven door daartoe opgeleide artsen of therapeuten, zoals een (arts-)homeopaat of een natuurgeneeskundig therapeut of acupunturist. Zij zullen nooit beweren dat zij kanker kunnen genezen. Zij proberen met hun complementaire behandeling een aanvulling te bieden op de reguliere behandeling

Test jezelf !

een memorie via Nearpod
De symptomen van nierinsufficiëntie zijn lastig te herkennen. Als je op bovenstaande link klikt opent in Nearpod een memorie. Hierbij kun je kijken of je de symptomen en hun oorzaken bij elkaar kunt vinden.

5. Nierkanker

Nierkanker

Nierkanker ontstaat vooral bij mensen tussen de 65 en 75 jaar. Mannen krijgen nierkanker bijna 2 keer vaker dan vrouwen. De belangrijkste risicofactor is roken. Ook erfelijke aanleg kan een rol spelen.

In het begin geeft nierkanker bijna nooit klachten. De ziekte wordt vaak per toeval ontdekt. Als de tumor groter wordt, kunnen symptomen optreden zoals bloed in de urine, pijn in de zij of een voelbare zwelling van de buik.
Wordt nierkanker in een vroeg stadium ontdekt en behandeld, dan is de kans op genezing groot.

De meeste tumoren in de nier is de Grawitztumor en is meestal kwaadaardig. De meest voorkomende vorm van nierkanker is niercelkanker. Daarnaast bestaat nog urotheelkanker of de Wilms tumor. (Voor nu gaat het te ver om deze soorten helemaal uit te diepen).

Onderstaand filmpje gaat over het ontstaan van kanker in het algemeen. (Als het filmpje niet direct opent kun je klikken op de tekst om dit filmpje via youtube te bekijken).

 

5.1 Behandeling nierkanker

Het ligt aan de situatie welke behandeling het meest geschikt is.

Conservatief: Dit is een actieve behandeling met als doel uw klachten te verminderen en uw lichamelijke conditie zo lang mogelijk te behouden.

  • medicijnen om klachten te verminderen die ontstaan door nierfalen;
  • een dieet om de ophoping van afvalstoffen in het bloed tegen te gaan;
  • een zoutbeperking om vochtophoping tegen te gaan; soms ook een vochtbeperking;
  • mentale en/of geestelijke begeleiding indien gewenst.

Medicamenteus; dit is een behandeling met crèmes, zalven of lotions of met allerlei geneesmiddelen in de vorm van tabletten of capsules.

Chirurgisch;

  • niersparende operatie;
  • operatie waarbij nieren en omliggend weefsel worden verwijderd;
  • bevriezing (cryoblatie) of hitte (warmteablatie);
  • lymfeklier verwijderen.

Curatief; heb je niercelkanker zonder uitzaaiingen, dan kun je een behandeling krijgen die genezing als doel heeft. Dit heet een curatieve behandeling.

Symptomatisch; behandeling van een ziekte die niet de oorzaak van de ziekte aanpakt, maar alleen de klachten en verschijnselen van de ziekte bestrijdt.

Palliatief; is genezing niet meer mogelijk? Je krijgt dan een behandeling om de klachten zoveel mogelijk te verminderen en de ziekte te remmen.

 

 

 

 

5.2 Blaaskanker

Blaaskanker is kanker van de blaas en ontstaat meestal vanuit epitheelcellen in het slijmvliesweefsel (urotheel) van de blaas. Dit weefsel bekleedt de binnenkant van de blaas.

Het meest voorkomende symptoom bij blaaskanker is bloed in de urine. Andere klachten kunnen zijn: pijn bij het plassen en vaak moeten plassen. risicofactoren zijn roken en in aanraking komen met giftige stoffen.

Diagnostiek

  • urinecytologie. Bij dit onderzoek bekijkt een patholoog je urine onder een microscoop om te kijken of er kwaadaardige cellen in zitten;
  • cystoscopie: een kijkonderzoek van de blaas;
  • CT scan van blaas, longen en buikholte;
  • een PET-scan, hierop kan de arts de kankercellen onderscheiden van de gezonde cellen. Op een CT-scan zijn organen en weefsels heel precies te zien. Met een PET-CT-scan is goed te zien waar in het lichaam de kankercellen precies zitten.

5.3 Behandeling blaaskanker

Blaaskanker kan op verschillende manieren worden behandeld:

  • operatie waarbij de arts de blaas verwijdert: cystectomie;
  • bestraling;
  • chemoradiatie (gelijktijdig bestraling en chemotherapie);
  • chemotherapie;
  • immunotherapie.

De behandeling is meestal een curatieve behandeling. Het doel van een curatieve behandeling is genezing.  

 

Hieronder een filmpje over EMDA (Electro Motive Drug Adminstration) therapie bij blaaskanker EMDA is speciaal ontwikkeld voor de behandeling van oppervlakkige blaastumoren. Het verbetert de effectiviteit van de medicatie die in de blaas wordt ingebracht en die moet voorkomen dat de tumor terugkeert of zich ontwikkelt tot een kwaadaardiger type tumor.

5.3 Urostoma

Is je blaas tijdens een operatie verwijderd, dan kan de urine het lichaam niet meer langs de natuurlijke weg verlaten. Je hebt dan een urinestoma of een nieuwe blaas gekregen. Een urinestoma is een kunstmatige uitgang voor urine op de buik.

Er zijn 2 soorten urinestoma’s

  • incontinent urinestoma (Brickerstoma). De urine wordt opgevangen in een urineopvangzakje. Dit wordt op de huid rond de stoma bevestigd met een soort sticker;
  • continent urinereservoir (pouch). Een continent urinereservoir moet één keer per 3-4 uur worden geleegd worden met behulp van een katheter.

5.4 Draagkracht & draaglast

Het weegschaal model van de draagkracht-draaglast analyse maakt inzichtelijk waarom een situatie te veel kan zijn voor iemand. Wanneer de draaglast groter wordt dan de draagkracht ontstaan problemen. De weegschaal slaat door naar één kant. Dit kan gebeuren doordat er bijvoorbeeld veel in korte tijd gebeurt of het heel druk is, waardoor de draaglast groter wordt (zwaarder). Maar het kan ook zijn dat iemand moe of ziek is, waardoor zijn draagkracht vermindert. Resultaat is dat de eisen die gesteld worden groter zijn dan wat de persoon aan kan of denkt aan te kunnen.

 

Toepassing

Door samen met de cliënt inzichtelijk te maken welke draaglastfactoren en welke draagkrachtfactoren er zijn, wordt duidelijk waar de versterking  plaats kan vinden. Ligt de nadruk op afname van draaglast of op versterken van draagkracht, wat is haalbaar en op kortere en lagere termijn realiseerbaar?

Test jezelf !

6. Nierdialyse

Bij nierfalen is een behandeling nodig om in leven te blijven. ​
Nierfunctievervangende behandeling:​
1) dialyse; ​
2) niertransplantatie. ​

Conservatieve behandeling​:
Er kan ook worden gekozen om niet te dialyseren en ook geen transplantatie te ondergaan. Die behandeling heet conservatieve behandeling. De zorgvrager zal overlijden aan de gevolgen van nierfalen. De huisarts geeft dan begeleiding. ​

Hieronder een filmpje zodat je kunt zien wat nierdialyse inhoudt.

7. Niertransplantatie

Een niertransplantatie is een heftige, levensreddende operatie met veel impact op veel mensen die betrokken zijn als zorgvrager of als donor.
als je de filmpjes bekijkt kun je deze impact horen/zien en je kunt zien hoe de operatie in zijn werk gaat.

http://https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/orgaandonatie-en-weefseldonatie/actieve-donorregistratie

Opdrachten pathologie nieren

Pathologie nieren
quizlett om te kijken of je de Nederlandse en Latijnse woorden beheerst. Succes met oefenen.

Eindtoets

Toets: Eindtoets anatomie en pathologie huid

Start

Toets: Eindtoets anatomie en pathologie nieren

Start

Bronnen

Drs. Jolanda Vermeulen bronnen

Arts, R. (2019). Opleiding LGW: Gezondheid en ziekte V2: uitscheiding (excretie) [PowerPoint]. Geraadpleegd op 16 oktober 2019, van https://onderwijsonline.han.nl/projects/8e2db1cb-e4c6-401f-b191-b1e192fc983c/files?page_type=show&file_uuid=8ed87f50-25aa-430c-a818-2425b5a65487&hide_load_button=true

Gregoire, L. (2014). Anatomie en fysiologie van de mens. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff bv.

Maastricht UMC. (2019). Bijnier aandoeningen. Geraadpleegd op 27 oktober 2019, van https://endocrinologie.mumc.nl/bijnier-aandoeningen

Nierstichting. (2019). Over nieren. Geraadpleegd op 27 oktober 2019, van https://nierstichting.nl/over-nieren/

Peeters, J. (2019). Nieren. Geraadpleegd op 23 oktober 2019, van https://www.zol.be/nierziekten/nieren-en-nierziekten/nieren

ThiemeMeulenhoff. (z.d.). Anatomie en fysiologie van de mens - 8. Urinewegstelsel. Geraadpleegd op 10 september 2019, van https://website.thiememeulenhoff.nl/anatomiefysiologie/artikelen/samenvattingen/8.-urinewegstelsel.html

Van Woerden, C. (2019). Nieraandoeningen. Geraadpleegd op 2 oktober 2019, van https://www.cyberpoli.nl/nieren/medisch/watisnieren

 

Aanpak van metabole vetstoornissen bij chronische nierinsufficiëntie. (z.d.). Geraadpleegd op 12 september 2019, van https://www.vcp-bhl.be/nl/nieuws/medisch-nieuws/aanpak-van-metabole-vetstoornissen-bij-chronische-nierinsufficientie.html

Arts, R. (2019). Opleiding LGW: Gezondheid en ziekte V2: uitscheiding (excretie) [PowerPoint]. Geraadpleegd op 19 oktober 2019, van https://onderwijsonline.han.nl/projects/8e2db1cb-e4c6-401f-b191-b1e192fc983c/files?page_type=show&file_uuid=8ed87f50-25aa-430c-a818-2425b5a65487&hide_load_button=true

Home. (2019, 23 november). Geraadpleegd op 12 september 2019, van https://www.nierstichting.nl/

Medworq B.V. (z.d.). Alles over nierkanker. Geraadpleegd op 12 september 2019, van https://www.nierkanker.nl/

Oncoline. (z.d.). Geraadpleegd op 12 september 2019, van https://www.oncoline.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=35080&richtlijn_id=835

Verschil regulier - complementair - alternatief - Integraal Medisch Centrum. (2019, 23 januari). Geraadpleegd op 12 oktober 2019, van https://integraalmedischcentrum.nl/patienten/verschil-regulier-complementair/

Aanpak van metabole vetstoornissen bij chronische nierinsufficiëntie. (z.d.). Geraadpleegd op 12 september 2019, van https://www.vcp-bhl.be/nl/nieuws/medisch-nieuws/aanpak-van-metabole-vetstoornissen-bij-chronische-nierinsufficientie.html

Home. (2019, 23 november). Geraadpleegd op 12 september 2019, van https://www.nierstichting.nl/

Medworq B.V. (z.d.). Alles over nierkanker. Geraadpleegd op 12 september 2019, van https://www.nierkanker.nl/

Oncoline. (z.d.). Geraadpleegd op 12 september 2019, van https://www.oncoline.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=35080&richtlijn_id=835

ThiemeMeulenhoff. (z.d.). Anatomie en fysiologie van de mens - 8. Urinewegstelsel. Geraadpleegd op 10 september 2019, van https://website.thiememeulenhoff.nl/anatomiefysiologie/artikelen/samenvattingen/8.-urinewegstelsel.html

Verschil regulier - complementair - alternatief - Integraal Medisch Centrum. (2019, 23 januari). Geraadpleegd op 12 oktober 2019, van https://integraalmedischcentrum.nl/patienten/verschil-regulier-complementair/

 

Bronnen van Birgit

Gregoire, L. (2014). Anatomie en fysiologie van de mens. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff bv

Huidconsult. Huidziekten. (z.d.). Geraadpleegd op 26 oktober 2019, van http://www.huidconsult.nl/portal/index.php/Huidziekten-A-Z/Huidziekten-S-t/m-Z/Vitiligo.html#.VsWcpvLhDIW

Wikipedia. Wiki huid. (z.d.). Geraadpleegd op 26 oktober, van https://wikipedia.org.wiki.huid

Tongeren, W. (2019) Opleiding LGW: Uiterlijke verzorging Thema: Anatomie en fysiologie van huid en haar​ [PowerPoint]. Geraadpleegd op 8 oktober 2019, van https://onderwijsonline.han.nl/projects/8cc39971-ee73-4e57-a300-e5332cf57f1d/files?page_type=show&file_uuid=8daf52eb-4bc9-4fb7-b937-bce6ef90aaea&hide_load_button=true

 

 

Boeken

Zelman, M., Dafnis, E., Raymond, J., Holdaway, P., Mulvihill, M.L., Groenewood, H. & Potiér, C. (2017). Pathologie (8ste editie). Amsterdam: Pearson Benelux

Websites

Huidfonds. (2019). Acne. Geraadpleegd op 7 oktober 2019, van https://huidfonds.nl/je-huid/huidaandoeningen/acne/?gclid=CjwKCAjwxOvsBRAjEiwAuY7L8lDCbBKc2iKwK4WvQ_ZwGwZZAphtZAgEGyMRNeH0RcxC2XDdBv7VGxoC__QQAvD_BwE

Huidfonds. (2019). Huidallergieën. Geraadpleegd op 7 oktober 2019, van https://huidfonds.nl/huid-en-allergieen/

Huidfonds. (2019). Eczeem. Geraadpleegd op 7 oktober 2019, van https://huidfonds.nl/je-huid/huidaandoeningen/eczeem/

Huidfonds. (2019). Psoriasis . Geraadpleegd op 7 oktober 2019, van https://huidfonds.nl/je-huid/huidaandoeningen/psoriasis/

Video's

GezondheidpleinTV. (2013, 10 juli) Huidkanker - Welke soorten huidkanker zijn er? (video 1 van 5). Geraadpleegd 7 oktober 2019, https://www.youtube.com/watch?v=xVa3G2X4iQA

GezondheidpleinTV. (2013, 10 juli) Huidkanker - Basaalcelcarcinoom (video 2 van 5). Geraadpleegd 7 oktober 2019, https://www.youtube.com/watch?v=_yR30NPIxp4

GezondheidpleinTV. (2013, 10 juli) Huidkanker - Plaveiselcelcarcinoom (video 3 van 5). Geraadpleegd 7 oktober 2019, https://www.youtube.com/watch?v=6JRzOR16g10

GezondheidpleinTV. (2013, 10 juli) Huidkanker - Maligne melanoom (video 4 van 5). Geraadpleegd 7 oktober 2019, https://www.youtube.com/watch?v=evYb-Z_VrKs

GezondheidpleinTV. (2013, 10 juli) Huidkanker - Hoe voorkom je het? (video 5 van 5). Geraadpleegd 7 oktober 2019, https://www.youtube.com/watch?v=55zvUp06MA8