bloedarmoede omdat er geen epo wordt aangemaakt;
pijn aan de botten door gebrek aan actief vitamine D;
benauwdheid door het vasthouden van vocht;
misselijkheid en braken door gifstoffen die de nieren niet meer goed kunnen zuiveren;
jeuk door ophoping van ureum;
soms wordt het ontdekt omdat je niet meer groeit en te klein blijft;
vaak merk je pas dat er iets mis is als je nieren nog maar voor 30% werken. De klachten ontstaan pas als een groot deel van het nierweefsel beschadigd is. De klachten zijn in het begin vaak erg algemeen, ze komen ook bij andere aandoeningen voor. De nieren werken dan nog maar voor zo’n 30%. Chronische nierschade is dus een sluipende ziekte. Het wordt vaak pas ontdekt als de nierschade al vergevorderd is.