In dit arrangement gaan we de prijsopbouw in de klassieke keten nogmaals behandelen. De opbouw van de prijs komt altijd terug. Of je nu bij een fabrikant, groothandel of detailist gaat werken. Natuurlijk zit dit ook in het kwalificerende examen.
Als je een stapje verder gaat dan de marge berekenen kun je bepalen hoeveel brutowinst er is gemaakt. Dit is voor een ondernemer natuurlijk een must om te weten. Zonder je brutowinst weet je niet nooit of je genoeg verdient om je vaste (constante) kosten terug te verdienen. Dit berekenen we op de niv4 opleiding maar ik daag jullie uit om te kijken of je dat ook al kan berekenen.
Het belangrijkste van dit arrangement is dat we de theorie uit hoofdstuk 1 gaan koppelen aan de vraagstelling van het examen.
Navigeren kan je links in het menu maar ook met de pijltjes toetsen hieronder.
Introductie wikiwijs arrangement video.
Veel fun in dit arrangement.
Wegwijs in Wikiwijs
Onderwerpen / leerdoelen
Welke puzzelstukjes moet je beheersen van hoofdstuk1.
Het leerdoel van dit arrangement is kijken of je klaar bent voor het examen.
We gaan de theorie herhalen en toetsten. Heb je voldoende kennis van de materie mag je door naar de opdrachten en kijken of je ook stof van niv4 aan kan. Heb je nog net niet voldoende kennis dan gaan we deze ophalen en nogmaals uitleggen en oefenen. Het arrangement wordt afgeloten met een toets die op examenniveau is. Als je die goed kunt maken ben je klaar om te knallen. Zo niet dan gaan we nog keihard aan de slag samen.
Zoals we uitgebreid behandeld hebben in H1 weten we het volgende over de gevraagde theorie.
Verkoopprijs
Deze is altijd opgebouwd uit een inkoopprijs (IWO) + brutowinst.
Je kan dan het volgende concluderen:
Inkoopprijs + brutowinst = verkoopprijs
Verkoopprijs - inkoopprijs = brutowinst
Verkoopprijs - brutowinst = inkoopprijs
Consumentenprijs
De consumentenprijs, verkoopprijs inclusief btw of de prijs in de winkel, is altijd inclusief btw. Zoals we bekeken hebben zijn er 3 btw-tarieven in nederland. 0%, 9 % en 21%. Het geldende btw-tarief staat ten alle tijden in de opdracht vermeld. Zoals je kan in het opbouwschema kan zien is de consumenprijs dus altijd 100% + de btw. In dit voorbeeld dus 121%
Kostprijs
Kostprijs is de prijs om iets in te kopen of te maken. Als je hierbij nog verkoopkosten maakt dan moet je deze erbij optellen het noemen we het de commerciële kostprijs.
De inkoopfactuur prijs is de inkoopprijs inclusief btw. Reken je terug van de inkoopfactuurprijs naar inkoopprijs kijk dan goed hoeveel procent de inkoopfactuurprijs is.
Tarra
Bij inkoop kun je ook korting krijgen op gewicht. Het is daarom van belang om te weten hoeveel de verpakking weegt. Het verpakkinggewicht drukken we uit in tarra. Het gewicht inclusief de tarra is het bruto gewicht en het gewicht zonder de tarra is het netto gewicht .
Omzet
Als we het hebben over omzet dan kennen we bruto omzet en netto omzet.
Bruto omzet is omzet zonder korting dus bruto prijs x verkochte aantal
Netto omzet is bruto omzet - de gegeven korting
Je kunt het woordje omzet ook vervangen door prijs en dan heb je bruto en netto prijzen.
Brutowinstmarges
We kennen 2 soorten brutowinst.
Brutowinstopslag, brutowinst uitgedrukt in de inkoopprijs. De inkoopprijs is 100%
Brutowinstmarge, brutowinst uitgedrukt in de verkoopprijs. De verkoopprijs is 100%
Schematisch is het dan:
Brutowinstmarges berekenen
Als je de brutowinst moet uitdrukken in procenten (relatieve marge) van de verkoopprijs of de inkoopprijs omdat je het alleen in euro's weet (absolute getal) dan druk je dat deel uit in het geheel. De formule die we hierbij gebruiken is:
Had je minder dan 10 punten en heb je alles goed heb bestudeerd, alle vragen zijn gemaakt en je hebt nog wat tijd over daag jezelf uit en ga naar 4 verdieping in het menu links.
Had je meer dan 10 punten maak alleen 3.2 en 3.3
Let op de antwoorden van 3.2 en 3.3 moet je inleveren in pdf.
Hieronder een uitleg video hoe dat werkt.
Antwoorden in pdf insturen, hoe werkt dat eigenlijk..
Oefening: Oefening 3.1
Oefening: Oefening 3.1
0%
Hierbij nogmaals een paar oefeningen.
Je hebt de theorie nogmaals bestudeert en je hebt de video bekeken van de prijsopbouw in de verkoopketen.
Maak de volgende vragen om te kijken of je de theorie nu beter verbinden met de opgave.
Na de toets print je je antwoorden in een PDF en stuur je ze in via het kopje ANTWOORDEN onder de laatste opdracht.
Toets: Oefening 3.2 - Prijsopbouw in de verkoopketen
Toets: Oefening 3.2 - Prijsopbouw in de verkoopketen
0%
Opdrachten waarbij je een klassieke keten in moet vullen moet je zien als een aantal aparte opdrachten.
Zorg ervoor dat je telkens een schakel uit de keten neemt met verkoopprijs - inkoopprijs - brutowinst. Je hebt altijd 2 van de 3 gevens of in bedragen of in procenten. Kijk goed welke er 100% is. Dat kan je zien aan brutowinstopslag of brutowinstmarge. Als je deze stappen volgt is het invullen en uitrekenen.
TIP: Let op, de verkoopprijs van de ene schakel is de inkoopprijs van de volgende schakel.
Na de toets print je je antwoorden in een PDF en stuur je ze in via het kopje ANTWOORDEN onder de laatste opdracht.
Alleen antwoorden is niet voldoende. De berekening moet toegevoegd worden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Toets:Oefening 3.2 - Prijsopbouw in de verkoopketen
Toets: Oefening 3.3 - Prijsopbouw in de verkoopketen
Toets: Oefening 3.3 - Prijsopbouw in de verkoopketen
0%
Opdrachten waarbij je een klassieke keten in moet vullen moet je zien als een aantal aparte opdrachten.
Zorg ervoor dat je telkens een schakel uit de keten neemt met verkoopprijs - inkoopprijs - brutowinst. Je hebt altijd 2 van de 3 gevens of in bedragen of in procenten. Kijk goed welke er 100% is. Dat kan je zien aan brutowinstopslag of brutowinstmarge. Als je deze stappen volgt is het invullen en uitrekenen.
TIP: Let op, de verkoopprijs van de ene schakel is de inkoopprijs van de volgende schakel.
Na de toets print je je antwoorden in een PDF en stuur je ze in via het kopje ANTWOORDEN onder de laatste opdracht.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Toets:Oefening 3.3 - Prijsopbouw in de verkoopketen
4 - Verdieping
4.1 - Omzet - brutowinst - nettowinst
Omdat je de kennis het berekeken van marges en brutowinst goed beheerst gaan we inzoomen op de ondernemer en hoe je kan berekenen hoeveel hij heeft verdient.
Als we verder gaan kijken naar de brutowinst dan kan je je afvragen is dit allemaal voor de ondernemer?
Nee van de brutowinst moeten nog alle bedrijfskosten af. Dit kunnen vaste of variabele kosten zijn. Vaste kosten zijn kosten die per periode gelijk zijn en ook elke periode terugkomen. Een voorbeeld hiervan is de huur of de hypotheeklasten voor het pand waar het bedrijf in gevestigd is. De variabele kosten zijn kosten die niet elke periode terug keren maar ook niet gelijke bedragen hoeven zijn. Een voorbeeld hiervan is de verkoopcommissie voor de handelsagent die de goederen verkoopt. De ene maand kan hij heel veel verkocht hebben maar een andere maand helemaal niet. Ook promotionele acties zijn een voorbeeld van variabele kosten. Als je al deze kosten van de brutowinst afhaald dat heb je de nettowinst. Helaas voor de ondernemer moet hij hierover nog wel eventjes belasting betalen :-(
Hieronder een opgave waarbij je alle puzzelstukjes nodig hebt. Let op het is een niv4 opdracht deze hoef je niet op het examen te kunnen maken!!
Succes
Toets: Verdieping - opdrachten 4.1
Toets: Verdieping - opdrachten 4.1
0%
Opdracht 4.1
Maak een pdf en stuur deze in via het inlever menu.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het huiswerk kijken we volgende les na als we elkaar weer treffen via teams. Ik zal dat de opdrachten samen met jullie uitwerken via microsoft one-note.
Als we alles hebben nagekeken volgende les gaan maken we de eindtoets.
6 - Ben jij examen klaar? De EINDTOETS
Hierbij de link naar de eindtoets ComCal CM2
Log in met je school account in Microsoft Forms.
7 - ANTWOORDEN INSTUREN
Lever opdracht 3.2 in.
Klik op microsoft forms om je antwoorden in pdf in te leveren. Login met de school account.
Lever opdracht 3.3 in.
Klik op microsoft forms om je antwoorden in pdf in te leveren. Login met de school account.
Lever opdracht 4.1 in.
Klik op microsoft forms om je antwoorden in pdf in te leveren. Login met de school account.
Bronnen
Al het beeldmateriaal is zelf gemaakt tenzij anders vermeld onder de afbeelding.
Het arrangement Commerciële Calculatie MBO niv 3 examentraining 2019-2020 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Sander Hermes
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-06-29 09:40:22
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
ComCal Hoofdstuk 1 paragraaf 1-7 overview
Omdat je de kennis het berekeken van marges en brutowinst goed beheerst gaan we inzoomen op de ondernemer en hoe je kan berekenen hoeveel hij heeft verdient. 
