Omdat je de kennis het berekeken van marges en brutowinst goed beheerst gaan we inzoomen op de ondernemer en hoe je kan berekenen hoeveel hij heeft verdient.
Als we verder gaan kijken naar de brutowinst dan kan je je afvragen is dit allemaal voor de ondernemer?
Nee van de brutowinst moeten nog alle bedrijfskosten af. Dit kunnen vaste of variabele kosten zijn. Vaste kosten zijn kosten die per periode gelijk zijn en ook elke periode terugkomen. Een voorbeeld hiervan is de huur of de hypotheeklasten voor het pand waar het bedrijf in gevestigd is. De variabele kosten zijn kosten die niet elke periode terug keren maar ook niet gelijke bedragen hoeven zijn. Een voorbeeld hiervan is de verkoopcommissie voor de handelsagent die de goederen verkoopt. De ene maand kan hij heel veel verkocht hebben maar een andere maand helemaal niet. Ook promotionele acties zijn een voorbeeld van variabele kosten. Als je al deze kosten van de brutowinst afhaald dat heb je de nettowinst. Helaas voor de ondernemer moet hij hierover nog wel eventjes belasting betalen :-(
Hieronder een opgave waarbij je alle puzzelstukjes nodig hebt. Let op het is een niv4 opdracht deze hoef je niet op het examen te kunnen maken!!
Succes