Beste leerling welkom en wat fijn dat je hier aan de slag gaat. Vandaag gaan we het hebben over planten! Nu denk je misschien yes super leuk of nah saai... Ik zorg er in ieder geval voor dat deze les tof wordt. Beloofd :)
Zoals je weet zijn wij (mensen) niet de enige levende organismen. Naast ons leven er nog dieren, planten, schimmels en bacteriën. Allemaal bestaan wij uit onderdelen die een functie hebben. Denk aan je hand die een onderdeel is van jouw lichaam met als functie om een glas water op te pakken. Zoiets hebben planten dus ook. Nou hebben planten geen armen maar zij hebben wel genoeg onderdelen die helpen om in leven te blijven zodat jij en ik van ze kunnen genieten als we naar ze kijken.
Wat gaan we vandaag leren?
Aan het eind van deze les begrijp je uit welke onderdelen de plant bestaat en hun functies;
Aan het eind van de les weet je hoe een plantencel eruit ziet;
Aan het eind van deze les weet je wat fotosynthese inhoudt;
Aan het eind van de les ken je het verschil tussen windbloemen en insectbloemen
Wat gaan we vandaag doen?
Vandaag krijg je een stukje uitleg over de plant en zijn onderdelen. Vervolgens zul je wat filmpjes bekijken die de uitleg ondersteunen. Tussendoor maak je wat opdrachten waar je direct feedback op krijgt, zo krijg je een beeld van hoe ver je de uitleg snapt. Aan de hand van de Test jezelf ontstaat een score en dit bepaalt of je een verdiepende opdracht zult maken of een ondersteunde opdracht aan het eind van de les.
Mocht er iets niet duidelijk zijn schroom dan niet om mij een e-mail te sturen met je vraag. Veel plezier en succes!
Planten bekijken
In onderstaand filmpje zie je een kort introductie filmpje over de verschillende onderdelen van de plant.
Planten bestaan uit klompjes cellen die een weefsel vormen. Uit dit weefsel ontstaan onderdelen zoals de stengel of bladeren. Een weefsel is dus niets anders dan een groepje cellen met dezelfde vorm en functie.
Een plantencel bestaat uit veel onderdelen. Deze onderdelen kunnen ook voorkomen in cellen van andere organismen zoals bacteriën of dieren. De onderdelen kunnen ook alleen uniek zijn voor de plant zelf. Zo zijn planten de enige organismen die bladgroenkorrels hebben. Een celwand is iets minder uniek omdat bacteriën en schimmels ook een celwand hebben. Dieren die hebben bijvoorbeeld geen celwand maar alleen een celmembraan.
De functies zijn als volgt:
Een celwand zorgt voor stevigheid
Een celmembraan omsluit het cytoplasma
Het cytoplasma is het vocht met voedingsstoffen
De bladgroenkorrels spelen een rol in het fotosynthese proces omdat fotosynthese hierin plaatsvindt
De celkern die regelt alles wat in een cel moet gebeuren
Een vacuole is een blaasje gevuld met vocht wat zorgt voor turgor (druk tegen de celwand)
Planten hebben naast bladgroenkorrels ook kleurstofkorrels en zetmeelkorrels. Dit komt omdat niet alle plantdelen groen zijn. Denk bijvoorbeeld aan de vruchten van een plant zoals een tomaat die rood is.
Zetmeelkorrels zijn kleurloos en hier wordt zetmeel in opgeslagen. Zetmeel is niets anders dan een reservestof waar stoffen worden opgeslagen. Dit gebeurt bijvoorbeeld in aardappelen.
Extra belangrijke informatie: de ene type korrel kan overgaan in een ander type. Bijvoorbeeld bladgroenkorrels kunnen veranderen in kleurstofkorrels.
De plant bestaat uit verschillende onderdelen die allemaal een eigen functie hebben.
Denk maar eens aan de kleurrijke bloemen die de functie hebben om bijen te klokken. Wanneer deze plant niet zou opvallen en geen nectar zou bevatten dan zullen de bijen ook niet op deze planten afkomen. Het gevolg is dat er dan geen bevruchting meer zou plaatsvinden wat natuurlijk onwijs jammer zou zijn.
Verder heeft een plant een stengel. Deze heeft de functie om water te vervoeren vanuit de bodem naar de rest van de plant en glucose vanuit de bladeren naar de bodem. Je kunt een stengel een beetje vergelijken met een tunnel met tweerichtingsverkeer.
Een plant bevat ook bladeren die glucose maken. Zoals je eerder hebt geleerd is een plant een autotrofe organisme wat betekent dat hij zichzelf voorziet van voedsel. Dit doet een plant met behulp van fotosynthese. Hierbij heeft een plant water + koolstofdioxide + zonlicht nodig om uiteindelijk glucose + zuurstof te maken. Dit proces is een heel belangrijk onderdeel wat regelmatig terugkomt in de biologie als we het hebben over planten.
Tot slot heeft een plant wortels die als functie hebben om water op te nemen en door te geven aan de stengel. De wortels hebben een andere kleur dan de stengel en bladeren die groen van kleur zijn. Dit komt omdat de wortels niet aan fotosynthese doen omdat zij geen zonlicht ontvangen (zij bevinden zich namelijk onder de grond).
Als je goed om je heen kijkt dan zie verschil in de soorten bloemen. De ene bloem is felgekleurd en ruikt heerlijk terwijl de andere bloem niet zo opvalt. Dit heeft te maken met het volgende: insectbloemen en windbloemen.
Insectbloemen zijn zo gebouwd om insecten te lokken. Daarom vallen ze zo erg op, ruiken ze lekker en lokken bijvoorbeeld de bijen middels nectar. Deze bloemen hebben ook meeldraden met kleverig stuifmeel. Dit zit vaak binnenin de bloem.
Windbloemen vallen niet op en hangen er een beetje bij. Dit is zo gebouwd zodat ze gemakkelijk kunnen bewegen wanneer het waait. Het stuifmeel is heel licht en zit aan de buitenkant. Dit zodat het gemakkelijk meters ver verspreid kan worden met behulp van de wind en zo op de juiste bloem terecht komt.
Cellen zijn de kleinste eenheden in een organisme. Zonder cellen zou er dus geen organisme kunnen ontstaan omdat groepjes cellen een weefsel vormen. Dit weefsel vormt op zijn beurt weer een orgaan zoals een blad of bloem. Hieronder vindt je een overzicht waarin heel goed wordt laten zien hoe dit verloopt. Dit voorbeeld geldt voor een mens maar dit principe is hetzelfde voor een plant. Wel natuurlijk met een ander uitziende cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel en uiteindelijk het organisme: de plant.
Een plant of boom bevat vaten aan de binnenzijde van de stengel. Dit zijn de houtvaten en bastvaten. Samen noemen wij deze de vaatbundels. Houtvaten hebben als doel om water met mineralen naar boven te vervoeren (richting de bladeren en bloemen) en bastvaten vervoeren water met glucose van boven naar beneden (richting de wortels). Hieronder vindt je een overzicht van hoe dit eruit ziet.
Planten kunnen zichzelf bestuiven en dit noemen we zelfbestuiving. Wanneer een plant een andere plant bestuift dan noemen we dit kruisbestuiving. Bij kruisbestuiving is het van belang dat het bloemen zijn van dezelfde soort anders gebeurt er niets. Insecten en dieren kunnen hierbij helpen door het verspreiden van stuifmeel.
Bij bestuiving wordt er stuifmeel vanuit de meeldraden (in de helmknop) overgebracht op de stempel van de bloem. Hierna zal dit stuifmeel via de stempel bij de stamper naar binnen gaan en begint de bevruchting.
Weefsel: een groep cellen bij elkaar met dezelfde vorm en functie
Celwand: buitenste stevige wand dat zorgt voor stevigheid
Celmembraan: omhusel wat het cytoplasma omsluit
Cytoplasma: vocht in de cel met voedingsstoffen
Bladgroenkorrels: groene korrels waar fotosynthese plaatsvindt
Celkern: centrale kern die alles in de cel regelt
Vacuole: blaasje met vocht die voor stevigheid door druk tegen de celwand
Kleurstofkorrels: geven kleur aan plantdelen
Zetmeelkorrels: reservestoffen die opgeslagen worden in delen van de plant
Fotosynthese: het proces waarin van water, koolstofdioxide en zonlicht uiteindelijk zuurstof en glucose wordt gemaakt
Autotrofe organismen: organismen die zichzelf voorzien van voedsel en geen andere organismen nodig hebben om te kunnen overleven (vb. planten en bomen)
Houtvat: een vat wat water en mineralen vervoerd
Bastvat: een vat wat water en glucose vervoerd
Vaatbundel: houtvaten en bastvaten samen gebundeld
Verdamping: het proces waarin water van een plant via de huidmondjes verdwijnt (verdampt)
Stuifmeel: mannelijke sporen uit de meeldraden van een bloem voor nakomelingen
Insectbloem: kleurrijke bloem die insecten of dieren aantrekt om stuifmeel te kunnen verspreiden
Windbloem: een onopvallende bloem die zelf stuifmeel verspreid met behulp van de wind
Bestuiving: stuifmeel uit de meeldraden wat terecht komt op de stempel van een plant voor nakomelingen
Zelfbestuiving: het bestuiven van de eigen plant met behulp van stuifmeel
Kruisbestuiving: het bestuiven van een andere plant van dezelfde soort met behulp van stuifmeel
Meeldraden: hieruit komt stuifmeel
Helmknop: knopje van de meeldraad
Soort: organismen die vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
Bronnen
Theorie
Akkerman, T (2016). Nectar. Noordhoff Uitgevers B.V.
Biologiepagina. Geraadpleegd op 12 juni 2020 van, www.biologiepagina.nl
Campbell, N. A., Urry, L.A., Campbell, N. A., Urry, L. A., Cain, M. L., Wasserman, S. A., Minorsky, P. V., & Reece, J. B. (2018). Biology. New York: Pearson.
Het arrangement Biologie: hoe werkt een plant? is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
asma bouzidi
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-07-14 15:47:36
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
In deze les zul je leren uit welke onderdelen een plant bestaat en hun functie. Hierbij kun je denken aan de onderdelen: de bloem, de stengel, de bladeren, de wortels en een hele belangrijke: de plantencel, deze vormt de basis voor de hele plant.
In deze les zul je leren uit welke onderdelen een plant bestaat en hun functie. Hierbij kun je denken aan de onderdelen: de bloem, de stengel, de bladeren, de wortels en een hele belangrijke: de plantencel, deze vormt de basis voor de hele plant.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Plantencel
Zetmeelkorrels
Fotosynthese
Bloemen
Plaatje
Plaatje
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.