Poëzie - voorbereiding op de toets

Poëzie - voorbereiding op de toets

Poëzie - Deel 1

In deze lessen maak je kennis met een aantal onderdelen van poezie. Voor de toets moet je de termen kennen en kunnen toepassen.  In het eerste deel maak je kennis met de theorie over rijm. In deel 2 leer je over beeldspraak en over drie soorten gedichten. Ieder deel eindigt met oefeningen. Daar ga je zelfstandig of samen aan de slag met wat je geleerd hebt. Helemaal aan het eind van ieder deel plaats ik de uitlegfilmpjes die ik kon vinden op YouTube over de onderwerpen. 

 

Succces!

Theorie

Rijm

Je hebt verschillende soorten rijm. Bij rijm gaat het om klank, niet om de schrijfwijze.

 

De regels hieronder rijmen niet. De schrijfwijze is wel gelijk (ven), maar de uitspraak niet. (een ven is een meertje in een bos.)

 

Ik zou hem wel een knuffel willen geven

Hier aan de rand van dit kleine ven.

 

Rijm aan het eind van de dichtregels kennen we meestal wel (eindrijm), maar omdat rijm over klank gaat, kan rijm ook op andere plaatsen in de woorden en dichtregels voorkomen. Aan het begin van een woord bijvoorbeeld (alliteratie), of in het midden (assonantie). Op de volgende pagina's worden deze begrippen verder uitgewerkt.

Eindrijm

De bekendste soort rijm is eindrijm: de zinnen rijmen op het eind. In een gedicht kan één soort eindrijm worden gebruikt, maar ook meerdere soorten na elkaar.

 

We geven eindrijm aan met een rijmschema. Kijk maar naar het voorbeeld:

 

Sint liep eens te denken

hij Marije zou gaan schenken

Hij wist het niet

en vroeg het aan zijn piet

 

Denken en schenken rijmen op elkaar. De geven we dezelfde letter, bijvoorbeeld a.

Niet en piet rijmen ook op elkaar, maar niet op denken/schenken, dus die krijgen een andere letter: b.

Het rijmschema van dit sinterklaasgedichtje is dus aabb.

 

Gepaard rijm

Als zin 1+2 en 3+4 op elkaar rijmen, zoals in het sinterklaasgedichtje hierboven, noemen we dat gepaard rijm. De zinnen rijmen twee aan twee; in paren.

    

Gekruist rijm

Als zin 1+3 op elkaar rijmen en 2+4 rijmen ook op elkaar, noem je dat gekruist rijm. Om en om. Het rijmschema is dan abab.

 

Sint liep maar te denken

maar hij wist het steeds niet

Wat zou hij Marije schenken?

Dus vroeg hij het aan zijn piet.

 

Omarmend rijm

Bij omarmend rijm rijmen zin 1+4 en 1+2 op elkaar. Het rijmschema is abba.

 

Sint liep eens te denken

Hij vroeg het zijn piet

Maar die wist het ook niet:

Wat zouden ze Marije schenken?

 

 

Andere rijmsoorten

Andere soorten rijm die je moet kennen zijn alliteratie en assonantie.

 

Alliteratie wordt ook wel beginrijm genoemd. Het gaat bij alliteratie om dezelfde beginletters (medeklinkers) van woorden. In reclame wordt er veel gebruik gemaakt van alliteratie.


 

Heerlijk Helder Heineken  - de alliteratie zit in de herhaling van de H.

Today, Tomorrow, Toyota - de alliteratie zit in de herhaling van de T.

 

In een gedicht staan allitererende woorden niet altijd zo dicht bij elkaar, hoe meer woorden met dezelfde letter beginnen, hoe meer ruimte ertussen kan zitten.

 

Je lippen die ik heb gekust,

Je haren, donker en verward,

En dan je hart, je jonge hart,

Waaraan 'k zo heerlijk heb gerust

 

Ik denk: het heeft zo moeten zijn.

Soms is 't, alsof je bent gestorven.           

 

Wie weet, hoe ver, in leed en pijn,

Wij zullen hebben rondgezworven,

Voordat wij weer tezamen zijn.

 

22 maart 1943

J. Presser

 

Als je naar het eerste couplet (in een gedicht noemen we dat strofe) kijkt, zie je dat het rijmschema abba is: regel 1 + 4 rijmen (gekust, gerust) en 2+3 rijmen (verward, hart). In deze strofe is sprake van omarmend rijm.

 

Over het gedicht

Het gedicht is geschreven in de Tweede Wereldoorlog. Door de oorlog zijn de twee geliefden uit elkaar geraakt. Hij weet niet waar ze is en of ze nog leeft en of ze elkaar ooit nog zullen zien. Je zou kunnen bedenken dat het meisje joods is, vanwege het donkere haar, het rondzwerven, het leed en de pijn die hij vermoedt. Presser was zelf joods en schreef een boek over de jodenvervolging in Nederland.

 

assonantie

 

Een ander woord voor assonantie is klinkerrijm of klankrijm. Hierbij gaat het heel erg om de klank van beklemtoonde lettergrepen.

 

Bij assonantie hebben de klinkers in de beklemtoonde lettergrepen dezeflde klank. Ook hier maakt reclame dankbaar gebruik van:

 

   2 halen, 1 betalen

 

Hoe vind je de beklemtoonde lettergreep?

 

1. Deel het woord in lettergrepen.       be-lang-rijk

2. Stel je voor dat je het woord heel duidelijk uit moet spreken (bijvoorbeeld voor een dove buurvrouw). Welke lettergreep krijgt dan extra nadruk (extra hard en misschien extra lang)?   

be-lang-rijk

 

De klank

In het Nederlands spreek je eenzelfde letter niet altijd hetzelfde uit. Was en waren hebben allebei 1 a, maar de klank is heel verschillend. De a van was is kort, de a van waren is lang.

 

De -e heeft veel klankvormen:

 

heb - heeft een korte e-klank

ketel - heeft een lange e-klank

beton, horloge (en de tweede e van ketel) - hebben zelfs een soort u-klank (maar die lettergrepen zijn onbeklemtoond, dus die doen niet mee bij assonantie.)

 

Let dus goed op dat de klinkers echt hetzelfde klinken!

 

Nog even het gedicht van de vorige pagina:

 

Je lippen die ik heb gekust,           <------ lippen ... ik   - twee keer dezelfde i-klank: assonanatie

Je haren, donker en verward,         <------- haren .... verward -  lange a en korte a : geen assonantie

En dan je hart, je jonge hart,         <-------- dan .... hart ... hart - drie (of 4!) keer korte a: assonantie

Waaraan ''k zo heerlijk heb gerust.  

 

Dus: in een gedicht komen soms alliteratie en assonantie naast elkaar voor!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oefenen

Oefening 1

Lees het gedicht hieronder. Het helpt om het gedicht een paar keer te lezen. Maak de oefening. De dikgedrukte woorden zijn de woorden die je uiteindelijke moet kennen en moet kunnen toepassen. De oefeningen worden via Teams in groepjes nabesproken.

 

Let op: het is een oefening. Ook bij gedichten is het zelf oefenen heel belangrijk. Samen oefenen is ook prima, maar als je alleen maar antwoorden van een ander overneemt, ontzeg je jezelf het leermoment.

 

In de trein

 

Het land slaat open als de ogen

van haar die ik zonet verliet

Er lopen schapen op het droge

en in de sloten drijft verdriet

 

Het denken valt mij dan ook moeilijk:

mijn geest verlaat de trein

en kruipt, zijn kreupel lot verfoeiend

naar haar bij wie ik niet wou zijn.

 

Jan Emmens

 

 

De oefening:

  1. Hoeveel strofes telt dit gedicht?
  2. Welk rijmschema heeft de eerste strofe?
  3. Welke soort eindrijm wordt in de eerste strofe gebruikt?
  4. Wat is alliteratie?
  5. Noem twee voorbeelden van alliteratie uit dit gedicht.
  6. Wat is assonantie?
  7. Geef twee voorbeelden van assonantie uit dit gedicht.
  8. Probeer in je eigen woorden uit te leggen waar dit gedicht over gaat.
  9. Wat vind je van het gedicht? Kies twee beoordelingswoorden (leuk, saai, langdradig, moeilijk, herkenbaar, lief, eng, enz.)
  10. Leg je mening duidelijk uit.

 

 

 

Oefening 2

Lees het gedicht en beantwoord de vragen.

 

Veel vragen ken je al van de vorige oefening. Herhaling helpt je dingen te onthouden. Dezelfde vragen komen ook op de toets voor.

 

Een foto

 

Van die razzia zij foto's:

Jonas Daniel Meijerplein,

waar de Duitse militairen

joden aan het treiteren zijn.

 

Een bange man met keurige schoenen,

lange jas en vlinderdas,

wordt over het plein gedreven

of het naar een veemarkt was.

 

Drie Duitse soldaten staan er

met een spottend lachje bij

en daar kijkt een vierde Duitser,

misschien toch beschaamd, opzij.

 

Stel je voor, je zag die foto

van die man met vlinderdas

en je zou opeens ontdekken

dat het je eigen vader was.

 

Soms moet ik er ook aan denken

hoe 't die andere zoon vergaat,

die ontdekte: kijk, mijn vader

is die lachende soldaat.

 

Willem Wilmink

 

De oefening:

  1. Hoeveel strofes telt dit gedicht?
  2. Welk rijmschema heeft de eerste strofe?
  3. Wat is alliteratie?
  4. Noem twee voorbeelden van alliteratie uit dit gedicht.
  5. Wat is assonantie?
  6. Geef twee voorbeelden van assonantie uit dit gedicht.
  7. Probeer in je eigen woorden uit te leggen waar dit gedicht over gaat.
  8. Wat vind je van het gedicht? Kies twee beoordelingswoorden.
  9. Leg je mening duidelijk uit.

 

Uitlegfilmpjes

Voor iedereen die het vervelend vindt om steeds maar alles te moeten lezen: er zijn ook uitlegfilmpjes op YouTube te vinden. Het vervelende is dat ze soms minder en soms meer uitleggen dan voor ons nodig is. 

 

Over rijmschema's en soorten eindrijm: https://www.youtube.com/watch?v=EVnXk3uCMns&t=2s Meer dan jij hoeft te weten, maar duidelijk en (zéker) niet te snel.

 

Helaas, geen filmjes over assonantie en alliteratie. Wie weet vind ik ze nog.

 

 

 

  • Het arrangement Poëzie - voorbereiding op de toets is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Anja Blum Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-05-05 16:24:57
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten