Natuur ziekte en gezondheid

Natuur ziekte en gezondheid

Arrangement 1 ziekte en gezondheid

Ziekte en gezondheid

Inleiding

Haar op je hoofd en in je neus, een heel stelsel van botten, hoesten als je je verslikt, zenuwen voor een spreekbeurt...je staat er niet bij stil, maar alles óp, áán en ín je lichaam heeft een functie. Je lichaam heeft een taak: Gezond blijven, veilig zijn, overleven...(En ja..voortplanten..maar daar gaat dit thema dan weer niet over)

In dit thema leer je hoe alles in je lichaam eigenlijk samenwerkt om ervoor te zorgen dat jij gezond bent en blijft. Maar ook hoe je lichaam het vermogen heeft om te herstellen. Herstelfuncties noem je dat.

In het eerste deel van dit thema kijken we vooral wat "gezond" is, hoe je ziek wordt en wa je kunt doen om niet ziek te worden.

 

Maar ook ons lichaam zelf kent allemaal "beschermingstrucjes" om gezond te blijven of juist weer gezond te worden. Daar leer je over in deel 2.

 

In het tweede deel leer je wat je lichaam nodig heeft om al die taken goed uit te kunnen voeren. Daar ligt dus een stukje verantwoordelijkheid voor jou. Je lichaam doet elke dag zijn uiterste best voor jou. Wat doe jij voor je lichaam?

 

 

 

 

Lesdoelen en begrippen

Na deze lessen....

  • Weet je wat gezond is, wat ziek is en wat ongezond.
  • Je weet wat ziekteverwekkers zijn en wat ze doen.
  • Je weet het verschil tussen een bacterie en een virus.
  • Je weet hoe je door middel van hygiéne de kans op ziekte kunt beperken.
  • Je weet hoe je lichaam reageert als je toch ziek wordt.
  • Je weet wat de taak van witte bloedcellen is.

 

Begrippen:

  • gezondheid (lichamelijk, geestelijk, sociaal)
  • ziek
  • ongezond
  • ziekteverwekkers
  • bacterie
  • virus
  • hygiéne protocol
  • bacteriegroei
  • herstelfunctie
  • afweersysteem
  • witte bloedcellen

Wat is gezond?

 

Gezondheid heeft te maken met verschillende factoren:

 

  • Je lichamelijk goed voelen: Je lichaam werkt zoals het hoort en je hebt nergens pijn.
  • Je geestelijk goed voelen: Je hebt geen last van dingen die je denkt en emoties die je voelt.
  • Je sociaal goed voelen: Je voelt je goed in het bijzijn van andere mensen en de mensen waar je mee leeft.

Ze hebben met elkaar te maken en beinvloeden elkaar altijd.

Heb je ergens pijn waardoor je iets niet kunt? Dan kun je je ook verdrietig voelen. Maak je je erg veel zorgen? Dan kun je er hoofdpijn of buikijn van krijgen.

Zo zie je dat de verschillende factoren invloed op elkaar hebben.

Wij gaan in de komende lessen alleen in op het lichamelijke, (dit heet ook wel het fysieke)deel.

Opdracht 1

Oefening: opdracht 1 lichamelijk, geestelijk of sociaal?

Start

Wat is ziek?

Je weet nu wat het begrip "gezond" inhoud. Het tegenovergestelde van gezond is "ziek" of "ongezond" Zijn die twee dingen volgens jou hetzelfde? Of is er een verschil?

Je denkt hier even zelf over na. Daarna praat je in tweetallen of in je groepje over de volgende stelling:

 

"Ziek zijn is hetzelfde als ongezond zijn "

 

Nadat je dit besproken hebt geef je hieronder je eigen antwoord.

Opdracht 2

Ziekteverwekkers, om ziek van te worden!

Ziek worden....

Iedereen is wel eens ziek. Maar hoe word je nu ziek? of waar wordt je ziek van? Er zijn natuurlijk een heleboel verschillende soorten ziekten, die allemaal een andere oorzaak hebben. Er zijn heel ernstige ziekten en minder ernstige ziekten. We gaan het hebben over ziekteverwekkers waar we allemaal wel eens mee te maken krijgen: bacteriën en virussen.

 

Bekijk de volgende filmpjes met aandacht om hier meer over te weten te komen. Daarna maak je een paar opdrachten.

Je weet straks goed het verschil tussen een bacterie en een virus.

Je kunt ook voorbeelden noemen van ziekten die je kunt krijgen van een bacterie en wat je kunt krijgen van een virus. Let daar dus goed op bij het bekijken van de video's hieronder. Maak eventueel aantekeningen.

Opdracht 3

Er is een belangrijk verschil tussen een bacterie en een virus.
Er is een belangrijk verschil tussen een bacterie en een virus.

Oefening: Bacterie of Virus

Start

Het Corona virus

Het Corona virus houdt ons al maanden bezig.
Het Corona virus houdt ons al maanden bezig.

We weten nu precies wat een virus is. Het virus dat ons al maanden bezig houdt en dat we waarschijnlijk ook nooit meer zullen vergeten is het Corona-virus.

De tijd waarin dit virus ons leven beheerst heet de "Corona-crisis"

Het is een pandemie. Een pandemie wil zeggen dat het virus zich verspreidt over alle werelddelen. Een haast niet te stoppen virus. Wat maakt dit virus nu zo anders dan de andere virussen? Bekijk het filmpje hieronder.

EXTRA opdracht: Corona

Je docent geeft aan of je dit deel moet doen. Dan krijg je het werkblad van de docent.

Heel veel info over het Coronavirus
Deze info hoef je alleen te bekijken als je docent dat aangeeft. Het is een EXTRA opdracht.

Hygiëne

Dankzij het Corona virus weten we allemaal ineens heel goed dat hygiene erg belangrijk is om te voorkomen dat een virus zich verder kan verspreiden. Maar ook bacterien verpreiden zich heel makkelijk en snel.

Bacterien en virussen verspreiden zich door:

  • Direct contact (handen geven, knuffelen, kussen,aanraking)
  • Indirect contact (via spullen of oppervlakten)
  • Via de lucht.

De persoon waar de bacterie of het virus binnendringt noemen we de gastheer. (ook als het een vrouw is) dat klinkt of je ze uitgenodigd hebt, maar je wilt deze gasten juist buiten de deur houden! 

Een van de belangrijkste (en makkelijkste) maatregelen die je kunt nemen is regelmatig en goed je handen wassen.

Ken jij al het protocol voor handen wassen?

(Een protocol is een aantal opgeschreven regels waarin wordt vastgelegd op welke manier bepaalde activiteiten worden uitgevoerd.) 

Hieronder zie je het protocol voor handen wassen:

Zeg eens eerlijk: Doe jij dat altijd zo?

 

 

Dit is het protocol voor handen wassen
Dit is het protocol voor handen wassen

Opdracht 4

Werk in tweetallen. Bestudeer het handenwasprotocol een paar minuen en bekijk het filmpje hieronder. Als je denkt dat je het uit je hoofd kunt, ga je samen naar de wasbak en was je om de beurt je handen volgens het protocol. (vraag je docent even op het uitkomt en wacht tot er niemand bij de wasbak staat)

De ander checkt of je alle stappen goed uitvoert of dat je een stap overslaat. Deze persoon mag het protocol erbij houden en evt. aanwijzingen geven.

Daarna draai je de rollen om. 

Als je beiden aan de beurt geweest bent, ga je terug naar je plek en maak je de volgende opdracht.

Oefening: Handen wassen

Start

Bacteriegroei

Zoals je nu weet verspeiden Bacterien en virussen zich snel. Een virus heeft een levende cel nodig om te kunnen overleven en zich zo te delen. Een bacterie is een eencelllig organisme dat zichzelf kan delen. Dat kan hij onder de juiste omstandigheden supersnel. Hij plant zich dus niet voort met een "vader en moeder cel" maar kan zichzelf opsplitsen in 2 precies dedzelfde nieuwe bacterien. Die twee nieuwe cellen, spitsen zich ook weer op. Zolang de omgeving geschikt blijft, kan dit oneidnig door blijven gaan. In het plaatje hieronder zie je hoe dat verdubbelen gaat.

Bacterien leven dus ook met heel veel bij elkaar. Een bacterie-kolonie noem je dat.

 

Het practicum dat je gaat doen laat zien hoe bacterien zich vermenigvuldigen en verspreiden. 

Vraag de docent om de benodigde materialen en vraag ook wanneer je het practicum mag uitvoeren. Met de handleiding lukt dit jou helemaal zelf! Lees eerst alles goed door voordat je begint!

 

PRACTICUM BACTERIEGROEI

Met het blote oog kunnen we geen bacteriën zien. Toch zitten ze overal! Met het volgende practicum gaan we dat zichtbaar maken. Je gaat ook zien hoe snel bacteriën zich kunnen vermenigvuldigen, en je onderzoekt wat het effect van handen wassen is! Hopelijk heb jij een sterke maag, veel succes!

Aan de slag!
Aan de slag!

In de aanval!

indringers gesignaleerd!
indringers gesignaleerd!

Een bacterie of virus dringt binnen...

Je kunt er vanalles aan doen, maar soms lukt het een bacterie of virus tóch om binnen te dringen...wat dan?

Dan komt het lichaam direct in actie! Hoe bijzonder is dat!

 

Die infectie met een bacterie of virus kan leiden tot een ziekte of ontsteking. Meestal krijg je ergens last van. Een pijnlijke plek of koorts. Jij vind dat vervelend, maar eigenlijk is dat een teken dat de aanval is geopend..Je moet er blij om zijn!

Zodra de vreemde indringer gesignaleerd is, gaat het bloed sneller stromen om zo witte bloedlichaampjes naar die plek te sturen waar de ziekteverwekkers zich bevinden. Witte bloedlichaampjes hebben als taak om de ziekteverwekkers aan te vallen en onschadelijk te maken. Het zijn een soort soldaten van het leger tegen vreemde indringers.

Deze soldaten kunnen op twee manieren aanvallen.

Bekijk het eerste filmpje hieronder en beantwoord de volgende vraag:

Op welke twee manieren vallen witte bloedlichaampjes de ziekteverwekkers aan?

Het tweede filmpje kun je bekijken als je tijd over hebt.

Dit zijn verschillende bloedcellen uitvergroot. Rechtsonder zie je een witte bloedcel. Een soldaat van ons afweersysteem.
Dit zijn verschillende bloedcellen uitvergroot. Rechtsonder zie je een witte bloedcel. Een soldaat van ons afweersysteem.

Antibiotica

De ziekteverwekker is te sterk...

Als het leger van witte bloedcellen de ziekteverwekker niet aan kan, dan sterven de witte bloedcellen die de aanval zijn aangegaan. De ziekteverwekker wint de strijd. Op dat moment moet een medicijn de witte bloedcellen gaan helpen. Een bekend medicijn is antibiotica. Dit medicijn kan wel een bacterie doden, maar geen virus.

 

Vaccinatie

Vaccinaties (inentingen) beschermen mensen tegen ernstige infectieziekten. Zoals mazelen, kinkhoest en baarmoederhalskanker. Er zijn vaccinaties voor verschillende groepen mensen. Een vaccin krijg je door middel van een injectie. In het vaccin zitten kleine delen van de ziekteverwekkers. Doordat je deze ingespoten krijgt in een kleine hoeveelheid, gaat je lichaam antistoffen aanmaken. Je lichaam is nu bekend met de ziekteverwekker en zal hem veel sneller aan kunnen vallen als je er toch mee in aanraking komt.

Einde arrangement deel 1

Je hebt dit hele eerste deel van het thema doorlopen. Goed bezig!

Je gaat de volgende keer verder met het tweede deel: Het lichaam in stand houden, dat is het vervolg op deze les.

Aan het einde daarvan krijg je een opdracht waarmee je het hele thema (dus de twee delen afrond.

Aan het begin van dit thema stonden de doelen beschreven. Hieronder zie je ze nog een keer staan.

Ga voor jezelf eens na of je alle doelen beheerst?

 

Na deze lessen....

  • Weet je wat gezond is, wat ziek is en wat ongezond.
  • Je weet wat ziekteverwekkers zijn en wat ze doen.
  • Je weet het verschil tussen een bacterie en een virus.
  • Je weet hoe je door middel van hygiéne de kans op ziekte kunt beperken.
  • Je weet hoe je lichaam reageert als je toch ziek wordt.
  • Je weet wat de taak van witte bloedcellen is.

 

Begrippen:

  • gezondheid (lichamelijk, geestelijk, sociaal)
  • ziek
  • ongezond
  • ziekteverwekkers
  • bacterie
  • virus
  • hygiéne protocol
  • bacteriegroei
  • herstelfunctie
  • afweersysteem
  • witte bloedcellen