Tijdens deze les staat alles in het teken van het bijvoeglijke naamwoord. Vorig jaar hebben jullie al wat kennis opgedaan. Zo kennen jullie de regels al van de korte en de lange vorm van het bijvoeglijke naamwoord. Tijdens deze les gaan we ook die kennis weer ophalen én leren we ook alle andere regels aan die bij het bijvoeglijke naamwoord horen. De les begint met 'wat weet je al?' en we sluiten hem af met 'de toets'. Natuurlijk is dit geen echte toets, hij zal niet op je rapport komen te staan. Wel is deze toets vergelijkbaar met wat je uiteindelijk gevraagd wordt op de echte toets tijdens de proefwerkweek.
Je moet eerst weten hoe je een bnw kunt herkennen.
Bijna altijd eindigt een bnw op een -e. Zoals:
De mooie koe
Het dikke varken
De leuke jongen
Het mooie meisje
Uitzondering:
Een bnw krijgt geen -e als het zelfstandig naamwoord een het-woord is en er 'een' voor staat. Zoals:
Het lieve meisje - een lief meisje
Het grote raam - een groot raam
Het kleine glas - een klein glas
Het dikke varken - een dik varken
De stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Als een bijvoeglijk naamwoord iets vertelt over het materiaal waarvan iets gemaakt is, wordt het een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord genoemd.
Deze eindigen bijna altijd op en:
de houten deur (de deur is van hout gemaakt)
de ijzeren lepel (lepel van ijzer)
de katoenen jurk (jurk van katoen)
de loden pijp (pijp van lood)
de emaillen pan (pan van email, geëmailleerde pan)
het wollen tapijt (tapijt van wol)
het papieren behang (behang van papier)
het chromen fornuis (fornuis van chroom)
het strooien hoedje (hoedje van stro)
een betonnen gebouw (gebouw van beton)
een granieten vloer (vloer van graniet)
een bonten jas (jas van bont)
een pluchen konijn (konijn van pluche)
een zijden blouse (blouse van zijde)
Bijzondere gevallen
Sommige stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden krijgen geen en. Het zijn vooral woorden die uit een andere taal zijn overgenomen en woorden voor relatief nieuwe stoffen:
een acryl kledingstuk
een aluminium velg
een bamboe hutje
een canvas schoen
een corduroy broek
een fleece vest
Wil je de uitleg liever in een filmpje zien? Klik dan op 'Filmpje'.
Bijvoeglijk naamwoord afgeleid van een voltooid deelwoord
Ken je het voltooid deelwoord nog? Niet? Zie dan het filmpje. Klik op Filmpje.
Filmpje
Uitleg
Een voltooid deelwoord wordt ook wel eens gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Het is dan geen werkwoord meer, maar vergelijkbaar met woorden als 'lang', 'groen' en 'sterk': het zegt iets over het woord dat erna komt. Zoals: de geprinte tekst.
We behandelen twee regels.
1. Het is afgeleid van een klankveranderend werkwoord. Schrijf dan: -en.
Voorbeelden:
De gereden route - het gebraden gehakt - de begrepen uitleg - de gebarsten ruit - het gestoten hoofd
2. Het is afgeleid van een klankvast werkwoord. Schrijf dan: -e.
Let bij deze stap op: schrijf altijd zo kort mogelijk en verdubbel alleen medeklinkers als dat nodig is voor de uitspraak.
Voorbeelden:
De vergrote foto - de geprinte tekst - de verbrede weg - de ontvluchte gevangene - het gelande vliegtuig - het verwoeste huis - het ontvreemde geld - het bestede geld
de gewitte tanden - het geredde dier - de verrotte vloer (voor de uitspraakt dus een dubbele medeklinker)
Bijvoeglijke naamwoorden na 'te'
De laatste regel!
Het bijvoeglijke naamwoord na het woordje 'te': schrijf dan het hele werkwoord.
Voorbeelden:
De te verwachten opkomst - Het te verbranden afval
Niet moeilijk toch?
Als je denkt alle regels te kunnen toepassen, maak dan de toets!
Het arrangement Spelling het bijvoeglijke naamwoord is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Isa Verwijlen
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-04-26 21:58:47
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Oefentoets 'wat weet je al'
Oefening (kennis tot nu toe)
De toets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.