Uitleg Boekverslag
Het maken van een boekverslag is belangrijk voor jou!
Allereerst ontwikkel jij verschillende vaardigheden. Jij bent bezig met begrijpend lezen, jij gaat informatie zoeken en verwerken, jij gaat zelf schrijven en jij bent creatief tijdens de opdrachten. Als laatste werk jij op een computer, waardoor jouw digitale vaardigheden zich verder ontwikkelen.
Daarnaast leest jij het verhaal van iemand ander. Hierdoor kan je weg dromen in een andere wereld en begrijp jij andere mensen misschien wel beter. Laten wij ook niet de nieuwe kennis vergeten die jij krijgt bij het lezen van een nieuw verhaal.
Stap 1: Kies een boek
Kies een boek uit. Let daarbij op de volgende punten:
- Het boek past bij jouw niveau.
- Het boek is nieuw voor jou
- Het onderwerp van het boek vindt jij interessant.
- De dikte van het boek past bij de hoeveelheid tijd die jij hebt.
Stap 2: Lees het boek
Ga het boek lezen en let daarbij op de volgende punten:
- Neem de tijd voor het lezen van het boek. Als jij dat fijn vindt, kan jij een wekker zetten.
- Ga ergens zitten waar jij je goed kan concentreren.
- Ga op een gezonde manier zitten, waarbij jij een goede lichaamshouding hebt.
- Zorg voor eten en drinken, als jij lang wilt gaan lezen.
- Misschien vindt jij het fijn om muziek te luisteren tijdens het lezen. Denk hierbij goed aan of jij oordopjes gebruikt, of niet, en welke soort muziek jij op zet.
Stap 3: Opdracht 'Algemeen deel'
Algemeen deel
Het eerste deel van het boekverslag is een verplichte opdracht, voor iedereen. Jij gaat de gegevens van het boek opzoeken en in jouw verslag zetten. Hieronder zie je een voorbeeld van bij het boek Pijnstillers van Carry Slee.
Onder de kopjes staat per onderdeel de betekenis uitgelegd en aangeven waar je de informatie in het boek kan vinden.
Voorbeeld |
Titel: Pijnstillers
Schrijver: Carry Slee
Illustrator: Roelof van der Schans
Aantal bladzijdes: 160
Uitgeverij: Uitgeverij Van Holkema & Warenhof
Jaar van (eerste) uitgave: 1997
Als het boek is vertaald
Origonele titel: Niet van toepassing
|
De titel
De schrijver geeft een boek een titel om al een beetje te vertellen waar het boek over gaat. Het moet de lezer dus informeren, maar ook verleiden om het boek te gaan lezen. Daarbij is het ook gemakkelijker om over een verhaal te praten, als je de titel kan benoemen en iemand weet over welk verhaal het gaat.
De titel staat vaak aan de voorkant van een boek.
Originele titel
Jij leest het boek nu in het Nederlands, maar het kan vertaald zijn. Noem ook de titel van het eerste boek, in de taal waar het verhaal oorspronkelijk in is gechreven.
De schrijver
Vroeger werden verhalen niet opgeschreven, omdat men niet kon schrijven of lezen. Toen werden verhalen vertelt door een verteller. Door het opschrijven van een verhaal, kan het verhaal door vele mensen worden gelezen. Toch is het als schrijver heel spannend, je weet nooit helemaal zeker of jouw verhaal goed of mooi wordt gevonden.
De naam van de schrijver staat vaak op de omslag (buitenkant) van een boek.
De illustrator
De persoon die de afbeeldingen voor op en in het boek heeft gemaakt, wordt de illustrator genoemd. Soms heeft het boek geen afbeeldingen, dan kan jij bij dit onderdeel 'niet van toespassing' neer zetten.
De naam van de illustrator wordt vaak ergens op de eerste bladzijdes genoemd, voordat het verhaal begint.
Aantal bladzijdes
Wanneer jij een boek gaat lezen voor school moet jij rekening houden met twee dingen. Allereerst het niveau van het boek, het moet niet te gemakkelijk of te moeilijk zijn. Ook moet jij het een leuk verhaal vinden, een boek dat jij stom vindt, ga jij niet uitlezen. Het aantal bladzijdes heeft invloed op het niveau van het boek en ook op jouw mening van het boek.
Onder aan de bladzijdes zijn de nummers vermeld. Schrijf het bladzijdenummer op van de laatste pagina (bladzijde).
De uitgeverij
De uitgeverij is het bedrijf dat het boek heeft gemaakt. De schrijver heeft het verhaal geschreven en geeft dat aan de uitgeverij. Die drukt het op papier en ze maken samen met de schrijver de buitenkant van het boek.
Op de eerste bladzijdes wordt de naam van de uitgeverij genoemt, voordat het verhaal begint. Soms staat de naam van de uitgeverij ook op de omslag (buitenkant) van het boek.
Het jaar van (eerste) uitgave
Het jaar dat het boek voor het eerst in de winkels lag, noemen ze 'het jaar van eerste uitgave'. Als heel veel mensen het boek kopen, moeten er soms nieuwe boeken worden gemaakt. Dan noemen ze dat 'de tweede druk'. Het kan zijn dat de uitgeverij heel vaak het boek opnieuw moet maken en misschien wel 'een negende druk' hebben.
Op de eerste paar bladzijdes staat het jaartal wanneer het boek voor het eerst in de winkels lag, voordat het verhaal begint.
Stap 4: Opdracht 'Keuze opdracht(en)'
Keuze opdrachten
Een boekverslag is niet alleen het bewijs dat jij een boek hebt gelezen, het is ook de bedoeling dat jij iets met het verhaal gaat doen. Jij kan er over nadenken, jij kan er iets van leren en je kan er iets mee doen.
Om jou hierin te helpen zijn er verschillende keuze opdrachten beschreven. Kies er één, twee, drie of meer die bij jou en het verhaal past.
Hoeveel keuze opdrachten?
Afhankelijk van jouw uitstroomniveau, kies jij de hoeveelheid keuze opdrachten. Ga jij na Ithaka naar de eerste klas, dan kies jij één keuze opdracht. Ga jij naar een tweede klas, kies dan twee keuze opdrachten. En je kan het misschien al raden, ga jij op het regulier naar een derde klas, kies dan drie keuze opdrachten.
Naar welke klas ga jij na Ithaka? |
Aantal keuze opdrachten |
Ik ga naar de eerste klas |
1 keuze opdracht |
Ik ga naar de tweede klas |
2 keuze opdrachten |
Ik ga naar de derde klas |
3 keuze opdrachten |
Welk niveau kies ik?
Voor elke keuze opdracht staat een niveau aangegeven, niveau 1 t/m 3.
Met een boekverslag laat jij aan jezelf en aan jouw meester of juf zien op welk niveau jij zit. Kies daarom een keuze opdracht dat bij jou past. Is de opdracht te lastig, kies dan een niveau lager. Als jij de opdracht gemakkelijk vindt, kies dan een opdracht met een hoger niveau of een extra opdracht.
Niveau 1 - Wie, wat, waar en wanneer?
Schrijf een korte introductie van het boek, ongeveer 10 zinnen. Hierdoor leg jij uit waar het verhaal over gaat. Neem de volgende punten mee in de uitleg.
Punten
- Wie komen er voor in het verhaal?
- Wat gebeurt er met deze mensen/dieren/ ... ?
- Waar speelt het verhaal zich af, in welk land/plaats?
- Wanneer speelt het verhaal zich af, in welke tijd/jaren?
Niveau 1 - De hoofdpersoon
Deze opdracht bestaat uit twee delen. Jij gaat de hoofdpersoon omschrijven en tekenen!
Omschrijving hoofdpersoon
De hoofdpersoon maakt allerlei dingen mee in het boek. Probeer in 5 zinnen de peroonlijkheid/het karakter van de hoofdpersoon te beschrijven. Leg goed uit waarom jij dat denkt. Je kan hierbij voorbeelden uit het boek gebruiken.
Als jij de opdracht lastig vindt, kan jij kiezen uit de onderstaande eigenschappen. Leg wel uit waarom jij dat vindt.
- lief
- aardig
- rustig
- druk
- bang
- vrolijk |
- verlegen
- oud
- geduldig
- boos
- ....
- ....
|
Tekenen hoofdpersoon
Misschien krijg jij al een beetje hulp van de tekenaar van het boek, maar jij mag de hoofdpersoon gaan tekenen. Het kan zijn dat jij denkt dat de hoofdpersoon er heel anders uitziet, dan de op de afbeeldingen in het boek.
Jij mag de hoofdpersoon op papier tekenen, maar jij mag ook een digitaal tekenprograma gebruiken.
Niveau 1 - Woordenlijst
In het verhaal ben jij misschien wel nieuwe woorden tegengekomen. Schrijf minimaal 5 en maximaal 10 nieuwe woorden op. Beschrijf in jouw eigen woorden de betekenis van deze nieuwe woorden.
Niveau 2 - Verklaar de titel en bedenk een nieuwe titel
Verklaring titel
De titel van het boek vertelt meestal meer dan alleen waar het boek over gaat. Verklaar (leg uit) waar jij denkt waarom de schrijver voor deze titel heeft gekozen.
Probeer dit niet gemakkelijk te doen, denk er goed over na. Gebruik voor jouw uitleg ongeveer 6 zinnen. Gebruik voor jouw argumentatie voorbeelden uit het boek.
Soms heeft een titel meerder verklaringen. Schrijf alles op wat jij kan bedenken, hierdoor kan jij laten zien dat jij het verhaal goed hebt begrepen.
Nieuwe titel
Nu jij zo goed hebt gekeken naar de titel, mag jij ook zelf een titel voor dit verhaal bedenken. Leg uit in ongeveer 4 zinnen waarom jouw titel ook een goede titel is.
Niveau 2 - Samenvatting
Jij gaat het verhaal samenvatten. Probeer een samenvatting te maken van minimaal 250 en maximaal 500 woorden te maken.
Waar moet je op letten?
- begin bij het begin van het verhaal
- het maken van een samenvatting is gemakkelijker als je eerst belangrijke begrippen/gebeurtenissen onder elkaar schrijft, en dan pas de zinnen gaat maken.
- als je de samenvatting digitaal maakt (op een computer), kan je vaak in het schrijfprogramma de woorden laten tellen.
Niveau 2 - Jouw mening
Als een mensen het boek kunnen kopen, is de schrijver altijd erg benieuwd wat de mening is deze mensen. Een mening over een boek, wordt ook wel een recentie genoemd.
Jouw mening
Geef jouw mening over het verhaal. Probeer dit in 10 zinnen op te schrijven. Leg jouw mening dus goed uit!
Jij kan letten op de volgende punten in het boek:
- hoe het verhaal geschrijven is
- de verhaallijn, wat er gebeurt in het boek
- hoe het boek eruit ziet
- hoe gemakkelijk/moeilijk jij het boek kon lezen
- afbeeldingen in het boek
- .......
- .......
Niveau 2 - Nieuw informatie op het boek
Vaak staat op de achterkant van het boek een klein stukje tekst om de lezer te vertellen waar het verhaal over gaat. Soms staat dit ook aan de binnenkant van het boek.
Lees dit stukje tekst en maak jouw eigen stukje tekst. Let op de volgende punten:
- het geeft informatie over het verhaal, zodat de lezer het verhaal wil lezen
- het is op dezelfde manier geschreven als het verhaal
- er staat niet te veel informatie in, anders weet de lezer alles al
Niveau 2 - Nieuwe omslag (buitenkant)
Dit is een creatieve opdracht. Op de voorkant van een boek staat vaak een afbeelding en de titel. Jij mag voor dit boek een nieuwe voorkant ontwerpen. Dit kan jij doen op papier, maar dit mag ook digitaal.
Niveau 2 - Stripverhaal
Dit is een creative opdracht. In het verhaal gebeuren er verschillende dingen. Kies een gebeurtenis uit die jij leuk vindt. Probeer van deze gebeurtenis in stripverhaal te maken.
Deze opdracht kan jij op papier maken of digitaal. Gebruik minimaal 10 en maximaal 20 vakjes.
Niveau 2 - Een nieuw einde
De schrijver heeft het verhaal bedacht en opgeschreven. Met deze opdracht ga jij een ander einde van het verhaal bedenken. Beschrijf dit einde in minimaal 250 en maximaal 500 woorden.
Bedenk van te voren of jij het einde beter of slechter wil laten aflopen voor de hoofdperoon.
Niveau 2 - Soort verhaal/genre
Voor deze opdracht ga jij kijken naar het soort verhaal en de opbouw van het verhaal. Beantwoord de volgende vragen.
1. Welk genre heeft de schrijver gebruikt?
Geef niet alleen antwoord op de vraag, leg ook uit in minimaal 2 en maximaal 4 zinnen waarom jij dat denkt. (Heb jij hulp nodig bij deze vraag, kijk dan op https://wikikids.nl/Genre)
2. Is het verhaal chronologisch vertelt?
Geef niet alleen antwoord op de vraag, leg ook uit in minimaal 2 en maximaal 4 zinnen waarom jij dat denkt. (Heb jij hulp nodig bij de vraag, kijk dan op https://wikikids.nl/Chronologie)
3. Is het verhaal Fictie of Non-fictie?
Geef niet alleen antwoord op de vraag, leg ook uit in minimaal 2 en maximaal 4 zinnen waarom jij dat denkt. (Heb jij hulp nodig bij de vraag, kijk dan op https://wikikids.nl/Leerboek)
Niveau 2 - Wie is de schrijver?
In deze opdracht ga jij informatie zoeken over de schrijver. Bedenk van te voren wat jij wilt weten over de schrijver en zoek deze informatie op. Zet de informatie op een duidelijke manier neer in minimaal 250 woorden en maxiamaal 500 woorden.
Let er op dat jij je eigen woorden gebruikt en niet kopieert van het internet, dat mag niet.
Niveau 3 - Nieuw einde
De schrijver heeft het verhaal op een bepaalde manier afgerond. Jij gaat met deze opdracht een nieuw einde bedenken. De opdracht bestaat uit drie onderdelen.
Het moment dat het ander loopt
Beschrijf de gebeurtenis in het boek dat jij wil veranderen, waardoor het verhaal anders afloopt. Doe dit in minimaal 5 en maximaal 10 zinnen.
Het einde
Beschrijf het nieuwe einde van het verhaal in minimaal 250 en maximaal 500 woorden.
Argumentatie
Leg uit waarom jij voor dit einde hebt gekozen. Gebruik hierbij goede argumentatie. Doe dit in minimaal 5 en maximaal 10 zinnen.
Niveau 3 - Schrijf een brief aan de hoofdpersoon
Na het lezen van het verhaal heb jij misschien wel vragen aan de hoofdpersoon, of jij wilt hem/haar graag advies geven.
Schrijf een brief aan de hoofdpersoon van minimaal 250 en maximaal 500 woorden. Dit wordt een informele brief (een brief aan familie/vrienden/kennissen), dus let hierop bij de opmaak. Heb jij hierbij hulp nodig? Kijk dan op: https://maken.wikiwijs.nl/bestanden/191563/T-231-15-01.pdf.
Niveau 3 - Schrijf een brief aan de schrijver
Na het lezen van het verhaal heb jij misschien vragen voor de schrijver of je wilt hem/haar advies geven.
Schrijf een brief aan de hoofdpersoon van minimaal 250 en maximaal 500 woorden. Dit wordt een formele brief (een brief aan iemand die je niet kent), dus let hierop bij de opmaak. Heb jij hierbij hulp nodig? Kijk dan op: https://maken.wikiwijs.nl/bestanden/191563/T-231-15-01.pdf.
Stap 5: Verzorging van het Boekverslag
Voordat jij het de opdrachten kan inleveren, moet jij het verslag maken. Hieronder staan de eisen waaraan het verslag moet voldoen.
Opbouw van het verslag
1. Het verlag heeft een voorkant waarop de volgende informatie staat:
- Het woord 'boekverslag'
- De titel van het boek
- Jouw naam (voor- en achternaam) + klas
- Naam van jouw docent(en) bij wie jij het inlevert
- Datum van de dag dat jij het verslag inleverd
2. Het algemene deel
3. De keuze opdracht(en)
De verzorging van verslag
1. Het verslag moet er mooi en verzorgd uitzien.
2. Het lettertype is niet groter dan 12.
3. Zorg dat jij je best doet op het gebruik van de taal-/spellingsregels.
4. Maak gebruik van jouw eigen woorden.