Voorbereiden PvB melkveehouderij

Voorbereiden PvB melkveehouderij

Algemene informatie

Niveau 3

Beste studenten,

De PvB duurt 8 dagen. Gedurende deze 8 dagen moet je op het PvB bedrijf aanwezig zijn. Je moet dan de onderstaande onderdelen uitvoeren of uitwerken:

1. Melken en verzorgen

2. Onderhouden machines

3. Rondleiding op het bedrijf

(incl. het maken van een onderhouds- en inventarisatielijst)

4. Verzorgen gewasgezondheid en voederwinning

5. Bewaken van de planning

(incl. het maken van een activiteitenplanning)

Op de 8e werkdag komen twee assessoren langs om jou te beoordelen op bovenstaande punten. De eerste assessor, vrijwel altijd een veehouderij docent van Aeres, neemt op de eerste dag van de PvB periode telefonisch contact op met de melkveehouder. Hierbij wordt de PvB opgestart.  

 

Noodzakelijke documenten/acties tijdens PvB:

1. Activiteitenplanning (inleveren bij assessoren)

2. Onderhouds- en inventarisatielijst (inleveren bij assessoren)

3. MPR

4. Ruwvoeranalyse

5. Bodemanalyse

6. Profielkuil graven voordat assessoren aanwezig zijn

 

Hieronder staan een aantal belangrijke onderdelen. Dit gaat om de volgende documenten:

 

Open bestand Beoordelingslijst derde assessor Vakbekwaam medewerker veehouderij.docx

Deze lijst hoort bij de beoordeling die door de melkveehouder moet worden ingevuld tijdens de PvB periode. Deze lijst wordt dan op de 8e werkdag door de twee assessoren meegenomen in de totale beoordeling.

 

Open bestand Proeve van bekwaamheid

De inhoud van de Proeve van Bekwaamheid en de eisen waaraan jij moet voldoen om te slagen.

 

Open bestand Checklist PvB

Deze checklijst moet je gebruiken om de rondleiding op het bedrijf voor te bereiden. Hier staan alle onderdelen op die tijdens de rondleiding gevraagd kunnen worden door de twee assessoren. Hierover krijg je nog een digitale instructie.

 

Open bestand Activiteitenplanning

De activiteitenplanning die je moet maken voor o.a. het aansturen van de medewerker. Deze medewerker moet aanwezig zijn op de 8e dag als de twee assesoren langskomen. Er wordt naar de activiteitenplanning gevraagd door de twee assessoren. Deze moet je kunnen toelichten.

 

Open bestand Onderhouds- en inventarisatielijst

Hierop worden alle onderhoudspunten van het bedrijf genoteerd die je in deze 8 dagen tegen bent gekomen. Hier wordt naar gevraagd door de twee assessoren.

 

Open bestand Informatie voor het PvB bedrijf en de student

In deze brief zie je een samenvatting van de uitvoering van de PvB.

 

Niveau 4

Beste studenten,

De PvB duurt 12 dagen. Gedurende deze 12 dagen moet je op het PvB bedrijf aanwezig zijn. Je moet dan de onderstaande onderdelen uitvoeren of uitwerken:

  1. Uitwerking van één optimalisatie + huidige begroting en begroting optimaal;
  2. Aansturen van een medewerker op de 12e werkdag + het maken van een activiteitenplanning;
  3. Rondleiding op het bedrijf geven aan de assessoren;
  4. Koeien voeren en één koe droogzetten.

Op de 12e werkdag komen twee assessoren langs om jou te beoordelen op bovenstaande punten. De eerste assessor, vrijwel altijd een veehouderij docent van Aeres, neemt op de eerste dag van de PvB periode telefonisch contact met de melkveehouder op. Hierbij wordt de PvB opgestart.  

 

Noodzakelijke documenten/acties tijdens PvB:

1. Activiteitenplanning (inleveren bij assessoren)

2. Onderhouds- en inventarisatielijst (inleveren bij assessoren)

3. Voerschema (inleveren bij assessoren)

4. Kringloopwijzer

5. MPR

6. Ruwvoeranalyse

7. Bodemanalyse

8. Profielkuil graven voordat assessoren aanwezig zijn

8. Rantsoenberekeningen

9. Toegang tot managementsysteem

10. Stieradvies

11. Boekhoudrapport

 

Hieronder staan een aantal belangrijke onderdelen. Dit gaat om de volgende documenten:

 

Open bestand Beoordelingslijst melkveehouder (derde assessor)

Deze lijst hoort bij de twee beoordelingen die door de melkveehouder moeten worden ingevuld tijdens de PvB periode. Het gaat hierbij om het koeien voeren en één koe droogzetten. Deze lijst wordt dan op de 12e werkdag door de twee assessoren meegenomen in de totale beoordeling.

 

Open bestand Proeve van bekwaamheid

De inhoud van de Proeve van Bekwaamheid en de eisen waaraan jij moet voldoen om te slagen. Lees goed door waaraan het optimalisatieplan moet voldoen!

 

Open bestand PvB begroting

In deze bijlage staat de begroting die jullie gebruiken bij de uitwerking van één optimalisatie. Je maakt een PowerPoint presentatie met daarin de volgende onderdelen:

  1. Korte bedrijfsbeschrijving;
  2. Belangrijke kengetallen op dit bedrijf (zowel technisch als financieel);
  3. Breng de 4 P’s van dit bedrijf in kaart (prijs, product, plaats en personeel);
  4. Breng ontwikkelingen en innovaties in de sector in kaart en geef aan welke kansen er zijn voor het bedrijf;
  5. Uitwerking SWOT;
  6. Onderbouwing waarom je voor deze optimalisatie kiest;
  7. Uitwerking optimalisatie + uitleg huidige begroting en begroting optimaal
  8. Conclusie

Jullie krijgen hierover nog een digitale instructie van ons. Lees de begroting en de PvB van te voren voor jezelf al goed door.

 

Open bestand Checklist PvB

Deze checklijst moet je gebruiken om de rondleiding op het bedrijf voor te bereiden. Hier staan alle onderdelen op die tijdens de rondleiding gevraagd kunnen worden door de twee assessoren. Hierover krijg je nog een digitale instructie.

 

Open bestand Activiteitenplanning

Activiteitenplanning die je moet maken voor het aansturen van de medewerker. Deze medewerker moet aanwezig zijn op de 12e dag als de twee assesoren langs komen. Er wordt naar de activiteitenplanning gevraagd door de twee assessoren. Deze moet je kunnen toelichten. 

 

Open bestand Onderhouds- en inventarisatielijst

Hierop worden alle onderhoudspunten van het bedrijf genoteerd die je in deze 12 dagen tegen bent gekomen. Hier wordt naar gevraagd door de twee assessoren.

 

Hygiëne op het bedrijf

Hieronder staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:

Bereid naast bovenstaande onderwerpen antwoord op de volgende vragen voor:

  • Welke hygiënische maatregelen gelden er op het bedrijf?

  • Waarom worden deze maatregelen genomen?

  • Wat vind jij van het hygiëne protocol?

  • Hoe wordt er om gegaan met het protocol bij een uitbraak van een besmettelijke ziekte?

Grasland en voedergewassen

De onderdelen die hier rechts staan vermeld moeten aan de orde komen.


Grassen:
Bij de onderstaande link vind je informatie over gras.

  • Eigenschappen van rassen
  • Herkennen van grassen (determinatietabel)

Link naar gras rassen


De belangrijkste grassen/kruiden die je moet herkennen zijn:

Engels raaigras

Herderstasje

Varkensgras

Kweek

Zuring

Pinksterbloem

Gestreepte witbol

Klaver

Smalle weegbree

Timothee

Kamille

Brede weegbree

Straatgras

Paardebloem

Akkerdistel

Herkennen van grassen met behulp van foto en video


Onkruiden:

Onkruiden op alfabetische volgorde


Mollen, emelten en muizen:
In de onderstaande link vind je informatie over plagen in grasland.

Link naar plagen in grasland


Snijmaïs:
De onderstaande link gaat naar het "Handboek voor snijmaïs".

Handboek voor snijmaïs


Video:

Video over klaver in grasland

Voederwinning

De onderdelen die hier onder staan vermeld moeten aan de orde komen.

 

 

 

 


Oogsten:

Link naar oogsten van gras. Zie ook onderstaande video.

Bepalen van maaimoment en schatten van kg DS


Inkuilen en conservering:

Link naar inkuilen en conservering


Voersnelheid en broei:

Via deze link vind je informatie over voersnelheid en broei.


Ruwvoeranalyse beoordelen:

Bij deze link wordt de kuilanalyse beoordeeld aan de hand van CEESSS


Beweidingssystemen:

Via deze link vind je alles over weiden. Zorg ervoor dat je zoveel mogelijk weet van het toegepaste beweidingssysteem.

Bereid naast bovenstaande onderwerpen antwoord op de volgende vragen voor (niveau 4):

 

  • Waarom wordt gekozen voor huidige vorm van beweiding/voederwinning?
  • Welk grassen/kruiden bestand hoort bij dit bedrijf?
  • Op welke wijze wordt op dit bedrijf voldaan aan de eiwitbehoefte, wat betekent dit?  
  • Waarom wordt gekozen voor de huidige vorm opslag en verstrekking van voer en bemesting?
  • Welke knelpunten zie je in de bedrijfsvoering waar het gaat om voederwinning?
  • Wat doe je om een goede gewasgezondheid te bereiken?
  • Hoe hou je rekening met neveneffecten bij de toepassing van de diverse technieken ter verbetering van de gewasgezondheid.   

Bodem

De onderdelen die hier rechts staan vermeld moeten aan de orde komen.

Tijdens de rondleiding ga je met de assessoren naar de profielkuil die je vooraf hebt gegraven. Daar ga je hen vertellen over welke score je geeft aan de bodem en waarom je die score geeft.
Daarbij moet je in ieder geval een bodemanalyse laten zien van het stuk land waar je de profielkuil hebt gegraven. De assessoren kunnen vragen stellen over de bodemanalyse.

voorbeeld van een bodemanalyse
voorbeeld van een bodemanalyse

Open bestand Handleiding bodemconditiescore


Video's:

Mijn bodemconditiescore

Instructievideo bodemscan

Open bestand PowerPoint Mineralisatie, nitrificatie en denitrificatie

Water

Hier rechts staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:

Via deze link krijg je informatie over drinkwater bij melkvee.

Bemesting

 De onderdelen die hier rechts staan vermeld moeten aan de orde komen.

Open bestand Powerpoint met verdieping van de onderwerpen

Open bestand Informatie over derogatie en mestwetgeving

Bereid naast bovenstaande onderwerpen antwoord op de volgende vragen voor (niveau 4):

  • Hoe beoordeel je de benutting van de mineralen in de kringloop?

  • Waar valt op dit bedrijf de meeste winst ( mineralen benutting,  gewasopbrengst) te behalen?

  • Waarom wordt gekozen voor de huidige vorm van bemesting?

  • Welke elementen in het bodemonderzoek verdienen een verbetering en hoe bereik je dat dan?

Mechanisatie

Hieronder staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:

Bereid naast bovenstaande onderwerpen antwoord op de volgende vragen voor:

  • Op welke wijze maak je  de machines, apparatuur gebruiksklaar? (melkmachine, voerinstallatie, voerapparatuur, bemesting, luchtwassers, klimaatvoorzieningen)

  • Op welke wijze ga jij om met de storingen wanneer die plaats vinden?

  • Welke planning is er op het bedrijf voor het onderhoud van de machines?

  • Wat is de staat van onderhoud van de machines?

Arbeid, milieu en veiligheid

Hieronder staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:

 

Verder weet je wat de RIE (risico-inventarisatie en -evaluatie) is en wat hierin staat.

Op basis van deze RIE moet de melkveehouder de risico's om kaart brengen die op het bedrijf aanwezig zijn.

Verder moet je weten welke andere risico's er op het bedrijf aanwezig zijn zoals de aanwezigheid van gassen.

En je moet weten wat te doen wanneer je met deze gevaarlijke gassen te maken krijgt.

RIE
Informatie over RIE

Webinar Mestgassen, brandweer Gelderland-Zuid Vakbekwaamheid

Brandweer waarschuwt voor dodelijk gas

Jongvee 0 tot 1 jaar

Hieronder staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:

Biestverstrekking:

De biestperiode

Biestkwaliteit beoordelen

Gebruik van een sonde

Huisvesting kalveren:

Huisvesting jongste kalveren

Huisvesting kalveren

Huisvesting ouder jongvee

Voeding:

Direct na de geboorte van het kalf functioneren nog niet alle magen. Alleen de lebmaag is ontwikkeld, de voormagen (pens, net-en boekmaag) zijn nog niet volledig ontwikkeld en functioneren nog niet. Water en voer dat door een kalf of koe wordt opgenomen komt in de pens terecht. Melk moet echter in de lebmaag terechtkomen, hiervoor zorgt de slokdarmsleuf.

De slokdarmsleuf moet sluiten bij de opname van melk, dit gebeurt door middel van de slokdarmsleufreflex. Deze reflex treedt op door het toedienen van warme melk of melk dat wordt gegeven via een speen. Wanneer het kalf vervolgens andere voedingsmiddelen opneemt, zoals hooi en krachtvoer, zal de slokdarmsleuf zich niet sluiten en komen de middelen in de pens terecht.

Open bestand Pensontwikkeling bij het kalf

Kalverdrinkautomaat

Meer groei is meer melk

Diarree in de melkperiode kan worden veroorzaakt door voedingsfouten, bacteriën, virussen en parasieten. De oorzaak van sterfte door diarree is voor 90% het gevolg van uitdroging. Een kalf met diarree heeft per dag tot 20% van het lichaamsgewicht aan vochtaanvulling nodig. Je kunt uitdroging herkennen aan ingevallen ogen bij het kalf. 

Symptomen infectieuze en niet infectieuze diarree

Diarree sneltest

Uitslag diarree sneltest

Afspenen

Wanneer een kalf een lichaamsgewicht van 80- 85 kg heeft bereikt en daarnaast voldoende ruwvoer en minimaal 2 kg krachtvoer opneemt, mag ze gespeend worden. Door de borstomvang van het kalf te meten, is het gewicht vast te stellen.

Borstomvang meten

Luchtwegproblemen bij kalveren

Groeidip na afspenen

Jongvee van 1 jaar tot afkalven

Hieronder staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:

Eisen voeding jongvee:

De voedernormen voor jongvee

Weiden van jongvee

Inseminatiemoment:

Een pink kan geïnsemineerd worden als zij 1,35 - 1,40 m groot is. Ze moet daarnaast ongeveer 380 kg zijn.

Artikel 1: Groei tussen 8 en 14 maanden het vaakst niet benut

Afkalfleeftijd vaarzen:

ALVA en groeicurve

Droogstand

Hieronder staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:


Droogstandsrantsoen en biestproductie:

Meer info over droofstand en voeding

Droogstandsrantsoen

Huisvesting:

Huisvesting droge koeien

Uitleg eisen van de afkalfstal

Beweging droge koeien

Afkalfproblemen: 

Open bestand Geboorteproces kalf

Nageboorte en baarmoederontsteking

Melkkoeien

Hieronder staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:

De volgende koesignalen spelen een belangrijke rol bij diergezondheid: 

  1. Herkauwactiviteit
  2. Pensvulling
  3. Conditiescore
  4. Mest

Herkauwactiviteit
Om te kunnen beoordelen of er voldoende structuur of prik in het rantsoen zit, kunnen we naast het voelen van het voer ook kijken naar de herkauwactiviteit van de dieren. Immers koeien die te weinig of te kort herkauwen krijgen onvoldoende structuur. Als maatstaf kun je het volgende aanhouden:

  • Van de 10 liggende koeien moeten minimaal 6 koeien herkauwen.
  • Wanneer er meerdere koeien met de kop om liggen (meestal links), dan kan dat duiden op pensverzuring.
  • Wanneer er voldoende structuur in het rantsoen zit dan kauwt een koe 55 tot 65 keer op een herkauwbrok.

Herkauwen en penswerking

Pensvulling
Om te kunnen beoordelen of de koeien voldoende voer opnemen moet je de pensvulling scoren (zie bestand pensvulling scoren). Dit doen we als we achter de koe staan aan de linkerkant bij de pensgroeve ook wel hongergroeve genoemd. Vooral dieren die net zijn afgekalfd nemen om verschillende redenen wel eens te weinig voer op. Door bij deze dieren de pensvulling extra in de gaten te houden, kun je als veehouder vroeg tijdig ingrijpen, om zo later problemen te voorkomen.

  • De pensvulling bij melkgevende koeien moet 3 of 4 zijn.
  • Bij droge koeien moet de pensvulling 4 of 5 zijn

Pensvulling beoordelen

Conditiescore
De conditiescore is een handig hulpmiddel om indien mogelijk bij te sturen in de voeding. Daarbij is vooral de conditie tijdens de droogstand belangrijk. De meest ideale score moet dan tussen de 3 en 3,5 liggen. Koeien die te vet afkalven (> 3,5), kalven vaak te zwaar af met alle mogelijke gevolgen van dien (nageboorte blijven staan, baarmoederontsteking). Ook neemt een koe die te vet afkalft minder ruwvoer op (2 kg ds per dag), waardoor de kans op slepende melkziekte weer toeneemt.
Na het afkalven mag de conditiescore maximaal 1 punt zakken. Neemt de conditiescore verder dan 1 punt af, dan is het verstandig om het insemineren uit te stellen, omdat de kans op drachtigheid dan klein is.
Na 150 a 200 dagen in lactatie is het mogelijk om via de krachtvoer computer de koe te voeren naar gelang de conditie

Conditiescore melkvee handleiding

Uitleg conditiescore

Conditiescore koeien

Conditiescore koeien eind lactatie

Beoordeling mest

Aan de mest kunnen we zien of het verteringsstelsel van de koe goed werkt. Daarbij letten op;

  • dikte (consistentie)
  • fijnheid
  • kleur
  • geur

Dikte - Bij een goede mestdikte is er een ronde mestflat, met midden in een putje en daaromheen enkele ringen. De mest moet recht naar beneden vallen (gelijk achter de koe). Dit kun je ook horen aan het ploppende geluid als de mest op de roosters valt. Te dunne mest gaat in een straal (in een boog) en valt spetterend een halve tot één meter achter de koe.

Hoogproductieve koeien hebben dunnere mest dan oudmelkte koeien. Dit komt door een hogere voeropname en door een snellere passage snelheid. Deze koeien krijgen meer krachtvoer. Krachtvoer wordt in de pens sneller gefermenteerd (door pensmicroben), dan ruwvoer. De pens raakt eerder leeg, waardoor de koe eerder een hongergevoel krijgt en weer gaat vreten. Als het voer sneller door de koe gaat, zal er ook minder vocht uit onttrokken worden, waardoor je dunnere mest krijgt.
Te dunne mest kan er op duiden dat het rantsoen te snel is en niet optimaal verteerd wordt. Je vindt dan in de mest veel voerresten terug. Ook kan het rantsoen te eiwitrijk zijn.
Te dikke mest kan duiden op een te traag rantsoen. De voedermiddelen blijven te lang in de pens, waardoor de koe minder voer op zal nemen. Tijdens de droogstand is dit zeer gewenst. Hiermee wordt voorkomen dat droge koeien te vet worden, maar in de lactatie komt de melkproductie dan onder druk te staan.

Fijnheid - Door de mest in een huishoudzeef uit te spoelen, kan de fijnheid en de hoeveelheid restant worden beoordeeld. Bij een actieve pensfermentatie en voldoende herkauwen, blijft er na uitspoelen circa 1/3 deel restant over en het restant is gelijkmatig en fijn vezelig.
Een snelle passage, of onvoldoende herkauwen leidt tot ongelijkmatig grove mest. Bij uitspoelen blijft er veel meer mest in de zeef achter. Dit kan duidelijk meer dan de helft zijn.

Kleur - Bij een goede fermentatie / vertering heeft de mest een bruin-groenachtige kleur. Op een eiwitrijk grasrantsoen zal de mest donkerder zijn dan bij een maïsrantsoen.

Geur - Een overmatig eiwitrijk rantsoen geeft aan de mest een scherpe, prikkelende geur, die dan ook in de stal aanwezig kan zijn. Bij pensverzuring, of bij een overmatig zetmeelaanbod in de dikke darm (nafermentatie) heeft de mest een scherpe, zure geur.

Check mest en de rest

Overige koesignalen en gedrag

Vacht - De vacht moet glanzend zijn en niet dof of stoffig. Daarnaast moet de koe schoon zijn. Wanneer er veel mestresten aanwezig zijn op de achterhand en staart, dan duid dit vaak op te dunne mest.

Beschadigingen huid - Drukplekken of kale plekken op de schoft of schouders kunnen een teken zijn dat het voerhek te klein is of dat de koeien te veel moeten rekken. Dit kan ten koste gaan van de voeropname.

Kreupel - Koeien met klauwproblemen herken je aan het voerhek aan de kromme rug. Ze lopen voorzichtig omdat elke stap pijnlijk is. Dit is ook de reden dat deze koeien langer in de boxen blijven liggen en daardoor minder naar het voerhek gaan, om te vreten. De pensvulling van deze dieren is vaak een 1 of een 2. Na verloop van tijd wordt de conditie van deze dieren steeds schraler.

Voer selecteren - Als er ook krachtvoerachtige voedermiddelen aan het voerhek worden gevoerd, is het belangrijk dat de koeien deze niet eruit kunnen selecteren. Koeien draaien dan met hun neus om in het voer, hierdoor valt het krachtvoer op de bodem en het ruwvoer (kuilgras) schuift op zij. De koeien kunnen dan het krachtvoer van de bodem aflikken. Je ziet dan aan het voerhek, gelijk naar het voeren, gaten in het voer ontstaan. Bij koeien die dit doen, blijven er vaak meelachtige voerdelen aan de neus kleven.
Wanneer dit veel gebeurt zie je vaak ook een grote variatie in mestdikte.

Overbezetting - Wanneer er te weinig voerplekken zijn zullen koeien die laag in de rangorde staan, minder voer of juist mindere kwaliteit voer op kunnen nemen. Andere risico plekken zijn o.a. de krachtvoerboxen en de waterbakken.

Huisvesting

Rechts staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:

Informatie over huisvesting
Deze module over huisvesting van melkvee bevat de volgende onderwerpen; welzijn, vloeren, ligboxen, voerhekken, waterbakken, klimaat en ventilatie, licht, melksystemen, stalsystemen en stage opdrachten over huisvesting.

Veevoeding

Hier rechts staan de onderdelen over voeding die je moet weten. Vooral de punten die bij je OPA veevoeding aan de orde zijn gekomen, zijn daarbij belangrijk. Neem dus voor de PvB je OPA veevoeding goed door, zodat je de kengetallen over veevoeding weet. Nog beter is om je OPA veevoeding bij je te hebben tijdens de PvB. Je kunt dan terplekke de kengetallen opzoeken.
Daarnaast moet je de laatste MPR uitslag bij je hebben. Neem deze van te voren goed door en analyseer deze op basis van de voeding.

Hier onder staan enkele linken omtrent veevoeding.

 

Manier van voeren:

Meer informatie over voerstrategiën


Relatie MPR en voeding, opname en voerefficiëntie:

Voerkengetallen uit de melk

Technische kengetallen

Financiële kengetallen


Ureum:

Informatie over ureum


Basisrantsoen:

Meer info over samenstelling basisrantsoen


Voersignalen:

Meer info over voersiganelen


Eigenschappen voedermiddelen:

Info over eigenschappen voedermiddelen

Diergezondheid

Hier rechts staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:

Koekompas
De diergezondheid wordt in kaart gebracht met Koekompas en op sommige bedrijven nog het bedrijfsgezondheidsplan. In het bedrijfsbehandelplan vindt je de medicijnen die de melkveehouder mag inzetten op zijn bedrijf.


Voedingsziekten:

Open bestand Handleiding MPR voeding (pensverzuring en ketose)

Pensverzuring

In de pens zitten bacteriën die de koe helpen bij het verteren van het voer. Dit noemen we fermentatie. Uit het voer maken de bacteriën vluchtige vetzuren (VVZ) die de koe kan gebruiken om melk van te maken.De vluchtige vetzuren zorgen er echter ook voor dat het milieu in de pens zuurder wordt. Hiervoor heeft de koe een oplossing: speeksel.

In speeksel zitten bicarbonaat. Bicarbonaat is een base; het tegenovergestelde van een zuur. De base zorgt ervoor dat het niet te zuur wordt in de pens. Het is daarom belangrijk dat de koe voldoende speeksel blijft maken en doorslikken. Dit gebeurt als ze herkauwt. Bij een goed rantsoen zal de pens daarom niet snel te zuur worden.

Wanneer er echter te veel vluchtige vetzuren worden gemaakt, of te weinig speeksel, gaat het mis: er ontstaat pensverzuring. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er in verhouding te veel krachtvoer wordt gevoerd of krachtvoer met veel zetmeel en suikers. De bacteriën zijn hier dol op en maken heel veel vluchtige vetzuren: de fermentatiesnelheid ligt hoog. Een andere oorzaak van pensverzuring is een rantsoen met weinig structuur/ prik. Dit is een snel rantsoen.

Bij acute pensverzuring kan een koe doodgaan. Bij subacute pensverzuring zijn de verschijnselen minder heftig. De koeien gaan minder eten, de pensactiviteit wordt minder en de koeien herkauwen minder. Je ziet soms koeien met hun kop in hun flank slapen. Op de lange termijn zie je dunne of wisselende mest, een lager melkvetpercentage en onverteerde delen in de mest. Ook kan de conditie van de koe achteruitgaan. Bij de behandeling van pensverzuring, kan een base gegeven worden, bijv. bicarbonaat of magnesiumoxide. Sommige veehouders geven dit preventief. Ook is het belangrijk dat het rantsoen op orde is en dat de koeien goed blijven vreten.

Vluchtige vetzuren en pensverzuring

Open bestand Pensverzuring levensgroot probleem

Slepende melkziekte/ Ketose

Na afkalven gaat de koe veel melk produceren. Ze kan ik verhouding niet genoeg kg/ds opnemen. De melkproductie blijft echter doorgaan, ondanks dat de koe er eigenlijk te weinig energie voor heeft. Het uier krijgt ‘voorrang’. Om het tekort te compenseren gaat de koe vet- en eiwit vrijmaken uit lichaamsreserves. Bij de afbraak van vet ontstaan ketonen (bijv. aceton). De ketonen kunnen giftig zijn voor de koe als er te veel in het bloed zitten.

Bij de koe zie je een verminderde eetlust, een voorkeur voor hooi/ ruwvoer boven krachtvoer, gewichtsverlies, minder pensbewegingen, droge mest en een lagere melkproductie. Daarbij stijgt het vetgehalte van de melk en daalt het eiwitgehalte. De koe heeft slepende melkziekte (= acetonemie, ketose). Slepende melkziekte vindt met name plaats in de eerste 100 dagen van de lactatie.

Een koe in een negatieve energiebalans heeft dus energie nodig. Dit kan toegediend worden als propyleenglycol via de bek. Ook zijn hiervoor speciale energie-pillen ter beschikking en kan er een glucose-infuus in het bloed worden gegeven. Dit mag alleen de dierenarts doen. Ook wordt er in sommige gevallen gekozen voor de toediening van corticosteroïden. Hierdoor maakt de koe zelf meer energie en daalt de melkproductie waardoor het energieverbruik daalt.

Ketose// slepende melkziekte

Melkziekte

Bij melkvee komt een calciumtekort vooral voor tussen een halve dag vóór tot drie dagen na kalven. De melkproductie komt op gang en daar is veel calcium voor nodig. Bij een koe met melkziekte kun je spiertrillingen zien, maar vooral spierzwakte: de spieren raken meer en meer verlamd en uiteindelijk ligt de koe plat. Ook de spieren in het maagdarmkanaal en de baarmoeder werken minder goed. De koe heeft hierdoor minder pensbewegingen, er komt weinig of geen mest en de koe kalft niet door. De diagnose kan bevestigd worden door het calcium in het bloed te meten.

Je kunt de koe behandelen met een Calcium-magnesium infuus.

Melkziekte

Werking calciumfabriekje
Werking calciumfabriekje
Werking Kationen Anionen balans (KAB)
Werking Kationen Anionen balans (KAB)

Lebmaagverplaatsing

De lebmaag is de vierde maag van de koe. De lebmaag ligt normaal gesproken op de bodem van de buik. Als na afkalven er ineens veel ruimte vrij komt in de buik en er veel gas aanwezig is in de maag, kan de lebmaag verplaatsen. Dit kan naar links en naar rechts.

Een lebmaagverplaatsing naar links komt vaker voor dan een verplaatsing naar rechts. Bij een lebmaagverplaatsing naar rechts komt het wel eens voor dat de maag ook draait om zijn as, waardoor mogelijk ook de uitgang van de lebmaag naar de darm afgesloten wordt. Het ziektebeeld is dan ernstiger: de buikomvang neemt toe, de dieren hebben buikpijn en dieren kunnen zelfs in shock raken. Een lebmaagverplaatsing zonder draaiing komt echter veel vaker voor. De verschijnselen zijn dan: wisselende eetlust, geen-weinig krachtvoer eten en afwijkende mest.

Lebmaagoperatie

Lebmaagverplaatsing

Kopziekte

Kopziekte lijkt op melkziekte, maar bij kopziekte is er een magnesiumtekort. Dit kan voorkomen als er een kaliumrijk gras wordt gevoerd. Bij een hoog kalium daalt de opname van magnesium in de darm. De ziekte komt daarom vaak voor als koeien dag en nacht in de wei lopen.

Bij kopziekte vreet de koe minder, neemt de buikomvang toe en heeft de koe diarree. De melkproductie is gedaald, de koeien zonderen zich af en de oren staan strak naar achter. De dieren gaan stijf lopen. Dit kan snel overgaan in geheel platliggen op één zijde. Soms zijn de eerdere verschijnselen niet gezien. De dieren hebben krampen en de hals wordt naar achteren gestrekt. Als behandeling kan een calcium-magnesiuminfuus gegeven worden. Dit is hetzelfde infuus als bij melkziekte. Vaak knappen koeien hier snel van op. Daarbij moet het rantsoen aangepast worden zodat er meer magnesium in zit.

Kopziekte

Infectieziekten:

IBR

BVD

Neospora

Paratuberculose

Open bestand Paratuberculose Programma Nederland

Salmonella

Leptospirose

Droogzetprocedure:

Droogzetten

Normen selectief droogzetten
Normen selectief droogzetten

Celgetal

Bacteriologisch onderzoek

Medicijngebruik: 

Kijk voor het antibioticagebruik van jouw PvB bedrijf op Medirund

Antibiotica en medicijngebruik

Resistentie

Klauwgezondheid: 

Informatie uit het keuzedeel klauwverzorgen

Vijfstappenplan klauwbekappen

Klauwverzorging: Webinar Nordwin College en AB vakwerk

Melkwinning

Hieronder staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:

Hieronder staat een link met uitleg over de MPR. Ook staan er filmpjes met uitleg over de BSK en de lactatiewaarde. De MPR is een belangrijk onderdeel van de rondleiding. 

MPR uitleg
Download "Beslissen van kalf tot koe". En ga naar hoofdstuk 9.2 Melkproductiedata: kengetallen voor een efficiënte melkproductie

BSK

Lactatiewaarde

Bereid naast bovenstaande onderwerpen antwoord op de volgende vragen voor (niveau 4):

  • Op welke kwaliteitsnormen bij het afleveren van de melk let jij. Waarom juist op deze?

  • Welke factoren hebben invloed op de kwaliteit van de melk?

  • Welke gezondheidsaspecten hebben invloed op de kwaliteit?

  • Welke welzijnsaspecten hebben invloed op de kwaliteit?

  • Welke opslagcondities(van het voer, van het product) hebben invloed op de kwaliteit?

  • Welke kwaliteitsnormen worden op het bedrijf gehanteerd, en waarom zijn deze belangrijk?

Fokkerij en vruchtbaarheid

Hieronder staan de onderwerpen die je moet vertellen bij dit onderdeel:

Fokdoel

Als veehouder heb je een fokdoel, waarbij je duidelijk omschrijft wat voor ‘eindresultaat’ je met behulp van fokkerij wilt bereiken. Hierin neem je alle waardevolle eigenschappen op die jouw koeien moeten hebben en eventueel eigenschappen die juist niet gewenst zijn. Je moet dit fokdoel langere tijd volhouden om het te kunnen halen.

Fokdoel opstellen

De cyclus van een koe:

Tochtdetectie

Foksystemen

Om je fokdoel te realiseren kun je gebruik maken van verschillende foksystemen. Dit zijn vaak systemen van fokorganisaties denkend aan het SAP van CRV, Immunity+ van Semex, Procross (inkruisen andere rassen). Je kunt ook gebruik maken van het paringsysteem tripleA. Met een foksysteem probeer je inteelt zoveel mogelijk te voorkomen. 

Inteelt

Kengetallen fokkerij:

Kengetallen fokkerij

Kengetallen fokkerij Nederland
Kengetallen fokkerij Nederland

Tussenkalftijd

Levensduur

Exterieur beoordelen:

Keuringsrapport

De voorhand van de koe

De middenhand van de koe

De achterhand van de koe

Veebeoordelen toelichting vergelijken vaarzen

Bereid naast bovenstaande onderwerpen antwoord op de volgende vragen voor:

  • Wat is de invloed van de fokkerij op het productieresultaat?

  • Welke onderdelen uit de fokkerij zijn voor verbetering vatbaar en waarom?

  • Hoe ga je om met problemen bij de voortplanting? 

Plannen en organiseren werkzaamheden + algemeen

 De onderdelen die hier rechts staan vermeld moeten aan de orde komen.

Open bestand Deze planning moet je laten zien tijdens de proeve

 

Activiteitenplanning:

 

Tijdens de proeve moet je kunnen laten zien dat je een medewerker aan kunt sturen.

Om dit te kunnen laten zien maak je een gedetailleerde activiteitenplanning voor de week waarin het examen plaatsvindt.

Zorg ervoor dat het goed duidelijk is wat er wanneer en door wie wordt gedaan.

Neem hierin de inzet van materieel en medewerker(s) op.

Houd rekening met de kwaliteiten van medewerker(s), de beschikbare middelen en actuele ontwikkelingen met betrekking tot werkzaamheden.

Lever de planning in bij de assessoren. Bespreek in het bijzijn van de assessoren de planning met de medewerker(s) en bewaak de planning. Dat kun je doen door af en toe langs te lopen en te vragen hoe het gaat. Wanneer het goed gaat dan kun je dat zeggen en zo niet dan kun je bijsturen.

 

Informeer de leidinggevende regelmatig over de voortgang en bespreek de afwijkingen.

Past de planning niet in de tabel, print dan twee keer uit.

Extra niveau 4

Kringloopwijzer

De kringloopwijzer moet tijdens de PvB digitaal beschikbaar zijn. Er kunnen door de assessoren vragen over worden gesteld tijdens de rondleiding. 

Aansturen medewerkers

Zie hier de informatie onder "plannen en organiseren werkzaamheden".

Saldoberekening

Open bestand begrotingsopzet voor pvb

In dit hoofdstuk vind je een excelbestand wat je kunt gebruiken. 

 

Dit excelbestand vul je in aan de hand van de jaarrekening van je pvb bedrijf. 

Als je dit in hebt gevuld zie je de technische kengetallen. 

Als je hebt geoptimaliseerd pas je het bestand aan, dan heb je een nu versie en een optimaal versie. 

Optimalisatieplan

Je maakt een PowerPoint presentatie met de volgende onderdelen: 

Open bestand Onderdelen optimalisatieplan Excel

Bereid naast bovenstaande onderwerpen antwoord op de volgende vragen voor:

  • Welke kengetallen hebben invloed op het productieresultaat?

  • Met welke werkzaamheden bevorder je de resultaten van dat resultaat?

  • Leg aan de hand van het managementsysteem uit hoe je de resultaten kunt optimaliseren.  

  • Welke voordelen en nadelen zitten aan het verhogen/verlagen van het productieresultaat?

  • Welke stoornissen doen zich voor of kunnen zich voor doen en hoe ga je om met veel voorkomende problemen? 

Keten / afzetmarkt

Bereid naast bovenstaande onderwerpen antwoord op de volgende vragen voor:

  • Welke informatie heb jij nodig voor een goed management en waar haal je de informatie vandaan?

  • Hoe zorg je ervoor dat de gegevens beschikbaar zijn?

  • Welke controles zijn er om te zorgen dat de gegevens betrouwbaar zijn?

  • Welke partijen spelen een rol in de keten en welke management informatie leveren zijn?

  • Wat doe je met de informatie vanuit de keten?(voer, melk, slacht, handel)

  • Hoe zorg je voor draagkracht voor het uitvoeren van het bedrijf in de omgeving?

  • Welke netwerken heb jij zodat je het optimale uit het bedrijf haal?

  • Op welke wijze schakel jij je netwerk in ter verbetering van de bedrijfsvoering?

  • Welke strategie pas je toe bij het inschakelen van derden?

  • Welke marktconcepten worden toegepast en aan welke eisen moet het bedrijf voldoen?