- voc L 1 t/m 11 (SSL) (F-N), de zinnen niet!!!
- gram: vragend voornaamwoord (leer ook de vraagwoorden (N-F) op p. 51 van je Manuel: 11.6!!!
- gram: persoonlijk voornaamwoord
- werkwoorden op –ir en –re
- literatuur (5 t/m 9)
In deze D-toets komen de volgende onderwerpen aan bod:
- de vragende voornaamwoorden
- het persoonlijk voornaamwoord: onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, vast voorzetsel, y + en
- werkwoorden op –ir en –re
Het vragend voornaamwoord
Uitleg vragend voornaamwoord
WIE
WAT
O*
qui
qui est-ce qui
-
qu'est-ce qui
LV
qui
qui est-ce que
que
qu'est-ce que
VAST VZ**
(à) qui
(à) qui est-ce que
(à) quoi
(à) quoi est-ce que
Let op 1*: Bij het onderwerp WIE kun je kiezen uit 'qui' en 'qui est-ce qui'. Bij het onderwerp WAT is er maar één mogelijkheid: 'qu'est-ce qui'.
Let op 2**: Bij het vast voorzetsel kan er ook een ander voorzetsel staan dan 'à'.
Let op 3:
WAT IS + zelfstandig naamwoord = quel(le) est
WAT ZIJN + zelfstandig naamwoord = quel(le)s sont
MANNELIJK
VROUWELIJK
ENKELVOUD
quel
quelle
MEERVOUD
quels
quelles
voorbeeld 1: Wat is jouw naam? Quel est ton nom?
Opdracht 1
Het persoonlijk voornaamwoord
Uitleg persoonlijk voornaamwoord
Bekijk het onderstaande schema van het persoonlijk voornaamwoord goed.
Onderwerp
Lijdend voorswerp
Meewerkend voorwerp
Vast voorzetsel
je
tu
il
elle
me
te
le
la
me
te
lui
lui
moi
toi
lui
elle
nous
vous
ils
elles
nous
vous
les
les
nous
vous
leur
leur
nous
vous
eux
elles
Opdracht 1
Uitleg zinsvolgorde
Bij het onleden van de zin is het handig om de vaste volgorde van een Franse zin te onthouden. Dit is:
Onderwerp - Werkwoorden - Lijdend voorwerp - Meewerkend voorwerp - Plaats - Tijd
Opdracht 2
Uitleg onderwerp
We kijken nu alleen naar het onderwerp.
Onderwerp
Lijdend voorswerp
Meewerkend voorwerp
Vast voorzetsel
je
tu
il
elle
me
te
le
la
me
te
lui
lui
moi
toi
lui
elle
nous
vous
ils
elles
nous
vous
les
les
nous
vous
leur
leur
nous
vous
eux
elles
Bij het enkelvoud vervangt 'il' een mannelijk woord en 'elle' een vrouwelijk woord.
voorbeeld 1:Pierre donne un cadeau à Luc. - Il donne un cadeau à Luc.
voorbeeld 2:Madame Aubert donne un cadeau à sa fillle. - Elle donne un cadeau à sa fille.
Bij het meervoud kun je gebruik maken van het volgende schema:
voorbeeld 1:Pierre et moi allons à l'église. - Nous allons à l'église.
voorbeeld 2:Jean et vous allez à l'église. - Vous allez à l'église.
Let op: bij het meervoud gaan de mannen voor in Frankrijk.
voorbeeld 3: Yvette et Paul vont à l'église. - Ils vont à l'église.
Opdracht 3
Uitleg lijdend voorwerp
We kijken nu alleen naar het lijdend voorwerp.
Onderwerp
Lijdend voorswerp
Meewerkend voorwerp
Vast voorzetsel
je
tu
il
elle
me
te
le
la
me
te
lui
lui
moi
toi
lui
elle
nous
vous
ils
elles
nous
vous
les
les
nous
vous
leur
leur
nous
vous
eux
elles
De plaats: normaal voor het eerste werkwoord, behalve als er een heel werkwoord in de zin staat, dan voor het hele werkwoord.
voorbeeld 1: Pierre donne le cadeau à Luc. - Pierre le donne à Luc.
voorbeeld 2: Pierre veut donner le cadeau à Luc. - Pierre veut le donner à Luc.
Opdracht 4
Uitleg meewerkend voorwerp
We kijken nu alleen naar het meewerkend voorwerp.
Onderwerp
Lijdend voorswerp
Meewerkend voorwerp
Vast voorzetsel
je
tu
il
elle
me
te
le
la
me
te
lui
lui
moi
toi
lui
elle
nous
vous
ils
elles
nous
vous
les
les
nous
vous
leur
leur
nous
vous
eux
elles
De plaats: normaal voor het eerste werkwoord, behalve als er een heel werkwoord in de zin staat, dan voor het hele werkwoord.
voorbeeld 1: Pierre donne le cadeau à Luc. - Pierre lui donne le cadeau.
voorbeeld 2: Pierre veut donner le cadeau à Luc. - Pierre veut lui donner le cadeau.
Opdracht 5
Uitleg lijdend voorwerp + meewerkend voorwerp
We kijken nu alleen naar het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp in één zin.
me le
te le le lui
nous le
vous le le leur
Let op: 'le' kan vervangen worden door: la, l'; les
De plaats: normaal voor het eerste werkwoord, behalve als er een heel werkwoord in de zin staat, dan voor het hele werkwoord.
voorbeeld 1: Pierre donne le cadeauà Luc. - Pierre lelui donne le cadeau.
Opdracht 6
Uitleg: y + en
de + ding = en
andere voorzetsel + ding = y
voorbeeld 1: Il parle de Paris. - Il en parle.
voorbeeld 2: Il va à Paris. - Il y va.
Plaats: normaal voor het eerste werkwoord, behalve als er een heel werkwoord in de zin staat.
Het arrangement VWO6 periode 3: D-toets is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Antoine van Dinter
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-04-19 13:52:38
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
In deze D-toets komen de volgende onderwerpen aan bod:
- vragend voornaamwoord,
- het persoonlijk voornaamwoord: onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, vast voorzetsel, y + en
- werkwoorden op –ir en –re
In deze D-toets komen de volgende onderwerpen aan bod:
- vragend voornaamwoord,
- het persoonlijk voornaamwoord: onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, vast voorzetsel, y + en
- werkwoorden op –ir en –re
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.