Middeleeuwen. Kerstening van Europa

Middeleeuwen. Kerstening van Europa

Inleiding

Goede Vrijdag, de dag waarop de kruisiging van Jezus wordt herdacht.
Goede Vrijdag, de dag waarop de kruisiging van Jezus wordt herdacht.

De geschiedenis van het christendom heeft iets wonderlijks. Jezus Christus noemt zichzelf de zoon van God. Dat kan, want er waren wel vaker gelovigen die zoiets van zichzelf beweerden. Vervolgens wordt verteld dat Jezus over water heeft gelopen en uit de dood is opgestaan. Dit soort dingen zijn uniek. Waarom zou iemand dat geloven? Die vraag werd in de eerste eeuw gesteld, maar die wordt nog steeds gesteld. Het wonderlijke is dat de volgelingen van Jezus zo overtuigd waren, dat ze bereid waren om hun leven helemaal te veranderen. Gedurende een kleine 3 eeuwen worden de volgelingen van Jezus gediscrimineerd en soms zelfs vervolgd.

Rare jongens die christenen.... Hoewel, het waren in de meerderheid vrouwen die christen werden.

De Romeinen leefden in een tijd waarin de Griekse filosofen bekend waren. Het was een tijd waarin de Romeinen zelf ook belangrijke denkers hadden. Het was ook een tijd waarin Romeinen veel plezier hadden in de dood van overwonnen volkeren. Het enthousiasme in het Colosseum was iedere week weer erg groot. Dat maakt het merkwaardig dat de leer van geweldloosheid van Jezus bij steeds meer mensen aansloeg.

Steeds opnieuw werd de vraag gesteld: Die Jezus....Heeft die wel echt bestaan?

4e eeuw. Keizer Constantijn en zijn bekering

Keizer Constantijn met een model van de nieuwe stad Constantinopel
Keizer Constantijn met een model van de nieuwe stad Constantinopel

Na 3 eeuwen christendom was nog maar een kleine 10% van de inwoners christen. Voor hen werd het leven niet altijd even gemakkelijk gemaakt omdat ze soms gediscrimineerd of zelfs vervolgd werden. De laatste bekende vervolging van christenen vond plaats in het jaar 303 na Christus. Ongeveer 10 jaar later zou de toekomstige keizer van Rome, Constantijn de Grote, alles doen veranderen. Hij zorgde ervoor dat christenen niet meer gediscrimineerd werden, maar dat er steeds meer kerken zouden worden gebouwd. Hij gaf bij belangrijke functies graag de voorkeur aan christenen, omdat hij die meer betrouwbaar vond. Van een vervolgde godsdienst werd het christendom steeds meer een bevoorrechte godsdienst. Het nadeel was echter dat steeds meer mensen zich voor gelovig uitgaven, maar in werkelijkheid niet zo gelovig waren. Zeggen dat je christen bent, kon voordelen brengen.

Na de dood van Constantijn dreigde het christendom wat weg te zakken, maar toch bleek er een sterk fundament te zijn gelegd. Kloosters begonnen en steeds meer mensen gingen God zoeken. Stoerdoenerij was er niet bij in de kloosters. Integendeel, men streefde naar eenvoud. Daarnaast maakte Constantijn het naar hem genoemde Constantinopel (het huidige Istanbul) in plaats van Rome als de hoofdstad van het grote Romeinse Rijk.

4e eeuw. Keizer Theodosius en de staatsgodsdienst

Bisschop Ambrosius zegt tegen keizer Theodosius dat hij niet naar de kerk mag.
Bisschop Ambrosius zegt tegen keizer Theodosius dat hij niet naar de kerk mag.

Onder de opvolgers van Keizer Constantijn werd het grote Romeinse Rijk vaak geleid door 2 keizers. Een Westerse keizer in Rome en een Oosterse keizer in Constantinopel. Sommige keizers wilden de voordelen voor de christenen beëindigen, anderen wilden het voortzetten. Een van de opvolgers heette Theodosius I. Hij regeerde vanuit Constantinopel en was de laatste keizer die aan het einde van zijn leven ook keizer over het westelijke deel van het grote Romeinse Rijk was. Hij heeft de katholieke variant van het christenom in 380 na Christus tot staatsgodsdienst verklaard in het Oost-Romeinse Rijk. Hij liet Romeinse tempels ombouwen tot kerken. Het lukte hem echter niet om het bloedige spektakel van het Colosseum in Rome te beëindigen.

Hij was een keizer zoals de andere keizers, dus iemand die regelmatig in oorlog was met omliggende volkeren. Echter in Milaan heerste een sterke bisschop, Ambrosius. Die wist de keizer op de knieën te krijgen nadat hij een slachting had aangericht onder de bewoners van Tessaloniki. Ambrosius vond het niet christelijk en weigerde de keizer in zijn kerkdiensten. De keizer moest boete doen, vragen om vergeving en beloven niet meer zulke slachtingen aan te richten. Ambrosius kon van de situatie gebruik maken door de katholieke kerk te versterken. Het was niet de eerste keer dat Ambrosius de keizer wist te weerstaan.

5e en 6e eeuw. Grote volksverhuizingen

Attila de Hun houdt een feestmaal
Attila de Hun houdt een feestmaal

Na keizer Theodosius viel het Romeinse Rijk definitief uiteen in een oostelijk en een westelijk deel. Het westelijk deel viel steeds meer ten prooi aan plunderingen van analfabete volkeren, zoals Gothen, Germanen, Franken, Vandalen, Alemannen. Voor Europa betekende het chaos en ellende. Het meest berucht waren de Hunnen. Zij trokken plunderend door Europa. In dorpen en steden waren steeds vaker kerken het doelwit van de plunderingen. Toen Attila de Hun in 451 na Christus naar Rome trok, werd hij onderweg tegengehouden door de bisschop van Rome, later ook wel paus genoemd. Deze bisschop heette Leo I. Iedereen heeft een eigen mening over hoe het mogelijk is dat een woeste barbaar zich tegen laat houden door een bisschop. Het is mogelijk dat er een ziekte uit is gebroken in zijn leger.

Als het zo gegaan is, dan is het een unieke speling van het lot. In de eeuwen erna geloofden velen dat God aan de zijde van de paus stond.

In die tijd veroverden de Franken steeds meer gebied. Hun stamhoofd Clovis liet zich dopen als christen. Aan de ene kant bleef hij een heiden zoals alle andere leiders, maar aan de andere kant stond hij het toen dat er monniken gingen vertellen over Jezus aan de analfabete stamleden. Hij liet het ontwikkelen van kloosters toe. Het werden plaatsen van geloof, maar monniken leerden er ook lezen en schrijven. De Katholieke Kerk was de enige organisatie uit het verleden met gemotiveerde leden. 

7e eeuw. Paus Gregorius bouwt Rome weer op

Paus Gregorius de Grote
Paus Gregorius de Grote

Nadat Rome was geplunderd door de Visigothen (410) en de Germanen (476), bleef er nog maar een kleine, vervallen stad over, vol met herinneringen aan een vervlogen grote periode. Ze had geen machtige keizer meer, er was alleen nog een belangrijke bisschop. In Europa heerste de angst, niet alleen voor de Hunnen. De Katholieke Kerk was de enige organisatie die overeind was gebleven tussen al het geweld. Het Oost-Romeinse Rijk met haar hoofdstad Constantinopel bleef wel rijk, al verschoven de grenzen nogal eens.

In de donkere tijd weten de katholieke bisschoppen zich steeds meer op de voorgrond te plaatsen. Met Gregorius als belangrijkste bisschop, begint de bisschop van Rome zich als paus te ontwikkelen. Hij weet Rome weer op te bouwen en er weer een stad van de maken met invloed.

8e eeuw. Karel Martel en de islam

Standbeeld van Karel Martel
Standbeeld van Karel Martel

Terwijl Rome weer werd opgebouwd, ontstond er in de Arabische wereld een godsdienst die een beetje was afgeleid van het christendom: de islam. Waar het christendom na 3 eeuwen van vervolging of discriminatie binnen het in verval zijnde Romeinse Rijk een belangrijke positie wist te verkrijgen, daar ging het met de islam anders. In minder dan een eeuw hadden moslims het hele Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje en Portugal (dat heette samen Iberië) veroverd. Nu wilde ze Frankrijk (het land van de Franken) en daarna Rome veroveren.

De islamitische Moren wisten ver in Frankrijk te komen met hun veroveringen, maar werden tegengehouden door een echte strijder, Karel Martel. Hij had ruzie met de Katholieke Kerk, want hij gedroeg zich niet zo katholiek. Omdat de bedreiging van de Moren zo sterk was, liet de paus dat van Karel Martel maar toe. De kerk gaf hem zelfs extra geld om Europa te verdedigen. Dat lukte, want de Moren werden in 732 na Christus verslagen. Daarna hebben de Moren nog een aantal keer geprobeerd aan te vallen, maar ze werden steeds verder teruggedrongen. Karel Martel kon zo weer de monniken de kans geven om in zijn rijk het christendom te prediken. In zijn rijk noemde men zich wel christen, maar de meeste boeren wisten er eigenlijk weinig van. Er was veel bijgeloof (zoals het geloof in heksen en trollen).

Willibrord en Bonifatius zorgen voor veel bekeringen

Prediking van Willibrord
Prediking van Willibrord

De christelijke Frankische koningen gaven de monniken zoals Willibrord en Bonifatius de kans om het verhaal van Jezus rond te vertellen en de plaatselijke boeren te bekeren. Zodra een Frankische koning was verslagen, dan moesten de monniken vluchten, want dan waren ze hun leven niet zeker. Veel heidense stamhoofden hadden het niet zo op de nieuwe christelijke ideeën. Zeker de Friezen in het Noorden van de Nederlanden, waren moeilijk te bekeren. Bonifatius ging zelfs zo ver dat hij de heilige eik van de Friezen ging omhakken. De Friezen geloofden dat hun goden woedend zouden worden en dat hun veel ellende zou overkomen. Toen dat uitbleef, was het al een stuk makkelijker om over Jezus te spreken. Toch is Bonifatius uiteindelijk als oude man vermoord. Hij bleef maar proberen de Friezen te bekeren.

Bij Willibrord ging het beter. Helemaal bekeren lukte niet, want een aantal heidense gebruiken bleven nog bestaan. Zo zijn bijvoorbeeld de namen van de week genoemd naar Germaanse goden, zoals de zon en de maan, de woensdag is genoemd naar de god Wodan,de donderdag is genoemd naar de god Donar en de vrijdag naar de godin Frya.

8e eeuw. Karel de Grote

Karel de Grote
Karel de Grote

De voorgangers van Karel de Grote zorgden wel voor een begin van de kerstening en verdedigden het land van de Franken tegen aanvallen, maar onder Karel de Grote kreeg het christendom de grootste impuls. Karel de Grote wist zijn Frankische rijk goed te organiseren en zelfs uit te breiden. Zonder oorlog wist hij het rijk van de Longobarden (Noord-Italië) toe te voegen aan zijn rijk. Met de Saksen aan de oostkant waren wel vaak conflicten, maar hij wist ook hun rijk toe te voegen aan het toch al grote Frankische Rijk. In 782 liet de Saksische leider Widukind zich dopen tot christen. Ze hebben daarna een rustig leven geleid. De opkomende Vikingen bleven buiten zijn rijk.

Hij stimuleerde kloosters om de bestaande cultuur niet verloren te laten gaan. Daarom hebben veel monniken zich toegelegd op het overschrijven van veel boeken uit de eeuwen ervoor. Ook de kunst werd bevorderd. Verder heeft Karel de Grote ervoor gezorgd dat er een alfabet kwam dat in zijn hele rijk kon worden gebruikt. Karel de Grote liet zich vaak adviseren door wetenschappers van die tijd, zoals Alquin. Het was voor hen mogelijk om kritiek te leveren op Karel de Grote. Karel had in de conflicten met de Saksen bloed aan zijn handen.

Scholing werd daardoor gestimuleerd. Zo ontstonden er naast de scholing in kloosters ook scholing in kerken. Daar konden ook niet-religieuzen aan meedoen.

Als dank kroonde de paus in het jaar 800 na Christus Karel de Grote tot keizer tijdens de kerkdienst van Kerstmis. Daarmee werd Karel een beetje gezien als de keizer van het niet meer bestaande West-Romeinse keizerrijk. Voor de keizer in Constantinopel was het wel pijnlijk. Op de langere termijn zorgde het voor een verdere afstand tussen het Byzantijnse Rijk en het Frankische Rijk met de staten die haar opvolgden.

9e eeuw. De Vikingen plunderen Europa

Belangrijkste tochten van de Vikingen
Belangrijkste tochten van de Vikingen

Al tijdens de regering van Karel de Grote begonnen de Vikingen met hun plundertochten in Europa. In 793 na Christus was het klooster van Lyndisfarne in Schotland aan de beurt. Het was voor de Vikingen makkelijk plunderen, want de eeuwen vreedzaam levende monniken hadden geen zwaarden. Ze konden alleen bidden dat het overging. Er werden vele monniken vermoord en anderen werden als slaven meegenomen naar Scandinavië. Er werden mooie kunstschatten meegenomen, waarvan een deel werd omgesmeed. Andere stukken hebben ze onderling verhandeld.

In de hele 9e eeuw waren de Vikingen berucht om hun snelle en onverwachte aanvallen. Hun snelle schepen leverden hun veel voordeel. Zodoende konden ze moeilijk door legers worden aangevallen. Omdat er veel grote rivieren door Europa liepen, konden de Vikingen diep Europa binnendringen.

Meer dan 100 jaar duurde de plunderingen, maar gaandeweg veranderde iets. Meer en meer begonnen de preken van de monniken vruchten af te werpen. Vooral de vrouwen van de Vikingen waren open voor het verhaal over Jezus (evangelie). Het Walhallah, de hemel voor de Vikingen, was vooral een mannenaangelegenheid, waar dapperheid en stoerheid het belangrijkst waren.

 

10e eeuw Bluetooth, een Viking die rust brengt

Doop van Harald Blauwtand
Doop van Harald Blauwtand

Er waren meerdere Vikingleiders die zich in de loop van de 10e en 11e eeuw bekeerden tot het christendom. Een van deze leiders was Harald Blauwtand. Over de vraag waarom hij Blauwtand heette, lopen de meningen uiteen. Het was in ieder geval niet zo dat een blauwe tand had. Later is zijn naam gebruikt voor verbindingen tussen mobiele telefoon, internet, etc. onder zijn Engelse naam: Bluetooth.

Bleutooth verbindt nu ook, net zoals Blauwtand dat vroeger heeft gedaan.

Harald Blauwtand was in de 10e eeuw een koning van Denemarken. Hij heeft zich laten bekeren onder invloed van zijn vrouw. Hij bracht daardoor meer rust in zijn rijk. Zijn vikingen waren geen plunderaars meer, maar handelaren. Dit was overigens een richting die al door zijn vader was ingezet.

1000. Stefanus I, een laatste Europese volk wordt bekeerd

Stefanus I
Stefanus I

De 9e en de 10e eeuw waren moeilijke eeuwen voor Europa. Er waren steeds aanvallen van Vikingen, maar ook andere volkeren konden er wat van. Daarbij kwam ook nog eens dat Europa in zichzelf verdeeld was. Ook waren de pausen wel steeds machtiger geworden, maar die waren ook niet altijd even sterk. Sommige pausen wisten vaak niet veel van het christendom. Ze werden er neergezet doordat ze de vriend van een koning of een keizer waren. De meest beruchte was paus Johannes XII die als jongeman paus werd en meer geïnteresseerd was in vrouwen dan in spiritualiteit. Toch heeft het christendom ook dit overleefd, vooral vanwege het grote aantal gemotiverde gelovigen in de kloosters en de kerken.

De Hongaren stonden ook bekend als een heidens volk vanwaar veel aanvallen en plunderingen werden georganiseerd. Stefanus I van Hongarije komt de eer toe als een van de laatste stamhoofden die overgingen tot het christendom. Het is niet duidelijk of hij echt zo gelovig was, of dat het meer te doen was om zijn relatie met de Duitse Otto I (gekroond tot keizer door de beruchte paus Johannes XII), maar het bracht meer rust in Europa. Natuurlijk betekende het niet dat alle onlusten in Europa helemaal voorbij waren, maar het zorgde wel voor een zekere stabiliteit, waardoor Europa zich kon ontwikkelen tot een continent dat tussen alle andere continenten, er weer toe deed. Ook bij hem kregen de rondtrekkende monniken ruimschoots de kans om hun verhaal te vertellen.

Europa kon zich opmaken voor het komende milennium, waarin het steeds meer in staat was om zichzelf te ontwikkelen en zelfs in de tweede helft van het millenium grotendeels de wereld kon beheersen tot de 2 wereldoorlogen van de 20e eeuw.