Nadat Rome was geplunderd door de Visigothen (410) en de Germanen (476), bleef er nog maar een kleine, vervallen stad over, vol met herinneringen aan een vervlogen grote periode. Ze had geen machtige keizer meer, er was alleen nog een belangrijke bisschop. In Europa heerste de angst, niet alleen voor de Hunnen. De Katholieke Kerk was de enige organisatie die overeind was gebleven tussen al het geweld. Het Oost-Romeinse Rijk met haar hoofdstad Constantinopel bleef wel rijk, al verschoven de grenzen nogal eens.
In de donkere tijd weten de katholieke bisschoppen zich steeds meer op de voorgrond te plaatsen. Met Gregorius als belangrijkste bisschop, begint de bisschop van Rome zich als paus te ontwikkelen. Hij weet Rome weer op te bouwen en er weer een stad van de maken met invloed.
https://www.youtube.com/watch?v=sNlAfOIAaXM&list=PLi_srCikhtghrNa6Ti1d4aSyPQzQ3JI63&index=20