Onder de opvolgers van Keizer Constantijn werd het grote Romeinse Rijk vaak geleid door 2 keizers. Een Westerse keizer in Rome en een Oosterse keizer in Constantinopel. Sommige keizers wilden de voordelen voor de christenen beëindigen, anderen wilden het voortzetten. Een van de opvolgers heette Theodosius I. Hij regeerde vanuit Constantinopel en was de laatste keizer die aan het einde van zijn leven ook keizer over het westelijke deel van het grote Romeinse Rijk was. Hij heeft de katholieke variant van het christenom in 380 na Christus tot staatsgodsdienst verklaard in het Oost-Romeinse Rijk. Hij liet Romeinse tempels ombouwen tot kerken. Het lukte hem echter niet om het bloedige spektakel van het Colosseum in Rome te beëindigen.
Hij was een keizer zoals de andere keizers, dus iemand die regelmatig in oorlog was met omliggende volkeren. Echter in Milaan heerste een sterke bisschop, Ambrosius. Die wist de keizer op de knieën te krijgen nadat hij een slachting had aangericht onder de bewoners van Tessaloniki. Ambrosius vond het niet christelijk en weigerde de keizer in zijn kerkdiensten. De keizer moest boete doen, vragen om vergeving en beloven niet meer zulke slachtingen aan te richten. Ambrosius kon van de situatie gebruik maken door de katholieke kerk te versterken. Het was niet de eerste keer dat Ambrosius de keizer wist te weerstaan.
https://www.youtube.com/watch?v=Qoxmjxrb4NU&list=PLi_srCikhtghrNa6Ti1d4aSyPQzQ3JI63&index=15