Algemene informatie
Zoals jullie weten staat het thema arm en rijk centraal deze week. We hebben verschillende lessen gehad wat daarbij aansluit; arm en rijk in Nederland, arm en rijk in Kenia en arm en rijk in de geschiedenis (industriële revolutie).
Vandaag gaan we verder met arm en rijk in vorm van techniek.
Vraag:
- Wat verstaan we onder levensbehoefte? Noteer dit voor jezelf op het wisbordje. Schrijf een paar kenmerken wat voor jou levensbehoeften zijn?
We zijn erachter gekomen dat huisvestiging valt onder een levensbehoefte. De vorige lessen hebben we het gehad over Nederland en Kenia.
Waarnemen
Bekijk de bovenstaande afbeeldingen.
- Waarnemen: wat zie ik? waar zie ik dit?
- Herkennen: heb ik dit ergens eerder gezien?
- Verklaren: waarom zie ik dat daar? Welke rollen invloeden hebben een rol gespeeld?
- Voorspellen: hoe zou dit zich verder kunnen ontwikkelen? Waarderen: wat vind ik ervan?
Ideeën verzinnen en selecteren
We zien grote verschillen tussen die huizen (Nederland-Kenia). De constructie van de twee huizen gaan we nabouwen. Hoe kunnen we de constructie van de huizen nabouwen? Wat hebben we daar voor nodig? Deze opdracht gaan we in groepjes uitvoeren.
De groepjes krijgen verschillende opdrachten
- Groepje 1 en 2 : bouwt het huis (arm) na van Kenia.
- Groepje 3 en 4: bouwt het huis na (rijk) van Nederland
- Groepje 5 en 6: maak een eigen fantasiehuis. Hoe ziet het ideale huis in Kenia eruit (arm of rijk)?
Jullie gaan in je eigen groepje op onderzoek uit. Je beantwoord in ieder geval de volgende vragen:
- Waar bestaat een stevige bouwconstructie uit?
- Hoe zien de constructies van je eigen onderwerp (huis) eruit.
- Wat voor materialen heb je nodig om dit na te bouwen?
- Wat maakt dat een gebouw stevig is?
De informatie ga je opzoeken op internet. Je kan daarbij kijken naar filmpjes, afbeeldingen of bronnen. Om de informatie te vinden gebruik je de Chromebook. Van de ervaringen en verbindingen maak je in je groepje een Mindmap.
Bron die je moet gebruiken:
https://www.wikikids.nl/Constructie
https://schooltv.nl/video/een-constructie-stevig-stabiel-en-een-beetje-flexibel/
https://schooltv.nl/video/de-driehoek-driehoeken-zijn-overal/ (laatste bron mag je gebruiken)
Concepten uitwerken en selecteren:
Jullie moeten een schets maken hoe het concept er uiteindelijk uit moet zien.
Welke informatie heb je als groep allemaal gevonden en welke informatie daarvan past het best bij de onderzoeksvraag, dit selecteer je en schrijf je op een nieuw a4tje. Je evalueert als groep of het aan de eisen en wensen voldoet.
Stappenplan voor de leerlingen; dit stappenplan schrijf ik op het bord, zodat het voor de leerlingen bepaalde richtlijnen geeft.
- Selecteren van informatie die je hebt gevonden. Wat past het beste bij de onderzoeksvraag? En deze informatie schrijf je op een nieuw a4tje.
- Maak een schets hoe je concept (huis) eruit moet zien. Overleg in je groepje.
Verwerking
Verwerking: We bespreken de ideeën van de leerlingen door een coöperatieve werkvorm te gebruiken ‘mix koppel’
Ik zet een muziekje aan. De leerlingen lopen in groepjes door het lokaal. Als de muziek stop, luisteren de leerlingen naar de ideeën van het groepje dat het dichtste bij staat. De leerlingen noteren goede ideeën van het andere groepje op een vel papier. We herhalen dit proces drie keer. De leerlingen verzamelen nieuwe ideeën van andere groepjes. Vervolgens werken ze de schets bij.
- Als groep evalueer je of de geselecteerde informatie en de schets aan de wensen voldoet.
Les twee: techniek
Confronteren
We kijken terug op de vorige les. De vorige les hebben de leerlingen concepten uitgewerkt en geselecteerd. Ik vraag wat de leerlingen de vorige les geleerd hebben en vraag daarbij specifiek waar je allemaal op moeten letten bij een stevige constructie.
- De leerlingen schrijven per groepje vijf kenmerken op van een stevig constructie op een memoblaadje en plakken dit op het whiteboard.
- We evalueren kort wat de leerlingen hebben opgeschreven.
Prototype maken
Jullie krijgen de opdracht om een prototype te maken van het onderwerp dat bij het groepje hoort.
(Groepje 1 en 2 : bouwt het huis (arm) na van Kenia, Groepje 3 en 4: bouwt het huis na (rijk) van Nederland, Groepje 5 en 6: maak een eigen fantasiehuis. Hoe ziet het ideale huis in Kenia eruit (arm of rijk)?).
Ik leg uit dat de leerlingen eerst een ontwerp gaan maken, voordat ze echt het huis gaan bouwen
Om een prototype te maken moeten de leerlingen eerst een werkplan opstellen.
- Welke materialen ga je gebruiken voor je onderwerp.
- Je pakt je schets erbij
- Hoe kan je taken eerlijk verdelen
- Welke handvatten neem je mee van de constructies.
- Verwerk je creativiteit.
Als groepje maak je een Mindmap van het ontwerpvoorstel en presenteren dit aan de groep. Ze beargumenteren, waarom het een stevig huis zal zijn, nadat ze de Mindmap hebben gemaakt gaan ze het huis ontwerpen (prototype maken).
Prototype maken:
- De leerlingen verzamelen de materialen die ze nodig hebben.
- De leerlingen maken zelfstandig in groepjes het huis, daarbij denken ze aan de stevigheid van de constructies.
Testen en presenteren
de leerlingen gaan het eigen ontworpen huis presenteren. De leerlingen presenteren hun eigen gemaakte huis aan de klas. De producten (huizen) zullen beoordeeld worden door de klasgenoten. Het groepje geeft een presentatie over het ontworpen huis, de ideeën, constructie. De leerlingen krijgen in het groepje 15 minuten de tijd om de presentatie voor te bereiden. Na de presentatie kunnen de keurmeesters vragen stellen, waar de keuzes op zijn gebaseerd. Overige leerlingen mogen ook vragen stellen. De leerlingen geven tijdens de presentatie antwoord op de onderzoeksvraag: Hoe kunnen we de constructie van de huizen nabouwen?
Verdiepen en verbreden
We vergelijken de huizen van de leerlingen en komen terug op het thema arm en rijk. De leerlingen schrijven de overeenkomst en verschillen op een memoblaadje en dit plakken we op het digibord.