Hst 6 Je groene omgeving.

Hst 6 Je groene omgeving.

Hoofdstuk 6: Je groene omgeving.

Planten kunnen we overal vinden en waar planten zijn, zijn er ook dieren. Al deze dieren en planten hebben elkaar nodig in het gebied. Dieren eten bijvoorbeeld planten, maar dieren eten ook elkaar.

In dit hoofdstuk ga je de volgende dingen leren:

  • Je leert wat een leefomgeving van een organisme is.
  • Welke organisme elkaar eten en hoe je dit opschrijft. 
  • Dat planten en dieren niet zonder elkaar kunnen.
  • Hoe planten en dieren samen leven in een bepaald gebied.

Paragraaf 6.1: Naast de deur.

De plek waar een organisme leeft dat noemen we zijn leef omgeving, in hun eigen leefomgeving hebben organisme de beste kans om te kunnen overleven. In een leefgebied spelen ook nog andere factoren, deze noemen we invloeden.

Er zijn twee soorten invloeden die belangrijk zijn bij het kijken naar een leefomgeving. Dit is de levende invloed en de niet levende invloed. De levende invloed zijn alle invloeden van de leefomgeving die leven zoals het hebben van genoeg voedsel. De niet levende invloed is alles wat invloed heeft op een organisme bijvoorbeeld de tempratuur.

Mijn leefgebied.
Mijn leefgebied.

Opdrachten

Opdracht 1.

Kies een organisme uit, het mag van alles zijn. Laat doormiddel van een filmpje of een poster zien wat het leefgebied is van het organisme wat je gekozen hebt.

 

Opdracht 2.

Laat zien welke invloeden er zijn in het leefgebied waar je organisme leeft.

Bijvoorbeeld wat het organisme eet, welke tempratuur het moet zijn zodat jou gekozen organisme zich fijn voelt.

Wanneer je deze opdracht af hebt, laat ons dan weten waar we je opdracht kunnen vinden. Je mag hem op iedere manier die je kan bedenken inleveren. Denk aan een tiktok filmpje, een bericht op insta, via youtube en alle andere manieren die je kan bedenken om deze opdracht uit te voeren.

Werkboek opdrachten. 

Maak de opdrachten die in de planner staan zoals mevrouw van Nisterlrooij naar jullie gestuurd heeft. 

paragraaf 6.2: Eten of gegeten worden.

Planten maken veel voedingstoffen zelf hun voedsel dit hebben we in het vorige hoofdstuk gehad. Maar bij dieren is dit een heel ander verhaal, dieren moeten voedsel eten om er voor te zorgen dat ze genoeg voedingstoffen binnen krijgen.

Sommige dieren eten alleen maar planten, dieren die dit doen noemen we planten eters. Andere dieren die eten weer alleen maar vlees, deze dieren noemen we vleeseters. Nu zijn er ook dieren waaronder de mens die alles eten deze dieren noemen we alleseters, dit betekent dat we zowel planten en vlees eten.

Biologen (mensen die biologie gestudeerd hebben) hebben een bepaalde manier afgesproken om te laten zien welke dieren elkaar eten. Je maakt een soort pijlschema (kijk het filmpje om er achter te komen hoe deze pijlen moeten staan), dit noemen we een voedselketen. Het is belangrijk om te onthouden dat een voedselketen altijd begint met een plant.

Sommige planten kunnen ook door meerdere dieren gegeten worden, waardoor deze plant ook een begin is van een andere voedselketen. Deze voedselketens kunnen we in één pijlenschema neerzetten, en dan noemen we deze figuur een voedselweb.

Uitleg voedselweb en voedselketen.

Opdrachten

Opdracht 1.

Ga naar buiten hou je wel aan de regels van die gelden door het corona virus, ga naar een bos en ga eens kijken welke dieren die je kan zien. Schrijf deze op en maak met deze dieren eens een voedsel keten.

Misschien kom je dan uit op meerdere voedselketens dit is niet erg. 

 

 

Opdracht 2.

Ga naar buiten hou je wel aan de regels van die gelden door het corona virus, ga naar een bos en ga eens kijken welke dieren die je kan zien. Schrijf deze op en maak met deze dieren eens een voedselweb, gebruik alle dieren die je gevonden hebt.

Opdracht 3 werkboekopdrachten 

Maak de opdrachten in het werkboek zoals je deze van mevrouw van Nistelrooij gekregen hebt.

Paragraaf 6.3 Voedselkringloop

Wij biologen vinden het prettig om veel te werken met modellen en grafieken, zoals je gezien hebt in de bonen challenge. Maar deze modellen en grafieken kunnen we voor veel meer gebruiken dan alleen het bij houden van de groei van een plantje. We kunnen deze modellen ook gebruiken om kringlopen (soort cirkels) in de natuur te laten zien, en dat gaan we in deze paragraaf doen.

Voedselweb
Voedselweb

Waar blijft natuurafval?

Tijdens alle processen die er op de wereld gebeuren ontstaat er afval, zo ook in de natuur. Dan hebben we het niet over blikjes en andere vormen van afval die de mensen die door de natuur lopen achterlaten, nee dan hebben we het over blaadjes die afvallen tijdens de herfst of een boom die is omgevallen.

Dat komt allemaal terecht op de bodem in het bos, deze bodem bestaat uit verschillende lagen grond. De bovenste laag noemen we de strooisel laag. Deze laag bestaat uit allemaal natuurafval, in deze laag zitten allerlei diertjes die het natuurafval opruimen. Deze diertjes zijn superbelangrijk want zij starten met het opruimen. Je kan ze een beetje vergelijken met de vuilnismannen en vrouwen die bij jou thuis het afval komen ophalen.

Daarna wordt het afval wat is opgehaald gerecycled door het bedrijf waar de afval ophalers voor werken. Nou in de natuur gaat het ook zo alleen zijn deze bedrijven bacteriën en schimmels. Als de diertjes die het afval klein genoeg gemaakt hebben dan breken bacteriën en schimmels het afval af tot mineralen. Deze mineralen komen op deze manier in de aarde te zitten, en zo kunnen ze weer gebruikt worden voor de groei van planten bijvoorbeeld.

 

Natuur afval
Natuur afval

Wat is een voedselkringloop?

In een voedselkringloop kunnen we zien op welke manier voedingstoffen worden doorgegeven van het ene organisme naar het andere organisme. Dit gebeurt doordat organisme elkaar eten, hierdoor ontstaat er een kringloop.

  1. Planten maken glucose door fotosynthese. Van glucose maakt de plant andere voedingstoffen, om deze reden noemen we planten makers of producenten.
  2. Mensen en dieren die eten de planten met hun voedingstoffen op. Mensen en dieren heten gebruikers of consumenten.
  3. Producenten en consumenten maken afval. Bodemdieren zijn afvaleters, ze eten van het afval en maken het klein.
  4. Schimmels en bacteriën berken het afval nog verder af tot mineralen. Schimmels en bacteriën heten afbrekers of reducenten.

Door deze kringloop blijven er mineralen in de bodem over planten nemen met de wortels de mineralen weer op en zo is de kringloop rond.

Waarom heeft een bos geen mest nodig?

De reden waarom een bos geen mest nodig heeft, nou ja je kan er iets over zeggen. Want een bos heeft wel mest nodig maar daar zorgt het bos zelf voor, hoe een bos dat doet? Ja dat gaan we je nu vertellen.

In het vorige stukje hebben gekeken naar de voedselkringloop, we hebben geleerd dat er vier stappen zitten in deze kringloop. Namelijk we hebben planten nodig, we hebben dieren nodig die planten eten, we hebben diertjes nodig die het afval klein maken en we hebben reducenten bacteriën en schimmels om afval af te breken tot mineralen.

Wanneer zo een voedselkringloop in een groot gebied werkt noemen we dit een ecosysteem. Dit is eigenlijk een hele grote voedselkringloop. Wanneer alle vier de punten die nodig zijn voor deze kringloop aanwezig zijn in de omgeving dan kan het bos zichzelf bemesten, doordat sommige organisme doodgaan en worden afgebroken waardoor er weer mineralen in de grond komen die gebruikt kunnen worden om andere planten en bomen weer te laten groeien.

Hoe maak je gebruik van de voedselkringloop?

Het afval wat wij maken wanneer we bijvoorbeeld aan het koken zijn, kan je gebruiken om zelf mest te maken. Wanneer je het gft-afval dit staat voor groente, fruit en tuinafval in een compostbak doet. Dan kunnen bodemdiertjes het afval klein maken wat er overblijft noemen we compost. Dit proces noemen we composteren. In compost zitten veel mineralen, wanneer je compost gebruikt in de tuin kunnen planeten vaak sneller groeien omdat ze makkelijker aan de mineralen kunnen komen.

Opdracht werkboek.

 

paragraaf 6.3

blz: 114 tot en met blz 120

opdr: 1 tot en met 10

 

 

Opdracht plastic in de honing.

Keuringsdienst van waarde honing.

Hoe komen er deeltjes plastic in de honing van de bij terrecht? Maak hier een poster van. 

Kijk de aflevering van de keuringsdienst van waren, en ga na het bekijken van de aflevering aan de slag met de pooster. 

Opdracht plastic soep

Plastic soep intro

De oplossing ?!

In de filmpjes die je hebt gekeken heb je kunnen zien dat plastic soep in de oceaan een groot probleem is, ook heb je gezien dat er een nederlander een manier heeft gevonden om plastic uit de oceaan te kunnen vissen. Hopenlijk is dit de manier om de oceanen plastic vrij te maken. Bij deze filmpjes horen twee opdrachten, maar je mag zelf kiezen welke je wil doen. 

 

Opdracht 1. 

Maak een poster en laat zien hoe jij er voor kan zorgen dat er minder plastic in de oceaan komt. 

1. Laat zien wat jij doet met plastic afval. 

2. Laat zien welke producten jij gebruikt die plastic bevatten. 

3. Laat zien of er producten zijn die je kan vervangen voor milieu vriendelijke producten.  

 

Opdracht 2. 

In een van de filmpjes wordt de mogelijke oplossing genoemd van ons plastic soep probleem genoemd. Namelijk een machine die plastic uit de oceaan kan vissen. Maak een poster waarmee je kan uitleggen hoe deze machine werkt. 

 

paragraaf 6.4: Park onder de loep

Om een park in te kunnen richten moet je veel onderzoek doen. In deze paragraaf vertellen waar je allemaal rekening mee moet houden wanner je een park gaat ontwerpen. Wanneer we je alles verteld hebben hierover mag je zelf aan de slag, en is het de bedoeling dat je zelf een park in elkaar gaat zetten.

Vondelpark
Vondelpark

Wat leeft er in een park?

Een park is een leefomgeving voor allerlei verschillende dieren en planten. Elk organisme heeft een eigen plekje in het park. Om een park goed in te richten is het nodig om veel onderzoek te doen naar de dieren en planten die graag in je park zou willen hebben.

Want ieder organisme heeft een speciale verzorging nodig die je moet kunnen geven wanneer je een bepaalde plant in je park wil hebben. Het zelfde geldt voor dieren, je kan wel een hert in je prak willen hebben maar als het hert niet in je park genoeg te eten heeft zal hij weg trekken en een plek zoeken waar hij wel genoeg te eten is.

voorbeeld park
voorbeeld park

Hoe leven organisme op de zelfde plek samen?

Soms zijn er organisme die het zelfde eten als een ander organisme, deze organisme noemen we dan concurrenten. Wanneer we kijken naar een boom, hier leven verschillende vogels in. Deze eten allemaal de zelfde insecten. Dit betekent dat deze vogels concurrenten van elkaar zijn, maar toch hoeven deze vogels elkaar niet in de weg te zitten. Want ze kunnen hun voedsel op andere plekken op de boom zoeken.

Een van de vogels zoekt de insecten in de stam, de anderen op de bladeren en weer een andere vogel zoekt ze in de schors. Op deze manier kunnen veel verschillende soorten vogels leven in één boom.

Verschillende plekken waar organisme voedsel kunnen vinden.
Verschillende plekken waar organisme voedsel kunnen vinden.

Hoe wordt een park natuurlijker?

Een park wordt natuurlijker wanneer de mens er zo min mogelijk in doet dit betekent dat er een andere manier gevonden moet worden om het gras te maaien. Hiervoor zou je een schotse hooglander kunnen gebruiken. Deze dieren kunnen het land begrazen, de mest die de schotse hooglander achter laat zorgt ervoor dat planten kunnen groeien. Maar het is ook belangrijk om het dode materiaal te laten liggen want hierin kunnen insecten zich verstoppen. Dus eigenlijk kan je zeggen dat hoe minder de mens doet in een park, hoe natuurlijker het park wordt.  

Wilde dieren zijn een manier om een park natuurlijker te maken.
Wilde dieren zijn een manier om een park natuurlijker te maken.

Opdrachten

Opdracht 1 

Maak je een verblijf voor je lievelings dier, je kan dit doen door bijvoorbeeld op planet zoo een verblijf te maken.

Denk aan welke grond je gebruikt. Zorg ook dat de dieren genoeg te eten hebben en dat ze zich niet vervelen in het verblijf.

Als je geen planet zoo hebt of of misschien in zoo tycoon. Kan je het park op een poster maken, als je dit doet moet je denken aan de volgende dingen:

  1. Schrijf een legenda want je maakt eigenlijk een kaart.
  2. Laat zien welke planten je gebruikt hebt in je park.
  3. Zorg dat er water aanwezig is in je park.
  4. Zorg dat insecten in je park een goede plek hebben.
  5. Laat zien welke andere dieren in je park leven.
  6. Maak een pad zodat bezoekers kunnen zien hoe ze moeten lopen.

Opdracht 2. 

Maak de werkboek opdrachten bij deze paragraaf zoals je van mevrouw van nistelrooij gekregen hebt. 

 

Voorbeeld van een pooster.
Voorbeeld van een pooster.

Planet zoo

Zoo tycoon intro

Oefen materiaal.

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/voedselweb/voedselweb.htm

Je kan ook altijd alle opdrachten in het boek maken, en op magitser de minicursus maken. 

Opdrachten inleveren

Alle opdrachten die je maakt, lever je deze in via magister.

Stuur de foto's naar mevrouw van Nistelrooij!