Paragraaf 6.1: Naast de deur.

De plek waar een organisme leeft dat noemen we zijn leef omgeving, in hun eigen leefomgeving hebben organisme de beste kans om te kunnen overleven. In een leefgebied spelen ook nog andere factoren, deze noemen we invloeden.

Er zijn twee soorten invloeden die belangrijk zijn bij het kijken naar een leefomgeving. Dit is de levende invloed en de niet levende invloed. De levende invloed zijn alle invloeden van de leefomgeving die leven zoals het hebben van genoeg voedsel. De niet levende invloed is alles wat invloed heeft op een organisme bijvoorbeeld de tempratuur.

Mijn leefgebied.