Portfolio Grace Klamer
Mijn naam is Grace Klamer, 24 jaar. Sinds Febrauri 2020 volg ik de opelding Persoonlijke begeleider speficieke doelgroepen aan het Noorderpoort College.
Nieuwsgierig, gedreven en resultaatgericht dat ben ik.
Ik houd ervan om met mensen te werken en oprecht contact te maken met mijn doelgroep. Door de client/leerling beter te kennen kan ik de juiste begeleidngswijze toepassen. Dit doe ik graag samen met mijn client/leerling, zodat er een juiste/fijne samenwerking ontstaat.
Mijn leerdoel is open staan voor feedback, zodat ik me kan blijven ontwikkelen.
werkproccesen
werkproces 1
Hoe stel je een ondersteuningsvraag op (vanuit je observatie)?
Wanneer je gaat observeren, doe je dit altijd in een stappenplan. De eerste stap is waarom je gaat observeren. Bijvoorbeeld op verzoek van iemand. Je schrijft de reden van de observatie. Vervolgens schrijf je observatiedoel en observatieplan.
In dit plan bepaal je plaats, situaties, data en tijdstip.
Stappenplan voor een observatie
Reden van observatie
Observatiedoel
Observatievraag
Deelvragen
Observatiemethode
Plan van aanpak
Evaluatiepunten
Er zijn veel observatiemethodes
Vrij observatie
Bij de vrije observatie werk je altijd met een doel. Maar je observatievragen zijn nog niet concreet. Je schrijft alleen op wat je ziet. Alleen de feiten.
Gestructureerde observatie
Bij de gestructureerd observatie werk je meteen met een exact doel. Je hebt duidelijke observatievraag. De resultaten worden vaak in getallen uitgedrukt. Vaak als doel hoelang iets duurt of hoe vaak iets voorkomt. Hoe vaak bepaald gedrag terugkeert.
Intervalobservatie
Wanneer je intervalobservatie uitvoert, observeer op wisselende tijden. Dit doe je aan de hand van je observatiedoel en observatievragen. Je legt vooraf alvast wanneer je gaat observeren. Je gebruikt steeds dezelfde methoden. Als men vaker langdurig dezelfde methode aanhoudt kun je de voortgang vastleggen.
Contextuele observatie
Tijdens deze vorm van observatie is niet de client het middelpunt, maar juist zijn omgeving. In sommige gevallen is het handig te registreren wat er in de omgeving van de cliënt gebeurt. Bijv. De gezinssituatie in kaart brengen en woonsituatie?
Deze vorm van observeren is complex.
Protocollaire observatie
Bij deze manier van observeren maak je gebruik van een observatieschema. In het schema staan de observatiepunten beschreven. Een voordeel van deze methode is dat ook cliënten waarmee waarschijnlijk niets aan de hans is, worden geobserveerd. Het voordeel is ook dat dit observatieschema dor iedere collega wordt gebruikt. Dus bij alle cliënten naar dezelfde onderwerpen gekeken wordt.
Werkproces 1 Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt
hoe stel je een ondersteuningsvraag op vanuit een observatie?
Na een observatie ontstaat er een doel en om dat doel te bereiken maak je een ondersteuningsvraag er op. Ik heb dit kunnen toepassen wanneer de koffieochtend niet door ging en er wel bewoners zelf een koffieochtend gingen organiseren.
Hoe observeer je en verwerk je de observatie in een plan?
Voordat je een observatie begint denk je eerst na over wat je wil observeren en verwerkt je die punten in een plan. Nadat je een plan hebt kan een tijdens de observatie kijken waar je extra op kunt letten zowel als turven of iets anders.
Wat is een sociaal systeem en wie horen daarbij en hoe breng je dat in kaart?
Een sociaal systeem is de groep mensen met wie je omgaat. je kan dit visueel door
(wat we in de les hebben gedaan) mensen in je omgeving een plek te geven op basis wat hun relatie is met jouw.
Hoe scheid je hoofdzaken en bijzaken van de informatie van uit je analyse?
Na een observatie of een analyse krijg je hoofdzaken en bijzaken, door dit op papier te zetten kan je het makkelijker scheiden van elkaar. Hoofdzaken voor de dingen die echt belangrijk zijn en bijzaken die minder urgent zijn.
hoe rapporteer je?
Tijdens en nadat je een observatie hebt uigevoerd schrijf je op wat je hebt gezien of wat de bijzonderheden zijn. Ik heb dit dagelijks moeten doen bij WerkPro door aan het einde van de dag een rapport te schrijven in het logboek.
Met wie werkte je samen?
Tijdens mijn stage waar ik nu ben (Zorggroep Groningen) werk ik altijd samen met iemand samen. Vaak is dit mijn werkbegeleider en op andere dagen met andere collega’s. Ook werk ik tijdens mijn stage met de bewoners waarvan ik ook veel kan leren en mijn gespreks techieken kan toepassen.
Hoe stem je af in het multidisciplinaire team?
Aangezien ik een werkbegeleider heb die al lang in het vak zit kan ik vele vragen aan haar stellen, verder zijn er veel collega’s waarvan ik ook al mijn vragen kan bespreken. Misschien doen zij het op een andere manier en dat is ook fijn om breder te kunnen leren en dus van iedereen wat mee kan krijgen.
werkproces 2
Werkproces 2 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
Wat is ondersteunen? En welke verschillende vormen van ondersteuning zijn er?
Je hebt veel verschillende ondersteuning vormen zoals bijvoorbeeld beschermt wonen en dagbesteding. Het doel van ondersteunen is om de persoon te helpen waar het nodig is. Op mijn stage ondersteun ik nu doormiddel van gespreken te voeren met de bewoners en daarnaast helpen met activiteiten.
Wat is persoonlijke lichamelijke verzorging?
Persoonlijke verzorging is hulp of ondersteuning bij de taken die iedereen normaal ook doet, alleen omdat sommige mensen deze dingen niet meer kunnen doen is hier hulp voor nodig. Bij hulp kunnen we denken aan: het wassen, tandenpoetsen, helpen bij het eten of drinken of helpen bij de medicatie.
Hoe zorg je er voor dat een bewoner zoveel mogelijk eigen regie behoud?
Voordat je gaat begeleiden ga je eerst met iemand in gesprek en daar stem je met de bewoner af wat de persoon fijn vind en vorm je daarmee een plan. Tijdens de begeleiding is het ook belangrijk dat je van tijd tot tijd een gesprek met de bewoner voert over hoe het verder gaat met de bewoner en als je eventueel iets voor hun kunt betekenen.
Hoe bouw je een vertrouwensband op?
Door de bewoner net zoveel respect te geven als dat je andere zou doen. Je praat bijvoorbeeld met hun op een vriendschappelijke niveau, je past je woordenschat aan op hun niveau. Op stage doe ik dit door voornamelijk mijzelf te zijn naar de bewoners dus hoe ik reageer naar mijn begeleider zo reageer ik ook richting hun toe.
Hoe signaleer/observeer en interpreteer je gedragingen in relatie tot fysieke ongemakken?
Tijdens het begeleiden ben je altijd aan het observeren, wanneer je aan het observeren bent kan je afwijkend gedrag zien. Op Zorggroep Groningen kwam het voor dat sommige ouderen niet goed meer kunnen aan geven wat ze wel of niet meer kunnen. Vaak moet je kijken wat ze wel nog kunnen en hier op inspelen. Positieve benadering werkt beter.
Hoe leer je een cliënt vaardigheden aan?
Niet iedere cliënt werkt hetzelfde dus je gaat andere manieren moeten gebruiken bij andere personen, één van deze manieren kan zijn om vaker dat gene te doen met bewoners. Vaak kunnen ouderen niet veel meer aanleren, zorg dan dat zij wat ze wel kunnen zolang mogelijk vasthouden..
Wat is regie op eigen leven?
Regie op eigen leven is dat je eigen keuzen kan maken. Dan gaat het over van alles zoals: welke kleding doe je aan, waar wil je later wonen, waar jij je geld aan uitgeeft en met wie je wel en niet om wilt gaan. iedereen vind het belangrijk om eigen regie te hebben zodat je een vrijer gevoel hebt bij de dingen die je doet.
Hoe en wanneer gebruik je aangepaste materialen en ruimes?
Het kan zijn dat een cliënt door een moeilijke tijd gaat en daardoor gevoelige informatie met je wilt delen, maar zoiets zal de bewoner niet doen wanneer er genoeg andere om hen heen staan en daarvoor is het handig als je een speciale ruimte hebt wat je met hem 1 op 1 kan praten. Dit soort ruimten heb ik ook op stage is vaak hun eigen vertrouwde appartement.
Hoe ga je om met intieme situaties en hoe maakt je zoon situatie bespreekbaar?
In de tijd dat ik begon met werken in een verzorgingstehuis voor bejaarden heb ik al vaak meegemaakt dat bejaarden veel vragen hadden naar mijn afkomst. Dit krijg ik nog steeds of dat ik goed Nederlands kan. In het begin was het een beetje gek maar nu grap ik er over naar de bejaarden en omdat sommige je ook nog wel eens willen aanraken probeer ik bij die mensen wat meer een afstand te houden. In deze situatie meld ik het niet omdat ik denk dat het bij hun leeftijd horen. Het is anders dan iemand met blauwe ogen en blond haar. Als het echt uit de hand loopt zou ik dit altijd bespreekbaar kunnen melden bij mijn werkbegeleider.
Hoe waarborg je de privacy van een cliënt?
Buiten stage of werk tijd bespreek je geen gevoelige informatie over de cliënt. Wanneer je dit wel wilt doen om er iets uit te kunnen leren dan kan dat maar dan is het niet toegestaan om de naam of andere karakteristieken op te noemen waardoor de persoon met wie je praat door kan hebben over wie het gaat.
Hoe sluit je aan bij de mogelijkheden en de beleving van een cliënt?
Als eerst is het goed om te weten wat de mogelijkheden zijn van de cliënt, dit doe je door goed te observeren naar het doen en laten. iedereen heeft een eigen beleving dus je kan clienten daar ook naar vragen. Dit kan je weer doen door het stellen van openvragen zoals "hoe heb jij deze situatie ervaren".
werkproces 3
werkproces 3 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
Hoe ga je in gesprek met de cliënt?
Wanneer je met een cliënt in gesprek gaat zorg je er voor dat je een moment uit kiest die voor hem/haar goed uit komt. Wanneer je in gesprek bent houd jij je ook aan de omgangsregels die je normaal ook hanteert, ook moet je bewust blijven van de rol die je hebt. Uitijdelijk levert een goed gesprek meer begrip voor de cliënt met wie je praat en daar ontstaat een betere samenwerking.
Vanuit welke methodiek ga jij je gesprek voeren?
2 modellen voor het voeren van een gesprek zijn adviesgesprekken en motiverende gespreken. Bij advies gespreken heb je weer 2 modellen die je kan aannemen, je hebt het Diagnose-receptmodel waar het gaat om dat je inhoudelijk advies geeft en je hebt het Participatiemodel waar het gaat om dat je de cliënt zelf op een oplossing laat komen met een paar suggesties van jouw kant. Naast adviesgesprekken heb je ook nog motiverende gesprekken, dit gebruik je wanneer een cliënt bijvoorbeeld geen actviteiten onderneemt en hem/haar verteld wat mogelijk is.
Hoe zet je de cliënt in eigen kracht?
Een cliënt in eigen kracht zetten is niet makkelijk maar je kan dit doen door de cliënt bijvoorbeeld succes ervaringen te bieden, dit kan je doen door de cliënt kleine taken te geven die hun eerder niet deden om hun de ervaring te geven dat wanneer je iets doet op eigen kracht dat het ook kan lukken zonder dat je andere mensen nodig hebt.
Wat is een optimaal leefklimaat?
Voor een optimaal leefklimaat is veiligheid de basis, Zonder veiligheid kan de cliënt zich niet op zijn/haar gemak voelen en word het begeleiden moeilijker gemaakt. Naast veiligheid is vrijheid ook belangrijk, de cliënt leert door zelf het idee te hebben dat hij/zij het zelf doet. Dit kan je doen door niet iedere keer boven op de lip te hangen van de cliënt maar door hem/haar de ruimte te geven zodat die van zichzelf naar jouw toe komt wanneer er hulp nodig is.
Welke vaardigheden heb je nodig om te kunnen wonen en het huishouden te kunnen doen?
Wanneer je in een huis woont ongeacht of je alleen bent of niet is het belangrijk om een goede verantwoordelijkheidsgevoel te hebben. Dingen zoals de vaat of de was gebeuren niet vanzelf en je moet inzien dat je verantwoordelijk bent voor jezelf wanneer je 1 van deze taken doet.
Welke mogelijkheden zijn er om de cliënt te ondersteunen/begeleiden in gedrag?
Wanneer je merkt dat het gedrag van een cliënt niet goed is zijn er 3 behandelmethoden: therapie, medicatie en dagstructurering. Het kan zelfs voorkomen dat alle 3 kunnen worden toegepast indien het noodzakelijk is.
Hoe realiseer/stimuleer je ander gedrag bij de cliënt?
Om een cliënt iets te laten realiseren moet de persoon bewust woorden van hun eigen gedrag. Dit is te doen door het gedrag te spiegelen naar de persoon zodat die kan ervaren hoe het is om aan de andere kant te staan. Uit ervaring van een bewoners kan je beter de postitieve kanten laten zien en waar echt hulp bij nodig is dat laten onderzoeken. Gebeurt dit vaker wat zijn de stappen die je kan doorlopen om een ander inzicht te kunnen laten zien aan een client.
Hoe geef je feedback?
Wanneer je met een cliënt in gesprek bent is het goed om feedback te geven maar er zijn een aantal regels waardoor het overbrengen minder aanvallend kan over komen naar de persoon. De belangrijkste regels vind ik: dat je alleen de feiten benoemt, dat je feedback geeft op het gedrag en niet op de persoon, dat je het feedback doseert zodat er geen vloedgolf van negativiteit levert en dat je vraagt of de persoon zich bewust is van hem/haar gedrag.
werkproces 4
Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
Hoe ondersteun je bij mogelijkheden, wensen en behoeften?
De ondersteuning die de cliënt nodig heeft wordt regelmatig met de cliënt besproken en geëvalueerd. Ook vraag je wat de wensen en behoeften van de cliënt zijn en kijk je of het mogelijk is. Je helpt de cliënt om dan zijn mogelijkheden, wensen en behoeften te halen.
Ik vraag altijd de mening van de ouderen.
Wij vragen natuurlijk altijd wat de bewoners leuk vinden om te doen en kijken wat dan mogelijk is kwa dagbesteding. Wij gaan eerst kijken wat de persoon leuk vindt en hierna maken wij een dagbesteding.
Wat is regie ten aanzien van dagbesteding?
Je gaat met de cliënt overleggen wat voor soort dagbesteding diegene leuk vind en leuk lijkt. De cliënt mag daar zelf ook over mee beslissen.
Stel dat de bewoner dit niet wilt of het anders wilt dan moet je altijd in overleg gaan met de bewoner en vragen waarom de persoon er niet mee eens zijn.
Wij hebben op mijn stage dagelijks activiteiten aangeboden op de dagbeteding. Waar je eigen gestimuleerd wordt om deze activiteiten ook bij te wonen. Stel u wilt dit niet dan hoeft het niet perse.
Ik ben op mijn stage activiteiten begeleider dus ik zorg ervoor dat er iets leuks te doen is op de dagbesteding. Denk bijvoorbeeld aan: spelletjes, kletsen of bingo spelen.
Hoe begeleidt en coach je bij het voeren van eigen regie?
Je laat de cliënt zelf beslissingen nemen en eigen keuzes maken. Voor moeilijkere keuzes kun je het samen met de cliënt doen.
Hoe maak je een plan van aanpak gericht op dagbesteding?
je gaat bedenken welke activiteiten je wilt gaan doen en hoe je dat gaat doen. Ook moeten de activiteiten aansluiten bij de doelen van de cliënten.
Welke activiteiten voeg je toe aan het plan van aanpak?
een gezelschapsspel, en een taal spel. ook een muziek spel met instrumenten.
Hoe motiveer je een cliënt?
Zeggen dat een cliënt het wel kan en dat het goed gaat. Ook kun je cliënten uitdagen of nieuwsgierig maken. Wij werken met ouderen en zijn somatitsch of dementerend. Je moet dan dus kijken wat er bij hun doelgroep past. Denk aan breien en haken bijvoorbeeld. Ook moet je kijken wat hun beperkingen zijn. Hier moet je dan ook op letten. En rekening mee houden met de activiteiten die jij laat doen bij de ouderen.
Welke motivatietechnieken zijn er?
Intrinsieke motivatie - Het is de beweegreden om een activiteit te ondernemen puur omdat de activiteit zelf leuk is en men uit het doen van de activiteit voldoening haalt.
Identificatie - Een van de menselijke behoefte is de drang om bij een groep te behoren.
Introjectie - Het is toe te wijzen aan status. Deze type motivatie kan zowel positief als negatief zijn.
Extrinsieke motivatie - Een type motivatie waarbij niet de activiteit maar de beloning de hoofdrol speelt.
Hoe ondersteun je een cliënt bij het omgaan met gevoelens en veranderingen?
Je gaat met de cliënt in gesprek en vraagt wat er aan de hand is. Je luistert goed naar de cliënt en toont begrip. Daarna leg je uit waarom er iets veranderd is en maak je het er het beste van.
Op stage hebben wij deze methodiek. Bijvoorbeeld door ook zelf de gevoelns te erkennen, steunen en herkennen.
Een vrouw had gehoord dat haar broer was overleden. Ik heb toen met haar een gesprek gehad over hoe zij zich voelde en dat het heel normaal en goed is om te huilen.
Wat zijn ontwikkelingsgerichte activiteiten?
Bij ontwikkelingsgerichte activiteiten geef je de cliënt gelegenheid zijn cognitieve, motorische en sociaal-emotionele vaardigheden te oefenen en te ontwikkelen.
Hoe begeleid je een cliënt bij ontwikkelingsgerichte activiteiten –en leersituaties?
Samen met de cliënt de activiteit en de leersituatie evalueren. Je kan vragen wat ze er van hebben geleerd en wat ze er van vonden. Of ze er ook iets aan hebben gehad.
Ik maak hier een dagbestingsanalyse maken en deze vragen worden besproken met behulp van een gesprek.
Welke methodiek kun je hiervoor toepassen?
Taakgericht werken is een kortdurende vorm van hulpverlening. Het uitgangspunt is dat iemand stapsgewijs leert hoe hij zijn vaardigheden kan vergroten en daarmee zelf zijn leven op orde kan krijgen en houden.
Hiervoor gebruiken wij instrumenten uit onze methodiek. Door een natuurlijk ook goed te kunnen afstemmen op de doelgroep.
werkproces 5
Reageert op onvoorziene en crisissituaties
Hoe signaleer ik onvoorziene-en crisissituaties als gevolg van gedragsproblemen?
Opeens hoor je geschreeuw of iemand roepen. Er ontstaat plotseling ruzie.
Welke preventieve acties kan ik doen om crisissituaties en verdere escalatie te voorkomen?
de cliënten die ruzie hebben even naar hun kamer sturen. Daarna rustig benaderen om de cliënt rustig te krijgen. Als de cliënt rustig is even een gesprek van wat er precies aan de hand is.
Hoe schat ik gevaar in voor de cliënt, zichzelf en anderen zodat de veiligheid gewaarborgd wordt?
Goed blijven opletten en als je ziet aan de cliënt dat die geïrriteerd word diegene dan even op een rustige plek zetten of even met de cliënt gaan praten.
Hoe blijf ik tijdens een crisissituatie in contact met mijn cliënt?
Je blijft met de cliënt praten, zodat de cliënt weet waar die aan toe is. En weet wat er gaat gebeuren.
Hoe maak ik een risicoanalyse?
1. Brainstorm welke risicofactoren jouw project kunnen hinderen 2. Bepaal wat er gebeurt wanneer deze gebeurtenissen zich voordoen (effect) 3. Bedenk hoe groot de kans is dat deze gebeurtenis ook echt plaatsvindt (kans) 4. Zet de risico’s in volgorde van belangrijk tot onbelangrijk 5. Kies welke risico’s je accepteert en voor welke je maatregelen neemt 6. Werk de maatregelen uit voor de meest belangrijke risico’s 7. Maak een rapportage waarin je deze stappen en je maatregelen beschrijft
Hoe hanteer ik mijn grenzen en gevoelens tijdens en na een crisissituatie?
Je blijft de baas en geeft je grenzen aan. Je blijft professioneel ook met je gevoelens je laat niet merken dat je bang bent. Na een crisissituatie ga je het bespreken met je collega’s.
Hoe geef ik tijdig mijn grenzen aan bij onredelijke reacties en/of ongewenst gedrag van de cliënt?
Je geeft meteen aan dat je van dat gedrag niet gediend bent en dat de cliënt daarmee moet stoppen.
Hoe signaleer ik tijdig of er sprake is van gevaar voor de cliënt, de groep, collega's en/of zichzelf?
Goed blijven opletten en observeren. Als je ziet dat het gedrag verandert van een cliënt neem je diegene even mee naar een rustige plek en vraagt wat er aan de hand is.
Hoe pas ik op een respectvolle en duidelijke manier de uitgangspunten toe die horen bij het terugdringen van dwang en drang?
Zelfverdediging technieken geleerd en trucjes om mensen makkelijker mee te krijgen.
Hoe observeer ik mijn cliënt als er signalen zijn van dreigende agressie?
Als ik zie dat er signalen zijn van dreigende agressie zou ik de cliënt extra goed in de gaten houden en als het te erg wordt zou ik duidelijke grenzen stellen. Je kan ook met de cliënt gaan praten en vragen wat er aan de hand is en dit meenemen in je observatie.
Hoe communiceer ik- ook in onduidelijke of stressvolle situaties, helder en eenduidig met anderen?
Je probeert rustig te blijven en vertelt de situatie aan je collega’s en vraagt of iemand je wil helpen.
Hoe handel ik in onvoorziene- en crisissituaties snel en adequaat volgens de voorgeschreven procedures, wettelijke richtlijnen en afspraken van de organisatie?
Ik roep een collega erbij voor ondersteuning. Eerst probeer je het met praten op te lossen als dat niet lukt en de cliënt wordt agressief mag je de cliënt vastpakken. Je zorgt er voor dat de cliënt weer rustig wordt en daarna ga je een gesprek met diegene aan.
Hoe bespreek ik achteraf op een constructieve manier met de cliënt, collega's en andere betrokkenen de crisissituatie.
Je legt de situatie uit. Je hebt ook al met e cliënt gesproken waarom diegene dat deed. Dat benoem je ook. Daarna ga je overleggen wat er moet gebeuren als het nog een keer gebeurd en maakt daar afspraken over met je collega’s maar ook met de cliënt.
werkproces 6
Stemt de werkzaamheden af
Welke overlegvormen zijn er?
-Teambespreking
-zorgplan
-bespreking
-multidisciplinaire overleg
Er zijn verschillende vormen zo heb je bewonersoverleg. Dit heet bij ons een multidisplinaire overleg. Hier word de evenetuele veranderingen en ontwikkelingen van een client besproken. Samen met de arts.fysio en andere multidisplaineren. Iedereen kan hun eingen inbreng inbrengen. Wij bespreken het en dan gaat digitaal in het zorgplan van de client.
Hoe stem ik informatie op adequate wijze af?
Door vergaderingen
overleggen
rapportages
overdrachten.
Er zijn verschillende vormen van bewoners gesprekken.
Zoals een daganylse en deze moet ook bijgewerkt worden elk halfjaar. Ook teamoverleg zijn er ook en dan kan je dus nieuwe taken krijgen of nieuwe inbreng aangeven. Bijvoorbeeld als het gaat om grotere activiteiten die gehouden moeten worden. Samen met collega's en bewoners zoeken wij een mooie middenweg als het gaat om wensen van de ouderen en het begeleiden van deze wensen te kunnen vervullen.
Wat is effectief communiceren?
Effectief communiceren draait om het op een goede manier een boodschap kunnen overbrengen op een ander.
Effectief communiceren zegt iets in welke mate je het doel van communicatie bereikt. Dit doel kan zijn dat de kennis over bepaalde onderwerpen toeneemt. Dat de houding van iemand of een groep veranderd.
De ouderen wisten niet goed wat corona was en hoe dit eraan toe ging in de wereld. Wij hebben hierover gesproken met deze bewoners en al hun mogelijke vragen kunnen beantwoorden.
Hoe streef ik doelbewust naar overeenstemming tussen verschillende partijen, rekening houdend met mogelijkheden, eisen, prioriteiten, wensen en behoeftes van betrokkenen?
Je staat open voor andere meningen, ideeën en feedback van anderen. Je maakt doelen en in het gesprek ga je het ook over de doelen hebben. Daaruit kan je met elkaar overleggen wat het beste is.
Bespreken wat de behoeftes zijn en hier samen een consulsie uittrekken. Het moet voor iedereen haalbaar zijn dus dit moet goed worden afgestemd. Ook ga je alle mogelijkheden bijlangs en kijk je vanuit hier wat het beste bij die gene past. Het gaat beste wanneer je het goed kan bespreken met elkaar en elke mogelijkheid bespreekbaar maken. Het kan handig zijn om van te voren op schrijven wat jij wilt bespreken.
Samen met een bewoner gekeken hoe zij wel kan genieten van tv kijken ondanks het slechte gehoor. Met mw. laten zien hoe er ondertitelling kan worden gezet op de tv. Zodat zij als nog het nieuws kan zien en lezen.
Hoe voer ik tijdig en regelmatig overleg met alle betrokkenen?
Je kan elke dag met je collega’s overleggen wat er gebeurd is op een dag. Ook heb je elke maand een teambespreking.
Door goed te communiceren met collega's en hun visie kan je altijd bij elkaar terecht met hulp of inpoot. Ook hebben we multiplinaire overleg met de arts, fysio en zorg. Vaak hebebn wij hiervoor bepaalde datums afgesproken.
Nu op het moment hebben wij door corona vaak ook skype vergaderingen inplaats van fysiek vanwege de hoeveelheid mensen. Wel proberen wij zoveel en vaak mogelijk fysiek af te spreken en ik bespreek wel met mijn collega's fysiek.
Hoe sta ik open voor meningen, ideeën en feedback van anderen?
Je vind niet alleen je eigen ideeën goed, maar ook meningen of ideeën van anderen. Soms ga je dan mee met een andere mening of met een ander idee. Als je open staat voor feedback ga je er ook wat mee doen.
Hoe formuleer ik duidelijke en haalbare doelen?
Het doel is niet te moeilijk en je geeft je zelf er genoeg tijd voor om het te behalen.
Hoe hou ik rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit?
Je zorgt ervoor dat je niet te lang blijft bij een cliënt, maar wel dat je genoeg aandacht geeft en wat je doet ook goed is en dat de cliënt er wat aan heeft gehad. Door een dagbestedinganaylse te maken met een bewoner kan je bespreken wat haalbaar is. Ik zelf ga altijd in overleg met collega's
Hoe bouw ik professioneel aan de onderlinge band en een optimale samenwerking
Je staat open voor andere meningen, ideeën en feedback en overlegt veel.
Ik heb een dagbestedinganaylse gesprek gehad in het begin van mijn stage om te kijken hoe ik mijn gesprekstechnieken kan tooepassen. Het is goed om een datum en een tijd vast te stellen. Ik vond het gesprek best leuk en interssant.
werkproces 7
Evalueert de geboden ondersteuning
Onderzoek verschillende methoden van evalueren
Evaluatiegesprek
individueel
evaluatieformulier
vragenlijst
observeren
Er zijn verschillende vromen zo heb je dagbestedinganalyse dit doe je met de bewoners. We hebben het dan ook over ded hobby's levensloop van de client. Door middel van bepaalde onderwerpen te vragen en die dan te gaan noteren.
Hoe maak je een evaluatieverslag en wat staat daar in?
Je gaat van te voren aangeven wat het doel is van dit gesprel en welke werkwijze je gaat handteren. Hiebij bespreek je alle feiten duidelijk en concreet. Wanneer je meer informatie nodig hebt op verschillende onderwerpen vraag je om meer verduidelijkheid. Als dit allemaal duidelijk is vat je samen wat de afspraken zijn en notuleer je dit. De client vraag je natuurlijk ook wat hij/zij nog vragen heeft of opmerkingen.
Hoe weet je dat de gegevens betrouwbaar zijn?
Vooraf zouden zij een formulier kunnen invullen, zodat je al wat meer weet van deze client, maar je zou ook nog naasten kunnen vragen.
Bespreken wat de behoeftes zijn en hier samen een conslusie uit trekken. Het moet voor iedereen haalbaar zijn dus dit moet je samen goed afstemmen. Ook ga je juist naar mogelijkheden zoeken en niet naar beperkingen. Een oudere y
Wat zijn relevante en wat zijn irrelevante gegevens?
Relevante gegevens zijn dingen die echt belangrijk zijn en irrelevante gegevens zijn gegevens die niet ter zake doen.
Hoe structureer je de gegevens?
Je bedenkt wat je wel belangrijk vind en wat aansluit op datgene dat je evalueert en de rest hoef je niet op te schrijven, omdat dat niet belagrijk genoeg is
Maak een schriftelijke rapportage nav evaluatiegegevens.
werkproces 8
Werkt aan de eigen deskundigheid 08
Ik heb kennisgenomen van de protocollen procedures en wettelijke richtlijnen en volg deze op.
Praktijk
Ik heb stage gevraagd welke protocollen, procedures en wettelijke richtlijnen er zijn en door gelezen. Ik ben op de hoogte van alle afspraken en regels.
Ik weet wat mijn vakgebied inhoud
Theorie
Ik blijf op de hoogte door vakbladen te lezen en op mijn stage te informeren over nieuwe innovaties.
Praktijk ik heb op stage gevraagd naar tijdschriften die ze daar hebben en heb die doorgelezen. Ook heb ik gelezen op hun eigen site en heb ik gevraagd naar nieuwe innovaties.
Ik verdiep mij in de route van signaleren naar melden en informeren( Mim , Mip melding incident medewerker, melding incident patiënt.
Theorie
Melding incident medewerker is een formulier die alle zorgmedewerkers en kantoor personeel invullen, zodat er preventieve en correcte maatregelen kunnen worden genomen om de veiligheid en de kwaliteit van de cliënten en de medewerkers te vergroten.
Melding incident patiënt is een formulier die je moet invullen wanneer er een incident is plaats gevonden door een cliënt.
Praktijk ik heb er een keer bij gezeten toen er een Mip werd ingevuld, omdat er een incident had plaats gevonden op stage.
Ik verdiep mij in de werkwijze van collega’s m.b.t kwaliteitsverbetering
Praktijk
Ik kijk goed hoe collega’s dingen doen en aanpakken. en als ik iets niet snap hoe je iets moet doen dan vraag ik altijd aan de collega’s.
Ik durf knelpunten aan te geven
Praktijk
Als ik bijvoorbeeld zie dat de communicatie tussen mijn collega en cliënt minder goed verloopt vind ik het lastig om daar wat over te zeggen.
Ik ben op de hoogte van de ARBO en de daarbij behorende regels.
Praktijk
Ik ben op de hoogte van de ARBO wet. Er staan regels in voor werknemer en werkgevers om de gezondheid, veiligheid en welzijn van werknemers te bevorderen.
Ik kan verbeterpunten overtuigend overbrengen.
Praktijk
Ik probeer altijd wel overtuigend over te komen, zodat cliënten dan ook denken dat het niet erg is en ze het nog kunnen verbeteren. De cliënten krijgen hierdoor meer motivatie.
Ik zet eigen expertise in voor het verbeteren van de werkzaamheden
Praktijk
ik probeer altijd mijn eigen kennis te gebruiken met het uitvoeren van een werkzaamheid.
Ik breng mijn eigen kwaliteit m.b.t mijn werkzaamheden in kaart
praktijk
Ik denk dat ik dat nog wel meer kan gaan doen.
Ik maak het bespreekbaar als collega’s niet werken volgens protocollen
Praktijk
Ik vind het zelf lastig als stagiaire om dan iets tegen mijn collega’s als hun iets niet goed doen, omdat ik er nog maar net ben en nog niet alles weet.
werkproces 9
Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 09
Wat is kwaliteitszorg?
Alle systematische en geplande activiteiten die gericht zijn op continue beheersing, bewaking en verbetering van de kwaliteit van zorg.
Waarom is kwaliteitszorg belangrijk?
Zo krijgen alle cliënten de zorg die ze nodig hebben met hun eigen wensen en behoeften. En dat de zorg van goede kwaliteit is.
Hoe werk je met protocollen?
Theorie
Je leest eerst het protocol goed door. Daarna als er een situatie gebeurd ga je stap voor stap het protocol bij langs en weet je hoe je moet handelen.
Praktijk ik heb op stage gevraagd welke protocollen ze allemaal hebben en die door gelezen.
Hoe spreek je collega’s aan die zich niet aan de protocollen houden?
Je vraagt of ze de protocollen weten en zegt dat de collega dan eerst het protocol moet lezen en daarna pas handelen.
Welke wettelijke richtlijnen zijn er rondom kwaliteitszorg voor je stage?
-verantwoorde zorg leveren die voldoet aan de kwaliteitsstandaarden van de beroepsgroep -alleen BIG-geregistreerde zorgverleners mogen bepaalde voorbehouden handelingen uitvoeren. -bespreken van het zorgplan met de cliënten -medezeggenschap regelen -beschikken over een klachtenregeling
Hoe maak je een verbetervoorstel?
Je kijkt hoe het nu met de cliënt gaat en naar zijn wensen en behoeften. Als je ziet dat het niet op de zelfde lijn zit zoals het zou moeten zitten ga je dar met de cliënt over in gesprek. Je vraagt wat er moet gebeuren, waardoor het wel weer goed gaat en dat schrijf je op.
Wat is de route om je verbetervoorstel binnen je instelling erdoor te krijgen?
Het bespreken met de collega’s en als die het ook een goed plan vinden, het bespreken met de manager
Wat zijn arbeidsrisico’s?
Gevaarlijke risico’s in je werk, bijvoorbeeld de vijf grootste risico’s zijn: gevaarlijke stoffen, geluid, machineveiligheid, werkplekinrichting en psychosociale arbeidsbelastingen.
Werkproces 10
Wat is een ondersteuningsplan?
Een ondersteuningsplan is een plan waarin de geboden ondersteuning in staat beschreven van de cliënt.
In een ondersteuningsplan komen ook de doelen en de huidige situatie van een cliënt te staan. In dit plan staan afspraken weergeven.
Door een ondersteuningsplan te schrijven ga je eerst de voorgeschiedenis van een cliënt verzamelen. Je kijkt naar wat voor informatie er beschikbaar is over de cliënt. Daarna ga je met collega’s in gesprek de cliënt. Hoe collega’s de client zien en wat wellicht handig is om te benemen in een ondersteuningsplan.
Ook spreek je de cliënt over zijn/haar doelen of wat diegene nog graag wilt leren. Op basis van al deze informatie schrijf je het ondersteuningsplan en bespreek je het met de cliënt en/of naastbetrokkenen.
Zelf heb ik een zorgplan geschreven op mijn vorige stages. Door middel van bespreken met de client en andere disciplines.
Voor mijn vorige stage heb ik een activiteitenplan geschreven samen met de client. Hieruit komt na voren wat de client kwa activiteiten wilt ondernemen. Wat de client vroeger bezig hield en hierop inspelen door middel van het aanbieden van activiteiten binnenshuis.
Hoe zorg jij ervoor dat de belangrijkste informatie wordt geselecteerd uit de verzamelde informatie?
Tijdens het schrijven van het ondersteuningsplan is het van belang dat je belangrijke informatie selecteert uit de verzamelde informatie. Prioriteiten filteren tot de verzamelde informatie.
Dat is belangrijk omdat je anders met veel te veel informatie aan komt zetten waardoor je het overzicht ook niet meer hebt in een ondersteuningsplan.
Je kan dit doen door te kijken naar de algemene situatie van de cliënt. Zijn er bepaalde situaties nog actueel, en wat zijn de risico’s hiervan. Vervolgens kijk je naar de doelen van een cliënt. Zijn alle doelen realistisch?
Zijn wij de prioriteiten voor de huidige situatie en welke zaken kunnen wachten.
Wat is het nut van het opstellen van begeleidingsdoelen?
Begeleidingsdoelen zijn doelen die je samen formuleert met de cliënt zodat je deze cliënt uiteindelijk kan ondersteunen en begeleiden. Het is van nut om deze doelen op te stellen omdat de cliënt dan ook het gevoel krijgt dat diegene inspraak krijgt in de manier waarop diegene begeleid word. Voor de begeleiders is dit van nut omdat zij dan ook weten welke zorg zij het beste kunnen bieden voor deze cliënt. Op mijn vorige stage heb ik begeleidingsdoelen opgesteld samen met het multi displeiner overleg. Een client had recht op een elektrische rolstoel en zij hadden mij aangewezen om hiermee bezig te zijn.
Welke begeleidingsdoelen en bijpassende methodieken heb jij in overleg met een collega geformuleerd?
Ik heb samen met mijn stage begeleider doelen besproken die bij een cliënt zouden passen.
- Omgang met anderen.
Deze cliënt heeft verschillende diagnoses en vind het erg lastig om contact te zoeken met mede klasgenoten.
Een doel wat hierbij is gericht vragen stellen naar andere kinderen. Het erop wijzen dat de leerling de vraag moet stellen aan de andere leerling en niet vanuit de docent.
- deze client kan ook te veel vragen stellen zonder echt te luisteren naar het antwoord. Het passende doel is de leerling op sommige momenten te vragen wat iemand net heeft verteld. Zodat de leerling meer inzicht krijgt waar het gesprek over gaat.
Welke begeleidingsdoelen heb jij samen met de cliënt geformuleerd?
Ik heb gekeken naar wat voor doelen haalbaar zijn voor de leerling waar ik dit op heb gebaseerd. Ik ga mijn ondersteuningsplan schrijven voor een cliënt die een verschillende diagnoses heeft waaronder ADHD, Gilles de Tourrete en ASS. De leerling meer in het heden brengen en het verbeteren van zijn sociale contacten.
- Omgang met anderen
- Het begrijpen van informatie die de leerling tot zich neemt.
Hoe bouw je het ondersteuningsplan op?
Elke instelling heeft weer een ander opbouw voor een ondersteuningsplan. Het belangrijkste in een ondersteuningsplan is toch wel de afspraken die je met elkaar maakt over en met de cliënt.
Bij mijn stage plek hebben wij een format van het ondersteuningsplan.
- Persoonlijke gegevens
- Werkwijze en doelen
- Perspectief
- Overig ondersteuningsaanbod
Werkproces 11
Wat wordt er bedoeld met eigen kracht?
Eigen kracht binnen de zorg is het vermogen van een cliënt om zijn/haar eigen leven vorm te geven en problemen op te lossen. Je kan hierbij een cliënt helpen door samen met hem/haar uit te gaan zoeken waar diegene tegen aan loopt en wat diegene wilt bedenken. Het is erg belangrijk dat je hierbij goed luistert naar de cliënt en ook kijkt naar de mogelijkheden.
Om heel eerlijk te zijn kan ik niet gelijk een voorbeeld bedenken. Maar ik denk dat je in de praktijk een cliënt erg goed in zijn/haar recht kan zetten door bezig te gaan en samen zoeken naar een geschikte werkplek, school of woonplek.
Hoe kan je als professional de eigen cliënt motiveren?
Als professional kan je de cliënt motiveren door op een rij te zetten wat een cliënt wilt bereiken en wat daarvoor nodig is. Daarnaast is het erg belangrijk om goed te luisteren en empathisch te zijn. Vergelijk huidig en toekomstig gedrag. Wat voor gedrag moet de cliënt laten zien om te bereiken wat diegene wilt. Zorg er ook voor dat je discussies probeert te vermijden. Het is ook handig dat je ook daadwerkelijk gelooft in wat je zegt.
Uit een gesprek met een client bleek dat de client het moeilijk vond om gericht vragen te stellen naar de anderen cliënten. Hierover in gesprek te gaan, heb ik de client tips gegeven en methodieken aangereikt. In de toekomst zou ik hier ook rekenschap mee houden.
Welke luistervaardigheden zijn er?
Als je een cliënt begeleid in het versterken van eigen kracht kan je gebruik maken van luistervaardigheden. Je moet bijvoorbeeld een open houding hebben, oogcontact maken en stiltes laten vallen. Wat je ook kan gebruiken is de LSD oefening. Luisteren, samenvatten en doorvragen.
Tijdens gesprekken met cliënten probeer ik altijd mijzelf aan de LSD methode te houden. Ik luister goed naar wat de cliënt te zeggen heeft, ik vat het verhaal samen wat de cliënt mij heeft verteld. Hierbij vraag ik ook door op het verhaal wat diegene mij heeft verteld.
Wat doe jij om een cliënt in zijn/haar eigen kracht te zetten?
Eigen kracht binnen de zorg is het vermogen van een cliënt om zijn/haar eigen leven vorm te geven en problemen op te lossen. Je kan hierbij een cliënt helpen door samen met hem/haar uit te gaan zoeken waar diegene tegen aan loopt en wat diegene wilt bedenken. Het is erg belangrijk dat je hierbij goed luistert naar de cliënt en ook kijkt naar de mogelijkheden.
Ik heb altijd een gesprek met de client en benoem juist de positieve kant van de client. Wat iemand juist goed doet inplaats van wat er fout gaat.
Welke begeleidingstechnieken zijn er passend voor dit werkproces?
Je hebt binnen de zorg verschillende begeleidingstechnieken. Deze begeleidingstechnieken kan je goed toepassen bij dit examen. Je hebt als voorbeeld de begeleidingstechniek motiveren. Dit past perfect bij dit examen. Bij motiveren ben je bezig met de cliënt in laten zien dat diegene het wel kan, zodat diegene een beter beeld heeft om zijn/haar leven te veranderen. Stimuleren past ook wel bij dit examen. Met een cliënt stimuleren versterk je de eigen regie van een cliënt. Bij het activeren van de cliënt maak je de cliënt ook eigenaar van zijn/haar leerproces. Dit past ook bij dit examen.
Bij mijn huidige stage ben ik wel veel bezig met motiveren, stimuleren en activeren.
Door samen met cliënten activiteiten te beoefenen leren zij fijne motoriek en door hun te complimenteren voelen zij zich ook goed om door te gaan met de activiteiten en om te groeien.
Welke gesprekstechnieken zijn passend bij dit werkproces?
Je hebt verschillende gesprekstechnieken binnen de zorg. Bij dit werkproces is het handig als je de motiverende gesprekstechniek inzet. Het is erg belangrijk dat je empathisch bent. Je moet niet net alsof gaan doen en je goed inleven in de cliënt. Je moet ook letten op het verschil tussen en huidige gedrag en het gedrag wat je graag wilt zien. Je moet discussies of argumentatie vermijden en je moet ook daadwerkelijk geloven in wat je zegt en doet.
-Geef mij de vijf
-Begleidingtechnieken
Werkproces 12
Hoe ondersteun je een cliënt om ander gedrag te laten zien en vaardigheden te oefenen?
Je kan een cliënt ondersteunen om ander gedrag te laten zien door erg bezig te zijn met de motivatie van de cliënt. Ook moet je kansen en mogelijkheden voor de cliënt scheppen om gedrag te laten zien of vaardigheden te ontwikkelen. Je doet dit door reële verwachtingen te scheppen voor de cliënt. Kijk naar wat diegene al zelf kan en kijk naar wat diegene kan bereiken. Kijk ook naar wat mogelijk is in de omgeving van de cliënt. Als je kijkt naar de maatschappelijke participatie kijk je bijvoorbeeld naar wat er maatschappelijk voor diegene nodig is. Dit helpt ook om de cliënt ander gedrag te laten zien en vaardigheden te oefenen. Je kan ook gesprekken met de cliënt voeren zodat diegene oefent met gesprekken voor maatschappelijke situaties. Je kan ook samen onderzoeken naar waar diegene zijn/haar klempunten liggen ten opzichte van de maatschappij.
Ik kan hierbij geen voorbeeld noemen aangezien ik dit zelf nog niet heb gedaan. Wat ik wel denk is dat je dit heel goed kan inzetten bij cliënten die ergens naar school willen gaan of solliciteren.
Hoe motiveer je cliënten om juist die dingen te doen die ze spannend of eng vinden?
Als je je cliënten wilt motiveren om de dingen die ze spannend of eng vinden, kan je dat doen volgens verschillende manieren. Als eerste is het belangrijk om ze te laten weten dat wat er ook gebeurd, jij als begeleider er voor ze bent en ze op jou kunnen vertrouwen. Zo laat je de cliënt weten dat diegene er niet alleen voor staat.
Wat ook helpt bij het motiveren van de cliënt is dat je ze ook verteld wat er gebeurd als ze juist de dingen vermijden wat ze spannend of eng vinden. Daarnaast kan je als ze bezig zijn met het uitvoeren van wat ze spannend of eng vinden, is dat je er bij blijft staan. Als ze terugdeinzen probeer je ze weer te herinneren aan wat er gebeurd als ze opgeven.
Bij mijn vorige stageplek had je een mevrouw die het heel eng vond om nieuwe dingen te doen. Deze mevrouw had een licht verstandelijke beperking. Als iets nieuws ging doen zei ze meteen al ‘’nee dit vind ik niet leuk want dit kan ik niet.’’ Juist op deze momenten moest je aan haar laten zien dat je in haar geloofde en wel wist dat ze het kon. Je ging dan eerst met de anderen beginnen aan een activiteit. Als ze zag dat anderen er wel plezier in hadden vond ze het wat makkelijker om de stap te maken om ook ermee bezig te gaan. Op deze momenten moest je haar ook vooral complimenteren in wat ze deed.
Hoe ga je om met thema’s als rouw, naderende levenseinde en of verlies?
In de zorg krijg je ook te maken met rouw, naderende levenseinde en/of verlies. Dit zijn lastige onderwerpen, maar als je daarop bent voorbereid kan je je cliënt hier in extra ondersteunen. Wat erg belangrijk is dat je je cliënt de ruimte geeft om hun verdriet te delen. Probeer hierin niet te oordelen of je mening te geven. Wat wel belangrijk is dat je de cliënt correcte informatie geeft. Biedt de cliënt vooral veel genegenheid en warmte.
Bij mijn vorige stageplek was in een verpleeghuis. Hier zijn mensen die eigenlijk vrij wel altijd al een dierbare heeft verloren.
Zelf ben ik begripvol en zorg ik ervoor dat ik altijd een luisterend oor.
Hoe begeleid je cliënten in het omgaan met sociale media?
Social media is erg belangrijk in het leven van vele mensen. Maar weet je wat nog belangrijk is? Juist ja, dat je er goed mee om gaat. Sommige cliënten zijn erg kwetsbaar en social media kan daar flink misbruik van maken. Wat je vooral moet doen is met je cliënten in gesprek gaan over wat social media is en wat de gevaren daarvan zijn. Wat ook handig is dat je een kletspot gaat maken. Hierin schrijf je allemaal vragen en onderwerpen in over social media. Dit is een leuke manier om ook mensen hier in te begeleiden. Vaak moet je ook de mensen leren dat social media niet het echte leven is.
Ik heb in de praktijk hier alleen ervaring mee gehad doordat cliënten mij toe gingen voegen op social media. Ik heb verteld aan de cliënten dat ik werk en privé gescheiden graag gescheiden hou en ik daarom geen cliënten toe voeg op social media.
Werkproces 13
Hoe breng je samen met je cliënt de sociale omgeving in beeld?
Ik ga met de client kijken naar zijn/haar socaile omgeving doormiddel van een gesprek. Kijkend naar vrienden,familie en kennissen waarmee de client me omgaat. Hoe gaat de client met de socaile omgeving om. Denk aan is de client open naar andere mensen. Houd de client van een praatje. Wat is de client zijn/haar mobaliteit.
|
Hoe ondersteun jij je client om het contact met de naasten te onderhouden?
Het contact behouden van de client is goed voor zijn/haar welzijn. Denk aan dat de client zijn 'ei' kwijt kan of sociale interatie zorgt voor meer plezier en optisch leven. Ik zou samen met de client kijken naar mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan beeld bellen of bellen. Kijkend wat de mobiliteit is van de client. Is hij/zij nog mobiel dan kan de client afspreken met zijn of haar sociale contacten. Mocht dit minder goed zijn vanwege medische omstandigheden kijk dan naar wat wel mogelijk is. Ik zou bijvoorbeeld een cursus ZOOM les kunnen geven of uitleggen hoe Skype werkt. Zodat de client dit zelfstandig contacten kan maken.
|
Hoe evalueer je samen met de cliënt en zijn naasten de samenwerking en voortgang?
Ik zou zelf in gesprek gaan met de clienten. Over hun wensen en behoeften. Doormiddel van mijn tips en tracks in de prakthijk gaan we een evalutatie gesprek voeren over hoe het gaat en wat de client ervan vindt. Ik zou daarnaast gaan rapporteren zodat de zorg en andere disiplines ervan af weten.
|
Hoe onderhoudt je contact met de naasten en houd je daarnaast rekening met de privacy van je client?
Ik zou niet zomaar met naasten gaan praten zonder dat de client ervan af weet. Zelf zou ik erom vragen over de client dit goed vind. Ook zou ik het leuk vinden dat als ik met de naasten in gesprek zou gaan de client er ook bij is.
|
Hoe geef je psycho-educatie aan de naasten van je client?
Ik zou de naasten een beter beeld kunnen schetsen van de aandoening en de symptonen van de aandoening. Dit zou ik natuurlijk op een postitieve manier proberen te brengen. Het kunnen brengen zodat de client het niet als een beperking ziet en het ook zou ervaren als iets prettigs dat naasten er op de hoogte zijn. Verer de client in zijn kracht zetten doormiddel van dat de client wellicht een aandoening heeft, maar dat het maar een sticker is en dat het niet bepaald hoe iemand de client op een abnormale manier zou moeten behandelen.
|
Werkproces 14
Hoe kan ik een activiteit opzetten, coördineren en uitvoeren?
Door een activiteit op te zetten is het handig om een helder beeld te creeren wat er nodig is om deze activiteit waar te maken. Denk aan een hulpmiddel. Op mijn stage word er gewerkt met draaiboeken. Doormiddel van een draaiboek te maken ga je voor jezelf alle stappen bij langs en vergeet je niks.
Wanneer ik een activiteit doe op de groep word er van mij verwacht dat ik een draaiboek maak. Hierin kan ik laten zien wat mijn doel en stappen zijn om de activiteit succesvol over te brengen naar de bewoners.
|
Hoe stem ik af met collega’s over de inhoudelijke en praktische coördinatie?
Door een draaiboek te maken staat er ook in wat mijn plan is en wat is nodig heb van mijn collega's. Er staat overzichtelijk in wat ik ga doen en de coordinatie wat ik ga realiseren.
In een draaiboek staat inhoudelijk en praktisch alles in om te kunnen aantonen wat ik ga doen en wie er bij betrokkken zijn.
|
Hoe signaleer ik knelpunten in de zorg en maak ik deze bespreekbaar?
Om even op de draaiboeken te focussen staat er ook extra notes en aanpassing activiteit. Denk hierbij aan stel er moeten aanpassingen worden getroffen hoe ik dit ga doen of bepaalde stappen die ik moet gaan zetten.
|
Hoe werk ik samen met andere disciplines binnen mijn instellingen en met betrokken instanties daarbuiten?
Door vaak in contact te zijn met andere displines en ook besprekingen te organiseren en daar buiten door middel van gespreken en mogelijkheden te creeren.
|
Hoe pas ik mijn aanpak aan als de inhoudelijke zorg hier om vraagt
Mijn draaiboek te kunnen aantonen en feedback hiervoor te vragen. Denk aan wat ik van de zorg vraag als dit haalbaar is. Of er eventueel vragen zijn die ik kan beantwoorden. Ook als er bijzonderheden zijn waar ik op moet letten. Door middel van communicatie komt men ver.
|
Hoe los ik problemen die ik tegen kom in de coordinatie van de zorg op
Door in gesprek te gaan en denken in mogelijkheden inplaats van beperkingen. Door communicatief sterk te zijn en doormiddel van gesprekken kan je het probleem vast oplossen. Mocht dit niet het geval zijn kan je het probleem benoemen en bevestigden. Dit probleem kan je wellicht in de toekomst vermijden.
|
Werkproces 15
Hoe ondersteun ik nieuwe collega’s in het inwerkproces?
Waar je aan moet denken als je nieuwe collega’s ondersteund, is dat je duidelijk voor ogen moet hebben wat wel of niet als prioriteit moet hebben. Je geeft namelijk heel veel informatie in één keer voor iemand. Je moet eerst de belangrijke dingen laten zien, de bijzaken komen later wel. Bij het inwerken let je er ook op dat je duidelijk bent. Hou goed in de gaten of de nieuwe collega alles snapt en houd ruimte over voor vragen.
Ik heb bij mijn vorige stage een vrijwilliger ingewerkt. Deze vrouw zou elke woensdagochtend de koffie verzorgen. Ik heb uitgelegd wat zij moest doen en haar het werk laten doen. Zodat zij de volgende dag het zelfstandig kan doen. Koffie klaarzetten en een map waar in moet staan wie er die ochtend aanwezig was bij de koffieochtend. Dat was de prioriteiten.
Hoe kan ik nieuwe collega’s stimuleren tot een actieve participatie?
Je kan collega’s stimuleren tot een actieve participatie door ook juist het goede voorbeeld te nemen. Als je zelf actief mee doet zijn anderen ook sneller geneigd om dit te doen. Wat je ook kan doen is dat je dingen voor gaat doen, zodat je nieuwe collega mee kan kijken. Zodra je het idee hebt dat de collega dit snapt kan je de collega vragen om dit ook te doen. Zo betrek je de collega in de participatie. Je kan ook collega’s motiveren door dingen aan ze te vragen.
Ik heb als voorbeeld dat ik ook de bewoners kopje koffie aanbod. Ik heb eerst het voorgedaan hoe dit moest en samen met de vrouw aan iedereen gevraagd wat diegene wilt hebben. Op deze manier heb ik haar gestimuleerd tot een actieve participatie.
Hoe kan ik aansluiten bij verschillende leer- en mensstijlen van nieuwe collega’s
Als je kijkt naar hoe je jezelf kan aansluiten bij verschillende leer- en mensstijlen van nieuwe collega’s moet je de collega’s ook goed leren kennen. Je moet observeren naar hoe zij dingen oppikken en hoe zij dingen leren. Hiervoor moet je wel open minded zijn omdat je je wel moet kunnen verplaatsen in andermans leerproces. Daarnaast moet je vooral met elkaar sparren.
Hoe pas ik mijn begeleidingsstijl aan op wat de ander nodig heeft?
Iedereen is uniek. Dit betekend ook dat niet elke begeleidingsstijl per definitie bij iedereen van toepassing is.
Om er achter te komen welke begeleidingsstijl toepasbaar is moet je het eerst in de praktijk gaan uitoefenen. Vaak moet je van te voren bedenken wat iemand nodig heeft. Mocht deze begeleidingsstijl niet aanpassen, moet men opzoek naar een alternatieve begeleidingsstijl. Op mijn vorige stage heb ik iemand begeleid. Het was makkelijker, omdat wij van te voren een gesprek hadden gevoerd. De persoon in kwestie had verteld dat die gene een bepaalde begeleidingsstijl van mij verwachtte. Deze stijl leerde zij het meeste. Door van te voren in gesprek te gaan, kan je voor jezelf kijken wat voor begeleidingsstijl iemand nodig heeft.
Hoe geef ik feedback aan nieuwe collega’s op leeractiviteiten, handelen en voortgang
Als je feedback wilt geven aan mensen moet je altijd de feedback regels in de gaten houden. Zorg ervoor dat er geen anderen bij zijn. Zorg voor een rustige ruimte waarbij niemand je kan storen. Neem de tijd en weet wat je wilt zeggen. Begin met iets positiefs. Wissel positieve en opbouwende dingen met elkaar af. Spreek ook in de ik-vorm.
Ik heb situatie meegemaakt waar ik feedback moest geven. Dit heb ik in een andere ruimte besproken zonder andere mensen. De persoon in kwestie vond het fijn dat ik feedback gaf.
Hoe breng ik de visie van de instelling duidelijk over?
Als je de visie van de instelling naar voren wilt brengen moet je eerst goed onderzoeken waar de visie voor staat. Vanuit die visie moet je kijken naar je gedrag en houding. Komt dat overeen met de visie? Op deze manier breng je de visie van de instelling duidelijk over.
Bij mij op stage gaan wij uit van dat de deelnemer centraal staat. Ik breng de visie over door vervolgens alle aandacht te hebben voor de deelnemer. Wij vinden het ook heel belangrijk dat iedereen zichzelf mag zijn. Ik breng die visie over door mensen in hun waarde te laten en zelf ook te laten zien dat ik mijzelf ben.
Oefenopdrachten
oefenopdracht 1
Opdracht 1 leefgebieden
Zingeving: ben je tevreden met je leven die je hebt of zou je nog iets willen veranderen. Wat wil je nog doen in je leven en wat vind je belangrijk. Waar ben je trots op.
wat wil je in je leven, wat zou je nog graag willen doen in je leven, wat vind je belangrijk en wil je nog iets leren
Voorbeeld: Een villa
Wonen: waar wil je wonen en wat voor huis. Ben je tevreden met de buurt of wijk waar je woont.
waar wil je wonen, ben je tevreden met waar je woont, ben je tevreden met je huis, hoe gaat het met de huishoudelijke taken.
Voorbeeld ik help mijn moeder weleens met huishoudelijke taken bijvoorbeeld stofzuigen.
Financiën: je weet wat je inkomsten zijn, en weet hoeveel je uitgeeft. Je weet hoe je met geld om moet gaan. Je betaalt je verzekeringen en je hebt een goede bestedingspatroon.
Ben je tevreden met je inkomsten, weet je hoeveel je uitgeeft, waar geef je het liefst je geld aan uit
Voorbeeld inkomsten van werk
Sociale relaties: hoe is de band met je gezin en familie, heb je vrienden of andere contacten bijvoorbeeld door sport, ook de contacten van school horen erbij of van je werk.
Vind je het leuk in je gezin of in je familie, heb je vrienden of mensen die je lief vind. Heb je vrienden op je werk, of bij je sport.
Voorbeeld ik vind het leuk om met vrienden af te spreken.
Lichamelijke gezondheid: je eet gezond en drinkt genoeg. Je beweegt genoeg of je sport. Je verzorgt jezelf goed.
Vind je dat je gezond eet of zou je dat willen veranderen. Beweeg je genoeg, of zou je een sport willen doen en verzorg je zelf goed, kam je je haar, poets je je tanden en ga je elke dag douchen.
Voorbeeld ik sport elke dag.
Psychische gezondheid: hoe je in je leven staat. Ben je gelukkig of wil je iets veranderen en of je voor je zelf kunt zorgen. En dat je gezond bent.
Ben je gelukkig, heb je een leuk leven, wil je iets veranderen aan je leven.
Werk en activiteit: heb je werk. Je hebt buiten school ook nog andere activiteiten die je leuk vind om te doen bijvoorbeeld sporten of afspreken met vrienden.
Waar werk je, wat vind je leuk om te doen in je vrije tijd
Voorbeeld werken bij Zorggroep Groningen
3 punten waar ik behoefte aan heb:
- afspreken met vrienden - bij familie zijn - hardlopen
Opdracht 2 zingeving
Wat vind je leuk om te doen? ik vind het leuk om met vriendinnen af te spreken en om elke dag te sporten(hardlopen,boulderen, waterskien, turnen, balletles en surfen). Gezonde maaaltijden te koken. Verder houd ik van reizen. En werken vind ik leuk om te doen.
Met wie ga je graag om? met mijn ouders,oma,vriendinnen/vrienden en vriend
Waar krijg je een goed humeur van?
Door actief te blijven en productief te zijn. Verder nieuwe ervaringen op doen.
Waar word je ‘ongelukkig’ van?
Ik kan heel ongelukkig worden van mensen die andere kwetsen. Verder als ik niet heb gesport kan ik mij ongelukkig voelen, door het feit dat ik in mijn beleving lui ben. Verder als het slecht gaat met mijn gezondheid of die van mijn familie/vrienden.
Hoe belangrijk is het voor je om je eigen kamer te hebben?
Ik vind het wel belangrijk om mijn eigen kamer te hebben, want je kan je dan even afsluiten van je gezin. Verder is het wel fijn om een eigen plek te hebben waar niemand je kan storen of lastig vallen.
Hoe belangrijk is het voor je om zelf je kamer in te kunnen/mogen richten? ik vind het belangrijk om je eigen kamer te mogen inrichten, omdat je dan zelf je creativiteit kan uiten en kan kiezen wat jij mooi vind.
Ben je graag bij familie of liever bij je vrienden? Hoe komt dat?
Ik ben vaak met mijn familie en vriend gezamelijk. Wij vinden het leuk om samen te sporten. Fietsen 90 km en dan heb je ook niet veel last van elkaar. Mijn voordeel is dat mijn iedereen elkaar wel mag. Over het algemeen ben ik 50% van de tijd bij mijn vriend/vrienden en de andere 50% bij mijn familie.
Hecht je veel waarde aan huisdieren?
ja ik hecht veel aan huisdieren. Ik ben wel opgegroeit met huisdieren, verder ben ik dol op de katten. Vaak als ik mij niet goed voel dan praat ik tegen de kat. Mijn persoonlijke therapie.
Ben je graag alleen of juist niet?
Ik houd ervan om alleen te zijn. Echter heb ik soms de neiging om sociaal te willen zijn. Ik kan mij prima vermaken. Af en toe is het wel leuk om met andere mensen dingen te ondernemen.
Ga je graag naar school? Wat vind je er leuk aan?
Ik vind school erg leuk dus vind het niet erg om naar school te gaan. Ik vind het leuk om nieuwe mensen te leren kennen en mezelf te ontwikkelen.
Ga je graag naar stage? Wat vind je er leuk aan? ik denk dat ik graag naar stage ga, omdat ik dan productief bezig ben.
Woon je met mensen waar je verantwoording moet afleggen over wat je doet of heengaat? Wat vind je daarvan? ik woon nog thuis dus ik moet wel verantwoording afleggen, echter ben ik ook vaak bij mijn vriend. Communciatie is erg belangrijk.
Opdracht 3 gezondheidskenmerken
15 lichamelijke kenmerken:
Koorts Hoesten Snotneus Schilfers Roodheid van de huid bultjes op de huis Hoofdpijn Rugpijn Moe Buikpijn Benauwdheid Oorpijn Keelpijn Nekpijn Misselijkheid
15 psychische kenmerken:
Vermoeidheid Chagrijnig zijn Terug getrokken Stil zijn Bang zijn Stress verdrietig zijn niet gelukkig voelen Somberheid Onzekerheid Slaapproblemen Interesseverlies Eetproblemen Snel geïrriteerd zijn Schuldgevoel
Casus begeleider gehandicaptenzorg Gulistan
het doel
ik zou proberen hem wel mee te laten doen aan de activiteiten. Zo ziet hij dat hij dit zelf misschien ook wel kan. Dit zou ik doen door samen met hem een activiteit te doen zo ziet die dat het wel leuk is. En zeggen dat die het goed doet en dat die het wel kan. Dit zou ik willen bereiken in het weekend dat hij er is.
De observatiemethode die ik ga gebruiken is een participerende observatie
Opdracht 4 beginsituatie
Casus begeleider gehandicaptenzorg Gulistan
Een jongen van 11 jaar met het downsyndroom gaat voor het eerst logeren bij een kortverblijfhuis. Hij is heel passief en word door zijn ouders erg beschermd. Daardoor denkt hij dat die veel dingen niet kan. Zijn ouders zeggen bij bijna alle activiteiten dat die het niet kan of dat het te gevaarlijk is. Hij heeft overgewicht. Zijn moeder laat hem alleen het eten, eten wat zij heeft meegebracht. Omdat hij een zwakke maag heeft.
Terugblikken
Mijn werkwijze was dat ik eerst de opdracht goed door ging lezen en daarna de opdrachten maken. Ik had bij de eerste poging van het inleveren de meeste opdrachten vergeten. Die heb ik nu gemaakt.
De keuzes die ik heb gemaakt om zo’n goed mogelijk resultaat te behalen iets duidelijker te maken.
Het werken aan deze oefenopdracht heeft mij opgeleverd dat ik weet wat de zeven leefgebieden zijn en hoe je kunt observeren en welke observatiemethodes er zijn.
Vooruit kijken
De opdracht eerst helemaal door lezen, zodat ik geen opdrachten mis.
oefenopdracht 2
ONDERSTEUNT DE CLIENT BIJ DE PERSOONLIJKE VERZORGING

Naam: Grace Klamer
Instelling: Noorderpoort college
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord........................................................................................................................................
Inleiding............................................................................................................................................
Hoofdstukken...................................................................................................................................
★ BPV opdracht 2. – maak een ondersteuningsverslag
Nawoord...........................................................................................................................................
VOORWOORD
Even voorstellen..
Mijn naam is Grace Klamer, 22 jaar en volg momenteel de opleiding persoonlijke begeleider Spefieke doelgroepen.
Op het Noorderpoort College, Verlengde Vissersstaat in Groningen. Ik zit in het eerste jaar van de studie. Tijdens het eerste jaar van de studie moesten wij ook stage lopen, dat doe ik momenteel bij Zorggroep Groningen,
Locatie Veendam op de afdelingen Somathiek, hier werk dus met ouderen.
Tijdens de 5 maanden die we stage moesten lopen zijn er een aantal opdrachten / verslagen die je moest maken om kennis op te doen over je stageplek, nieuwe ervaringen/leerprocessen ontdekken, maar ook om je voor te bereiden op je functies die worden verwacht. Hierin is de client/bewoner gevraagd of hij akkoord ging over het beschikbaar stellen voor deze opdracht. Hij zal anoniem blijven en aangesproken worden met Dhr. B. Naast de client/bewoner wordt er gekeken naar het verslag door de werkbegeleider die kijkt of de student het naar waarheid heeft ingevuld. Tot slot wordt het verslag nagekeken door de docent van school hierin kunnen nog wat verbeter punten terug gekoppeld worden die de student dan eventueel moet verbeteren.
Soms kan het lastig zijn om bepaalde informatie te zoeken via het intranet, maar door hulp te vragen kan het doel wel bereikt worden. Hierin zijn vele informatie vaak alleen op de stageplek te vinden en kan de student minder snel bezig gaan in eigen omgeving.
INLEIDING
Over de 5 maanden van de stageperiode moesten we een aantal opdrachten uitvoeren en dat verwerken in een verslag. Het verslag moest voldoen aan de eisen van de verslaglegging. Door de opdrachten te maken die verplicht zijn voor de opleiding kom je meer te weten over de functie die de student volgt. De student moet bepaalde competenties bezitten. Welke dit zijn en wat ermee bedoelt wordt.
Wat komt er allemaal aan bod bij het verslag van deze opdracht ?
Beschrijving van de zorgvrager
Beschrijving van de hulpvragen / wensen van de bewoner die je geobserveerd hebt
Beschrijving van de verleende ondersteuning op bepaalde gebieden
Onderbouwing van de geleverde ondersteuning
Lichamelijke / vitale functies van een bewoner → objectief meetbaar zijn
Gedrag naar aanleiding van een standaard observatie formulier
Naast de opdracht die je moest uitwerken in verslag vorm wordt er ook een afsluiting (nawoord) in verwerkt. In deze afsluiting staat onder andere een goed onderbouwde conclusie met welke kennis je tijdens deze opdracht verrijkt bent. Je hebt nog geen nawoord in je verslag, maar dat komt vast goed!
Verder staat er nog beschreven of de kennis/ervaringen die je tijdens het maken van deze opdracht hebt opgedaan straks ook weer in het 3e studiejaar kunt toepassen in andere stages.
OPDRACHT 1: PROTOCOLLEN
Mondverzorging
Dhr. heeft een gebitsprothese. Volledige overname bij het poetsen van de prothese. Hieronder staat de werkwijze van het onderhouden van een gebitsprothese. Heeft dhr. Ook steunkousen? Dat protocol staat er onder. Misschien kan je beter iets in de trant van: hier laat ik een paar protocollen zien die bij mij op stage in gebruik zijn.
- Pas handhygiëne toe.
- Leg de benodigdheden binnen handbereik.
- Leg de handdoek of een tissue onder de kin van de cliënt.
- Vraag de cliënt de boven- en/of ondergebitsprothese uit de mond te halen, of help hierbij.
- Leg de prothese in een gebitsbakje.
- Breng zeep aan op de protheseborstel, bij de wastafel.
- Poets de prothese en spoel deze daarna af onder de stromende kraan.
- Leg de prothese terug in het gebitsbakje.
- Poets de kaakwallen.
- Breng tandpasta aan op de tandenborstel.
- Vraag de cliënt de mond te openen.
- Masseer de kaakwallen zachtjes met de tandenborstel.
Wanneer de cliënt de mond zelf kan spoelen:
- Laat de cliënt de mond spoelen voordat het gebit teruggeplaatst wordt.
- Reik de cliënt het glas met water aan.
- Laat de cliënt een slok water nemen en de mond spoelen.
- Laat de cliënt het water uit de mond in de wastafel of in het bakje spugen.
Steunkousen uittrekken
- Zet de benodigheden binnen handbereik.
- Laat de client plaatsnemen in een hoge stoel.
- Ga tegenover de client zitten recht voor het betreffende been en vraag de client om het been in het middag van je schoot ( eventueel op een handdoek of kussentje) te leggen. Zie er op toe dat de client zodaning zit dat het wegglijden uit de stoel bij het uitrekken van de kous voorkomen wordt.
- Pak het uittrejhulpmiddel met beide handen vast en breng het aan over de elastische kous, zover het uitrrekhulpmiddel op de wreed klem komt te zitten.
- Sla de bovenkant van uittrekhulpmiddel over het bandje zodat het klitterband is bedekt en niet in aanraking komt met de elastische kous.
- Sla de boord van de elastische kous over het hulpmiddel, eventueel meerdere keren.
- Schuif de elastische kous door middel van wrijven terug tot de enkel
- Wrijf de elastische kous over de enkel van de voet af.
- Verhaal dat zowel bij de andere steunkous.
- Controleer de huid van het been. (wondjes, eczeem, kleur, pijn en hygiene)
- Ruim de materialen op.
- Smeer de huis in met huidvreindelijke creme.

|

|

|
Maak de handen nat met water uit een flink stromende kraan.
|
Gebruik genoeg zeep voor het totale handoppervlak. Raak het tuitje van de dispenser niet aan.
|
Wrijf de handpalmen op elkaar.
|

|

|

|
Wrijf de rechterhandpalm over linkerhandrug met verstrengelde vingers en vice versa.
|
Wrijf de handpalmen tegen elkaar met verstrengelde vingers.
|
Wrijf met ineen gehaakte vingers tegen de andere handpalm.
|

|

|

|
Draai met de duim van de linkerhand in de rechterhandpalm en vice versa.
|
Wrijf en draai met de samengeknepen vingers van de rechterhand in de linkerhandpalm en vice versa.
|
Spoel de handen goed af met water.
|

|

|

|
Droog de handen goed af met een wegwerpdoekje.
|
Gebruik het wegwerpdoekje om de kraan dicht te draaien.
|
De handen zijn nu schoon.
|
HANDEN WASSEN
Hier is denk ik een opbouw foutje, tussen kousen aan en kousen uit zit plotseling een handwashandleiding
Steunkousen aantrekken:
- Pas handhygiëne toe.
- Zet de benodigdheden binnen handbereik.
- Laat de cliënt plaatsnemen in een hoge stoel.
- Ontbloot het betreffende been en de voet.
- Controleer de huid van het been op de volgende aspecten:
- wondjes, eczeem
- oedeem
- kleur
- pijn
- hygiëne
- Trek de handschoenen aan en was en droog de handen met de handschoenen aan.
- Ga tegenover de cliënt zitten recht voor het betreffende been en vraag de cliënt om het been in het midden van je schoot (eventueel op een handdoek of kussentje) te leggen.
- Maak het aantrekhulpmiddel klaar voor gebruik: stop de voering in de zak tot aan de twee merktekens (vermijd het ontstaan van plooien).
- Pak het aantrekhulpmiddel met beide handen vast en breng dit aan over de voet (de stiknaden en merktekens moeten zich aan de zijkanten van de voet bevinden).
- Pak de elastische kous en trek deze als een laars over het aantrekhulpmiddel tot je weerstand voelt. Wrijf totdat de voet en de enkel van de elastische kous goed zitten.
- Verwijder het aantrekhulpmiddel.
- Houd met de ene hand de hiel vast.
- Trek met de andere hand aan de lus van het aantrekhulpmiddel. Doe dit niet in één beweging, maar pak het aantrekhulpmiddel steeds over naarmate er meer zeildoek uit komt.
- Vraag de cliënt om de kous zelf omhoog te trekken, of help de cliënt hierbij. Zorg ervoor dat de kous goed over het been verdeeld is door met de vlakke handen over de elastische kous te wrijven.
- Zorg dat de naad aan de achterkant zit. Corrigeer eventuele verdraaiingen van de kous met vlakke handen. Sla de boord niet om.
- Indien om het andere been ook een elastische kous wordt aangebracht of er wordt gebruik gemaakt van een elastische panty: begin voor het tweede been bij stap 4, ga recht voor het onderbeen van de cliënt zitten.
- Pas handhygiëne toe, eerst mèt en daarna zonder handschoenen.
- Ruim de materialen op.
- Noteer de handeling en bevindingen.
1. - Beschrijving van de zorgvrager
Meneer is geboren in Peize, 6-5-1932
De vader van meneer was stukadoor en moeder was huisvrouw. De familie had al een zoon en twee dochters. Meneer vond school wel leuk, maar was blij toen meneer kon werken. Meneer was altijd al vroeg bezig met klussen rondom het huis. Meneer bespeelde de piano en accordeon op de leeftijd van 8 jaar en meneer oefende dan ook in Groningen. Meneer was een normale leerling op de lagere school en daarna is meneer aan het werk gegaan bij zijn vader als stukadoor. Meneer heeft in de tussentijd mevrouw gekend door een Dansavond. Hij is getrouwd op 1 oktober 1955, daarna kregen het stel 6 kinderen waarvan één zoon en vijf dochters. Meneer was goed met het maken van meubels, zoals een molen, tafels, stoelen een camper. Toen de kinderen uit huis gingen kwam er tijd vrij voor langere vakanties, vaak gingen ze na het buitenland met de camper. Meneer hield ervan om naar het strand te gaan kampenduin werd ook vaak bezocht. Toen meneer 60 jaar was heeft hij zijn bedrijf verkocht. Na zijn pensioneren is meneer veel op vakantie geweest samen met zijn vrouw. Hier hebben zij veel plezier uit gehaald. Dhr. Is erg vriendelijk en heeft humor. Zelf vindt ik dat dhr. makkelijk is in de omgang.
Meneer houdt van:
-zingen (Nederlandstalig)
-muziek
-motoren vooral de TT
-boeken met foto’s uit de jaren 50,60, Assen ed
-wandelen.
Leuk dat je een stukje van de bewoner in het verslag zet, geeft een persoonlijk tintje aan het verslag. Ik denk dat als je dit tussen de inleiding en hfst 1 zet dat het makkelijker leest. (leuke hobby heeft hij!!)
2 EN 3 .PERSOONLIJKE VERZORGING EN HET MONITOREN VAN WELBEVINDEN
Beschrijving van de client:
Mw. B is geboren ter Midwolda op 28 april 1929 en is opgegroeid in Muntendam. Het gezin bestond uit 6 kinderen en zij was de 4de kind en enigste dochter.
Thuis hadden ze het niet zo breed, haar vader had diverse baantjes zoals klokgieterij en later door invloed van de crisisjaren en de Tweede wereldoorlog, via werkschaffing. Meneer was een rustige man die veel over zich heen liet komen. Hij kwam wel voor mw. op wanneer er nieuwe dingen werden beloofd(als een diets), maar dit dan niet door ging. Echter, sloeg vader haar ok doordat hij door moeder werd opgejut. De moeder van mevrouw werkte op het platteland. Moeder werd omschreven als een persoon met sterk wisselende buien waardoor mw. altijd op haar hoede was. Mw. kreeg vaak te horen dat ze niet goed deed en werd regelmatig geslagen, geshopt en uitgescholden. Zodra er visite was, sloeg moeder dan om en was ze gezellig en ontspannen. Tussen de moeder en vader was het ook vaak ruzie, terwijl mw. op bed lag.
Mw. heeft zonder zittenblijven de basisschool in Muntendam doorlopen en had veel vriendjes en vriendinnetjes waarbij ze goed overweg kon met de docenten. Omdat zij goed kon leren, had de hoofddocent bij haar ouders aangedrongen om haar de Ulo te laten volgen, wat ook door ging. Ruim twee jaar heeft mw. dit volgehouden maar met veel absenties. Zij moest om 5 uur uit bed om lopend naar school in Zuidbroek te gaan. Eenmaal thuis moest zij nog allerlei klusjes in het huishouden doen waardoor ze geen tijd en energie meer had voor het maken van huiswerk. Omdat dit voor haar niet vol te houden was, leverde ze de schoolboeken in bij het de vrouw van het hoofd, omdat zij zich schaamde. Vervolgens is zij gaan werken voornamelijk schoonmaakwerkzaamheden op diverse werkplekken. In tijd van de Tweede wereldoorlog waren er in het dorp wel Duitse soldaten waardoor er een bepaalde spanning heerste. Wegens schaarste was het voedsel en andere producten op de bon te verkrijgen.
Toen mw. 23 jaar was ging zij huwen met haar echtgenoot. Hem had ze ontmoet bij de bijeenkomsten van voormalig PVDA partij in het dorp. Hij werd verliefd op haar, omdat ze altijd lachend binnenkwam. Ze heeft wel het gevoel gehad dat hij haar redde van haar thuissituatie. De ruzies met moeder waren namelijk tweemaal zo hoog opgelopen dat mw, het niet meer zag zitten. Terugkijkend, heeft ze zich vaak afgestoten, eenzaam en verdrietig gevoeld omdat ze het in moeder ogen nooit goed kon doen.
Ondanks dat mw. bij haar schoonouders woonde, heeft zij altijd nog veel gedaan voor haar ouders en bleef de moeizame relatie met haar moeder bestaan. De lichamelijke mishandelingen hielden op. Moeder is overleden in 1985 voor mevrouw onbekende reden. Zelf had ze hier geen initiatief in genomen.
Partner was vaak ziek door Reuma, bronchitis en hartklachten. Waardoor mw. veel voor hem heeft gezorgd. Dokter kwam soms wel twee keer per dag. Meneer was automonteur, maar was vaker thuis dan aan het werk. Toch vindt mevrouw dat het een goed huwelijk was waarin ze het goed met elkaar hadden. Echtgenoot was een rustige en lieve man. Ook had mw. goed contact met zijn broer, die bijna dagelijks bij het gezin kwam eten. In 1953 werd kun eerste kind geboren genaamd Ebel, later in 1957 werd hun tweede kind geboren genaamd G en in 1960 hun jongste genaamd M. Mw. verteld dat ze met de oudste wel eens conflicten heeft gehad, maar vanwege het feit dat hij verwend werd door de schoonouders van mw. Wel vertelt ze altijd goed geweest te zijn voor haar kinderen en nooit ruzie te hebben gehad, ook niet met haar partner en vrienden. Ze had nooit moeite om anderen te vertrouwen “iedereen is altijd dol op mij”. In 1993 overleed de partner, waarin mw. intensief voor hem heeft gezorgd. Mw. is haar hele leven, op 3 jaar na, lid van de vrouwenbond die ze ook heeft opgezet in Muntendam. Daarnaast ging ze graag naar gymnastiek, zwemmen en volksdansen. Op latere leeftijd heeft ze vele vakanties naar het buitenland gemaakt met diverse vriendinnen en organisaties.
a. De lichamelijke/uiterlijke verzorging
Mw. draagt steunkousen en verder wordt mw. elke dag geholpen tijdens de ADL , mw. wordt 1x per week gedoucht.
b. De mondzorg
mv. heeft een kunstgebit. Zowel boven als beneden, de zorgmedewerkers poets mw. haar tanden zowel s ’morgens als s ’avonds.
c. De kleding en was
Mw. draagt eigen kleding, wel heeft mw. een heupbroekje vanwege valgevaar, deze draagt ze elke dag. De was wordt maandag en donderdag opgehaald door rentex, een groot bedrijf die de was doet en weer brengt.
d. De maaltijdbereiding en eten en drinken
Mw. drinkt redelijk goed, in de ochtend altijd een kopje thee met suiker en vaak tijdens de koffie wel twee kopjes met alles erin. Tussen de middag eet mw. warm en in de avond eet mw. brood. Tussendoor krijgt mw. nog vaak drinken en iets lekkers.
e. De uitscheiding
Mw. heeft een pantsbroekje aan voor de ontlasting die is vaak in de ochtend nat met urine, overdag heeft mw. deze ook aan maar heeft goed aan wanneer mw. naar het toilet moet.
f. De mobiliteit
Mw. heeft een rollator binnen op de huiskamer, wel heeft ze een rolstoel voor langere afstanden. (bijv. Als mw. mee doet met de activiteiten)
g. Een evenwichtig slaap-en waakritme incl. Zorg voor het bed
Mw. toont tot heden een redelijk slaapritme aan.
h. Voorkomen van complicaties van langdurige inactiviteit of bedrust
Mw. krijgt steunt waar nodig is en wordt goed gekeken wat mw. nog kan hierin wordt rekening gehouden met haar klachten en hierop volgende actie ondernomen worden.
i. Opruimen, schoonhouden en sfeervol maken van de woning/kamer
Mw. maakt zelf haar kamer niet schoon, dit doet de schoonmaker.
j. Het doen van dagelijkse activiteiten
Mw. doet vaak mee met de activiteiten die zich op dat moment plaatsvinden dat varieert van zingen tot aan spelletjes doen.
a) Hoe heb je aangesloten bij de hulpvragen en wensen van de client?
Goed naar het zorgplan gekeken en met mw. gepraat over wat ze plezierig vond.
b) Hoe heb je eigen regie en zelfredzaamheid van de client gestimuleerd
Mw. zoveel mogelijk zelf laten doen wanneer mogelijk.
c) Hoe heb je het netwerk van de client betrokken?
- Kijk verder dan wat de cliënt inbrengt
- Kijk ook verder dan de familie en vrienden
- Teken het netwerk op papier
- Breng het netwerk regelmatig ter sprake
- Maak het netwerk tastbaar en zichtbaar
- Zorg dat de cliënt eigenaar blijft van netwerk: op koelkast plakken
- Gebruik ook je eigen netwerk als professional
- Onderschrijf het belang van een ecogram en ga het gewoon DOEN
- Vergeet het digitale netwerk niet
- Zet dit regelmatig op de intervisie-agenda
d) Hoe heb je beroepscode/ het beroepsprofiel/ der beroepswaarden toegepast
*
e) Hoe ben je nagegaan of de client en/ of familie/mantelzorger tevreden was over jouw ondersteuning?
Mw. uitgelegd en ondervraagt, mw. gaf aan dat ze tevreden was over de zorg.
f) Hoe heb je gerapporteerd over de door jou gegeven ondersteuning?
Zoveel mogelijk gerapporteerd volgens zorgplan
Dit zijn zo te zien vragen uit de portfolio opdracht. Ik zou er een hoofstuk balkje en een ondersteunende tekst er bij zetten. Dit komt aardig plotseling na 2 zorgvraag beschrijvingen.
Een hulp middel hier op Zorggroep Groningen is een beschrijving hoe je de handen moet wassen. Deze hand alleen in de gezamelijke wc’s. De bewoners of bezoekers kunnen deze aflezen en de handen met hulp van het plan wassen.
Verder de persoonlijke verzorging staat in het villans waar alle benodigde protocollen in staan.
Opdracht 5 oefen het gebruik van de tillift
Op mijn stage wordt gebruikt gemaakt van tilliften, deze gebruikt de zorg tijdens de ADL. Zelf werk ik als activiteiten begeleider en mag dan deze handelingen niet uitvoeren. Wel als ik aan het werk ben als Helpende.
Hoe gebruik je een passieve tillift?
Er zijn verschillende maten van tilliften elke maat heeft een andere kleur rand. Zo kunnen verschillende mensen de tillift gebruiken. Voor het gebruik van de tillift kijk je eerst als er geen beschadigen zijn en daarna doe je de belijnen in de hangmat. De volgende stap is de client verstellen hoe je het gaat doen. Vaak als wij de tillift gebruiken is dat wanneer een client op bed ligt. De client moet dan op zijn of haar zij liggen om vervolgens de tillmat op de juiste hoogte te hebben. Tijdens deze handeling vertel je wat je gaat doen. De client draait vervolgens de andere kant op>dit moet je dan van te voren aangeven. Wanneer de tillift goed achter de rug van de client zit doe je de flappen langs de benen. Hiermee maak je de client vast aan de kabel. Zowel bij de benen als bij het hoofd. Wanneer je denkt dat de client omhoog kan vermeld je dit van te voren. Stel de client gerust en probeer oog contact te houden. Vaak moet de client dan in een rolstoel dus kun je zo die client verplaatsen.
Hoe gebruik je een actieve lift?
Deze actieve lift gebruik ik ook wel eens. Er zijn twee soorten actieve liften. 1 die bedient kan worden met een afstandbediening en 1 die wordt gebruikt met twee korten die je vervolgens moet aantrekken. Ook hier gebruik ik de actieve lift vaak in de ochtend. De client moet aan de rand van het bed zitten. Vervolgens zeg je tegen de client dat we gaan opstaan met de actieve lift. Wanneer je rustig uitlegt wat de bedoeling is vraag je als de client zijn of haar voeten op het voetenstuur wilt plaatsen, vervolgens doet de verzorger de band achter de rug van de client en maakt de band zo strak mogelijk vast met de klittenband. Vervolgens vraag je als de client goed wilt vasthouden aan de handvaten van de actieve lift. Je gaat nog even extra controle doen dat alles goed vast zit. Daarna maak je oog contact met de client dat de actieve lift omhoog gaat. Zodat de client dit van te voren weet. Ook geef je aan dat de client goed op eigen benen moet staan. Als dit niet het geval is kan de client achteruit vallen of juist naar beneden. Vervolgens staat de client goed in de actieve lift en geef je aan wat je doet. Meestal gaat de client dan vervolgens zitten in een rolstoel.
Verschil tussen de liften
Het verschil van deze twee liften is dat bij de passieve lift de client in een ‘hangmat’ hangt en doet de lift alles.
Bij een actieve lift moet de client nog kracht hebben om stabiel op eigen benen te kunnen blijven staan.
Overeenkomsten tussen de liften
Beide zijn hulpmiddelen voor een client die weinig spierkracht heeft en verlicht de zorg.
Bij zorggroep Groningen :
Schimmelnagels:
Schimmelnagel begint meestal bij de nagelpunt: Vervolgens vervormd en wordt hij dikker, waarna hij afbrokkelt en loslaat. Duabetes en bijvoorbeeld reuma vrhogen het risco op schimmelinfecties.
Doorlig wonden:
Chronische wonden worden veroorzaakt door stoornissen in de adderlijke of slagaderlijke bloedsomloop., diabetes, infectieziekten van bloedvaten en het vetweefsel, en door andere factoren.
Als je naar de opdracht kijkt denk ik dat jij deze opdracht kan uitvoeren op stage of tijdens je werk. Ik stuur wel een foto van de opdracht naar je op whatsapp
OPDRACHT 7
N.V.T
als ik jou was zou ik per pagina één of maximaal 2 opdrachten doen. Dan is het wat gestructureerde. Misschien ook nog meer gebruik maken van tussenkopen en begeleidende teksten, dan wordt het een mooi en leesbaar verslag!
Oefenopdracht 3
Oefenopdracht 3 ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
Grace Klamer
M9VS4D
26-11-2020
Zorggroep Groningen, ter Veendam
Inleiding
Mijn naam is Grace Klamer en ik loop stage in een verpleeghuis. Dit betekend dat de bewoners hier vierentwintig uur worden verzorgd. Zij kunnne niet meer zelfstandig alleen wonenen. Hierdoor kunnen zij zowel lichamelijk en huishoudelijk werk ondersteuning krijgen waar nodig is.
Verslag huishoudelijke werkzaamheden
Op mijn stage loop ik bij een dagbestedings programma. De mensen worden ADL geholpen en gaan vervolgens de hele dag naar een dagbesteding tot zij weer gaan slapen. Wel stimuleren wij hun om nog veel werkzaamheden te doen. Denk aan de vaatwas, omdat zij dan kun motoriek kunnen behouden.
Op mijn stage hebben de bewoners vaak last van het niet goed kunnen invullen van hun dag. Denk aan dat zij niet meer zelf goed kunnen bepalen wanneer er moet gegeten worden. Wij proberen de zelfredzaamheid te stimuleren door in die dagindeling hun bepaalde taken te geven en hun te prikkelen om werkzaamheden te verrichten. Denk aan dat zij zelf de melk en suiker in hun koffie of thee moeten doen. Ook wanneer men gaat eten vraag ik vriendelijk of zij mee willen helpen om de tafel te deken. Ook na het eten mogen zij afwassen. Ik merk zelf dat zij dit prettig vinden. Ze zitten er anders maar zeggen de bwoners zelf. Ze vinden het fijn om nuttige werkzaamheden uit te voeren. Als ik hun om een guns vraag willen zij mij vaak helpen. Het stimuleert om te zeggen dat ik hulp nodig heb inplaats van hun alleen maar taken uit te delen.
Hoe ik een bewoner stimuleer door haar te vragen of zij misschien de afwas voor mij wilde doen. Mw. was een beetje onrustig en wilde graag naar huis. Toen vertelde mw. dat hier niks te doen is. Nu heb ik mw. gevraagd of zij de afwas wilde afdrogen. Dit wilde mw. wel. Het duurde misschien lang, maar mw. genot ervan en was ook rustiger. Verder stimuleer ik de motoriek van mw. Nu droogt mw. elke dag de afwas. Wij vragen haar van te voren natuurlijk wel even, maar zij vindt het zichtbaar leuk om nuttig te zijn.
Ik weet van de bewoers wat ze wel zelf kunnen en wat ze niet zelf kunnen. Hierbij help ik waar nodig is. Ik heb alle zorgplannen door gelezen en weet de afspraken met de bewoners . Ik houd mij aan die afspraken die gemaakt zijn in de zorgplannen. Als ik iets niet snap dan informeer ik dit aan het zorgpersoneel of aan mijn collega om duidelijkheid te creeren.
Ik heb op stage gevraagd naar hun protocollen, richtlijnen en voorschriften met betrekking tot huishouden en schoonmaken. Ik heb alles door gelezen en nu met corona is het vooral belangrijk dat ik ten alle tijden bij bewoners een mondkapje op moet doen. Ook de bewoners wanneer zij uit hun appartement vertrekken of uit de huiskamer.En dat je die 1,5 meter afstand blijft waarborgen.


Opdracht 4
Opdracht 8
Oefenopdracht 8
Werkt aan eigen deskundigheid
Grace Klamer
10-06-2020
m9vs4d8
Noorderpoort
Inleiding
We moeten een aantal oefenopdrachten doen verdeelt over een jaar. Je doet dit op stage. Waaronder deze opdracht.
Opdracht 1 vaktijdschriften en informatie
Zorg+welzijn magazine is een vaktijdschrift waar je achtergronden, interessante interviews, columns en handige tips kan lezen ter ondersteuning van je werk in de zorg. Het tijdschrift is bedoelt voor de mensen die in de zorg werken of die nog niet in de zorg werken, maar het misschien wel willen.
Jeugdbeleid is een vaktijdschrift dat de ontwikkelingen volgt in het jeugdbeleid en in het bijzonder in het lokale jeugdbeleid en in de jeugdzorg. Het tijdschrift is bedoelt voor de mensen die werken in de jeugdzorg.
Sociaal Bestek is een tijdschrift voor werk, inkomen en zorg. Dit vakblad helpt mensen op het gebied van arbeidsvoorziening, sociale zekerheid en lokaal sociaal beleid. Het is bedoelt voor mensen die hier zelf moeite mee hebben.
Dagbesteding is een vakblad dat zich richt professionals die werkzaam zijn in activiteitenbegeleiding en dagbesteding binnen de ouderenzorg, psychiatrie of gehandicaptenzorg. Het vakblad is dus voor de mensen die werken binnen deze doelgroep.
Opdracht 2 verdieping in een onderwerp
Artikel Politie start onderzoek naar misbruik gehandicapten in Limburgs tehuis
Het artikel gaat over dat meerdere gehandicapte kinderen en jongvolwassenen maandenlang mishandeld zijn, verwaarloosd en onzedelijk betast. Het gaat om bewoners en logeercliënten in de leeftijd van 14 tot 25 jaar. De zeer kwetsbare gehandicapten zijn veelal ernstig beperkt en niet in staat om te praten. De mishandeling zou vorig jaar zijn gedaan door tijdelijk personeel ingehuurd wegens personeelstekort.
De punten die belangrijk zijn bij de doelgroep waar ik stage loop is dat er niet mishandelt word natuurlijk en dat je goed met de mensen omgaat. En dat je de mensen behandelt met liefde en goede technieken.
Ik schrik best wel van zulke artikelen, omdat ik niet snap hoe mensen zulke mensen mishandelen en verwaarlozen.
Opdracht 4 SWOT
Sterktes Strenght Huidige situatie - Lief, rustig, flexibel, trouw - Goed kunnen inleven - bevorderende overtuigingen
Weakenessen Huidige situatie - verlegen , niet goed voor mijzelf kunnen opkomen
Belemmeringen:concentratieboog van een garnaal
Kansen/Opportunities - Zelfverzekerder zijn wat ik wil
Threats - Denken dat mensen naar mij kijken en mij beoordelen - Denken dat ik het niet kan Bedreigingen
Opdracht 5 kernkwadrant
Kernkwaliteit Valkuil Allergie Uitdaging
betrouwbaar saai arbitrair innovatief
behulpzaam bemoeizuchtig onverschillig Los laten
geduldig passief drammerig daadkrachtig
bescheiden onzichtbaar arrogant profilerend
beschouwend afstandelijk sentimenteel empatisch
meegaand onzichtbaar eigengereid autonoom
rust(ig) afwachtend opdringerig initiatiefrijk
ingetogen passief opdringerig Initiatiefrijk
bedachtzaam beducht roekeloos moedig
flexibel wispelturig star ordenend
Opdracht 6 persoonlijk ontwikkelingsplan
Maatschappelijke ontwikkeling: duurzaamheid technologische ontwikkeling: robots in de zorg vakinhoudelijk ontwikkeling: zelfredzaamheid te vergroten
Doelen duurzaamheid: - niet onnodig stroom gebruiken - geen afval in de natuur gooien
Ik heb voor deze doelen gekozen, omdat als je het stroom niet nodig hebt je het ook niet onnodig moet verbruiken. Door het opwekken van stroom ontstaan weer slechte stoffen voor het milieu. Als je afval in de natuur gooit duur het heel lang voordat de aarde het heeft verteerd en de dieren kunnen het ook binnen krijgen en dood gaan.
Ik ga aan deze doelen werken door goed op te letten. Als ik zie dat er ergens nog licht aan staat het licht uit doen of als er nog ergens een stekker in het stopcontact zit die eruit halen. Ook let ik erop dat je je afval in de prullenbak gooit en als ik ergens loop en ik zie wat liggen gooi ik het weg.
Doelen robots in de zorg: - meer verdiepen in de technologische ontwikkelingen in de zorg - een keer naar een beurs gaan over deze ontwikkelingen
Ik heb voor deze doelen gekozen, omdat ik nog niet heel veel weet over het gebruik vanrobots in de zorg en andere technologische ontwikkelingen. Dus het lijkt mij handig om daar wat informatie over op te zoeken. Ik heb zorg technologie gehad als vak, maar ik merk op de werkvloer dat het word aangeschaft, maar bijna nooit gebruikt word.
Ik ga aan deze doelen werken door op internet te zoeken naar nieuwe informatie en informatie te krijgen via de zorg instellingen en het gebruik van de zorg technologie binnen de instelling.
Doelen zelfredzaamheid vergroten - apps ontwikkelen om de zelfredzaamheid te vergroten - andere technieken bedenken
Ik heb voor deze doelen gekozen, omdat ik denk dat het voor de mensen heel belangrijk hun eigen regie zoveel mogelijk behouden. Door deze app te instaleren zou men meer te weten komen over het eigen behoud van hun regie en dit dus ook langer als een stok achter de deur zien om eigen regie zo lang mogelijk te onderhouden en te behouden.
Ik ga aan deze doelen werken door er goed informatie op te zoeken op internet.
Nawoord
Ik vond het maken van de opdracht best spannend. Zelf was ik eerder met deze opdracht deze en toen bleek dat ik de andere opdracht moest doen omdat ik nog wel stage loop. Alleen ik wilde deze opdracht ook maken. Vandaar dat de planning bij mij een beetje mis liep. Achteraf heb ik beide opdrachten vergeten in te leveren bij mijn docent. Beetje gaotisch zeg maar.
Feedback van klasgenoot
Ik heb je opdracht doorgelezen en gekeken wat voor feedback ik jou kan geven. Eerlijk gezegd is het een goed product die je aanlevert, alleen zorg er nog even voor dat je er een echt verslag van gaat maken. Voorblad, inleiding enzovoort
STAGE
360 graden feedback formulier
Wat wilde ik leren?
Wat ik wilde leren is het omgaan met cliënten en hun kunnen motiveren en activeren. Daarnaast wilde ik ook graag meer diepgang weten van het beroep die ik uitvoerende op mijn stage. Dus duidelijkheid creëren wat activiteitenbegeleider inhoudelijk betekend.
Wat was de situatie?
De situactie was dat ik een gesprek heb gevoerd met mijn werkbegeleider. Zij vertelde mij dat ik goed kon communiceren met de cliënten, maar dat ik wel heel langdradig vertelde over vele onderwerpen. Mijn eigen idee was vooral dat ik dit inderdaad herkende en hier ook van heb geleerd. Ik vind de begeleiding die ik krijg binnen de werkvloer erg nuttig en heb hier veel uit gehaald. Mijn werkbegeleider vertelde dat ik wel degelijk het goed doet, maar dat ik soms wel een plan moet hebben wat de bedoeling is van mijn eigen rol als activiteitenbegeleider. Ook merkte ik dat mijn werkbegeleider niet altijd op de hoogte is van mijn eigen leerproces. De duidelijkheid wat ik moet laten zien vanuit mijn school naar mijn stageplek.
Hoe voelde ik me daarbij?
Hoe ik mij daarbij voelde was opgelucht, want er werd meer duidelijkheid geschept. Door het er over te hebben kan ik aan mijn punten werken en kan ik als persoon groeien.
Waar dacht ik aan?
Waar ik aan dacht was vooral begrip van de situatie. Mijn werkbegeleider heeft nog nooit iemand begeleid dus wij waren beide nieuw in deze zetting. Ook dacht ik dat het wel fijn was om te horen wat iemand anders dacht en denkt. Hier heb ik wel wat aan.
Wat ging er goed?
Wat er goed ging is:
-Communiceren
-Feedback geven en ontvangen
-Samenwerking
-flexibel zijn
Wat kon er beter?
Wat er beter kon was vooral de duidelijkheid over mijn eigen kunnen en kennen. Hoe ik het beste begeleid kan worden was nog een raadsel. Verder kon ik beter voor bereiden op wat ik wil overbrengen, zodat ik niet te lang dradig ben in mijn eigen verhalen.
Wat heb ik geleerd en hoe heb ik geleerd?
Ik heb ervan geleerd dat iedereen een eigen leerstijl heeft en dat mensen jou wel willen helpen waar nodig is, zolang jij zelf ook maar wilt. Ook heb ik geleerd om vaker mijn werkbegeleider bij te betrekken met de opdrachten vanuit school en mijn eigen leerproces in kaart te brengen.
Wat neem ik mee in de toekomst?
Ik neem zeker mee dat ik mijn werkbegeleider vaker om bepaalde moeilijkheden om hulp kan vragen. Verder heb ik mijn eigen leerpunten onder ogen gezien en hierdoor kan ik daaraan werken. Feedback vroegtijdig vragen verbetert het eigen persoonlijke leerproces en het is niet erg om het er niet mee eens te zijn, zolang je dit maar kan weerleggen.
Samenwerken
Je luistert goed, je neemt informatie in je op en ik heb ook heel sterk het gevoel dat je hier veel mee bezig bent. Je toont je leergierig en je wilt heel graag, dat straal je uit en dat is zeer positief. Je bent er nog maar net en we hebben nog een heel jaar, dus ik denk dat het eerst nog onwennig kan zijn maar dat wanneer jij je weg wat meer hebt gevonden met deze doelgroep je nog meer laat zien. Dit is logisch. Bij drukte en uitval zal dit terug te zien zijn, op dit moment is het nog wat zoeken soms maar ik denk als wij hier over een halfjaar naar kijken dat dit allemaal op goed gaat staan.
Verantwoordelijk handelen
Je stelt je verantwoordelijk op. Je bent er echt om te leren en iets bij te dragen, dat was al duidelijk vanaf de samenwerking. De laatste drie punten heb ik op voldoende staan, puur omdat je dit nog niet heel veel hebt kunnen laten zien. Er zijn nog niet veel omstandigheden geweest dat deze punten aan bod zijn gekomen, maar ook hierbij twijfel ik er niet aan dat jij dit kan.
Assertief reageren
Heel fijn dat je vragen stelt, dit toont dat je interesse hebt voor wat we hier doen. Blijf dit vooral zo doen! Om je echt helemaal assertief op te stellen moet jij je honderd procent op je gemak voelen en je bent nog zoekend met name door de doelgroep en de onbekende werksituatie. Dit geeft niets, hier gaan we samen mee oefenen en met de tijd zal dit meer en meer komen.
Reflecteren op eigen handelen
Je denkt na over wat je doet, je doet niet zomaar iets. Zoals met het nieuwe project waar je aan werkt, lees jij je in en wil je alles te weten komen om je handelen op aan te passen. Dat is de perfecte manier om iets te leren (als student, maar ook later op je werkplek is dit heel nuttig). Ik vind het heel fijn wanneer je mij vertelt als je ergens moeite mee hebt, bijvoorbeeld om opdrachten te plannen of hierover iets te vragen. Hier kan ik dan rekening mee houden. Ik ben vrij assertief en zie dit niet altijd, daarom vind ik het juist goed dat je dit aangeeft.
Omgaan met feedback
Ook hierin hebben wij nog niet heel veel situaties gehad nog, maar ik heb het idee dat jij goed omgaat met de feedback die we geven. Je past dingen direct toe in de praktijk en dat is mooi. Het liefst wil jij alles al goed doen, maar dit is lastig omdat je niet alle taken kent die er liggen. Wees ook weer niet te kritisch op jezelf hierin, gun het tijd.
Invoelend en sociaal handelen
Kinderen kunnen voor bijzondere situaties zorgen, bijzondere dingen zeggen, het is leuk om te zien dat je soms verrast bent door situaties maar niet veroordelend. Tevens vertrouw ik jou met gevoelige zaken over de leerlingen en ik heb het gevoel dat je hier ook op een professionele manier mee omgaat.
Overzicht gewenst gedrag
gesprekken stage
Wat wilde ik leren?
Wat was de situatie?
Hoe voelde ik me daarbij?
Waar dacht ik aan?
Wat ging er goed?
Wat er goed ging is:
Wat kon er beter?
Wat er beter kon was vooral de duidelijkheid over mijn eigen kunnen en kennen. Hoe ik het beste begeleid kan worden was nog een raadsel. Verder kon ik beter voor bereiden op wat ik wil overbrengen, zodat ik niet te lang dradig ben in mijn eigen verhalen.
Wat heb ik geleerd en hoe heb ik geleerd?
Wat neem ik mee in de toekomst?
Ik neem zeker mee dat ik mijn werkbegeleider vaker om bepaalde moeilijkheden om hulp kan vragen. Verder heb ik mijn eigen leerpunten onder ogen gezien en hierdoor kan ik daaraan werken. Feedback vroegtijdig vragen verbetert het eigen persoonlijke leerproces en het is niet erg om het er niet mee eens te zijn, zolang je dit maar kan weerleggen.
Gesprek stage
Voortgang stage Grace Klamer
Aanwezig: Grace, Jeannette en Erna
-Hoe vind je het gaan?: > Grace
· Best wel goed
· Gesprekken voeren gaat redelijk
· Soms slaat activiteit niet aan > actie: blijven proberen, soms iets anders doen
-Hoe vind je contact met bewoners? Wel goed
- Valentijn quiz niet gemaakt. Waarom niet gemeld bij AB> Erna legt uit wie ze hier mee heeft. 1) Bewoners! 2) Collega die met dit idee kwam> ziet dat er niets mee gedaan is. 3) Uiteindelijk zichzelf. Afspraken behoor je na te komen.
Verbeterpunten:
Draaiboeken maken van elke activiteit
Afspraken nu echt gaan nakomen: Portfolio laten zien
Bellen als je ziek bent
Afspraken die we gemaakt hebben:
Overzicht maken: Wat doe een AB-er: 10/2 laten zien
Activiteit VE> draaiboek maken v (elke) activiteit
Valentijns quiz > vrijdagochtend 12/2 uitprinten en ophangen door het huis. Nog even besproken wat er allemaal nodig is voor de quiz. Wat er oa in het briefje moet staan. Grace heeft al wat in pc staan. Bespreekt dit vandaag (2/2) voor 17.00 uur met Jeannette en anders gaat het per mail naar Erna.
Voortgang stage Grace Klamer
Aanwezig: Grace, Jeannette, Monique, Jojanneke en Erna
Gesprek na aanleiding omdat het op stage moeizaam gaat.
Het gesprek word gevoerd met stage en schooldocent is hierbij aanwezig.
-Hoe vind je het gaan?: > Grace
· Onzeker
· Gesprekken voeren gaat redelijk
· Kleine activiteiten gaan beter en feedback vragen gaat goed doormiddel van weekelijks de 360 graden feedback formulier te gebruiken
-Hoe vind je het gaan?: > Jeannette (werkbegeleider)
Grace heeft in de afgelopen weken een ernorme groei doorgemaakt. Neemt stage serieus en vraagt gericht feedback. Grace heeft laten zien dat zij straks zelfstandig de activiteiten kan houden op de dagbesteding.
Grace ziet het grotere plaatje, rondom de actiivteit.
Grace laat haar mening sneller horen en laat proffesionaliteit zien.
-Hoe vind je het gaan?: > Erna (Activiteitenbegeleider)
Ziet een goede verbetering in korte tijd. Grace neemt het serieus en krijgt feedback van het functioneren van Jeannette. Stelt voor om grotere activiteiten te doen binnen het AGW. Denk hierbij aan een quiz door het huis of iets anders voor de bewoners. Verbeter punt"draaiboeken maken"
Verbeterpunten:
Draaiboeken maken van elke activiteit
Afspraken die we gemaakt hebben:
Overzicht maken:
Activiteit VE> draaiboek maken v (elke) activiteit
Activiteit VE> Agenda zetten
Quiz maken!
GO formulier
BPV-uren
Vanaf het begin van mijn studie loop ik stage bij het AGW, Zorggroep Groningen. Hier loop ik elke maandag en dinsdag stage. Samen gerekend is dat zestien uur per week. 64 uur per maand vanaf Februari 2020 tot heden. Mits de grote school vakantie.
Examenplan
Examenplan 1
Examenplan 1
Om welk werkproces gaat het?
B1-K1-W1 inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt.
In welke beroepscontext wordt het examen uit gevoerd?
In de beroepscontext van een stagiair die stageloopt in een verpleeghuis
Wat wordt er gevraagd in dit examen?
-Inventariseert welke ondersteuning de cliënt nodig heeft.
-Informatie verzamelen van de client
-Observatiemethoden gebruiken
-Schriftelijke verslag client
Welke bewijstukken dienen worden ingeleverd te worden?
- verslaglegging
-gedragsobservatie
-observatieplannen
-7 leefgebieden
-Wat zingeving inhoudt
-Lijst met 15 lichamelijke gezondheidskenmerken
-Lijst met 15 psychische gezondheidskenmerken
Welke kennis, vaardigheden en houding heb je nodig om het examen uit te kunnen voeren?
-observatiemethode toepassen
-Gesprekstechnieken toepassem
-Actieve en betrokken houding aannemen
-let op verbale en non-verbale communicatie
Wat ga ik doen?
De ondersteuningsvragen inventariseren van de client.
Observeren van de client en hier een schriftelijk bewijs van leveren.
Wanneer ga ik het examen uit voeren en hoeveel tijd heb ik ervoor nodig?
Wanneer: in de examenweek en dan in Februari
Hoeveel tijd: 30 minuten
Wie gaat het examen uitvoeren en wie gaat er beoordelen?
Uitvoeren: Grace
Beoordelen: Koos (activiteitenbegeleider)
Hoe wordt dit examen uitgevoerd?
Door middel van een gesprek met de cliënt. Dit zou plaatsvinden in de gemeenschappelijke ruimte
Waar ga ik het examen doen?
Zorggroep Groningen, locatie Veendam
examenplan 2
Om welk werkproces gaat het? B1-K1-W2 ondersteunt de cliënt bij persoonlijke verzorging
In welke beroepscontext wordt het examen uit gevoerd?
In de beroepscontext van een stagiair die stageloopt in een verpleeghuis
Wat wordt er gevraagd in dit examen?
In dit examen wordt gevraagd hoe je de cliënt ondersteunt bij de persoonlijke verzorging. Waardoor ik de cliënt kan motiveren
-stimuleren van het gebruik van hulpmiddelen bij de mobiliteit
Welke bewijstukken dienen worden ingeleverd te worden?
-Beoordelingsformulier.
Welke kennis, vaardigheden en houding heb je nodig om het examen uit te kunnen voeren?
De kennis die je voor het examen nodig hebt is:
-Duidelijkheid creëren
-Behulpzaamheid
-Aandacht
-Observeren en motiveren.
-Begrip te tonen naar de cliënt toe.
Wat ga ik doen?
Ik ga samen met de cliënt bespreken waarom het in deze tijd belangrijk is om de handen te wassen. Hoe je de handen moet wassen.
Wanneer ga ik het examen uit voeren en hoeveel tijd heb ik ervoor nodig?
Wanneer: in de examenweek en dan in Februari
Hoeveel tijd: 30 minuten
Wie gaat het examen uitvoeren en wie gaat er beoordelen?
Uitvoeren: Grace
Beoordelen: Koos (activiteitenbegeleider)
Hoe wordt dit examen uitgevoerd?
-instrueren
-Informeren
-Uitvoeren
Waar ga ik het examen doen?
Zorggroep Groningen, locatie Veendam
examenplan 3
Om welk werkproces gaat het?
B1-K1-W3 ondersteunt bij wonen en huishouden.
In welke beroepscontext wordt het examen uit gevoerd?
In de beroepscontext van een stagiair die stageloopt in een verpleeghuis
Wat wordt er gevraagd in dit examen?
Bij dit examen wordt ervan je gevraagd hoe je een cliënt ondersteunen kan bij wonen en het huishouden van de cliënt zelf.
Welke bewijstukken dienen worden ingeleverd te worden?
-Beoordelingsformulier
-Gedragsobservatie
Welke kennis, vaardigheden en houding heb je nodig om het examen uit te kunnen voeren?
-Duidelijkheid
-Actief zijn
-Doelbewust
-Zelfstandigheid
Wat ga ik doen?
Ik ga samen met de cliënt kijken hoe ik hem het beste kan gaan ondersteunen met wat hij nodig heeft.
Wanneer ga ik het examen uit voeren en hoeveel tijd heb ik ervoor nodig?
Wanneer: In Februari
Hoeveel tijd: 30 minuten
Wie gaat het examen uitvoeren en wie gaat er beoordelen?
Uitvoeren: Grace
Beoordelen: Koos (activiteitenbegeleider)
Hoe wordt dit examen uitgevoerd?
Ik ga kijken of de vaardigheden die je nodig hebt voor het huishouden naar boven komen.
Dat ik de client zingeving laat ervaren.
Dat de client zich prettig voelt bij het uitvoeren van de huishoudelijke taken.
Waar ga ik het examen doen?
Zorggroep Groningen, locatie Veendam
Examenplan 4
Om welk werkproces gaat het? B1-K1-W4 ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
In welke beroepscontext wordt het examen uit gevoerd?
In de beroepscontext van een stagiair die stageloopt in een verpleeghuis
Wat wordt er gevraagd in dit examen?
In dit examen ondersteun je de cliënt bij de dag invulling in de groep.
Welke bewijstukken dienen worden ingeleverd te worden?
Beoordelingsformulier
Welke kennis, vaardigheden en houding heb je nodig om het examen uit te kunnen voeren?
-Plannen
-Duidelijkheid
-Zelfstandigheid
Wat ga ik doen?
Door middel van een gesprek met de cliënten kijken wat zij vinden van de dagbesteding. Wat zouden zij veranderen als het hem of haar lag.
Wanneer ga ik het examen uit voeren en hoeveel tijd heb ik ervoor nodig?
Wanneer: In Maart
Hoelang: 40 minuten
Wie gaat het examen uitvoeren en wie gaat er beoordelen?
Uitvoeren: Grace
Beoordelen: Koos (activiteitenbegeleider)
Hoe wordt dit examen uitgevoerd?
Uitvoeren: Veenderij
Zetting: Groep
Gespreksvorm
Waar ga ik het examen doen?
Veenderij, locatie Veendam.
Instelling: Zorggroep Groningen
Examenplan 5
Examenplan 5
Om welk werkproces gaat het?
B1-K1-W5 reageert op onvoorziene en crisissituaties
In welke beroepscontext wordt het examen uit gevoerd?
In de beroepscontext van een stagiair die stageloopt in een verpleeghuis
Wat wordt er gevraagd in dit examen?
-Professionele wijze handelen op onvoorziene crisissituaties
-schriftelijk verantwoording afleggen.
Welke bewijstukken dienen worden ingeleverd te worden?
-Examen verslag
Welke kennis, vaardigheden en houding heb je nodig om het examen uit te kunnen voeren?
-Kennis van de protocollen
-Observeren
-Oplettende houding
Wat ga ik doen?
We gaan kijken wat voor onvoorziene en wat voor crisissituaties er kunnen plaats vinden op mijn stage.
-Verslag schrijven: de crisissituatie.
-Wie waren er betrokken bij crisissituatie.
-Wat was mijn rol.
Wanneer ga ik het examen uit voeren en hoeveel tijd heb ik ervoor nodig?
8 weken om het uit te voeren
Wie gaat het examen uitvoeren en wie gaat er beoordelen?
Uitvoeren: Grace
Beoordelen: Koos (activiteitenbegeleider)
Hoe wordt dit examen uitgevoerd?
Het examen wordt uitgevoerd doormiddel van het beschrijven van de crisissituatie.
Waar ga ik het examen doen?
Thuis schrijf ik het verslag van de gebeurde crisissituatie/onvoorziene situatie.
Examenplan 6
Om welk werkproces gaat het? B1-K1-W6 stemt de werkzaamheden af
In welke beroepscontext wordt het examen uit gevoerd?
In de beroepscontext van een stagiair die stageloopt in een verpleeghuis
Wat wordt er gevraagd in dit examen?
In dit examen stem je in overleg de werkzaamheden af met je collega’s. Je neemt deel aan een overleg bijvoorbeeld het multidisciplinair overleg, om de werkzaamheden aftestemmen met je collega’s. Het samen werken op de werkvloer.
Welke bewijstukken dienen worden ingeleverd te worden?
-Beoordelingsformulier
Welke kennis, vaardigheden en houding heb je nodig om het examen uit te kunnen voeren?
-open houding
-luisteren, oberveren en doorvragen
-motiveren
-overlegvormen
Wat ga ik doen?
-Stemt de werkzaamheden af met mijn werkbegeleider en collega’s
-Rekening houden met elkaar
-In overleg gaan met mijn collega’s
-Bijwonen bij het multidisciplinair overleg.
Wanneer ga ik het examen uit voeren en hoeveel tijd heb ik ervoor nodig?
60 minuten in Maart
Wie gaat het examen uitvoeren en wie gaat er beoordelen?
Uitvoeren: Grace
Beoordelen: Koos (activiteitenbegeleider)
Hoe wordt dit examen uitgevoerd?
Het examen wordt uitgevoerd doormiddel van een gesprek.
Waar ga ik het examen doen?
Zorggroep Groningen, locatie Veendam
Examenplan 7
Om welk werkproces gaat het?
B1-K1-W7 evalueert de geboden ondersteuning
In welke beroepscontext wordt het examen uit gevoerd?
In de beroepscontext van een stagiair die stageloopt in een verpleeghuis
Wat wordt er gevraagd in dit examen?
Dat je de geboden ondersteuning evalueert samen met de gestelde doelen.
De dagbesteding analyse die elke cliënt heeft bijwerken of opstellen.
Welke bewijstukken dienen worden ingeleverd te worden?
Beoordelingsformulier
Welke kennis, vaardigheden en houding heb je nodig om het examen uit te kunnen voeren?
-Luisteren, samenvatten en doorvragen.
-Actieve houding
Wat ga ik doen?
-Gesprek aanbieden: Ondersteuning en gestelde doelen.
-Ik in het examen de gegevens bespreken en kijken of de geboden ondersteuning nog actueel is.
-Ik ga vragen aan de cliënt of hij/zij tevreden met de wensen en ondersteuning die worden geboden.
-Ik schrijf een eindverslag over de evaluatie over het gesprek die ik met de cliënt heb gehad over de dagbesteding analyse.
Wanneer ga ik het examen uit voeren en hoeveel tijd heb ik ervoor nodig?
In Maart
30 Minuten
Wie gaat het examen uitvoeren en wie gaat er beoordelen?
Uitvoeren: Grace
Beoordelen: Koos (activiteitenbegeleider)
Hoe wordt dit examen uitgevoerd?
Doormiddel van een evaluatiegesprek over de dagbesteding analyse. - Eindverslag schrijven
Waar ga ik het examen doen?
Zorggroep Groningen, locatie, Veendam.
Examenplan 8
Om welk werkproces gaat het?
B1-K1-W8: werkt aan eigen deskundigheid
In welke beroepscontext wordt het examen uit gevoerd?
In de beroepscontext van een stagiair die stageloopt in een verpleeghuis
Wat wordt er gevraagd in dit examen?
-Ik weet waar ik relevante informatie kan vinden met betrekking tot mijn vakgebied
- ik ga mijn deskundigheid ontwikkelen, ik ben op de hoogte van de visie op de zorg van de organisatie waar ik stageloop
- ik weet mijn sterke en zwakke punten
- ik heb inzicht in mijn kwaliteiten en allergieën
- ik ben op de hoogte van actuele wet- en regelgeving
- ik ga mijn deskundigheid delen met collega’s.
Welke bewijstukken dienen worden ingeleverd te worden?
- ingevuld feedbackformulier
-ingevuld kernkwadrant
-persoonlijk ontwikkelplan
Welke kennis, vaardigheden en houding heb je nodig om het examen uit te kunnen voeren?
-je moet weten wat je sterke en zwakke punten zijn
-Open houding hebben
Wat ga ik doen?
-verdiepen in de informatiesites van stage
-verdiepen in een onderwerp, visie schrijven
- analyse maken, een kernkwadrant maken
- persoonlijk ontwikkelplan maken
Wanneer ga ik het examen uit voeren en hoeveel tijd heb ik ervoor nodig?
Maart
120 Minuten
Wie gaat het examen uitvoeren en wie gaat er beoordelen?
Uitvoeren: Grace
Beoordelen: Koos (activiteitenbegeleider)
Hoe wordt dit examen uitgevoerd?
Doormiddel van een presentatie vorm
Waar ga ik het examen doen?
Zorggroep Groningen, locatie, Veendam.
Examenplan 9
Om welk werkproces gaat het?
B1-K1-W9: werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
In welke beroepscontext wordt het examen uit gevoerd?
In de beroepscontext van een stagiair die stageloopt in een verpleeghuis
Wat wordt er gevraagd in dit examen?
- De betekenis en invulling van kwaliteitszorg
- ik benoem mijn eigen kwaliteiten
- ik kijk kritisch naar de dagelijkse activiteiten in relatie tot de kwaliteit van de Welzijn
- ik kan vanuit mijn eigen deskundigheid een bijdrage leveren aan het bevorderen en het bewaken van kwaliteitszorg
Welke bewijstukken dienen worden ingeleverd te worden?
- ingevuld feedbackformulier
- lijst met dagelijkse activiteiten en het voorstel
Welke kennis, vaardigheden en houding heb je nodig om het examen uit te kunnen voeren?
-weten wat kwaliteitszorg betekend en inhoud
Wat ga ik doen?
-Verslag maken over kwaliteitszorg
-Onderzoeken naar mijn eigen kwaliteiten en ontwikkel punten
-lijst maken met dagelijkse activiteiten
-knelpunten signaleren
Wanneer ga ik het examen uit voeren en hoeveel tijd heb ik ervoor nodig?
Maart
30 Minuten
Wie gaat het examen uitvoeren en wie gaat er beoordelen?
Uitvoeren: Grace
Beoordelen: Koos (Activiteitenbegeleider)
Hoe wordt dit examen uitgevoerd?
Doormiddel van een PowerPointpresentatie.
Waar ga ik het examen doen?
Zorggroep Groningen, locatie, Veendam.
EXAMENS
Inventariseert ondersteuningsvragen van de client
Reageert op onvoorziene en crisissituaties
Kwaliteitszorg
KEUZEDELEN
EXPLESSIEF TALENT
Doorstroom naar HBO mens en maatschappij
Ik heb hier een 6 gehaald.
Internationaal I: overbruggen (interculturele) diversiteit
intervisie
intervisie verslag
Reflectieverslag intervisie

Naam student: Grace Klamer
Instituut: Noorderpoort
Klas:M9vs4d8
Docent: J.Post-Huzen
Datum van afname: 9-10-2020
Inleiding
Mijn naam is Grace Klamer en doe momenteel de opleiding Specifieke doelgroepen aan het Noorderpoort. Ik loop stage bij het AGW, in Veendam. Het AGW is een verpleeghuis en daar ben ik werkende als activiteitenbegeleider. In mijn opleiding wordt veel gedaan met hoe je teruggekeken hebt naar de acties die men voert in de stage.
Inhoudsopgave
Inleiding
Beginsituatie
Reflectieverslagen
Intervisieproces in de klas
Eigen ontwikkeling
Conclusie
Beginsituatie
Vorig jaar liep ik stage bij Zorggroep Groningen, locatie Veendam. Hierin heb ik veel geleerd over het aan kunnen geven van de taken die bij mijn stageplek passen. Mijn ervaringen waren ten eerste dat ik meteen wel mocht beginnen met de werkzaamheden die mij toegewezen werden. Echter was ik heel onzeker over de inhoud van mijn stage en wat men verwachtte van mij. Door de eerste keer tijdens mijn stage meteen al in actie te moeten treden, vond ik maar eng. Door intervisie heb ik geleerd om te kijken en vooral te luisteren wat mijn andere mede studenten in deze situatie zouden doen. Ik merk dat ik moeilijk nee kan zeggen, maar ook graag geen fouten wil maken. Door juist te zeggen dat ik het redelijk spannend en eng vind, wordt hier wel rekening mee gehouden. Ook is er wel eens voorgekomen dat ik door verpleegtechnische handelingen wel zou kunnen uitvoeren, omdat ik ook werkende ben op mijn stageplek. Alleen wel een andere functie die ik op mijn stage verwezenlijk. Hierover heb ik met de AB-leidinggevende gepraat. Nu zijn er duidelijkere afspraken gemaakt wat ik wel en niet mag doen tijdens mijn stage. Ik merk dat ik weet dat ik gediplomeerd ben en mensen dan minder werk druk kan bezorgen, echter is dit mijn valkuil. Mijn leerdoelen zijn dus vooral om mij niet al te onzeker op te stellen en mijn grenzen aan te kunnen geven, met als doel dat ik uiteindelijk meer zou kunnen leren wat bij dit beroep past.
Verslag van je inbreng: welke situatie heb je ingebracht?
Ik heb een situatie ingebracht namelijk: Zelf ben ik activiteitenbegeleider en doe ik activiteiten bij een dagbesteding voor ouderen. Deze groep is in twee gesplitst, maar in een van die groepjes is er een mevrouw die erg snel op haar teentjes is getrapt. Dit niet alleen, maar mevrouw heeft ook een uitgesproken mening. Door dat ze de hele groep mee kan nemen is het lastig om deze doelgroep te motiveren. Vaak wordt de activiteit minder leuk door de blik van mevrouw. Zij manipuleert ook de situatie. Inbreng van klasgenoten heeft mij zeker goed gedaan. Met de mevrouw in kwestie praten over waarom mevrouw dit gedrag laat zien en ook met mijn collega’s hier vaak over praten wat zij in deze situatie zouden doen. In de afgelopen tijd is mevrouw echt een gespreksonderwerp geworden. Ik ben blij dat ik het bespreekbaarder heb gemaakt op de werkvloer. Vaak als mevrouw rare opmerkingen maakt naar medebewoners moet dit gerapporteerd worden, zodat later ook de psychologe hiermee kan doen. De mevrouw in kwestie blijft wie zij is en kan weinig begrip tonen. Het zorgpersoneel vindt mevrouw ook te goed voor deze dagbehandeling en wilt hierop snel actie ondernemen dat mevrouw weer “zelfstandig” zou kunnen wonen zonder dat mw.X steeds naar de dagbesteding hoeft. Wordt nog vervolgd. Ik kijk hier positief op terug door dat ik feedback heb kunnen krijgen van mijn mede studenten en door andere ogen kan kijken wat zij in deze situatie zouden doen.
Reflectie op intervisieproces in de klas
Ik merk door corona dat er kleinere groepjes zijn gemaakt. Echter vind ik het heel moeilijk om mijn mening te uiten als een andere klasgenoot zijn inbreng deelt. Dit omdat ik het lastig vind om dat iedereen dan naar mij luistert wanneer ik praat, maar vooral het idee dat ik misschien iets verkeerds zou zeggen. Ik heb wel in eerdere sessies mijn mening geuit, maar vind dit alsnog wel lastig, terwijl men dat niet echt van mij verwacht denk ik. Deze gedachte geeft mij ook rust, want als iedereen wist hoe zenuwachtig ik overal voor ben zou dat ook niet goed zijn. Ben vaak bang dat mijn mening niet ten goede aankomt bij een andere persoon.
Reflectie op je eigen ontwikkeling binnen intervisie
In het begin durfde ik mijn inbreng in aan de klas te vertellen, ik was maar al te bang dat ik op deze manier niet goed bezig zou zijn. Want er wordt nadrukkelijk besproken hoe ik een situatie aanpak. Door dat we een kleiner clubje hebben en ook door toch wat meer zelfverzekerder over te komen wilde ik wel mijn inbreng delen, want ik vind het belangrijk dat ik groei in mijn functie en mij als persoon zijnde. Hiermee hoop ik dan ook te laten zien dat ik het vak probeer te begrijpen en mijn eigen handelingen beter kan weerleggen.
Conclusie
Al met al vind ik het vak erg interessant, maar moet ik wel even wennen dat het vooral gaat over hoe jij bepaalde aspecten aanpakt en hoe jij handelt. Ik merk dat er nog vele leerdoelen zijn waarmee ik mee bezig kan gaan de aankomende periode (en misschien wel langer dan dat). Ook vind ik het fijn om meer verbinding te kunnen maken met mede studenten over hoe zij op stage zijn en wat hun bezig houdt. Erg fijn om door vele inbreng daarin ook over na te mogen denken en dat ik er wel veel aan heb, in mijn werkveld. Conclusie is dat ik veel geleerd heb afgelopen tijd, maar dat ik nog maar bij het begin ben.
Generieke vakken
NEDERLANDS
Referentieniveau 3F (NED3F-ROCNP)
|
03/12/2022
|
6
|
|
|
|
Instellingsexamen: (NED-IE-3F-ROCNP)
|
03/12/2022
|
57
|
|
|
|
Centraal examen: (NED-CE-3F-ROCNP)
|
03/12/2022
|
60
|
|
REKENEN
Ik heb een drie voor Rekenen
ENGELS
Referentieniveau B1-A2 (ENGB1-A2-ROCNP)
|
03/12/2022
|
7
|
|
|
|
Gesprekken voeren, spreken, schrijven: A2 ( ENG-IE-A2-ROCNP)
|
03/12/2022
|
81
|
|
|
|
Lezen, luisteren: B1 ( ENG-CE-B1-ROCNP)
|
03/12/2022
|
66
|
Beroepsondersteuning
periode 5
Periode 5
|
01/29/2021
|
B
|
|
|
|
Project Romijn
|
01/28/2021
|
G
|
|
|
|
Intervisie
|
12/17/2020
|
V
|
|
|
|
Reflecteren
|
12/17/2020
|
V
|
|
|
|
BPV oefenopdrachten
|
12/17/2020
|
V |
Periode 6
Project 6
|
03/17/2021
|
V
|
|
|
|
Gesprekstechnieken
|
06/30/2021
|
V
|
|
|
|
Intervisie
|
02/05/2021
|
V
|
|
|
|
BPV oefenopdrachten
|
02/05/2021
|
V
|
|
|
|
Reflecteren
|
02/08/2021
|
V |
Periode 7
Prtoject 7a
|
04/20/2021
|
O
|
|
|
|
Project 7b
|
07/07/2021
|
V
|
|
|
|
Veilig thuis
|
05/17/2021
|
V
|
|
|
|
Muziek, Beelden en Drama
|
07/07/2021
|
G
|
|
|
|
Intervisie
|
05/17/2021
|
V
|
|
|
|
Reflectie
|
06/17/2021
|
V |
Periode 8
Crisisinterventies
|
|
|
|
|
|
Agressie
|
05/17/2021
|
V
|
|
|
|
Sociale problematiek
|
06/25/2021
|
V
|
|
|
|
Intervisie
|
06/30/2021
|
V
|
|
|
|
Reflecteren
|
06/30/2021
|
V
|
|
|
|
BPV oefenopdrachten
|
|
|
|
|
|
Overleggen en Samenwerken
|
|
|
|
|
|
Coordineren
|
07/12/2021
|
V
|
|
|
|
Professioneel handelen
|
07/12/2021
|
V |
Periode 9
Methodieken
|
|
|
|
|
|
Verpleegkundige vaardigheden
|
03/08/2022
|
V
|
|
|
|
PPO
|
11/25/2021
|
V
|
|
|
|
Werkproces
|
|
|
|
|
|
Online Project
|
02/18/2022
|
V
|
|
|
|
Keuzevak
|
Periode 10
Communicatie
|
|
|
|
|
|
PPO
|
|
|
|
|
|
Expressie
|
02/11/2022
|
G
|
|
|
|
Burgerschap
|
02/15/2022
|
V
|
|
|
|
Werkprocessen
|
|
|
|
|
|
Keuzevak
|
Periode 11
Periode 12
Sociaal-maatschappelijke dimensie
MBO VS HBO
Betoog
Wat ik zou willen in Nederland is geen verschil meer te hebben wanneer je nou MBO of HBO doet. Daarmee bedoel ik vooral de studentenvereniging. Zelf vind ik het heel jammer dat Mbo'er vaak niet toegelaten worden door studentenvereniging. Dit puur, omdat zij niet ingeschreven staan door een hogeschool. Hierdoor blijft de niveaus vaak gescheiden, omdat zij minder snel met elkaar in contact kunnen komen. Vaak heb je een bepaalde vriendengroep gecreëerd. Later zien bepaalde mensen dat zij een status hebben puur, omdat zij dan een hbo of universitaire studie hebben gevolgd. Vele weten niet wat er verwacht wordt van een mbo'er en denken vaak dat het een mindere opleiding niveau is. Zelf denk ik niet zo en ben ik ook niet zo opgevoed. Mijn ouders hebben alle twee aan de universiteit gezeten. Iedereen in mijn familie behalve mijn zusje en ik. Verder heb ik wel veel vrienden die een hoger onderwijs volgen. Dit merk ik op een negatieve manier. Bijvoorbeeld de kortingen die je niet krijgt, maar ook worden gezien als student. Vaak krijgen de mbo’er vaak de middelbare schoolregels en kortingen. Het wordt nog steeds niet gezien als gelijken. Tuurlijk is het een andere vorm van studeren en daar heb ik het ook niet over, maar vele studenten die op een vereniging zitten doen andere opleidingen en een hbo-opleiding duurt ongeveer net zo lang als een mbo-studie. Echter denken ze dat het slagen presentatie minder groot is bij de mbo'er. Dit omdat er vele studenten afhakken.
Het mbo wordt vaak gezien als minder dan het hbo of universiteit. Terwijl dit gewoon een heel ander soort studie is. Het is niet beter of slechter, het is gewoon anders. Vaak wordt er gezegd dat je een goede en leuke studie moeten doen. Ook wordt er vaak gezegd dat een mbo-opleiding niet veel voorstelt en het ongemotiveerde mensen zijn. Ook zijn het de mensen die juist de maatschappij draaiende houdt. Denk aan de kapper waardoor jij je mooier doet gaan voelen. Verder de mensen die in de supermarkt werken. Ook jou verpleegkundige die voor je oudere oma zorgt. Vele beroepen zijn mbo’er. Hier staat men niet vaak bij stil. En vaak als ze het weten denken vele dat zij het duizend keer beter kunnen. Vele opleidingen krijgen meerdere stages waarmee je meer stagevergoeding krijgt. Dit ook vaak, omdat de hbo’er meer werk verricht dan de mbo’er. Dit vind ik ook raar, want een stagevergoeding is geen loon, maar een bedrag voor je verdiensten.
Het blijft altijd een barrière waar je overheen moet.
Wat is ook een kleur?
Netflix en chill: Wit is ook en kleur
Sunny Bergman wil weten waarom veel witte mensen zich verongelijkt voelen als het over racisme en witte privileges gaat. Vooralsnog worden in het racismedebat de problemen gemakshalve neergelegd bij immigranten. Omdat ze niet goed zouden integreren, of bij lager opgeleide proteststemmers omdat zij er racistische denkbeelden op nahouden. Maar wat kleurt de blik van witte hoger opgeleiden, van de 'elite', die het morele gelijk aan hun zijde denken te hebben en menen dat kleur er niet toe doet? Slagen zij erin om hun kinderen 'kleurenblind' op te voeden? Bergman neemt de proef op de som. In het 'black doll/white doll'-experiment wordt gekeken naar de keuzes die kleuters maken tussen zwart en wit. De jonge deelnemertjes, nog niet getraind in het geven van sociaal wenselijke antwoorden, blijken ongeacht hun eigen kleur dezelfde keuzes te maken en stellen de witte pop stelselmatig boven de zwarte pop. Welke rol spelen onze westerse cultuur en beschavingsnormen in deze uitkomst?
Zelf toen ik dit zag verbaasde mij dit heel erg. Vooral de test van de kinderen met de babyborn. Dat vele kinderen het donkere babyborn vaak zien als “stout” en de witte babyborn als “een goed kind”. Vaak komt dit al door vele liedjes en stripfiguren, maar ook films. Worden vaak de kleuringen gezien als mindere. Terwijl de witte mensen gezien worden als sterk en machtig. Dit viel mij erg veel op in de docu. Zelf ben ik geadopteerd en merkte ik dit ook wel op school, vaak als zij dan mijn moeder zagen was het wel goed. Gelukkig heb ik vanuit huis uit mee gekregen dat welke kleur je ook hebt iedereen gelijk moet behandeld worden. Ik vond dit een mooie documentaire. Want het geeft veel diepgang en inzicht over wat mensen bedoelen met kleurverschil. Zelf vind ik dit schrijnend om aan te zien, maar in Nederland hebben wij het over het al gemeen best goed.
loverboys en schoonheidsideaal
BURGERSCHAP

Gemaakt door: Grace Klamer
Pagina-einde
Inleiding
We hebben voor onze opleiding persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen die ons de kans biedt om doormiddel van opdrachten bewuster worden van wat er allemaal speelt in de wereld. Er komen verschillende onderwerpen van toepassing komen en er een stukje bewuster van wordt en toepasbaar is bij onze toekomst beroep.
In dit product wordt het volgend het volgende behandeld.
-Loverboys
- vrouwelijk schoonheidsideaal
Pagina-einde
Loverboys................................................................................................................................. 3
Vrouwelijk schoonheidsideaal....................................................................................................4
Pagina-einde
Loverboys
Wat zijn loverboys??
Loverboys zijn mensenhandelaars en die op slimme wijze iemand dwingt om in de prostitute werken.
Vaak komt dit door een fout vriendje. Deze vriendjes zorgen er eerst voor dat de dames verliefd worden en daarna proberen zij hun in een isolement stoppen. Hierna proberen zij de dames zo min mogelijk in interactie krijgt met andere mensen.
Er is een speciale opvang voor dames die te maken hebben met mensenhandel. Echter vinden deze dames het heel lastig om de loverboy te verlaten. Mede omdat sommige dames nog verliefd zijn of een geld verschuldigd zijn aldus de loverboy. Ook zijn de dames bang dat zij worden achtervolgd voor de rest van hun leven en dat wanneer zij proberen te ontsnappen er grootste gevolgen komen wanneer de loverboy hun alsnog vindt.
Gelukkig zijn er ook dames die deze keuze alsnog maken. Deze keuze is vaak heel aangrijpend, maar zij worden hier ook in begeleid.
80 tot 90 vrouwen worden jaarlijks geholpen door een Maatschappelijk werker. De reden is dat er vaak een vriendje is waardoor zij in deze situatie zijn beland dit is naar schatting ongeveer, 70% van de 80 a 90 vrouwen waar dit is voorgekomen.
Vaak gaan deze dames contact opnemen met de politie en dan worden zij doorverwezen. Deze mensen zoeken dan contact op met deze dames en gaan dan een gesprek opnemen. De dames mogen zelf een plek uit kiezen in de kamer waar zij vragen krijgen om hun verhaal te doen.
Zowel op beeld als record wordt dit opgenomen.
Vaak weten zij wel het een en ander. Echter willen zij het van de dames zelf horen.
Deze dames in de documentaire zijn allemaal gemanipuleerd en mishandeld.
Pagina-einde
Vrouwelijk schoonheidsideaal
Ik heb de documentaire gezien. Nu moet ik er wat over schrijven.
In het begin vond ik het wel leuk en interessant. Zelf moet ik eerlijk bekennen dat ik geen problemen heb met plastische chirurgie. Sterker nog... Het zal mij niks verbazen dat ik het ooit eens in de toekomst overweeg. Geen borstvergroting of een grote ingreep, maar rimpels wegwerken. Niet omdat ik het lelijk vind, maar omdat ik het minder mooi vind.
Uiterlijk is ergens altijd wel belangrijk geweest. Vanaf klein meisje vond ik make-up al heel interessant en leuk. Mijn ideaalbeeld was vooral een gave huid en een strak lichaam. Eenmaal in de puberteit had ik geen puistjes en geen beugel. Dit vond ik heel fijn.
Mijn kleding maat is altijd al een zero geweest en kreeg er ook vaak complimenten over. Dit deed mij goed. Hierdoor vind ik het nog steeds belangrijk hoe ik eruitzie en zou ik er ook alles aan doen om niet dik te worden. Dit ook wel omdat mijn omgeving ook aangaf mocht ik ooit dik worden dat ik meteen op training moest. Verder geloof ik ook dat mensen zich blijer voelen wanneer er aandacht aan hen wordt gegeven en momenteel is een schoonheidsideaal wel heel belangrijk. Ook wat er in de documentaire wordt benoemd is dat vrouwen mooi moeten zijn en mannen vaak sterk. Door alle media en reclame is het ideaalbeeld bijna tot niet realistisch.
Ook ben ik wel blij dat er plus size modellen zijn en dat er momenteel ook wordt gekeken naar het feit dat iedereen anders is. Toch is het beeld er best langzaam ingeslopen dat ik gezond ben wanneer ik dun ben en geen oneffenheden heb. Wanneer ik wel een oneven heit heb maakt het mij ook niet uit. Ik stoor mij er niet aan. Ik ben eerlijk naar mezelf... De tijdschriften en media is niet altijd het perfecte plaatje. Het is soms ook best nep. Alleen zolang iedereen eerlijk in de spiegel kan zeggen dat diegene gelukkig is. Ik ben dus niet tegen plastische chirurgie. Alleen het ideaalbeeld op tv vind ik niet belangrijk. Iedereen moet zelf weten wat diegene doet en ik vind iedereen mooi zoals diegene is. Echter ben ik wel kritisch naar mezelf.
Politiek juridische dimensie
wij zitten vast
Wij zitten vast
Het gaat over dat Sophie Hilbrand een half jaar te gast is in een jeugdinstellingen in Nederland. De jongeren die hier vast zitten zijn tussen de 12 en 24 jaar. Sophie gaat bij een paar jeugd gevangenen op bezoek en ze wilt graag hun verhaal horen. Toen ik deze serie keek viel het mij op dat veel jeugd gevangen vaak in hele andere situaties zijn op gegroeid. Vaak zijn er bij deze jongeren familieleden die ook in de gevangenis hebben gezeten of zitten nu in de gevangenis. Ook was het vaak dat deze jongeren een slechte thuissituatie hebben en daardoor ook in problemen komen. Veel van de jongeren wil snel geld verdienen en niet naar school gaan. Door deze manier van geld verdienen gaan de jongeren het verkeerde pad op en gaan ze dingen stelen en die dan weer verkopen. Ook gebeurd er vaak dat jeugd criminelen vaak wiet gebruiken of andere middelen. Voor dat de jongeren in de gevangenis zaten hebben ze hierin gehandeld. In de gevangenis zijn ze verlicht om school te volgen. Ook krijgen ze trainingen waardoor ze leren hoe ze moeten omgaan in de samenleving.
Als de jongeren weer terug gaan in de maatschappij duurt dat eerst nog even. Ze moeten zich eerst houden aan plan die voor hun gemaakt is. Als de gevangenen zich niet houden aan het plan zal het nog langer duren voordat ze weer naar huis kunnen. Eerst mogen ze maar een uurtje onder begeleiding naar buiten. Daarvoor hebben de jongeren al trainingen gehad. Heel vaak gebeurd het dat de jongeren weer terug geplaats worden in de gevangenis. De kans is meer dan 50 procent. Vaak gebeurd het dat de jongeren die net uit de gevangenis komen weer terug gaan naar hun oude vrienden. Hierdoor komen ze snel weer op het verkeerde pad en komen ze dus weer in de gevangenis. Ik denk dat als sommige jongeren een andere opvoeding hadden gekregen er minder jongeren in de gevangenis terecht komen. Wat mij opviel was dat er veel van buitenlandse afkomst was.
Bestorming capitool in washington
Bestorming van het Capitool in Washington 6 januari 2021
Politiek-Juridisch domein.

Page Break
Inleiding:
Page Break
Inhoud
Page Break
In de VS zijn er in principe twee partijen die de dienst uitmaken in het politieke landschap. De Democraten en de Republikeinen.
Democraten:
ze zijn bereid om het verschil tussen arm en rijk minder erg te gaan maken. Daarnaast vinden de Democraten het tegengaan van de klimaatverandering belangrijk en komen ze op voor de rechten van mensen met een migratie achtergrond ( onder andere door zich tegen racisme uit te spreken.) De partij vindt ook dat de mogelijkheid om abortus te plegen moet bestaan, is voorstander van het homohuwelijk en is voor afschaffing van de doodstraf. Zij willen meer opkomen voor ‘gewone’ arbeiders, door middel van een grotere overheid. Daar hoort meer belasting bij, maar ook meer beschermende wetten bijvoorbeeld op het gebied van ziektekosten. Ook staan zij meer open voor rechten van minderheden,. Bekende Democraten zijn bijvoorbeeld Barack Obama, Hillary en Bill Clinton, en John F. Kennedy.
Republikeinen:
De Republikeinen zijn in 1854 opgericht. De eerste Republikeinse president was Abraham Lincoln, als president verantwoordelijk voor het afschaffen van de slavernij in de VS. Om deze reden stonden de Republikeinen bekend als progressief, maar sinds de jaren ‘60 staan ze bekend als conservatief. Ze willen een kleine overheid en minder beperkende wetten, hierdoor kan je als ondernemer gemakkelijk aan de slag gaan. De Republikeinen zijn daarom populair bij rijke mensen en grote bedrijven. Zij hechten veel waarde aan traditionele ideeën, en staan minder open voor bijvoorbeeld een soepele abortuswet of een vrij homohuwelijk. Bekende Republikeinen zijn bijvoorbeeld Donald Trump, George W. Bush en Abraham Lincoln.
Voor welke partij zou jij kiezen als jij in de VS stemrecht had?:
Ik zou stemmen op de Democraten omdat: ik het met hun eens ben dat de mensen die het minder hebben. Dat daar ook naar gekeken wordt worden dat het verschil tussen arm en rijk beter verdeeld zou en gaat worden. Dat ze een grotere overheid willen maar daar hoort ook meer belasting bij, tevens komen daar ook beschermende wetten bijvoorbeeld op het gebied van ziektes kosten en dat vind ik een goed argument hier op en ook duidelijk hiervoor. Dat ze instemmen met het homo huwelijk vind ik ook goed want iedereen mag voor zijn of haar voorkeur uit komen en dat is juist goed van deze partijen.
Wat is de reden geweest van de bestorming van het Capitool:
Op 6 januari 2021 werd het Amerikaanse Capitool., het parlements gebouw van de Verenigde Staten ,bestormd door een menigte van trumpaanhangers. De bestorming van het Capitool was bijzonder, omdat dit voor het laatst in 1814 gebeurde in oorlogstijd; de bestorming van 6 januari was de tweede bestorming van het Capitool in de Amerikaanse geschiedenis. Hoewel de gebeurtenis dus erg bijzonder is, staat zij niet op zichzelf: de bestorming van het Capitool is onderdeel van een reeks protesten die zich zowel tijdens als na de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020 voltrokken. President Trump verloor deze verkiezingen aan Joe Biden, maar heeft lang de uitslag niet willen erkennen, omdat volgens hem de verkiezingen 'gestolen' waren. Uiteindelijk maakte Trump in een videoboodschap op 7 januari bekend dat hij de uitslag accepteert en zal zorgen voor een soepele machtsoverdracht. Wel plaatste hij kanttekeningen bij het democratische proces in Amerika.
Wat is de rol van de huidige president Donald Trump in de bestorming volgens jou?:
Tijdens de verkiezingen was hij de gezamenlijk met Joe Biden de presidenten die mee deden aan de verkiezingen. President Trump sprak woensdag de duizenden aanhangers toe die zich verzameld hadden in het park aan de zuidkant van het Witte Huis en moedigde hen aan naar het Capitool te gaan. "We gaan onze dappere senatoren en afgevaardigden toejuichen," zei hij, "en waarschijnlijk gaan we niet zo hard juichen voor sommigen van hen, want jullie kunnen ons land nooit terugveroveren met zwakte!"
Na zijn speech, waarin hij zo'n zeventig minuten lang brieste over verkiezingsfraude en gestolen winst, keerde de president terug naar zijn ambtswoning. De Trump-aanhangers trokken de heuvel naar het parlementsgebouw op en ontketenden daar de complete chaos. Volgens bronnen binnen het Witte Huis weigerde Trump de Nationale Garde op te roepen om de overspoelde politie in het Capitool te ontzetten en moest vicepresident Mike Pence dat uiteindelijk doen. In een videoboodschap riep de president zijn aanhangers later wel op naar huis te gaan, maar herhaalde hij in dezelfde adem zijn ongefundeerde claims.
De huidige vice-president Mike Pence is ook een belangrijke persoon in de bestorming.
Mike pence was die woensdag in het Capitool aanwezig. Tijdens de bestorming van het Capitool. Met grote tegen zin van Donald Trump. Zelf wilde Mike pence niet meer mee werken aan de plannen van toen toenmalig president Donald Trump. Wat ik had gelezen is ook dat de Trump aanhangers vonden dat Mike Pence moest opgehangen worden. De woede van de betogers richtte zich met name op de vicepresident, omdat hij weigerde de benoemingsprocedure van Joe Biden te blokkeren. Daar speelde Mike Pence een grote rol in dat hij het blokkeerde schot de aanhangers van Trump in het verkeerde keel gat. Pence werd om 14:13 uur weggehaald de bestormers kwamen één minuut later in de zelfde vergaderzaal aan. Een ander leuk feitje is dat Pence en zijn gezin maar 30 meter verder op zich ondergedoken hield.
Wat vind jij dat er nu met Donald Trump moet gebeuren? Mag hij bijvoorbeeld zijn termijn tot 20 januari nog uitdienen of moet hij worden ontheven?
Wat ik vind van Donald Trump. Ik vind gewoon dat het voor Amerika is dat hij gewoon wel goed is geweest voor Amerika in bepaalde opzichten maar ook niet. Verder vind ik het ook niet echt een man die zo’n groot land kan regeren. Maar misschien is dat wat ik van hem gezien heb. Maar ik vind dat wel dat hij zijn termijn tot 20 januari gewoon kan gaan uitzitten en daarna het stokje mag door gaan geven aan Joe Biden. En we hopen dat hij er wat anders mee kan gaan doen.
Foto’s die ik gekozen heb:

Foto 1: heb ik gekozen omdat: je hier goed in ziet dat het hier mee begonnen is. De bestorming van het Capitool. Er zijn al politie eenheden bij gehaald dranghekken zodat ze er nog moeilijker bij komen. verder zie je ook dat de protestanten met vele aanvallen. En de politie doet gewoon hun werk om de mensen in het Witte huis te beschermen voor de mensen.
Foto 2: zie je dat de protestanten daad werkelijk al binnen zijn gekomen langs de politie zijn gekomen en in het witte huis zijn gekomen. En ook gearresteerd zijn door de politie. Ze zijn verkleed wat daar de reden achter is snap ik eigenlijk niks van. Misschien willen ze hier een statement van maken.
Foto 3: zie je een man die echt in actie is gekomen en daarbij ook een schild gebruikt. Zodat hij zich kan beschermen en toch een weg langs de politie kan gaan vinden. Hij is bereid om tot het einde te gaan. Het doet me ook wel een beetje denken aan This is sparta momentje deze meneer die het Capitool gaat bestormen. Daarnaast lijkt het net als of hij de leider is op deze foto en dat hij ze allemaal in actie zet.
Tweede Kamervrekiezingen 2021
Vitaal Burgerschap
sportportfolio
betoog kantine
Betoog
Titel: Gezondheid in de kantine
Inleiding
Er wordt steeds meer vanuit de overheid gekeken welk voedsel wij eten. Suiker in frisdrank wordt gehalveerd. Zo wilt de overheid het suiker gebruik tegengaan. Hier is ook een goede reden voor: Nederlanders leven heel ongezond. Ze gebruiken teveel suiker, maar eten ook te vet. Op jongere leeftijd ontstaat dit eetgedrag al. Zo ook op het Noorderpoort College. Jongeren snoepen te veel. En kiezen eerder voor iets makkelijks en lekkers, dan iets gezonds. Daardoor ontstaat er sneller overgewicht, hart en vaat ziekten en suikerziekte bij jongeren. Daarnaast blijkt uit studies dat te veel suiker een negatief effect heeft op de concentratie. Voor leerlingen is de verleiding heel groot van ongezonde snacks, omdat ze op school worden aangeboden in de kantine waar snoep en drink automaten staan. Leerlingen zijn zich niet bewust wat ze eten. Hierin kan de school een rol in spelen om studenten te stimuleren gezonder te eten. Dit kan bereikt worden door gezonder eten voor een hele lage prijs aan te bieden, waardoor de verleiding voor alternatieve kleiner wordt.
Daarom is onze stelling: gezonde 2 euro maaltijden in de kantine.
Voor dat we de argumenten gaan behandelen stellen we eerst vast hoe deze prijs voor maaltijden kan worden gerealiseerd. Allereerst: wat voor maaltijd willen we aanbieden?
Een gezonde maaltijd, maar omdat het binnen een budget van twee euro moet blijven zit daar een limiet aan hoe gezond het kan zijn. Standaard moet er in de maaltijd twee soorten groente, koolhydraten en eventueel vlees voor ijzer. En dit moet op een zo’n goedkoop mogelijke manier. Denk dus aan gevulde pasta, salade, rijst gerechten en maaltijdsoepen.
Door groot in te kopen en te koken gaan de prijs per maaltijd omlaag. Er moeten natuurlijk wel slim worden ingekocht. Bijvoorbeeld bij een groothandel. Verder moeten er op alle mogelijke manieren korting op worden gezocht op inkopen. Het is niet als doel dat dat school hier winst op kan maken, daarom is de prijs puur om de kosten van de inkoop en keuken te dekken. Zo is de prijs van twee euro per maaltijd haalbaar.
Argumenten voor
studenten hebben voor weinig geld een gezondere maaltijd
Studenten die weinig geld hebben krijgen nu de kans om voor een klein bedrag een gezonde maaltijd te permitteren. En daarnaast is het goedkoper dus dan kiezen ze het eerder. Verder als ze moeten kiezen tussen ongezonde producten die veel duurder zijn en veel minder etenswaarde bevatten. Kiezen ze voor de gezondere maaltijd.
© bevorderen school prestaties
Suiker heeft een negatieve invloed van je concentratie dus daarmee ook uiteindelijk de prestaties. Door gezonder eten aan te bieden kan dit effect worden omgedraaid. Een goede maaltijd heeft namelijk een positief effect op de concentratie en prestaties van de leerlingen.
© De school stelt een voorbeeld voor andere scholen
Het is een opleiding waar je les krijgt over het menselijk lichaam en dan is het de juiste instelling om meteen het juiste voorbeeld te geven en bewust bezig te houden van bereiden van voedsel waar leerlingen in aanmerking komen.
© bevorderen van de gezondheid van de leerlingen
Je stimuleert de gezondheid van jongeren, want je gaat ziektes tegen en kans op overgewicht verminderen. Daarnaast leer je om jongeren buiten de school en de rest van hun leven te laten kiezen voor een gezondere levensstijl.
Argumenten tegen
© school verdiend geen geld op de kantine
Als je de prijs laag houdt stimuleer je het kopen van de gezonde maaltijden. Scholen mogen geen geld krijgen voor de voedsel, omdat het onderdeel is van je concentratie en prestaties op school. Als jij een gezonde maaltijd binnen krijgt dan kan je je beter consenteren en presteren op school
© Er ontstaat een negatief beeld bij de leerlingen die niet gezond eten
Er hoeft geen positief beeld geschetst te worden van ongezond eten, omdat het ongezond is. Uiteraard gelden de gewone schoolregels dus er mag niet worden gepest door de keuzes van de leerling
© Heeft geen effect omdat ongezond eten toch wel word aangeboden.
Het is goedkoper dan de meeste ongezondere producten. Het is niet meteen zo’n directe concurrentie. Het gaat erom dat de school een goed voorbeeld stelt en de leerlingen handgrepen aanbied. Maar uiteindelijk moet het een vrije keus zijn voor leerlingen om ongezonde alternatieven te kunnen kiezen.
Conclusie:
Door twee euro maaltijden aan te bieden op school stimuleer je de keuze om gezonder te gaan eten en ongezond eten te laten staan. Je stimuleert de concentratie en prestaties van de leerling. En verkleind de kans op hart en vaatziektes tegen en kans op overgewicht. Het is een opleiding waar je les krijgt over het menselijk lichaam en dan is het de juiste instelling om meteen het juiste voorbeeld te geven. Leerlingen kunnen onderling vertellen hoe goed het is om gezonder te willen leven. Het moet altijd een vrije keus van de leerlingen blijven, maar door een goed voorbeeld en de leerlingen een handgreep aan te bieden krijgen zij de keuze om gezonder te kunnen leven.
Gezonde levensstijl
Een gezonde levenstijl.
Ik heb tijdens mijn koksopleiding veel te maken gehad met eten in compinatie met een gezonde levensstijl. Denk hierbij aan de schijf van vijf. Dit niet alleen, maar ook wat als je bepaalde producten niet kunt eten. Bijvoorbeeld door dat je er een allergie voor hebt of een geloofsovertuig. Of je het geoon niet eet om je eigen principes.
Mijn gezonde levenstijl heeft te maken met eten, bewegen en je mentaal goed voelen.
Hoe ik dit doe??
Door gevarieerd eten. Ik heb dan wel een koksopleiding gevolgd, maar heb werkelijk waar een hekel aan koken. De reden??? Denk dat ik te veel heb moeten koken tijdens mijn opleiding. Dit zorgde er voor dat ik naast die opleiding ook thuis nog iets moest bereiden en geen zin had om dit te ondernemen.
Ik wil wel altijd gezond eten als het even kan. Hiervoor gebruik ik Hello Fresh. Makkelijk en we hebben meteen alle ingredienten in huis. Vaak als wij boodschappen doen moeten we eerst prakiseren wat we gaan eten en dan boodschappen doen en erachter komen bij thuiskomst dat we toch paar ingredienten missen. Hello Fresh is dan ook makkelijk en schielt ons tijd.
Naast gezonde maaltijden eet ik graag fruit en dat is ook gezond.
Hier krijg je namelijk engerie van. Verder beweeg ik doormiddel van mijn fets elke keer te pakken inplaats van de auto.Als het mooi weer is dan wandel ik 10 km in het bos samen met mijn vriend.
Ik sportte vroeger 3x per week, maar door corona was alles dicht en heb ik dat nog niet weer opgepakt. Ter vervaning wandel ik heel veel.
Zelf ben ik geen fitgirl of ontzettend gezond.
Wel let ik wat ik eet en beweeg ik voldoende.
Ik rook niet of drink nauwelijks alcohol.
Wel drink ik 10 kopjes koffie per dag. Dat moet ook wel, want er moet iets ongezonds ontstaan in je leven.
Ik slaap daarin tegen best goed dus de reden om minder koffie te drinken is niet aanwezig.
:)
Economische dimensie
lost boys, 5 jaar later
https://youtu.be/BcJyhbNGPJI
1. Wat is je eerste indruk van deze documentaire?
Ik vond de documentaire heel erg frustrerend om te zien. Deze man deed zo keihard zijn best om uit de schulden te komen maar werd enorm tegen gewerkt. Het leek alsof er geen einde aan de schulden kwam en niemand hem kon helpen. Je zag hoe hij van kastje naar de muur werd gestuurd. Ik werd wel boos tijdens deze documentaire omdat ik echt wel medelijden had met deze man.
2. Wat zou jij doen als je na vijf jaar vrij kwam?
Als ik na vijf jaar vrij zou komen zou ik een feest organiseren voor al mijn vrienden en familie.
3. Waar zou jij als maatschappelijk werker in kunnen ondersteunen?
Als maatschappelijk werker zou ik deze man kunnen helpen om samen een overzicht te maken van wat hij al betaald heeft en wat hij nog moet betalen. Daarnaast zou ik op papier kunnen zetten wat zijn hulpvraag is en hiermee bij instanties binnen proberen te komen die hem kunnen helpen met zijn schulden. Voor de rest kan je een luisterend oor zijn voor deze man.
4. Wat vond je van de familie band?
Ik heb niet echt een mening over de familie van deze man omdat ik maar een heel klein stukje heb gezien. Je zag heel even zijn ouders en ook zijn zus. Zijn zus was geëmotioneerd en vertelde hem ‘’als er weer zoiets gebeurd bel mij dan, zodat ik je kan helpen’’. Ik denk dat elk familielid dit wel zou zeggen.
5. Zie jij jezelf werken als budgetcoach?
Nee ik zie mijzelf niet werken als budgetcoach. Ik ben totaal niet handig met rekenen en ben in dat werkveld ook niet echt geïnteresseerd.
6. Wat vind je van het deurwaardersysteem?
Ik vind dat er wel deurwaarders moeten bestaan, omdat bedrijven toch uiteindelijk wel hun geld terug moeten krijgen. Maar ik vind het verhogen van de schulden niet oké.
7. Wat dacht je toen je die rekeningen zag liggen?
Ik dacht op dat moment ‘’holy shit’’.
8. Herken je dit in je eigen leven?
Ik herken dit gelukkig niet. Ik heb nooit schulden gehad, behalve mijn studieschuld.
9. Welke kwaliteiten heb je nodig als maatschappelijk werker?
Als maatschappelijk werker moet je stevig in je schoenen staan. Daarnaast is het van belang om goed inlevingsvermogen te hebben en sociaal vaardig te zijn.
10. Hoe belangrijk is je netwerk? Geef een voorbeeld.
Je netwerk is heel belangrijk. Je netwerk bestaat vooral uit de mensen waar je mee omgaat. Als jij bijvoorbeeld met veel criminele mensen omgaat, zal je zelf ook sneller in de criminaliteit belanden. Je wordt beïnvloed door de mensen waarmee je omgaat.
documentaire De jeugdkliniek
Opdracht documentaire
Documentaire
De jeugdkliniek: als niks meer werkt (Videoland)
Vragen
- Wat voor gevoel krijg je bij het kijken van de documentaire?
- Wat was het eerste wat je opviel?
- Wat vind je van de Yes We Can Clinics na het zien van deze eerste aflevering?
- Wat vind je van de werkwijze van Yes We Can Clinics?
- Welk moment greep je het meeste aan en waarom?
- Van welke problematiek wist je nog niet van het bestaan of van wat het inhield? Wat ben je hierover te weten gekomen?
- Heb jij of iemand uit je omgeving wel eens te maken gehad met problematiek die terug kwam in de documentaire bij de fellows (jongeren)? Zo ja, hoe heb je dit ervaren?
- De fellows hebben onder andere samen groepssessies, delen slaapkamers en hebben vrije tijd met elkaar.
- Wat vind je goed aan het vele samen zijn van de fellows?
- Wat zijn de nadelen hiervan?
- Zoals je kon zien wordt er veel sport en spel aangeboden. Wat vind je ervan dat dit zo’n groot onderdeel van het traject is?
- Het werk binnen de Yes We Can Clinics is werk wat je als sociaal werker kunt gaan doen.
- Zou jij na het zien van de documentaire zelf dit werk willen gaan doen? Waarom wel/niet?
- Wat lijkt je een mooi onderdeel aan het werk?
- Wat lijkt je minder leuk/heftig aan dit werk?
- Welke kwaliteiten helpen je bij het werken met kinderen?
Vandaag hebben wij ook een documentaire gekeken over een jongvolwassen man die uit de gevangenis kwam en keihard bezig was zijn leven op de rails te krijgen. Zijn verleden achtervolgde hem helaas wel, en hij kwam amper uit de schulden.
1. Wat is je eerste indruk van deze documentaire?
Ik vond de documentaire heel erg frustrerend om te zien. Deze man deed zo keihard zijn best om uit de schulden te komen maar werd enorm tegen gewerkt. Het leek alsof er geen einde aan de schulden kwam en niemand hem kon helpen. Je zag hoe hij van kastje naar de muur werd gestuurd. Ik werd wel boos tijdens deze documentaire omdat ik echt wel medelijden had met deze man.
2. Wat zou jij doen als je na vijf jaar vrij kwam?
Als ik na vijf jaar vrij zou komen zou ik een feest organiseren voor al mijn vrienden en familie.
3. Waar zou jij als maatschappelijk werker in kunnen ondersteunen?
Als maatschappelijk werker zou ik deze man kunnen helpen om samen een overzicht te maken van wat hij al betaald heeft en wat hij nog moet betalen. Daarnaast zou ik op papier kunnen zetten wat zijn hulpvraag is en hiermee bij instanties binnen proberen te komen die hem kunnen helpen met zijn schulden. Voor de rest kan je een luisterend oor zijn voor deze man.
4. Wat vond je van de familie band?
Ik heb niet echt een mening over de familie van deze man omdat ik maar een heel klein stukje heb gezien. Je zag heel even zijn ouders en ook zijn zus. Zijn zus was geëmotioneerd en vertelde hem ‘’als er weer zoiets gebeurd bel mij dan, zodat ik je kan helpen’’. Ik denk dat elk familielid dit wel zou zeggen.
5. Zie jij jezelf werken als budgetcoach?
Nee ik zie mijzelf niet werken als budgetcoach. Ik ben totaal niet handig met rekenen en ben in dat werkveld ook niet echt geïnteresseerd.
6. Wat vind je van het deurwaardersysteem?
Ik vind dat er wel deurwaarders moeten bestaan, omdat bedrijven toch uiteindelijk wel hun geld terug moeten krijgen. Maar ik vind het verhogen van de schulden niet oké.
7. Wat dacht je toen je die rekeningen zag liggen?
Ik dacht op dat moment ‘’holy shit’’.
8. Herken je dit in je eigen leven?
Ik herken dit gelukkig niet. Ik heb nooit schulden gehad, behalve mijn studieschuld.
9. Welke kwaliteiten heb je nodig als maatschappelijk werker?
Als maatschappelijk werker moet je stevig in je schoenen staan. Daarnaast is het van belang om goed inlevingsvermogen te hebben en sociaal vaardig te zijn.
10. Hoe belangrijk is je netwerk? Geef een voorbeeld.
Je netwerk is heel belangrijk. Je netwerk bestaat vooral uit de mensen waar je mee omgaat. Als jij bijvoorbeeld met veel criminele mensen omgaat, zal je zelf ook sneller in de criminaliteit belanden. Je wordt beïnvloed door de mensen waarmee je omgaat.