oefenopdracht 2

ONDERSTEUNT DE CLIENT BIJ DE PERSOONLIJKE VERZORGING

 

 

 

 

 

 

Naam: Grace Klamer

Instelling:  Noorderpoort college

 

 

 

 

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord........................................................................................................................................

Inleiding............................................................................................................................................

Hoofdstukken...................................................................................................................................

★ BPV opdracht 2. – maak een ondersteuningsverslag

Nawoord...........................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VOORWOORD

Even voorstellen..

Mijn naam is Grace Klamer, 22 jaar en volg momenteel de opleiding persoonlijke begeleider Spefieke doelgroepen.

Op het Noorderpoort College, Verlengde Vissersstaat in Groningen. Ik zit in het eerste jaar van de studie. Tijdens het eerste  jaar van de studie moesten wij ook stage lopen, dat doe ik momenteel bij Zorggroep Groningen,

Locatie Veendam op de afdelingen Somathiek, hier werk dus met ouderen.

Tijdens de 5 maanden die we stage moesten lopen zijn er een aantal opdrachten / verslagen die je moest maken om kennis op te doen over je stageplek, nieuwe ervaringen/leerprocessen ontdekken, maar ook om je voor te bereiden op je functies die worden verwacht. Hierin is de client/bewoner gevraagd of hij akkoord ging over het beschikbaar stellen voor deze opdracht. Hij zal anoniem blijven en aangesproken worden met Dhr. B. Naast de client/bewoner wordt er gekeken naar het verslag door de werkbegeleider die kijkt of de student het naar waarheid heeft ingevuld. Tot slot wordt het verslag nagekeken door de docent van school hierin kunnen nog wat verbeter punten terug gekoppeld worden die de student dan eventueel moet verbeteren.

Soms kan het lastig zijn om bepaalde informatie te zoeken via het intranet, maar door hulp te vragen kan het doel wel bereikt worden. Hierin zijn  vele informatie vaak alleen op de stageplek te vinden en kan de student minder snel bezig gaan in eigen omgeving.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INLEIDING

Over de 5 maanden van de stageperiode moesten we een aantal opdrachten uitvoeren en dat verwerken in een verslag. Het verslag moest voldoen aan de eisen van de verslaglegging. Door de opdrachten te maken die verplicht zijn voor de opleiding kom je meer te weten over de functie die de student volgt. De student moet bepaalde competenties bezitten. Welke dit zijn en wat ermee bedoelt wordt.

Wat komt er allemaal aan bod bij het verslag van deze opdracht ?

Beschrijving van de zorgvrager

Beschrijving van de hulpvragen / wensen van de bewoner die je geobserveerd hebt

Beschrijving van de verleende ondersteuning op bepaalde gebieden

Onderbouwing van de geleverde ondersteuning

Lichamelijke / vitale functies van een bewoner → objectief meetbaar zijn

Gedrag naar aanleiding van een standaard observatie formulier

Naast de opdracht die je moest uitwerken in verslag vorm wordt er ook een afsluiting (nawoord) in verwerkt. In deze afsluiting staat onder andere een goed onderbouwde conclusie met welke kennis je tijdens deze opdracht verrijkt bent. Je hebt nog geen nawoord in je verslag, maar dat komt vast goed!

Verder staat er nog beschreven of de kennis/ervaringen die je tijdens het maken van deze opdracht hebt opgedaan straks ook weer in het 3e studiejaar kunt toepassen in andere stages.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OPDRACHT 1: PROTOCOLLEN

Mondverzorging

Dhr. heeft een gebitsprothese. Volledige overname bij het poetsen van de prothese. Hieronder staat de werkwijze van het onderhouden van een gebitsprothese. Heeft dhr. Ook steunkousen? Dat protocol staat er onder. Misschien kan je beter iets in de trant van: hier laat ik een paar protocollen zien die bij mij op stage in gebruik zijn.

  1. Pas handhygiëne toe.
  2. Leg de benodigdheden binnen handbereik.
  3. Leg de handdoek of een tissue onder de kin van de cliënt.
  4. Vraag de cliënt de boven- en/of ondergebitsprothese uit de mond te halen, of help hierbij.
  5. Leg de prothese in een gebitsbakje.
  6. Breng zeep aan op de protheseborstel, bij de wastafel.
  7. Poets de prothese en spoel deze daarna af onder de stromende kraan.
  8. Leg de prothese terug in het gebitsbakje.
  9. Poets de kaakwallen.
    1. Breng tandpasta aan op de tandenborstel.
    2. Vraag de cliënt de mond te openen.
    3. Masseer de kaakwallen zachtjes met de tandenborstel.

           Wanneer de cliënt de mond zelf kan spoelen:

  1. Laat de cliënt de mond spoelen voordat het gebit teruggeplaatst wordt.
    1. Reik de cliënt het glas met water aan.
    2. Laat de cliënt een slok water nemen en de mond spoelen.
    3. Laat de cliënt het water uit de mond in de wastafel of in het bakje spugen.

Steunkousen uittrekken

  1. Zet de benodigheden binnen handbereik.
  2. Laat de client plaatsnemen in een hoge stoel.
  3. Ga tegenover de client zitten recht voor het betreffende been en vraag de client om het been in het middag van je schoot ( eventueel op een handdoek of kussentje) te leggen. Zie er op toe dat de client zodaning zit dat het wegglijden uit de stoel bij het uitrekken van de kous voorkomen wordt.
  4. Pak het uittrejhulpmiddel met beide handen vast en breng het aan over de elastische kous, zover het uitrrekhulpmiddel op de wreed klem komt te zitten.
  5. Sla de bovenkant van uittrekhulpmiddel over het bandje zodat het klitterband is bedekt en niet in aanraking komt met de elastische kous.
  6. Sla de boord van de elastische kous over het hulpmiddel, eventueel meerdere keren.
  7. Schuif de elastische kous door middel van wrijven terug tot de enkel
  8. Wrijf de elastische kous over de enkel van de voet af.
  9. Verhaal dat zowel bij de andere steunkous.
  10. Controleer de huid van het been. (wondjes, eczeem, kleur, pijn en hygiene)
  11. Ruim de materialen op.
  12. Smeer de huis in met huidvreindelijke creme.

 

 

 

 

Maak de handen nat met water uit een flink stromende kraan.

Gebruik genoeg zeep voor het totale handoppervlak. Raak het tuitje van de dispenser niet aan.

Wrijf de handpalmen op elkaar.

Wrijf de rechterhandpalm over linkerhandrug met verstrengelde vingers en vice versa.

Wrijf de handpalmen tegen elkaar met verstrengelde vingers.

Wrijf met ineen gehaakte vingers tegen de andere handpalm.

Draai met de duim van de linkerhand in de rechterhandpalm en vice versa.

Wrijf en draai met de samengeknepen vingers van de rechterhand in de linkerhandpalm en vice versa.

 

Spoel de handen goed af met water.

Droog de handen goed af met een wegwerpdoekje.

Gebruik het wegwerpdoekje om de kraan dicht te draaien.

De handen zijn nu schoon.

 

HANDEN WASSEN

Hier is denk ik een opbouw foutje, tussen kousen aan en kousen uit zit plotseling een handwashandleiding

 

 

Steunkousen aantrekken:

  1. Pas handhygiëne toe.
  2. Zet de benodigdheden binnen handbereik.
  3. Laat de cliënt plaatsnemen in een hoge stoel.
  4. Ontbloot het betreffende been en de voet.
  5. Controleer de huid van het been op de volgende aspecten:
  6. Trek de handschoenen aan en was en droog de handen met de handschoenen aan.
  7. Ga tegenover de cliënt zitten recht voor het betreffende been en vraag de cliënt om het been in het midden van je schoot (eventueel op een handdoek of kussentje) te leggen.

     
  8. Maak het aantrekhulpmiddel klaar voor gebruik: stop de voering in de zak tot aan de twee merktekens (vermijd het ontstaan van plooien).
  9. Pak het aantrekhulpmiddel met beide handen vast en breng dit aan over de voet (de stiknaden en merktekens moeten zich aan de zijkanten van de voet bevinden).

 

  1. Pak de elastische kous en trek deze als een laars over het aantrekhulpmiddel tot je weerstand voelt. Wrijf totdat de voet en de enkel van de elastische kous goed zitten.
  2. Verwijder het aantrekhulpmiddel.
    1. Houd met de ene hand de hiel vast.
    2. Trek met de andere hand aan de lus van het aantrekhulpmiddel. Doe dit niet in één beweging, maar pak het aantrekhulpmiddel steeds over naarmate er meer zeildoek uit komt.

 

  1. Vraag de cliënt om de kous zelf omhoog te trekken, of help de cliënt hierbij. Zorg ervoor dat de kous goed over het been verdeeld is door met de vlakke handen over de elastische kous te wrijven.
  2. Zorg dat de naad aan de achterkant zit. Corrigeer eventuele verdraaiingen van de kous met vlakke handen. Sla de boord niet om.

 

  1. Indien om het andere been ook een elastische kous wordt aangebracht of er wordt gebruik gemaakt van een elastische panty: begin voor het tweede been bij stap 4, ga recht voor het onderbeen van de cliënt zitten.
  2. Pas handhygiëne toe, eerst mèt en daarna zonder handschoenen.
  3. Ruim de materialen op.
  4. Noteer de handeling en bevindingen.

 

 

 

 

 

 

 

1. - Beschrijving van de zorgvrager

Meneer is geboren in Peize, 6-5-1932

De vader van meneer was stukadoor en moeder was huisvrouw. De familie had al een zoon en twee dochters. Meneer vond school wel leuk, maar was blij toen meneer kon werken. Meneer was altijd al vroeg bezig met klussen rondom het huis. Meneer bespeelde de piano en accordeon op de leeftijd van 8 jaar en meneer oefende dan ook in Groningen. Meneer was een normale leerling op de lagere school en daarna is meneer aan het werk gegaan bij zijn vader als stukadoor. Meneer heeft in de tussentijd mevrouw gekend door een Dansavond. Hij is getrouwd op 1 oktober 1955, daarna kregen het stel 6 kinderen waarvan één zoon en vijf dochters. Meneer was goed met het maken van meubels, zoals een molen, tafels, stoelen een camper. Toen de kinderen uit huis gingen kwam er tijd vrij voor langere vakanties, vaak gingen ze na het buitenland met de camper. Meneer hield ervan om naar het strand te gaan kampenduin werd ook vaak bezocht. Toen meneer 60 jaar was heeft hij zijn bedrijf verkocht.  Na zijn pensioneren is meneer veel op vakantie geweest samen met zijn vrouw. Hier hebben zij veel plezier uit gehaald. Dhr. Is erg vriendelijk en heeft humor. Zelf vindt ik dat dhr. makkelijk is in de omgang.

 

Meneer houdt van:

-zingen (Nederlandstalig)

-muziek

-motoren vooral de TT

-boeken met foto’s uit de jaren 50,60, Assen ed

-wandelen.

Leuk dat je een stukje van de bewoner in het verslag zet, geeft een persoonlijk tintje aan het verslag. Ik denk dat als je dit tussen de inleiding en hfst 1 zet dat het makkelijker leest. (leuke hobby heeft hij!!)

 

 

 

 

 

 

 

 

2 EN 3 .PERSOONLIJKE VERZORGING EN HET MONITOREN VAN WELBEVINDEN

Beschrijving van de client:

 

 

Mw. B is geboren ter Midwolda op 28 april 1929 en is opgegroeid in Muntendam. Het gezin bestond uit 6 kinderen en zij was de 4de kind en enigste dochter.

Thuis hadden ze het niet zo breed, haar vader had diverse baantjes zoals klokgieterij en later door invloed van de crisisjaren en de Tweede wereldoorlog, via werkschaffing. Meneer was een rustige man die veel over zich heen liet komen. Hij kwam wel voor mw. op wanneer er nieuwe dingen werden beloofd(als een diets), maar dit dan niet door ging. Echter, sloeg vader haar ok doordat hij door moeder werd opgejut. De moeder van mevrouw werkte op het platteland. Moeder werd omschreven als een persoon met sterk wisselende buien waardoor mw. altijd op haar hoede was. Mw. kreeg vaak te horen dat ze niet goed deed en werd regelmatig geslagen, geshopt en uitgescholden. Zodra er visite was, sloeg moeder dan om en was ze gezellig en ontspannen. Tussen de moeder en vader was het ook vaak ruzie, terwijl mw. op bed lag.

 

Mw. heeft zonder zittenblijven de basisschool in Muntendam doorlopen en had veel vriendjes en vriendinnetjes waarbij ze goed overweg kon met de docenten. Omdat zij goed kon leren, had de hoofddocent bij haar ouders aangedrongen om haar de Ulo te laten volgen, wat ook door ging. Ruim twee jaar heeft mw. dit volgehouden maar met veel absenties. Zij moest om 5 uur uit bed om lopend naar school in Zuidbroek te gaan. Eenmaal thuis moest zij nog allerlei klusjes in het huishouden doen waardoor ze geen tijd en energie meer had voor het maken van huiswerk. Omdat dit voor haar niet vol te houden was, leverde ze de schoolboeken in bij het de vrouw van het hoofd, omdat zij zich schaamde. Vervolgens is zij gaan werken voornamelijk schoonmaakwerkzaamheden op diverse werkplekken. In tijd van de Tweede wereldoorlog waren er in het dorp wel Duitse soldaten waardoor er een bepaalde spanning heerste. Wegens schaarste was het voedsel en andere producten op de bon te verkrijgen.

 

Toen mw. 23 jaar was ging zij huwen met haar echtgenoot. Hem had ze ontmoet bij de bijeenkomsten van voormalig PVDA partij in het dorp. Hij werd verliefd op haar, omdat ze altijd lachend binnenkwam. Ze heeft wel het gevoel gehad dat hij haar redde van haar thuissituatie. De ruzies met moeder waren namelijk tweemaal zo hoog opgelopen dat mw, het niet meer zag zitten. Terugkijkend, heeft ze zich vaak afgestoten, eenzaam en verdrietig gevoeld omdat ze het in moeder ogen nooit goed kon doen.

Ondanks dat mw. bij haar schoonouders woonde, heeft zij altijd nog veel gedaan voor haar ouders en bleef de moeizame relatie met haar moeder bestaan. De lichamelijke mishandelingen hielden op. Moeder is overleden in 1985 voor mevrouw onbekende reden. Zelf had ze hier geen initiatief in genomen.

 

Partner was vaak ziek door Reuma, bronchitis en hartklachten. Waardoor mw. veel voor hem heeft gezorgd. Dokter kwam soms wel twee keer per dag. Meneer was automonteur, maar was vaker thuis dan aan het werk. Toch vindt mevrouw dat het een goed huwelijk was waarin ze het goed met elkaar hadden. Echtgenoot was een rustige en lieve man. Ook had mw. goed contact met zijn broer, die bijna dagelijks bij het gezin kwam eten. In 1953 werd kun eerste kind geboren genaamd Ebel, later in 1957 werd hun tweede kind geboren genaamd G en in 1960 hun jongste genaamd M. Mw. verteld dat ze met de oudste wel eens conflicten heeft gehad, maar vanwege het feit dat hij verwend werd door de schoonouders van mw. Wel vertelt ze altijd goed geweest te zijn voor haar kinderen en nooit ruzie te hebben gehad, ook niet met haar partner en vrienden. Ze had nooit moeite om anderen te vertrouwen “iedereen is altijd dol op mij”. In 1993 overleed de partner, waarin mw. intensief voor hem heeft gezorgd. Mw. is haar hele leven, op 3 jaar na, lid van de vrouwenbond die ze ook heeft opgezet in Muntendam. Daarnaast ging ze graag naar gymnastiek, zwemmen en volksdansen. Op latere leeftijd heeft ze vele vakanties naar het buitenland gemaakt met diverse vriendinnen en organisaties.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

a. De lichamelijke/uiterlijke verzorging

Mw. draagt steunkousen en verder wordt mw. elke dag geholpen tijdens de ADL , mw. wordt 1x per week gedoucht. 

b. De mondzorg 

mv. heeft een kunstgebit. Zowel boven als beneden, de zorgmedewerkers poets mw. haar tanden zowel s ’morgens als s ’avonds. 

c. De kleding en was

Mw. draagt eigen kleding, wel heeft mw. een heupbroekje vanwege valgevaar, deze draagt ze elke dag. De was wordt maandag en donderdag opgehaald door rentex, een groot bedrijf die de was doet en weer brengt. 

d. De maaltijdbereiding en eten en drinken 

Mw. drinkt redelijk goed, in de ochtend altijd een kopje thee met suiker en vaak tijdens de koffie wel twee kopjes met alles erin. Tussen de middag eet mw. warm en in de avond eet mw. brood. Tussendoor krijgt mw. nog vaak drinken en iets lekkers. 

e. De uitscheiding

Mw. heeft een pantsbroekje aan voor de ontlasting die is vaak in de ochtend nat met urine, overdag heeft mw. deze ook aan maar heeft goed aan wanneer mw. naar het toilet moet. 

f. De mobiliteit

Mw. heeft een rollator binnen op de huiskamer, wel heeft ze een rolstoel voor langere afstanden. (bijv. Als mw. mee doet met de activiteiten) 

g. Een evenwichtig slaap-en waakritme incl. Zorg voor het bed 

Mw. toont tot heden een redelijk slaapritme aan. 

h. Voorkomen van complicaties van langdurige inactiviteit of bedrust

Mw. krijgt steunt waar nodig is en wordt goed gekeken wat mw. nog kan hierin wordt rekening gehouden met haar klachten en hierop volgende actie ondernomen worden. 

i. Opruimen, schoonhouden en sfeervol maken van de woning/kamer 

Mw. maakt zelf haar kamer niet schoon, dit doet de schoonmaker. 

j. Het doen van dagelijkse activiteiten

Mw. doet vaak mee met de activiteiten die zich op dat moment plaatsvinden dat varieert van zingen tot aan spelletjes doen. 

 

a) Hoe heb je aangesloten bij de hulpvragen en wensen van de client? 

Goed naar het zorgplan gekeken en met mw. gepraat over wat ze plezierig vond. 

b) Hoe heb je eigen regie en zelfredzaamheid van de client gestimuleerd

Mw. zoveel mogelijk zelf laten doen wanneer mogelijk. 

c) Hoe heb je het netwerk van de client betrokken? 

d) Hoe heb je beroepscode/ het beroepsprofiel/ der beroepswaarden toegepast

* 

e) Hoe ben je nagegaan of de client en/ of familie/mantelzorger tevreden was over jouw ondersteuning? 

Mw. uitgelegd en ondervraagt, mw. gaf aan dat ze tevreden was over de zorg. 

f) Hoe heb je gerapporteerd over de door jou gegeven ondersteuning?

Zoveel mogelijk gerapporteerd volgens zorgplan 

 

Dit zijn zo te zien vragen uit de portfolio opdracht. Ik zou er een hoofstuk balkje en een ondersteunende tekst er bij zetten. Dit komt aardig plotseling na 2 zorgvraag beschrijvingen.

 

 

 

 

 

 

OPDRACHT 4 GEBRUIK VAN HULPMIDDELEN

Een hulp middel hier op Zorggroep Groningen is een beschrijving hoe je de handen moet wassen. Deze hand alleen in de gezamelijke wc’s. De bewoners of bezoekers kunnen deze aflezen en de handen met hulp van het plan wassen.

Verder de persoonlijke verzorging staat in het villans waar alle benodigde protocollen in staan.

 

 

OPDRACHT 5 OEFEN HET GEBRUIK VAN DE TILLIFT

Opdracht 5 oefen het gebruik van de tillift

Op mijn stage wordt gebruikt gemaakt van tilliften, deze gebruikt de zorg tijdens de ADL. Zelf werk ik als activiteiten begeleider en mag dan deze handelingen niet uitvoeren. Wel als ik aan het werk ben als Helpende.

Hoe gebruik je een passieve tillift?

Er zijn verschillende maten van tilliften elke maat heeft een andere kleur rand. Zo kunnen verschillende mensen de tillift gebruiken. Voor het gebruik van de tillift kijk je eerst als er geen beschadigen zijn en daarna doe je de belijnen in de hangmat. De volgende stap is de client verstellen hoe je het gaat doen. Vaak als wij de tillift gebruiken is dat wanneer een client op bed ligt. De client moet dan op zijn of haar zij liggen om vervolgens de tillmat op de juiste hoogte te hebben. Tijdens deze handeling vertel je wat je gaat doen. De client draait vervolgens de andere kant op>dit moet je dan van te voren aangeven. Wanneer de tillift goed achter de rug van de client zit doe je de flappen langs de benen. Hiermee maak je de client vast aan de kabel. Zowel bij de benen als bij het hoofd. Wanneer je denkt dat de client omhoog kan vermeld je dit van te voren. Stel de client gerust en probeer oog contact te houden. Vaak moet de client dan in een rolstoel dus kun je zo die client verplaatsen.

Hoe gebruik je een actieve lift?

Deze actieve lift gebruik ik ook wel eens. Er zijn twee soorten actieve liften. 1 die bedient kan worden met een afstandbediening en 1 die wordt gebruikt met twee korten die je vervolgens moet aantrekken. Ook hier gebruik ik de actieve lift vaak in de ochtend. De client moet aan de rand van het bed zitten. Vervolgens zeg je tegen de client dat we gaan opstaan met de actieve lift. Wanneer je rustig uitlegt wat de bedoeling is vraag je als de client zijn of haar voeten op het voetenstuur wilt plaatsen, vervolgens doet de verzorger de band achter de rug van de client en maakt de band zo strak mogelijk vast met de klittenband. Vervolgens vraag je als de client goed wilt vasthouden aan de handvaten van de actieve lift. Je gaat nog even extra controle doen dat alles goed vast zit. Daarna maak je oog contact met de client dat de actieve lift omhoog gaat. Zodat de client dit van te voren weet. Ook geef je aan dat de client goed op eigen benen moet staan. Als dit niet het geval is kan de client achteruit vallen of juist naar beneden. Vervolgens staat de client goed in de actieve lift en geef je aan wat je doet. Meestal gaat de client dan vervolgens zitten in een rolstoel.

Verschil tussen de liften

Het verschil van deze twee liften is dat bij de passieve lift de client in een ‘hangmat’ hangt en doet de lift alles.

Bij een actieve lift moet de client nog kracht hebben om stabiel op eigen benen te kunnen blijven staan.

Overeenkomsten tussen de liften

Beide zijn hulpmiddelen voor een client die weinig spierkracht heeft en verlicht de zorg.

 

 

OPDRACHT 6 VOORKOMEN VAN BED COMPLICATIES

Bij zorggroep Groningen :

Schimmelnagels:

Schimmelnagel begint meestal bij de nagelpunt: Vervolgens vervormd en wordt hij dikker, waarna hij afbrokkelt en loslaat. Duabetes en bijvoorbeeld reuma vrhogen het risco op schimmelinfecties.

Doorlig wonden:

Chronische wonden worden veroorzaakt door stoornissen in de adderlijke of slagaderlijke bloedsomloop., diabetes, infectieziekten van bloedvaten en het vetweefsel, en door andere factoren.

Als je naar de opdracht kijkt denk ik dat jij deze opdracht kan uitvoeren op stage of tijdens je werk. Ik stuur wel een foto van de opdracht naar je op whatsapp

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OPDRACHT 7

N.V.T

 

 

als ik jou was zou ik per pagina één of maximaal 2 opdrachten doen. Dan is het wat gestructureerde. Misschien ook nog meer gebruik maken van tussenkopen en begeleidende teksten, dan wordt het een mooi en leesbaar verslag!