Inleiding
In deze les leer je wat een stoma is adhv een Poewerpoint, protocol en instructiefilmpjes
Stoma
Een stoma is een kunstmatige uitgang in het (menselijk) lichaam. Dit kan zijn voor ontlasting (colostoma of ileostoma), urine (urinestoma of urostoma, of een nefrostoma), gal (galstoma of leverstoma) en ademhaling (tracheostoma).
-

Tracheostoma
-

-
Colostoma
-

Colostoma mogelijkheden
-

Nefrostoma
-

Urinestoma (Bricker)
Een colostoma (colon = dikke darm) is een uitgang van de dikke darm in de huid van de buik. Hij moet worden aangelegd wanneer de ontlasting het lichaam niet via de anus kan verlaten. Wanneer de ontlasting de stoma verlaat, moet deze worden opgevangen. Daar zijn speciale opvangmaterialen voor en methoden om het opvangen van de ontlasting te reguleren. Het is belangrijk om te weten, dat met een stoma de ontlasting niet meer opgehouden kan worden. Dat is onder normale omstandigheden wel mogelijk dankzij de sluitspier van de anus.
Een stoma kan tijdelijk zijn of blijvend. Een tijdelijke stoma wordt bijvoorbeeld aangelegd om een darmdeel rust te geven, een blijvende stoma bijvoorbeeld wanneer de hele dikke darm moet worden weggehaald.
Een stoma kan dubbelloops zijn of eindstandig. Een dubbelloopse stoma heeft twee openingen naast elkaar. Uit de ene opening komt de ontlasting, uit de andere alleen slijm (afkomstig van het slijmvlies van de darm). Een tijdelijke stoma is nogal eens dubbelloops. Een eindstandige stoma heeft één opening.
Een stoma kan ook aangelegd worden op de dunne darm. Dan wordt het een ileostoma genoemd. Een stoma op de dikke darm is een colostoma.

Standaard incontinent urostoma na Bricker operatie
Bij verwijdering van de blaas (bijvoorbeeld als gevolg van blaaskanker) kan een stoma worden aangelegd op de nierleiders. Dit gebeurt veelal volgens de methode van Bricker. Hierbij wordt een stukje van de dunne darm verwijderd en aan het ene uiteinde worden de beide nierleiders bevestigd. Het andere uiteinde van de darmlis wordt naar buiten geleid en vormt zo het urinestoma.[1]
Een ander soort stoma is de nefrostoma, die in de nier wordt aangebracht voor de afvoer van urine.
Materialen
Stomamateriaal
Samen met de stomaverpleegkundige bekijk je welk opvangmateriaal het beste past bij jouw stoma en jouw wensen. Er zijn 2 soorten systemen: een eendelig en een tweedelig systeem. Dit geldt voor de colostoma, ileostoma en urinestoma. Welk type opvangsysteem het meest geschikt is, blijft vooral een kwestie van uitproberen. Dat kan soms wel een paar maanden duren.
Stoma opvangsystemen
Er zijn 2 soorten opvangsystemen:
- Eendelig opvangsysteem: dit systeem bestaat uit een huidplak waar het zakje al aan vastzit.

- Tweedelig opvangsysteem: dit systeem bestaat uit een huidplak waarop zakjes worden geklikt, geklemd of geplakt. De huidplak blijft 2 tot 3 dagen zitten. Het zakje kan, afhankelijk van de soort stoma, verwisselt worden.

Stomazakjes bij colostoma en ileostoma
Er zijn open en gesloten stomazakjes.
- Gesloten zakjes: Mensen met een colostoma gebruiken meestal gesloten zakjes. Gesloten zakjes zijn rondom dicht en worden gebruikt bij wat meer vaste ontlasting. Je kunt ze in de wc gooien en doorspoelen. Zo ben je nooit afhankelijk van een afvalemmer. Alle andere gebruikte zakjes mogen niet worden doorgespoeld. Die gooi je in een afvalemmer.
- Open zakjes: Mensen met een ileostoma gebruiken alleen maar open zakjes. Soms kunnen colostomadragers ook open zakjes gebruiken bij dunnere ontlasting. Open zakjes zijn aan de onderkant te openen. Ze zijn te sluiten met een sluiting die al aan het zakje vastzit. Bijvoorbeeld met klittenband of een speciaal klemmetje. Voor het legen ervan moet de sluiting worden losgemaakt en kan de ontlasting worden geloosd in het toilet. Deze zakjes worden gebruikt bij dunne ontlasting.
Stomazakjes bij urinestoma
Urinezakjes hebben een kraantje of aftappunt aan de onderkant. Hierdoor kan het urinezakje worden geleegd in bijvoorbeeld het toilet. Aan het kraantje kan ook een zak (nachtzak) worden gekoppeld met een grotere opvangcapaciteit. Het is belangrijk om altijd de urinezakjes te gebruiken, omdat deze voorzien zijn van een terugslagventiel aan de binnenkant van het zakje. Het terugslagventiel zorgt ervoor dat de urine, zeker als iemand ligt, niet kan teruglopen naar de stoma. Hierdoor kan een urineweginfectie ontstaan. In de urine worden ook vlokken afgescheiden. Deze worden veroorzaakt door het slijmvlies van de darm waarvan de stoma is gemaakt. De darm maakt slijm aan en dit slijm wordt afgestoten. Deze vlokken kunnen vooral ter hoogte van de koppeling naar de nachtzak verstoppen. Mocht dit vaak gebeuren dan zijn er middelen om de vlokken te verminderen. De stomaverpleegkundige kan je hierover adviseren.
De verzorging
Protocollen Vilans
toets
Toets: toets stomazorg
Start