Module 3 De cliënt als uniek mens - Hoofdstuk 3

Module 3 De cliënt als uniek mens - Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3.3 Cliënten met een lichamelijke beperking

In dit hoofdstuk worden verschillende ziektebeelden en aandoeningen behandeld.

Er wordt uitgegaan van de volgende indeling:

  • zintuigelijk beperkingen
  • motorische beperkingen
  • aandoening aan of met betrekking tot een orgaan
  • neurologische aandoeningen

Omdat we in een eerdere module al veel aandacht hebben besteed aan clienten met een zintuigelijke beperking (auditieve- en visuele beperking), gaan we in dit hoofdstuk enkel in op de andere drie genoemde beperkingen/ aandoeningen.

In de volgende paragraaf (hoofsdstuk 3 - 3.3.) gaan we in op vier verschillende aandoeningen/ beperkingen die horen bij 'Clienten met een motorische beperking':

  1. Spierdystrofie
  2. Spasticiteit
  3. Reumatische aandoendingen
  4. Osteoporose

Spierdystrofie

Twee vormen van spierdystrofie:

  • Duchenne spierdystrofie
  • Beckerdystrofie

Bekijk de animatie over Duchenne spierdystrofie

Wat is Duchenne Spierdystrofie & Belang van onderzoek - animatie

Spasticiteit

Bij spasticiteit is sprake van een verhoogde inspanning in één of meerdere spieren.

Spasticiteit kan op allerlei leeftijden voorkomen.

spasticiteit aan hand
spasticiteit aan hand

Oefening: Spasticiteit

Start

Reumatische aandoening

Reuma is een verzamelnaam voor aandoeningen en gewrichten, pezen en spieren. In de theorie worden drie categorieën genoemd:

  1. Ontstekingsreuma
  2. Artrose
  3. Wekedelenreuma

Jullie werken veelal met oudere zorgvragers of met zorgvragers, die naast hun verstandelijke bepeking, ook een lichamelijke beperking of aandoening hebben.

Artrose en Osteoporose zijn aandoeningen die veel voorkomen bij oudere zorgvragers.

Bekijk de videofragmenten als uitleg van deze aandoeningen.

Artrose
Artrose

Wat is artrose?

 

Osteoporose wordt ook wel botontkalking genoemd. De botten worden poreus, verliezen hun stevigheid. Hierdoor is er een verhoogd risico op botbreuken.

Belangrijk is:

  • Voldoende bewegen. Bijvoorbeeld, in overleg met de fysiotherapeut, stimuleren tot kracht- of balansoefeningen
  • Gezonde voeding, waarbij calcium een belangrijke bouwstof is voor de botten en de spieren.
  • In overleg met de arts en/of fysiotherapeut, advies geven over ademhalingstechnieken.

Hoofdstuk 3.4 Cliënten met een aandoening aan een orgaan

In deze paragraaf behandelen we de volgende aandoeningen: 

  • Hart- en vaatziekten 
  • Diabetes mellitus 
  • Astma en COPD 
  • Eczeem

Hart- en vaatziekten

Hart - en vaatziekten is een verzamelnaam voor alle aandoeningen die met het hart en de bloedvaten te maken hebben.

Doodsoorzaak nummer 1 >  Met name coronaire hartziekten. Dit is een ziekte die betrekking heet op de kransslagaders van het hart.

Voorbeelden van coronaire hartziekten zijn:

  • Slagaderverkalking = de wand van de slagaderen worden door verkalking dikker en stugger, waardoor ze vernauwen. Door de vernauwing is er een risico op een hart- of een herseninfarct.

 

Slagaderverkalking
Slagaderverkalking

Voorbeelden van coronaire hartziekten zijn:

  • Angina pectoris = het hart krijgt te weinig zuurstof. Dit zorgt voor een beklemmende of drukkende pijn op de borst.  

Bekijk het videofragment over angina pectoris.

Voorbeelden van coronaire hartziekten zijn:

  • Hartinfarct = als een zijtak van de kransslagaders afgesloten raakt, waardoor er geen bloed meer kan doorstromen naar het hart. Mogelijke gevolgen zijn hartritmestoornissen, een hartstilstand en problemen bij andere organen.

Diabetes mellitus

Met de volgende vragen toets je je kennis over de aandoening Diabetes mellitus. 

Wat is diabetes mellitus - uitleg in 1 minuut

Wat is het verschil tussen type 1 en type 2 diabetes mellitus:

  • Het lichaam van mensen met diabetes type 1 maakt zelf veel te weinig insuline aan. Dat komt doordat het afweersysteem de cellen die insuline aanmaken vernielt. Daarom moet je met diabetes type 1 insuline inspuiten, of een insulinepomp dragen.
  • Bij diabetes type 2 heeft het lichaam te weinig insuline. Bovendien reageert het niet meer goed op insuline: dat heet ongevoeligheid voor insuline. Mensen met diabetes type 2 krijgen meestal voedings- en bewegingsadviezen, aangevuld met medicijnen. Soms moet iemand ook insuline spuiten.
Signalen van een hypo en een hyper
Signalen van een hypo en een hyper

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor de behandeling van diabetes maakt het uit welke soort diabetes je hebt. Iedereen reageert anders op een behandeling, dus de behandeling is maatwerk.

De belangrijkse onderdelen van de behandeling van diabetes zijn:

  • gezond eten,
  • genoeg bewegen,
  • niet roken,
  • medicijnen en insuline

Medicijnen en insuline:

Voor de behandeling van diabetes zijn er verschillende medicijnen die de bloedsuiker verlagen. Verder schrijft de arts vaak ook medicijnen voor om cholesterol en bloeddruk te verlagen. Deze behandeling verkleint de kans op hart- en vaatziekten enorm.

Als je bloedsuikerspiegel met tabletten niet meer laag genoeg blijft, moet je ook insuline spuiten. Mensen voelen zich een stuk beter als hun bloedsuiker weer lager is.

 

Bekijk het videofragment waarin de aandoening Diabetes mellitus nogmaals uitgelegd wordt.

Diabetes mellitus - uitgebreidere uitleg

Astma en Copd

Longziekten zoals astma en copd komen veel voor.

Astma kenmerkt zich door: kortademigheid, benauwdheid, hoesten, piepende ademhaling

COPD is de verzamelnaam voor chronische longaandoeningen

Test jezelf - weet jij het verschil tussen astma en copd?
Maak de test via de link van de website medipedia

 

 

 

 

 

 

 

Oorzaken van COPD;

  • Roken is in meer dan 85 procent van de patiënten de oorzaak van COPD > 10 tot 20 procent van de rokers krijgt COPD. Hoe meer en hoe langer de zorgvrager heeft gerookt, hoe groter de kans op copd.
  • Langdurige blootstelling aan kleine stofdeeltjes tijdens het werk > 15 procent.
  • Aangeboren enzymgebrek

 

Bekijk het videofragment over COPD

Eczeem

Eczeem is een veel voorkomende aandoening van de huid.

Symptomen zijn:

  • jeuk
  • huiduitslag
  • schilfers
  • bultjes
  • huidkloofjes
  • korstjes
  • droge huid
  • gevoelig voor invloeden van buitenaf

Hoofdstuk 3.5 Cliënten met een neurologische problemen

Neurologie wil zeggen:

een medisch specialisme dat zich bezighoudt met neurologische aandoeningen: ziekten van de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen.

Hieronder vallen een heel aantal ziekten, waarvan we de volgende gaan behandelen:

  • Ziekte van Parkinson
  • Multiple sclerose (MS)
  • Niet aangeboren hersenletsel (NAH)
  • Cerebrovasculair accident (CVA)
  • Epilepsie
  • Nek- en rugklachten
  • Dwarslaesie

 

Ziekte van Parkinson

De ziekte van Parkinson is een progressieve ziekte. Dit wil zeggen, dat de aandoening blijvend (chronisch) is en dat de klachten zullen verergeren. 

Het ziekteverloop is onvoorspelbaar. 

Bekijk de ingesproken PP-presentatie over de ziekte van parkinson, die gemaakt is door de studenten Inge, Stefanie, Astrid en Dominique. 

Download de presentatie via de link - zet deze op diavoorstelling en klik op de geluidopname op elke dia. 

Open bestand Neurologische probleem Parkinson.pptx

 

Als zorgverlener ondersteun je de zorgvrager met de ziekte van Parkinson. Het is daarom belangrijk dat je voldoende kennis hebt over de ziekte, zodat je de zorgvrager kunt voorlichten over de ziekte en hem inzicht geven in de symptomen en het verloop ervan.

Het is belangrijk dat je de zorgbehoefte achterhaalt en deze als hulpvraag meeneemt in het zorg-, leef- en ondersteuningsplan van de zorgvrager.

Bekijk het videofragment waarin uitleg gegeven wordt over tips waarmee je een goede zorg en ondersteuning biedt aan zorgvragers met de ziekte van Parkinson.

10 tips voor goede zorg aan zorgvragers met de ziekte van Parkinson

Multiple sclerose

MS is een aandoening van het centraal zenuwstelsel. 

Wat weet jij al van deze aandoening? 

Toets: Wat weet je al?

Start

Om een beeld te krijgen van wat MS doet bekijk je het volgende videofragment.

Een portret van een jonge vrouw van 26 jaar met MS.

 

Anouk heeft MS

Niet aangeboren hersenletsel (NAH)

Beschadiging van onze hersenen (ook wel hersenletsel genoemd) heeft grote gevolgen. 

Er wordt onderscheid gemaakt tussen: 

  • Aangeboren hersenletsel (schade aan de hersenen die zijn ontstaan voor en rond de geboorte)
  • Niet aangeboren hersenletsel (schade aan de hersenen die zijn ontstaan in de loop van het leven) 

 

Direct na het ontstaan van hersenletsel komen verwardheid, bewusteloosheid en geheugenverlies veel voor. Meer dan de helft van de mensen met hersenletsel krijgt te maken met blijvende veranderingen of restverschijnselen op langere termijn. Er zijn nog enkele andere gevolgen waarvan je de betekenis met de volgende vragen leert.

CVA

CVA (cerebrovasculair accident) is een storing in de doorbloeding van de hersenen. Dit leidt tot een zuurstoftekort en een beschadiging in de hersenen. 

Een cva kan een herseninfarct of een hersenbloeding zijn. 

Opdracht uit het Opdrachtenboek Module 3:

Maak de opdracht 5 Op bladzijde 24 'Casus mevrouw Jazad". Lees de casus en maak de bijpassende vragen.

Stuur je antwoorden op de vragen a tot en met e, op naar je docent van het vak Vig module of plaats deze in teams onder opdrachten.

Epilepsie

Epilepsie is een aanval die wordt veroorzaakt door een stoornis in de hersenen.

De elektrische prikkeloverdracht verandert tijdelijk - er vindt een elektrische ontlading plaats en deze leidt tot chaos in de hersenen.

Bij een aanval in de gehele hersenen is sprake van een bewustzijnsdaling. De symptomen verschillen van wegrakingen (absence) tot spiertrekkingen over het hele lichaam (clonische aanval)

Bij een aanval in een deel van de hersenen kunnen de meeste mensen navertellen wat ze hebben meegemaakt.

Bekijk het volgende videofragment.

 

Wat gebeurt er tijdens een epileptische aanval

Nek- en rugklachten

 

 

 

 

 

 

Nek- en rugklachten komen veel voor. Ruim 2 miljoen mensen  hebben nek- en rugklachten. Meestal is er geen specifieke oorzaak aan te wijzen. Soms wel en dan kunnen oorzaken zijn:  

  • hernia
  • onderlinge verschuiving van de wervels
  • verkleving of littekenweefsel rondom de zenuw
  • tumor
  • artrose
  • fysiek zwaar werk
  • stress

Dwarslaesie

Bij een dwarslaesie is het ruggenmerg beschadigd. Signalen kunnen vanuit de hersenen niet meer alle delen van het lichaam bereiken. Er kan uitval optreden aan bijvoorbeeld de benen. Hoe veel uitval er bij een dwarslaesie optreedt, is afhankelijk van:

  • de plaats van de beschadiging: hoe hoger in het ruggenmerg de beschadiging zit, hoe groter het gebied is dat geen signalen meer krijgt.
  • de grootte van de beschadiging: we spreken van een totale dwarslaesie als uw ruggenmerg helemaal onderbroken is, en van een partiële dwarslaesie als uw ruggenmerg voor een deel onderbroken is.

 

 

 

Hoofdstuk 3.6. Benaderingswijzen

Iedere beperking of aandoening kent zijn eigen benaderingswijze, maar je hanteert altijd een persoongerichte benadering, waarbij zowel de client zelf als de familie en het sociaal netwerk van de client betrokken worden. 

Meer Mens

De methode Meer Mens wordt toegepast bij mensen die zich moeilijk kunnen uiten en dagelijkse situaties vaak niet goed kunnen begrijpen of overzien. Bijvoorbeeld clienten met (ernstig) hersenletsel.

Kenmerk: gebruik van observatielijsten en video-beelden om te achterhalen hoe de zorgvrager op zijn omgeving reageert en in welke situatie hij zich (on)prettig lijkt te voelen.

Doel: bieden van persoonlijke zorg die aansluit bij de beleving en de behoeften van de zorgvrager.

Deze methode is gebaseerd op de theorie van dr.Timmers-Huigens (Ervaringsordening)

 

Paramedische zorg

Zorgvragers met een lichamelijke beperking kunnen baat hebben bij paramedische zorg, zoals revalidatietherapie, beweegtherapie/ fysiotherapie, spraaktherapie, ergotherapie en dieetadvies.