5.3. De holocaust

5.3. De holocaust

5.3. De gruwel van de holocaust

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd een grote groep mensen opgesloten in concentratiekampen. Voor die mensen werd de oorlog een echte overlevingsstrijd. Velen van hen waren joden, zij werden geviseerd door het naziregime.

De uitroeiing van de joodse gemeenschap in de Tweede Wereldoorlog wordt vaak de Holocaust genoemd. De joodse gemeenschap zelf is vaak niet gelukkig met deze term gezien dit woord brandoffer betekent en de slachtoffers zeker niet als een offer gestorven zijn (en zeker niet vrijwillig). Zij verkiezen dus het woord Shoah (vernietiging). De nazi’s gebruikten zelf de term Endlösung, wat zoveel betekent als definitieve oplossing. In deze lessenreeks gaan we kijken hoe deze georganiseerde massamoord tot stand kwam.

5.3.1. De wetenschappelijke wortels

De rassenpolitiek van de nazi’s werd niet slechts gesteund door een handjevol pseudo-wetenschappers. Uitsluiting, opsluiting en massamoord waren gebaseerd op algemeen aanvaarde wetenschappelijke opvattingen die wortels hadden nog voor Hitler geboren was. Het geloof in het ras als bepalende factor van beschavingsniveau was sinds het midden van de 19de eeuw algemeen verbreid geraakt onder de geletterden van de meeste Europese naties.

De Franse filosoof Ernst Renan (1823-1892), die als
geen ander geloofde in de wetenschap, liet er bijvoorbeeld
al geen twijfel over bestaan: ‘De ongelijkheid der rassen
staat vast’.

Het begrip ras was een containerbegrip dat werd gebruikt om een volksaard of een mentaliteit, aan te duiden. De een definieerde ras op grond van linguïstische criteria, de ander op grond van biologische. De laatsten kregen in de loop van de 19de eeuw de overhand. De rassenleer was minder een Duits dan wel een Europees verschijnsel. Ook in Frankrijk kwam aan het eind van de 19de eeuw een symbiose tot stand van nationalisme en antisemitisme op basis van deterministische biologistische theorieën. De rassenkunde werd ondergebracht bij de antropologie, een tak van wetenschap die zich sinds de jaren 1860, mede onder invloed van het debat rond het darwinisme, had los gemaakt van de medische wetenschap en een enorme vlucht had genomen. Over het belang van het sociaal-darwinisme voor de rassenideologie van de nazi’s zijn veel studies het eens. Sommigen gaan zo ver om te stellen dat zonder de sociaal-darwinistische taal de nazi-ideologie zich niet zo had kunnen ontwikkelen als het gedaan heeft.

De eugenetica of rasverbetering is het
wetenschappelijk onderzoek naar het
verbeteren van de genetische samen
-stelling van een populatie.

Zowel de ‘socale’ progressieve plannen voor de verbetering van de volksgezondheid uit de jaren 1920 als de nazi-plannen uit de jaren 1930 kunnen bekeken worden als symptomen van de verwaarlozing van de individuele vrijheid tegenover het veronderstelde welzijn van de ‘volksgemeenschap’.Het antisemitisme kon dan aan het rassendenken ook een wetenschappelijke pretentie ontlenen.

Rond 1876 kreeg het racisme in Duitsland een emotionele en politieke lading. De maatschappij werd voorgesteld als een organisme; eugenetici en rassenhygiënisten waren de dokters die de maatschappij beter konden maken in geval van ziekte. De metafoor van de samenleving als een gezond lichaam dat door afwijkend gedrag of door vreemde elementen (‘parasieten’) ondermijnd kon worden, was al populair voordat Hitler ter wereld kwam.

Tegen ‘degeneratie’

Propagandaposters maakten duidelijk dat de 'gewone Duitser' gebukt
ging onder het gewicht van gehandicapten, Joden, zwarten, zigeuners
etc.

Onder verwijzing naar de dalende geboortecijfers in de beter opgeleide kringen, ontstond er een panische angst dat door het toenemende percentage ‘minderwaardigen’ onder de bevolking het Duitse ras zou degenereren. Daarnaast nam de onwil toe om geld te spenderen aan zogeheten waardeloze levens van asocialen, alcoholici, gehandicapten en vooral geesteszieken. Vanwege hun vermeende ongeremde seksuele drift zouden de laatsten sterk bijdragen aan de degeneratie van het ras. In deze context won het idee om bepaalde categorieën ‘gedegenereerden’ te steriliseren in medische kring aan populariteit. Reeds in 1889 schreef een arts dat dit ‘een heilige plicht van de staat’ was.

De Eerste Wereldoorlog heeft in het debat rond de verbetering van het volk waarschijnlijk een beslissende rol gespeeld. Het had de waarden van het individuele leven en de vrijheid van het individu ondermijnd, het collectief nationaal overleven was belangrijker geworden. Drastische middelen mochten niet geschuwd worden. Waren immers niet juist de jongeren en lichamelijk gezonden gesneuveld en de lichamelijk en geestelijk gehandicapten voor de dood behoed? Alfred Hoche, een nationalistische professor in de psychiatrie de wetenschap bij uitstek in de strijd tegen de ‘morele en sociale degeneratie’ na de Eerste Wereldoorlog stelde in 1920 voor een half miljoen ‘idioten’ door euthanasie te doden. In steeds bredere kring werden de kosten van de verzorging van deze gehandicapten bovendien onaanvaardbaar hoog geacht. De discussie over de wenselijkheid van ingrijpende maatregelen ten aanzien van de kwantiteit en de kwaliteit van de bevolking was al zo ver gevorderd, dat de nazi’s op een grote groep deskundigen (medische en juridische) konden rekenen om die ook in praktijk te brengen toen ze eenmaal aan de macht gekomen waren.

De Duitse academicus Joseph Mengele had bijvoorbeeld
internationale erkenning verworven door zijn onderzoek naar de
oorzaken van gespleten verhemelten en hazenlippen. In Auswitchz
voerde hij de vreselijkste experimenten uit en kreeg de bijnaam
'Engels des doods'.

Veel studies over deze tijd zijn mede voortgekomen uit verbijsterde nieuwsgierigheid naar de vraag hoe het mogelijk was dat zovele Duitse hoogopgeleiden zich hebben laten mobiliseren voor de uitvoering van de door de nazi’s beoogde verandering van de wereld. Een voor de hand liggende verklaring daarvoor is gelegen in het gevoel van macht en aanzien dat wetenschappers opeens kregen: onbelemmerd door democratische controle of wetgeving, ja gestimuleerd door de staat konden zij meewerken aan de verwerkelijking van een sociale en in wezen sciëntistische (biologistische en eugenetische) utopie: de verbetering van het mensenras. Het leek wel of de medische stand destijds met ongeduld op de Machtübernahme heeft zitten wachten: ‘De nieuwe ideologische instelling van ons volk heeft tot gevolg dat men de resultaten van onderzoek gebruikt die vorige regeringen met onverschilligheid of gêne bekeken!’. Kortom, het nazisme bood een ongekende kans voor de toegepaste biologie.De tijd lijkt rijp om afscheid te nemen van de nog wijd verbreide misvatting dat de wetenschappen door nazi’s alleen maar misbruikt zijn. Wat de artsen betreft, laat de conclusie van Michael Kater niets aan duidelijkheid te wensen over: ‘From the beginning to the end, the Nazi solution to the Jewish Question was a medical one, in which German physicians played a key part’.

Kort overzicht sociaal darwinisme

5.3.2. Van segregatie naar uitroeiing

Segregatie

Al snel na de machtsovername schakelden de nazi’s medische en juridische deskundigen in om de eugenetische problemen aan te pakken (de voorkoming van ‘erfelijke ziektes’) alvorens in de wetgeving tot raciale segregatie over te gaan. In hun commentaar op deze wetgeving lieten ze niets aan duidelijkheid te wensen over: ‘Door deze wetgeving verzekert de Staat zich voor altijd van het eerste recht in zaken van leven, huwelijk en familie.’ De Führer zelf drukte het nog bondiger uit: ‘Alle maatregelen die de verheffing van het volk dienen, zijn gerechtvaardigd’.

Meteen na Hitler’s machtsovername en aantreden als Rijkskanselier in 1933 verschenen in openbare ruimten de eerste bordjes ‘Voor Joden verboden’. Joden werden bijvoorbeeld uitgesloten van medische beroepen en de ambtenarij, ze mochten niet meer dienen in het leger, op scholen en universiteiten werden strenge quota voor joodse studenten ingevoerd. Kort daarna werd de ‘Wet voor de Preventie van Nakomelingen met een Erfelijke Ziekte’ afgekondigd. Deze definieerde negen aandoeningen die geacht werden erfelijk te zijn en daardoor ongewenst: zwakzinnigheid, schizofrenie, epilepsie, erfelijke blindheid, erfelijke doofheid, de ziekte van Huntington, manische depressiviteit, ernstige aangeboren afwijkingen en erfelijk alcoholisme. Onder deze wet zijn in nazi-Duitsland tussen 1935 en 1940 niet minder dan een half miljoen vermeende dragers van deze aandoeningen verplicht gesteriliseerd.

In 1935 werden de Neurenberg-wetten bekrachtigd. Dit waren antisemitische rassenwetten waardoor de joden nog meer vrijheid verloren en er bijvoorbeeld een verbod kwam op gemengde huwelijken. Er werd ook vastgelegd wie er nu wel en niet als jood werd beschouwd. Deze wetten waren ontzettend vergaand, er werd van bepaalde groepen sterilisatie geéist om niet het statuut ‘jood’ te krijgen. Door de invoering van deze wetten, werden sommige mensen plots als jood bestempeld die zichzelf voordien niet tot deze groep rekenden of die volgens de joodse wet ook niet bij deze groep hoorden, bijvoorbeeld mensen met een joodse vader.Er waren geregeld aanslagen op joodse winkels en bedrijven en ook joodse mensen op straat werden regelmatig aangevallen. De bekendste reeks aanvallen gebeurde in de nacht van 9 op 10 november 1938. Deze nacht staat bekend als de Kristallnacht, een verwijzing naar al het glas — van vitrines, huizen, winkelwaar — dat die nacht gebroken werd. Als je geïnterreseerd bent hoe dit alles in België werd toegepast, neem dan hier even een kijkje!

 

De uitroeiing

Oorspronkelijk was het de bedoeling om de joden te discrimineren en zo weg te pesten uit de Duitse gebieden. Hetzelfde gold overigens voor mensen met een Slavische achtergrond (bijvoorbeeld Polen en Russen), zigeuners en nog een aantal andere groepen. Naarmate de Duitsers meer gebieden veroverden, werd het leven voor deze mensen onmogelijk. Wie dan nog wilde vluchten, was vaak al te laat. De nazi’s wilden een groot Derde Rijk waar alle ariérs — de in hun ogen perfecte mens — een ideaal leven kon lijden ten dienste van de partij. Alle mensen die dit perfecte leven in de weg stonden, moesten verdwijnen.

Op de Wannseeconferentie van 20 januari 1942 kwamen een aantal vooraanstaande nazi’s bijeen om het Jodenvraagstuk te bespreken. Lange tijd was men overtuigd dat dit het grote kantelpunt was in de Shoah en dat hier beslist was om over te gaan op massa-vergassing als finale oplossing voor het joodse probleem. De eerste experimenten met vergassing in Auschwitz dateren echter van daarvoor. Het valt verder op dat noch Hitler noch Himmler persoonlijk aanwezig waren. Het belang van deze conferentie wordt de laatste tijd dus in vraag gesteld. Mogelijk diende ze vooral om de topmensen te informeren en vooral te betrekken zodat de verantwoordelijkheid gedeeld zou worden. De moord op zovele mensen gebeurde natuurlijk niet op één dag. Het naziregime had een planning uitgewerkt om op een zo efficiént mogelijke manier verschillende etnische groepen en hun tegenstanders uit de weg te ruimen. Deze planning werd doorheen de oorlog verder uitgewerkt.

Afbeeldingsresultaat voor jew vinnitsa execution
de executie van joden in Vinnytsja (Oekraine) in 1941

Mensen werden naar een afgelegen plaats gebracht en voor een kuil gezet waarna ze werden neergeschoten. Dit was zeer tijdrovend, duur en bovendien zwaar voor de soldaten, zeker omdat er ook vrouwen en kinderen bij waren. Daarom zocht men naar andere methodes.

Afbeeldingsresultaat voor Genickschussanlage
Een 'Genickschussanlage' (automatische nekschot-
installatie)
uit het concentratiekamp Buchenwald: mannen
werden voor een groeimeter gezet tijdens een zogenaamde
medische controle en dan langs een opening in de
groeimeter in de nek geschoten.

Om het uitmoorden van mensen nog sneller en efficiénter te laten verlopen, werden er experimenten gedaan met gas. Dit idee kwam uit het euthanasieprogramma van de nazi’s zelf. Volgens de nazi’s verzwakten mensen met een beperking en geesteszieken het Arische ras. De eerste gasauto’s — kleine vrachtwagens waarbij de uitlaat verbonden werd met de laadruimte waarin de mensen zaten — en gaskamers werden opgericht om deze mensen uit hun lijden te verlossen (Aktion T4). Na protest van de Kerk in 1941 lag het euthanasieprogramma een paar dagen stil om daarna in alle hevigheid maar iets meer verdoken verder te gaan. De methodes die hier benut werden, vielen zelfs zo in de smaak bij het regime dat werd besloten om ze ook grootschalig te gaan toepassen. In het vernietigingskamp van Chelmno ging men vanaf 1941 ook gebruik maken van vrachtwagens om mensen te vergassen. In Belzec, Treblinka en Sobibor begonnen ze vanaf 1942 met het vergassen in gaskamers door koolstofmonoxide. De eerste experimenten met zyklon B vonden plaats in Auschwitz I. Dit gas zou uiteindelijk de voorkeur krijgen in de meeste kampen. Er waren naast de vernietigingskampen ook een aantal werkkampen die gaskamers hadden, bijvoorbeeld Mauthausen. Hier dienden ze voor gevangenen die werkonbekwaam waren.

Het einde van de oorlog

Auschwitz werd bevrijd door de Russen in het begin van 1945. De Russische opmars kondigde zich al in de lente van 1944 aan en de nazi’s begonnen toen meteen met het nemen van maatregelen. Bewijsmateriaal werd vernield en een groot deel gevangenen werden in de zogenaamde dodenmarsen te voet opgejaagd naar kampen die verder weg lagen van de Russische opmars. Bij deze marsen, die ook elders plaatsvonden, kwamen veel mensen om het leven. Er waren wel nog gevangenen aanwezig in het kamp toen de Russische soldaten arriveerden in januari.

Verschillende kampbewakers, onder andere van Auschwitz, werden gearresteerd en berecht. Heel wat bewakers kregen de doodstraf. Sommigen wisten te ontsnappen, vaak trokken zij naar Zuid-Amerika. De Israélische inlichtingendienst Mosad spendeerde jaren aan het opsporen van deze mensen. Eén van de verantwoordelijken voor de Shoah, Adolf Eichman, werd door hen opgespoord en alsnog berecht in 1961. Josef Mengele kon tot zijn dood in 1979 op vrije voeten blijven. Pas jaren na zijn dood kwam aan het licht wie hij echt was.

5.3.3. De Shoa vandaag

De joodse gemeenschap verloor naar schatting 6 miljoen mensen en ook de zigeunerfamilies in Europa waren zwaar uitgedund. Andere gemeenschappen die erg getroffen werden door de nazi’s waren onder andere Russen, Polen, weerstanders, (politieke) tegenstanders van het regime, homoseksuelen en Jehova’s getuigen. De Tweede Wereldoorlog heeft dus enorme sporen nagelaten. Voor de families van de doden begon een moeilijk verwerkingsproces. Toch is er eveneens geen ontkomen aan websites waarop de Shoah deels dan wel volledig in twijfel getrokken wordt. Mensen die de Shoah ontkennen, noemen we ‘negationisten’ net zoals de ontkenning van | de Shoah zelf ‘negationisme’ genoemd wordt. Deze problematiek was blijkbaar zo hardnekkig en kwetsend dat er in verschillende landen zelfs wetten voor kwamen. Zo ook in Belgié.

“Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot vijfduizend frank wordt gestraft, hij die onder één der omstandigheden bepaald bij artikel 444 van het Strafwetboek, de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd, ontkent, schromelijk minimaliseert, poogt te rechtvaardigen of goedkeurt.”

artikel 1 uit de wet aangaande de holocaustontkenning van 23 maart 1995

Hoewel er veel kritiek was op deze wet, is ze nog steeds van kracht. De kritiek kwam van beide zijden: zowel van de negationisten die stelden dat de waarheid geen wetsartikel nodig had, als van anderen die vreesden dat de wet het negationisme net zou versterken. Daarnaast waren er ook mensen die het artikel in vraag stelden omwille van de vrije meningsuiting — al is het bestaan van de Shoah geen mening maar een feit — of omwille van de specificiteit van het artikel waarin één bepaalde genocide naar voor geschoven wordt. Hoe het ook zij: er zijn veel mensen die vinden dat deze wet broodnodig is omdat er nog steeds een groep mensen is die de Shoah, en dan vooral de gaskamers en het hoge aantal slachtoffers, openlijk betwist. We staan even stil bij een aantal vragen.

Waarom mag je de Shoah niet ontkennen? Waarom is net deze genocide zo erg? (Het was niet de genocide met het meest slachtoffers.)

Amnesty International schrijft dat hiervoor twee redenen zijn. Ten eerste omdat een zeer groot deel van één bevolkingsgroep werd omgebracht. In Nederland bijvoorbeeld ging het om 90 procent van de joodse bevolking, in Belgié lag het percentage lager omdat veel joden zich niet geregistreerd hadden en het militair bestuur hier niet volledig in mee ging. In Belgié zagen we ook veel verzet vanuit de bevolking, ze hielpen de joden onderduiken. De tweede reden is dat de Shoah zo mechanisch was en zelfs voor een deel gelegaliseerd.

Waarom wordt de Shoah zo vaak ontkent?

Enerzijds zijn er verschillende groepen die zich met het negationisme inlaten, zoals bijvoorbeeld de neonazi’s. Zij verheerlijken de idealen van het nazisme nog steeds en minimaliseren of ontkennen de Shoah (of ze praten deze net goed). Anderzijds zijn sommige mensen tegen de oprichting van de staat Israél, omdat deze er kwam na de Tweede Wereldoorlog en zij de Shoah zien als legitimatie hiervan. Het ontkennen van de Shoah neemt voor hen dan ook de legitimatie van Israél weg.

De negationisten hebben een heel aantal argumenten om hun stellingen te onderbouwen. De meeste baseren zich op stellingen die je kunt terugvinden in 66 questions and answers about the Holocaust van het Amerikaanse Institute for Historical Review, een negationistische organisatie. We weerleggen niet elk argument omdat we het niet nodig vinden om de Shoah te verdedigen. Feiten hebben immers geen verdediging nodig. We willen wel een idee geven over wat voor argumenten het gaat.

Een aantal argumenten gaan over de aantallen. Het precieze aantal slachtoffers is niet gekend, het gaat om schattingen. Deze schattingen zijn echter wel ergens op gebaseerd. De laatste jaren denken een aantal geschiedkundigen zelfs dat het effectieve aantal zelfs hoger zou kunnen liggen. Een argument dat ook vaak wordt aangehaald is dat er geen zes miljoen joden kunnen vermoord zijn omdat er voor de oorlog niet eens zoveel joden waren.

Andere argumenten hebben betrekking op de bewijslast: er werden veel zaken door de nazi’s vernield aan het einde van de oorlog. Niettegenstaande blijven er — naast de vele getuigen — uiteraard wel ontzettend veel bewijzen over. Er zijn een aantal gevallen gekend van mensen die valse getuigenissen aflegden. De schade die ze hiermee aanrichtten, was enorm. Hetzelfde geldt voor mensen die niet nadenken over wat ze publiceren. Wanneer bijvoorbeeld foto’s uit Auschwitz door elkaar gehaald worden met foto’s uit Treblinka, wordt zwaar geraakt aan de authenticiteit van het bronnenmateriaal. Het is dus van uitermate groot belang dat er zeer voorzichtig met historisch materiaal wordt omgesprongen. We moeten voldoende kritisch nadenken over de manier waarop we over de Shoah schrijven, zeker nu de groep rechtstreekse getuigen steeds kleiner wordt.

  • Het arrangement 5.3. De holocaust is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    jef schokkaert
    Laatst gewijzigd
    2020-06-19 15:34:22
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Kort overzicht sociaal darwinisme
    https://www.youtube.com/watch?v=c_8OTrYd06k
    Video
    https://www.youtube.com/watch?v=8gU0bffbGrg
    https://www.youtube.com/watch?v=8gU0bffbGrg
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    schokkaert, jef. (z.d.).

    5. De nasleep van de tweede wereldoorlog

    https://maken.wikiwijs.nl/133835/5__De_nasleep_van_de_tweede_wereldoorlog

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.