In deze WikiWijs gaan jullie meer leren over Grote Volksverhuizingen waardoor onrustige tijden ontstonden. Na verloop van tijd keerde de rust terug, omdat een groot deel van West-Europa door de Franken werd veroverd. In het Frakische Rijk stimuleerden de koningen de bekering van de bevolking tot het christendom. Bijna tegelijkertijd ontstond in het Middellandse Zeegebied een Arabisch rijk waarin de islam werd verspreid.
Tijdens het bestuderen en maken van deze ga je meer leren over deze onderwerpen! Er zijn dan ook een aantal belangrijke begrippen die je kunt gaan leren van deze WikiWijs.
Adel
Edelen
Frankische rijk
Geestelijkheid
Hofstelsel
Horigen
Klooster
Leenstelsel
Noormannen
Romaanse bouwstijl
Standen
Terpen
Vikingen
Zelfvoorzienende landbouw
Wat ga je doen?
In de eerste les heb je ook gewerkt aan een WikiWijs deze WikiWijs ging over de tijdvakken 1 en 2. Als je deze WikiWijs nog niet helemaal hebt afgerond is dat niet erg, je kunt de WikiWijs altijd nog terug vinden in Teams in het kanaal: Wereld Oriëntatie. Het is wel verstandig om deze WikiWijs voor de toets afgerond te hebben. Een aantal vragen uit deze WikiWijs komen letterlijk terug in de toets.
De komende lessen gaan we verder werken aan de andere tijdvakken, maar wees gerust want we gaan niet elk tijdvak behandelen doormiddel van een WikiWijs. Toch is het in deze tijd een goed middel om digitaal onderwijs te verzorgen! Ook voor jullie latere beroep is het belangrijk om kennis te hebben van digitale tools in het onderwijs, zodat jij ook de juf of meester hierbij kunt ondersteunen. Later kan zo'n situatie zich ook voordoen tijdens jouw werk, dit vraagt dan bij jou om het inzetten van je 21ste century skills.De aankomende lessen gaan jullie dan ook kennis maken met een aantal verschillende online tools voor in het onderwijs. Een bijbehorend leerdoel van deze lessenserie van geschiedenis is:
Je leert zelfstandigwerken met een aantal online tools zoals; WikiWijs, Spons, LessonUp en Flickr.
Je laat zien dat je kritisch, creatief en probleem oplossend kunt denken.
Je laat zien dat je over informatie vaardigheden en communicatieve vaardigheden beschikt.
Je laat zien dat je zelfstandig informatie op internet kan raadplegen en kritisch kunt kijken of deze bronnen betrouwbaar zijn.
Tijdens de lessenserie van geschiedenis word je beoordeeld op de verschillende producten die jij maakt in deze online tools. Dit levert je een extra cijfer op die wordt gebruikt bij het berekenen van je gemiddelde toetscijfer op het vak geschiedenis.
21st century skills
Tijdens dit tijdvak werk je eerst zelfstandig door de volgende hoofdstukken heen:
Landheren en horigen
Twee belangrijke personages
Hierna volgt hoofdstuk 3, dit hoofdstuk heet; "Onderwerpen van de studenten". Dit hoofdstuk heeft deze naam gekregen omdat jullie zelfstandig één van de onderstaande begrippen gaan uitwerken. Dit betekend dat jij je gaat verdiepen in één zo'n begrip afkomstig uit tijdvak 3; Monniken en Ridders. Hieronder vind je een link, deze link verwijst naar een Padlet waarin alle begrippen staan. Jij typt je naam onder het begrip dat jij wilt gaan uitwerken, je hebt dus een vrije keuze in welk onderwerp jij je wilt verdiepen! Voor de toets kun je de onderwerpen die je klasgenoten hebben uitgewerkt nog door lezen en mee oefenen omdat de online leeromgeving blijft bestaan. In het hoofdstuk "Onderwerpen van de studenten' krijg je meer uitleg over welke eisen er aan de opdracht zijn verbonden en hoe je met WikiWijs aan de slag kunt gaan!
Na het vertrek van de Romeinen trokken verschillende Germaanse volken uit Noordoost-Europa het vroegere West-Romeinse Rijk binnen. Hierdoor brak een onrustige tijd aan. De economie was rond 500 sterk afhankelijk van de landbou, omdat de handel grotendeels weg viel. Het bezit van grond speelde hierdoor een grote rol. In de volgende teksetn wordt deze ontwikkeling verder besproken.
Landheren en horigen
Nadat de Romeinen vetrokken waren was er tijdelijk geen centraal bestuur of gezag. Men was in deze tijd vooral gericht op zelfvoorziening, omdat er in deze situatie weinig handel gevoerd werd. Zelfvoorziening betekend dat men vooral leefde van eigen opbrengsten van de landbouw. Plaatselijke machthebbers zorgden voor de bescherming van boeren die in hun gebied leefden. In ruil hiervoor moesten de boeren een gedeelte van hun oogst van het land afstaan aan de landheren. Daarnaast werd er van de boeren verwacht dat ze bepaalde herendiensten verrichten, dit betekende dat ze brandhout leverden of op sommige dagen het land van de heer bewerkten. De boeren verloren op den duur steeds meer hun vrijheid en werden steeds meer afhankelijk van de plaatselijke machthebbers. Uiteindelijk hoorden zij net als de gebouwen, het vee en de landerijen bij het landgoed van een landheer. Op een gegeven moment mochten de boeren ook niet meer zonder toestemming verhuizen, boeren die in zo'n situatie leefden werden ook wel horigen genoemd.
In ruil voor de herendiensten en de beperking van hun vrijheid mochten de horigen bij gevaar naar het versterkte huis van de heer vluchten. Deze versterkte huizen (ook wel vroonhoeven genoemd) werden vaak omring door een houten verdedigingsmuur met een gracht. Het systeem van bescherming en zelfvoorziening in ruil voor horigheid noemde met destijds het hofstelsel. Echter waren er ook boeren die geen horigen werden, zij bleven vrije boeren.
In dit tijdvak werd de positie van mensen in de maatschappij bepaald door hun afkomst. Deze samenleving was verdeeld in drie standen:
De geestelijkheid: de mensen van de kerk
De adel: de mensen die edelen werden genoemd (zij bezaten grote stukken grond, hadden bestuurstaken en voerden legers aan).
De derde stand: de mensen die werkten, zoals vrijgeboren boeren en ambachtslieden.
Wie in een adelijke familie werd geboren, behoorde tot de adel, en anders behoorde men tot de derde stand. Een kind geboren uit horige ouders werd zelf ook een horige. De geestelijken konden geen officieel erkende kinderen krijgen. Zij leefden celibatair volgende kerkelijke voorschriften, dit betekende dat seks niet was toegestaan. De functies als bisschop waren in de kerk de hoge functies, deze functies waren bestemd voor mensen van adel. Lagere functies zoals de priesters waren bestamed voor mensen uit de derde stand.
In het noordwestelijk kustgebied bleven de meeste boeren vrije boeren. Landheren kregen in deze tijd weinig grip op deze boeren, dit was het gevolg van de regelmatige overstromingen van in het kustgebied. Om ervoor te zorgen dat boeren en het vee hier konden leven bouwden de boeren in het huidige Groningen en Friesland kunstmatige heuvels, deze heuvels kennen wij ook wel als terpen. Deze terpen zorgden ervoor dat mensen en vee bij hoogwater niet verdronken. In de loop der tijd werden deze terpen steeds verder opgehoogd en uitgebouwd, tot er een heel dorp op een terp stond.
Oefening: Leven van het land
0%
In deze oefening vind je vragen die te maken hebben met het onderwerp Landheren en Horigen.
De Canon van Nederland is een overzicht van belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederland. Alle afbeeldingen die terug te vinden zijn in de Canon geven gezamenlijk een beeld van de ontwikkelingen door de eeuwen heen in Nederland. Veel docenten gebruiken de Canon voor hun lesprogramma’s. In totaal bestaat de Canon uit 50 onderwerpen uit de Nederlandse cultuur en geschiedenis. De Canon is gericht op leerlingen vanaf 8 tot 14 jaar die in het basisonderwijs of voortgezet onderwijs zitten. Zo vormt deze website met informatie ook een waardevolle bron voor jou als onderwijsassistent. Tijdens dit deel van de WikiWijs ga jij aan de slag met deze bron en ga je meer leren over; Karel de Grote & Willibrord. Binnen de geschiedenis zijn bronnen namelijk erg belangrijk geweest, zowel ongeschreven als geschreven bronnen. In dit deel van de WikiWijs word de Canon als belangrijke bron gebruikt en zijn de teksten van entoen.nu afkomstig. Bekijk als introductie de video van Zondag met Lubach;
De canon van Nederland
Hieronder vind je de link naar de Canon van Nederland! Dit is zeker eens de moeite waard om hier naar te kijken, je vind hier ook veel lesmateriaal en mooie afbeeldingen voor in je lessen.
Voorgangers van Willibrord hadden ervaren dat het bekeren van de Friese heidenen geen eenvoudige zaak was. Daarom ging Willibrord eerst op zoek naar steun. Hij bracht verschillende bezoeken aan de Frankische hofmeier en de paus in Rome. Die laatste benoemde hem tot aartsbisschop van de Friezen. In 696 vestigde Willibrord zich in Utrecht. Daar herbouwde hij het door de Friezen verwoeste kerkje en gaf hij opdracht tot de stichting van een nieuwe kerk die hij wijdde aan Sint Salvator, dat wil zeggen Christus.
Vanuit Utrecht trokken vervolgens missionarissen het land van de Friezen in. Met succes, want aan het einde van Willibrords leven – hij stierf in 739 – was het nieuwe geloof in de kuststreek aan de winnende hand. In de rest van het Friese gebied stuitten zij op krachtig verzet. De lokale adel beschouwde de missionarissen als Frankische handlangers en hield vast aan oude gebruiken en goden als Wodan en Donar. Pas aan het einde van de achtste eeuw zou dat verzet worden gebroken door de wapens van de Franken.
Wilibrord
In 690 kwam Willibrord, een Engelse monnik uit Northumbrië, aan land bij de toenmalige monding van de Rijn waar tegenwoordig Katwijk ligt. Samen met een groep collega’s wilde hij zich inzetten voor de verspreiding van het christendom in het land van de Friezen. Deze bewoonden de kuststrook van de Westerschelde tot bij Dokkum. Hun gebied grensde aan het territorium van de Frankische vorsten, die twee eeuwen eerder onder koning Clovis het christelijke geloof hadden aangenomen. In het grensgebied lagen de havenplaats Dorestad aan de Rijn en de nederzetting Utrecht. Er was geen sprake van een vaste grens, want door telkens oplaaiend krijgsgeweld schoven óf de Friezen een stukje naar het zuiden óf de Franken naar het Noorden. Tijdens een Frankische succesperiode had een Frankische vorst in 630 het eerste kerkje in Utrecht laten bouwen op de plaats waar nu de Dom staat, maar dat werd kort daarop door de Friezen verwoest.
Karel de Grote was de belangrijkste vorst van de vroege middeleeuwen. In 771 werd hij koning van hetrijk der Franken, dat ook de latere Nederlanden omvatte. Zijn gehele regeringsperiode door trok Karel ten strijde: tegen de islamitische heersers van het Iberische schiereiland, tegen de Langobarden in het zuiden, en tegen de Denen en de Saksen in Noordwest-Europa. En met succes, want Karel wist het Frankische rijk uit te breiden tot een rijk dat grote delen van het huidige Europa omvatte. Op kerstdag van het jaar 800 werd Karel door de paus tot keizer over het Westen gekroond.
Om zijn enorme rijk te kunnen besturen, maakte Karel gebruik van 'vazallen' of leenmannen, die hem met 'raad en daad' dienden bij te staan. Zij moesten hem adviseren in allerlei bestuurlijke kwesties en als krijger dienen in oorlogen. In ruil daarvoor kregen zij van hem een 'leen' ofwel het bestuur over en de inkomsten van een groot gebied. Vaak beleenden zij op hun beurt dat land aan achterleenmannen. Aanvankelijk vervielen de afspraken bij de dood van de leenman, maar in de loop van de tijd beschouwden de vazallen hun lenen als erfelijk bezit en stelden zij zich steeds onafhankelijker tegenover hun leenheer op.
Uitleg Vazal
Het leenstelsel
Karel had overal in zijn rijk paleizen, die 'paltsen' werden genoemd. Hij reisde van palts naar palts en regelde ter plekke zijn zaken met zijn belangrijkste leenmannen. Verondersteld wordt dat Karel ook in Nijmegen een palts had, de Valkhof. Daar hield hij zich onder andere bezig met de situatie in het Friezenbisdom en volgde hij de verrichtingen van zijn legers tegen de heidense Saksen. Karels eerste biograaf, de monnik Einhard, beschouwde deze 33 jaar durende strijd als 'de langdurigste, gruwelijkste, en voor het volk van de Franken inspannendste oorlog die hij ooit voerde'.
Een palts
De ligging van paltsen
Karel hechtte groot belang aan onderwijs, cultuur en wetenschap. Hoewel hij zelf nauwelijks zijn eigen naam kon schrijven, was hij wel bedreven in rekenen en sterrenkunde, en sprak hij verschillende talen. Hij richtte scholen op waar jonge edellieden werden opgeleid voor de staatsdienst. Karel legde ook contacten in de islamitische wereld met de kalief van Bagdad, Haroen al-Rasjid. Die gaf hem een olifant ten geschenke.
In de laatste jaren van zijn leven vestigde Karel zich in zijn palts in Aken, waar hij in 814 ook begraven werd. Zijn palts vormde de basis voor de huidige domkathedraal, waar zijn troon en zijn rijk versierde grafkist nog altijd te bezichtigen zijn.
Over Karel gingen al in zijn eigen tijd indrukwekkende verhalen rond, die na zijn dood alleen nog maar werden uitgebreid en aangedikt. Hij werd er een heilige door, die tot de grootste vorsten uit de geschiedenis werd gerekend.
Deze vragen gaan over Karel de Grote, een aantal van deze vragen kun je terug verwachten op de toets. Lees voor het maken van deze opdracht goed de tekst door! Er kunnen op de toets ook vragen voor komen die niet in deze oefening staan, maar wel afgeleid zijn van de bovenstaande tekst. Ook de video van het klokhuis bevat veel nuttige informatie over Karel de Grote.
Onder dit hoofdstuk staan een aantal onderwerpen, één van deze onderwerpen ga jij zelfstandig uitwerken en onderzoeken. Daarna verwerk je dit onderwerp in deze bestaande WikiWijs zodat je gezamenlijk met je klasgenoten één complete digitale leeromgeving hebt gecreërd! Jullie zijn namelijk allemaal mede-eigenaar gemaakt van deze WikiWijs, op je schoolmail vind je hiervoor een link. Als je op deze link klikt kun je achter de schermen kijken van de WikiWijs. Het is belangrijk dat je zorgvuldig te werk gaat zodat iemand anders of mijn werk niet verloren gaat. Hieronder staat een video waarin wordt getoond hoe WikiWijs werkt, ook heb ik een korte uitleg video toegevoegd. Bekijk deze video's goed voordat je begint met de opdracht!
Hoe werkt WikiWijs?
Uitleg over het maken van een WikiWijs
Uiteindelijk word jouw eindproduct beoordeeld en zorgt dit voor een deel van het extra cijfer dat je tijdens deze lessenserie kunt verdienen. Bijna elke week ga je dus aan de slag met een (nieuw) digitaal leermiddel, wellicht kun je deze producten nog gebruiken voor je portfolio. Mocht dit niet het geval zijn dan heb je later tijdens je werk alvast een hoop kennis van verschillende tools.
Aan het uitwerken van een onderwerp zijn wel een aantal eisen verbonden, deze eisen lees je hieronder:
De tekst in de WikiWijs moet minimaal 850 woorden bevatten.
De tekst is geschreven in eigen woorden en bevat geen plagiaat. (Met plagiaat telt de WikiWijs niet mee voor het extra cijfer).
De teksten bevatten correcte spelling en zinsopbouw.
De bronnen (linkjes) naar de pagina's waarvan je informatie hebt gehaald worden vermeld in de WikiWijs.
De WikiWijs bevat een verwerkingsopdracht met een duidelijke uitleg waarmee jouw klasgenoten kunnen oefenen met de nieuwe theorie. Een verwerkingsopdracht kan zijn: een ingebouwde toets in de WikiWijs, een video met vragen, een linkje naar een website waarop een Mind-map gemaakt kan worden, een werkblad in Word of het maken van een online collage. Alles is mogelijk!
De WikiWijs is aantrekkelijk vormgegeven, zorg ervoor dat er foto's of video's zijn toegevoegd.
Het Frankische Rijk
Het Frankische Rijk was een gebied dat werd bestuurd door de Franken tussen de 3e en de 10e eeuw. het groeide uit tot een grootmacht.
Dorestad
Feodalisme
Hier vertel ik meer over het Feodalisme etc etc
De Vikingen
Bonifatius
Noormannen
De Noormannen leefden in het Noorden van Nederland langs de kust. etc etc
Boeren maakten in het begin van de Middeleeuwen gebruik van het tweeslagstelsel. Ze stapten al heel snel over op het drieslagstelsel omdat dit productiever bleek.
Het tweeslagstelsel houd eigenlijk in dat de boer zijn grond in tweeën verdeelde. Om de beurten lag een stuk grond braak. Als er een helft braak lag dan werd de andere helft gebruikt voor het verbouwen van voornamelijk graan. Het volgende jaar werd de verbouwde grond braak gelegd en werd er op de andere helft voeding verbouwd.
Tweeslagstelsel methode
Deze methode zorgde ervoor dat de grond goed bleef wat ten goede kwam van de opbrengst.
Boeren voorkwamen met het tweeslagstelsel uitputting van de grond. Als de grond te lang achter elkaar bezaaid werd, ontstond er een tekort aan mineralen in de grond. Dit zorgde er dan voor dat de opbrengst van de oogst qua omvang en kwaliteit terug liep.
Het arrangement Tijdvak 3 Monniken en Ridders is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Annet Wassenaar
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-06-27 10:25:13
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Leven van het land
Verwerkingsopdracht Karel de Grote
Verwerkingsvragen Noormannen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.