Na de les zijn de leerlingen in staat om de verschillende soorten van werkwoordspelling op te noemen en te herkennen.
Aan het eind van deze les weten de leerlingen wat de persoonsvorm tegenwoordige tijd, de persoonsvorm verleden tijd, voltooid deelwoord, infinitief en onvoltooid deelwoord zijn en kunnen ze hiermee opdrachten maken.
Wat weet je al?
Opdracht 1: Geef in de onderstaande zinnen aan welk werkwoord goed is gespeld. Omcirkel het juiste antwoord.
Filmpje met uitleg over de werkwoordspelling
Vooraf: werkwoordsvormen
Een werkwoord kan verschillende vormen hebben.
Als je iets gebiedt, krijg je:
1. Gebiedende wijs:Loop eens door, man!
Iedere zin heeft in principe één persoonsvorm:
De persoonsvorm geeft de tijd aan. Als je de tijd van de zin anders maakt, dan verandert de PV mee. (dit noem je de tijdsproef)
2. Persoonsvorm tegenwoordige tijd: Koen loopt vaak met Maartje naar huis.
3. Persoonsvorm verleden tijd: Gisteravond liep Wendy met haar vriendinnen over het strand.
Wat overblijft, als een werkwoord geen persoonsvorm is:
De persoonsvorm is telkens onderstreept!
4. Infinitief (hele werkwoord): Zondag wil ik een echte wedstrijd lopen.
5. Voltooid deelwoord:Is het waar dat Arnoud een halve marathon gelopenheeft?
6. Onvoltooid deelwoord: Ik ga vaak lopend naar school.
Soms wordt het als bijvoeglijk naamwoord gebruikt:
7. Bijvoeglijk naamwoord: Het lopende onderzoek zal worden overgenomen door de heer Sprink.
Het bijvoeglijk naamwoord 'lopende' zegt iets over het zelfstandige naamwoord 'onderzoek' (het is bezig).
Voorbeeld:
1. Gebiedende wijs
De gebiedende wijs is altijd de stam van het hele werkwoord. De stam vind je als je het hele werkwoord neemt zonder '-en'.
Werkwoord: Gebiedende wijs (stam)
Fietsen Fiets eens wat harder, man!
Worden Word toch eens volwassen!
Werken Werk eens door!
Voorbeelden PV T.T./V.T.
Ik… stam loop word
Jij/hij/zij/hetstam +t loopt wordt
Wij/jullie/zij stam + en lopen worden
Verleden tijd zwak werkwoord: 't ex-kofschip (Ga uit van de stam van het hele werkwoord!)
Infinitief, voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord
De ‘Infinitief’ is het hele werkwoord.
Ook dit is een vorm die overblijft als je de PV’s (onderstreept) gevonden hebt.
PV TT Barry start zijn motor.
PV VT Barry startte met veel kabaal zijn motor.
Infinitief Barry probeerde zijn te motor te starten.
‘Voltooid’ wil zeggen: het ligt achter je, oftewel het is ge-weest.
Bij zwakke werkwoorden eindigt het voltooid deelwoord op ‘–d’ of ‘-t’. Zit de laatste letter van de stamwelin ‘tex-kofschip, dan eindigt het op ‘-t’; zo niet op ‘-d’:
Voorbeeld:
Infinitief Faxen --> voltooid deelwoord: gefaxt
Infinitief mailen--> voltooid deelwoord: gemaild
Bij sterke werkwoorden verandert de vorm:
Infinitief lopen --> voltooid deelwoord: gelopen
Infinitief worden--> voltooid deelwoord: geworden
‘Onvoltooid’ wil zeggen: het is nog bezig.
Het onvoltooid deelwoord krijg je door het hele werkwoord +d te nemen:
Het arrangement Werkwoordspelling brugklas havo/vwo is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Solange Sintzen
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-04-20 11:49:50
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Voor herhaling kun je het Youtubefilmpje met de uitleg over de werkwoordspelling nogeens bekijken.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
1. Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen de verschillende soorten van de werkwoordspelling opnoemen en herkennen.
2. Aan het eind van deze les kennen de leerlingen pv tegenwoordige tijd, pv verleden tijd, voltooid deelwoord, infinitief en onvoltooid deelwoord en zijn ze instaat opdrachten hiermee te maken.
Vak: Nederlands
Leerjaar: Havo/VWO 1
1. Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen de verschillende soorten van de werkwoordspelling opnoemen en herkennen.
2. Aan het eind van deze les kennen de leerlingen pv tegenwoordige tijd, pv verleden tijd, voltooid deelwoord, infinitief en onvoltooid deelwoord en zijn ze instaat opdrachten hiermee te maken.
Vak: Nederlands
Leerjaar: Havo/VWO 1
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Opdracht 1
Opdracht 2:
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.