Proefwerkstof uit boek deel B K/G

Proefwerkstof uit boek deel B K/G

Voeding en vertering

Spijsvertering

Alles wat je eet en drinkt noem je voedingsmiddelen.
Deze voedingsmiddelen bevatten allemaal voedingsstoffen, bruikbare stoffen in de voedingsmiddelen.

In ons voedsel zitten meerdere voedingsstoffen, zoals eiwitten, koolhydraten, vetten, mineralen, water en vitamines.

Deze voedingsstoffen zijn onder te verdelen in vier categorieën:

  • Bouwstoffen: deze stoffen gebruik je voor groei, ontwikkeling en hestel
  • Brandstoffen: deze stoffen leveren energie aan het lichaam
  • Beschermende stoffen: deze stoffen beschermen je tegen ziektes
  • Reserve stoffen: deze stoffen worden opgeslagen en dienen als reserve

Als we de voedingsstoffen gaan indelen in de categorieën ziet dat er zo uit:
Eiwitten dienen als bouwstof en brandstof
Zowel koolhydraten als vetten dienen als brandstof, bouwstof en reserve stof.
Water dient als bouwstof.
Mineralen en vetten dienen allebei als bouwstof en bescherme stof.

Spijsvertering is het verteren van voedingsstoffen.
Sommige voedingsstoffen kunnen niet opgenomen worden in het bloed, zoals eiwitten, koolhydraten en vetten. Deze stoffen dienen eerst verteerd te worden, zodat ze in de darmen kunnen worden opgenomen in het bloed.

De voedingsmiddelen passeren een aantal organen in het lichaam. Deze organen behoren tot het spijsverteringsstelsel. Welke organen dit zijn, komen we later op terug!

Bron:Biologiepagina

De mond en slokdarm

Eten, dat doe je natuurlijk met je mond!

In de mond zitten tanden, die ervoor zorgen dat het voedsel klein gemaakt wordt.
Daarnaast bevat de mond ook speekselklieren die speeksel maken.
Speeksel mengt met het voedsel in de mond. Het speeksel vormt met het voedsel een soort papje.
Hierdoor kun je het voedsel makkelijker doorslikken.

De eerste stukje vetering, het afbreken van voedingsstoffen tot veteringsstoffen, gebeurt al in de mond!

Bij vertering wordt gebruik gemaakt van enzymen.
Enzymen zijn stoffen die processen in het lichaam kunnen versnellen. Ieder enzym ziet er anders uit, waardoor er maar één type stof op past. Elk enzym kan maar één reactie versnellen.

Speeksel bevat enzymen die zetmeel verteren. Zetmeel is een koolhydraat.

Wanneer je de voedselbrij doorslikt, vervoert de slokdarm de voedselbrij naar de maag.
Dit doet de slokdarm met peristaltische bewegingen. Hierbij trekt de slokdarm samen boven de voedselbrij, zodat de voedselbrij naar beneden geduwd wordt.

De maag

De slokdarm vervoert de voedselbrij naar de maag. 

Zodra de voedselbrij in de maag komt, blijft het daar een tijdje.
De maag is erg gespierd en kneedt de voedselbrij. Daarnaast maakt de wand van de maag maagsap.

Maagsap bestaat uit water, enzymen en zoutzuur. 
Zoutzuur zorgt ervoor dat bacteriën in de voedselbrij gedood worden. 
De enzymen die in maagsap zitten zorgen voor de afbraak van eiwitten.

De voedselbrij verlaat de maag en komt dan in de twaalfvingerige darm terecht.
Zoals je in de afbeelding hierboven kunt zien zit tussen de maag en de twaalfvingerige darm de maagportier.

De maagportier is een kringspier die telkens kleine beetjes voedsel doorlaat naar de twaalvingerige darm. Dit komt omdat de voedselbrij in de maag erg zuur is geworden door het maagzuur.
In de twaalfvingerige darm is de zuurgraad neutraal. Door telkens kleine beetjes voedsel door te laten, kan de twaalfvingerige darm de zuurgraad van de voedselbrij neutraliseren.

 

Bron: Biologiepagina

Bron: 10voorbiologie

De twaalfvingerige darm

Het voedsel komt in de twaalfvingerige darm.

Deze gekke naam is gebaseerd op de lengte. Vroeger gebruikte men andere maten, hij is namelijk 12 duim lang! Dit is ongeveer 30 centimeter.

Vanuit de maag komt telkens een klein beetje van de zure voedselbrij de twaalfvingerige darm binnen. Pas wanneer de twaalfvingerige darm weer geneutraliseerd is, laat de maagportier een nieuw beetje van de zure voedselbrij de twaalfvingerige darm binnen. Dit gebeurt elke keer na ongeveer 10 minuten. 

In de twaalfvingerige darm monden een aantal afvoerbuizen uit. De alvleesklier geeft namelijk via een afvoerbuis alvleessap af in de twaalfvingerige darm. Alvleessap bevat enzymen die eiwitten, koolhydraten en vetten verder afbreken. Ook bevat alvleessap een stof die ervoor zorgt dat het zuur in de twaalfvingerige darm weer neutraliseerd.

Daarnaast mondt ook de afvoerbuis van de galblaas uit in de twaalfvingerige darm. Het gal dat wordt afgegeven, zorgt ervoor dat grote vetdruppeltjes worden omgezet naar kleine vetdruppeltjes. Dit noem je emulgeren. Het emulgeren van vetten is belangrijk, omdat vetten anders niet goed verteerd kunnen worden. 

De twaalfvingerige darm en uitmondende afvoerbuizen
De twaalfvingerige darm en uitmondende afvoerbuizen

Op het plaatje zie je de volgende onderdelen:

1 = middenrif
2 = galbuis
3 = afvoerbuis van de alvleesklier
4 = milt
5 = maag
6 = alvleesklier
7 = twaalfvingerige darm

De dunne en dikke darm

De twaalfvingerige darm vervoert de voedselbrij naar de dunne darm. Dit is waar de belangrijke voedingsstoffen opgenomen kunnen worden in het bloed.

Om dit zo goed mogelijk te laten verlopen, heeft de dunne darm een enorm groot oppervlak. De dunne darm is zo'n 6 meter lang. Daarnaast bevat de wand van de darm veel plooien, darmplooien genoemd. Deze darmplooien bevatten op zichzelf ook plooitjes. Dit zijn microscopisch kleine uitstulpingen, ook wel darmvlokken genoemd.

Dit alles zorgt ervoor dat het oppervlak van de dunne darmen enorm groot is, namelijk 200 m2.

In de dunne darm wordt darmsap gemaakt. Het darmsap zorgt voor het laatste stukje vertering. Eiwitten, koolhydraten en vetten worden zodanig klein gemaakt, dat ze door de wand van de dunne darm heen kunnen. 

Vanaf de dunne darm gaan alle onverteerde voedselresten naar de dikke darm. Tussen de dunne en de dikke darm zit de blinde darm, een stuk dikke darm dat bij de mens bijna geen functie meer heeft. Aan de blinde darm zit een wormvormigaanhangsel, een klein stukje doodlopende darm. Deze noemt men ook wel de appendix. Het wormvormingaanhangsel kan ontstoken worden, waarbij het wormvormigaanhangsel operatief verwijdert moet worden. Men spreekt hier ook wel van een blindedarm ontsteking. Deze naam is dus eigenlijk verkeerd, alleen het wormvormigaanhangsel is ontstoken, niet de blinde darm. 

De dikke darm begint rechtsonder in je buik, bij de blinde darm. De darm loopt omhoog en gaat vervolgens naar linksboven. Daarna loopt deze weer naar beneden en eindigd deze in de endeldarm.

De vetering van voedselresten is al voltooid. De voedselbrij bestaat nu nog uit water, onverteerbare stoffen zoals vezels, en vitaminen en mineralen. In de dikke darm leven heel veel bacterien, die deel uitmaken van de darmflora. Deze bacteriën breken de laatste stukjes onverteerbare stoffen af. Hierbij komt gas vrij.

Daarnaast neem de dikke darm heel veel water op uit de voedselbrij. Hierdoor wordt de voedselbrij heel dik en krijgt het de vorm van ontlasting. De voedselbrij komt terecht in de endeldarm, waar het een tijdje verblijft en uiteindelijk het lichaam verlaat in de vorm van ontlasting. Aan het einde van de endeldarm zit de anus, een kringspier die de endeldarm afsluit. Wanneer deze spier ontspant, kan de ontlasting het lichaam verlaten.

Bron:10 voor Biologie - Dikke darm

Bron:10 voor Biologie - Dunne en dikke darm

Bron: Biologiepagina

filmpjes voeding en vertering

Voedsel

Voedsel en enzymen

De rot-pot.

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Onderdelen van het verteringsstelsel

Het verteringsstelsel

Organen voor de vertering

Planteneters, vleeseters en alleseters

examenopgaven voeding & vertering

Beantwoord ter afsluiting van deze module de volgende vier examenvragen.

VMBO GT 2013-2 Vraag 21
VMBO GT 2013-2 Vraag 22
VMBO GT 2013-1 Vraag 13
VMBO GT 2012-2 Vraag 12

 

Beantwoord ter afsluiting van deze module de volgende drie examenvragen.

VMBO GT 2004-1 Vraag 27
VMBO GT 2010-1 Vraag 9
VMBO GT 2011-1 Vraag 4

 

examenopgaven uitgelegd in video van Joost

Gaswisseling

Kennisbank

Dieren hebben energie nodig om te kunnen leven. 
De energie halen ze uit hun eten. 
In alle lichaamscellen vindt verbranding plaats waarbij energie vrij komt. 
Daarvoor is wel voldoende zuurstof nodig.
Dieren nemen zuurstof op met behulp van hun ademhalingsorganen. 

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:

KBAdemhaling bij dieren

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

 

De cellen in je lichaam hebben voor de verbranding van voedingsstoffen zuurstof nodig.
Bij de verbranding komt koolstofdioxide vrij en dat gaat je lichaam weer uit.
Het ademhalingsstelsel zorgt hiervoor.

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel 'Ademhalingstelsel'.

KBAdemhalingsstelsel

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

 

oefentoetsje

Oefening:Ademhaling bij dieren

oefenopgaven longen

Bekijk het filmpje.

Video: Longen

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Waarvoor hebben organismen zuurstof nodig?
  2. Welke stoffen komen vrij bij verbranding?
  3. Welke reactievergelijking hoort bij de verbranding?
  4. Welke dieren halen met longen adem?
    Overleg in tweetallen waarom je denkt dat deze dieren met longen ademhalen.
    • Kangoeroe
    • Buideldier
    • Vogelbekdier

Controleer je antwoorden bij het kopje "Antwoorden".

oefenogaven aquariumvissen

Bekijk het filmpje:

Vissen hebben zuurstof nodig. Die zuurstof is opgelost in het aquariumwater.
Hieronder zie je een eenvoudige tekening van het binnenste van een vis.

  1. Van welke plaats gaat zuurstof van het water naar het bloed?
     

    In een aqarium moet voldoende zuurstof zijn.
    De hoeveelheid zuurstof in een aquarium hangt mede af van de temperatuur van water. 
    Bestudeer de grafiek.

  2. Hoeveel mg zuurstof is er opgelost in 1 liter aquariumwater
    bij een temperatuur van 0°C?
    bij een temperatuur van 25° C?


    In een aqarium moet voldoende zuurstof zijn. Dat bereik je door stroming in het water te brengen.
    Je brengt al stroming in het water met een verwarming. Het plaatsen van een pomp is natuurlijk nog beter.

  3. Waardoor is de stroming gunstig voor het zuurstofgehalte van het aquariumwater?
    1. Omdat het water aan het oppervlak zuurstof meeneemt en de stroming de zuurstof over het water verspreidt.
    2. Omdat warm water meer zuurstof kan bevatten.
  4. Je ziet op een warme dag dat vissen in een sloot aan het oppervlak komen. Waarom komen ze dan aan het oppervlak?
    1. Aan het oppervlak bevat het water meer zuurstof.
    2. Aan het oppervlak kunnen de vissen lucht happen.

Controleer je antwoorde bij het kopje "Antwoorden". 

video's over gaswisseling

 

 








Examenopgaven

Antwoorden oefenopgaven

Toepassing: Longen

  1. Voor de verbranding van glucose in alle cellen van het lichaam.
  2. Koolstofdioxide en water.
  3. Glucose + zuurstof > koolstofdioxide + water
  4. kangoeroe, buideldier, vogelbekdier zijn zoogdieren. Themometervogel is vogel. Taipan is een slangensoort en een reptiel. Kookaburra is een vogel. Zoogdieren, vogels en reptielen halen adem met longen. Alleen een witte haai si een vis en haalt dus adem met kieuwen, niet met longen.

Toepassing: Aquariumvissen

    1. Dit zijn de kieuwen.
      Hier gaat zuurstof van het water naar het bloed.
  1. Bij een temperatuur van 0° C bevat water ongeveer 15 mg zuurstof per liter.
    Bij een temperatuur van 25° C bevat water ruim 8 mg zuurstof per liter.
    1. Water neemt aan het oppervlakte zuurstof mee. De zuurstof wordt door de stroming verspreid.
    1. Hoe dieper in de sloot, hoe minder zuurstof er in het water zit.

Transport

Kennisbank

Weet jij welke drie typen bloedcellen er zijn?
Weet jij de functie van deze cellen?
Weet je wat de functie van de lymfevaten is?

Bestudeer het onderdeel 'Bloed en lymfe' in de Kennisbank biologie.

KB: Bloed en lymfe

 

Je hart klopt een leven lang onafgebroken.
Gelukkig maar want zonder hart geen bloed door je bloedvaten en geen voedingsstoffen naar de organen.
Maar soms kan er toch wat mis gaan.

KB: Hart en bloedvaten
KB: Bloeddruk en slagaderverkalking
 

 

 

oefentoetsjes

Oefening:Bloed en lymfe

Oefening:Hart en bloedvaten, bloeddruk en slagaderverkalking

video's over transport

Uitleg over examenvragen over bloedsomloop:

https://youtu.be/PJKOOmDcngI

Uitleg over examenvragen over bloedsomloop deel2

https://youtu.be/Hc7TGdTNItY

Examenopgaven

Beantwoord ter afsluiting van dit onderdeel de volgende examenvragen.

VMBO GT 2012-2 Vraag 13
VMBO GT 2013-1 Vraag 14
VMBO GT 2013-1 Vraag 15
VMBO GT 2004-1 Vraag 6

 

Beantwoord ter afsluiting van dit onderdeel de volgende examenvragen.

VMBO GT 2013-2 Vraag 10
VMBO GT 2009-1 Vraag 28
VMBO GT 2009-1 Vraag 29
VMBO GT 2013-2 Vraag 26

 

Huid (opslag, uitscheiding en bescherming)

Kennisbank

De huid bedekt heel je lichaam aan de buitenkant.
De huid biedt bescherming tegen verschillende gevaren van buitenaf.
Welke dat zijn, lees je in het Kennisbankonderdeel 'De huid'.

De huid

 

oefentoetsje

video over huid

Examenopgaven

Beantwoord ter afsluiting van dit onderdeel de volgende examenvragen.

 

 

 

 

 

VMBO GT

VMBO GT 2012-2 Vraag 1

VMBO GT 2010-2 Vraag 14

VMBO GT 2009-1 Vraag 7