GT3 nask2

GT3 nask2

Inleiding

Via deze wikiwijs kun je alle informatie vinden die je nodig hebt om zelfstandig hoofdstuk 4 van Nova nask2 door te werken. Alle inhoud is per paragraaf bij elkaar gezet zodat je alles nodig hebt om zelfstandig aan de opdrachten te werken. Via Teams kun je contact leggen met klasgenoten, je docent, opdrachten inleveren en nakijken. 

 

4.1 Stoffen veranderen

Bij het bestuderen van deze paragraaf is het belangrijk dat je het onderscheid kan maken tussen een ontledingsreactie en een verbrandingsreactie. Verder moet je weten wat organische stoffen zijn en wat reactieverschijnselen zijn.

Ontledingsreacties bestaan het 1 beginstof en twee of meer reactieproducten. Er staat dus 1 stof voor de pijl en twee of meer stoffen na de pijl. 

Bij verbrandingsreacties heb je altijd zuurstof voor de pijl staan. De aanwezigheid van zuurstof is een voorwaarde voor een verbranding dus die moet ook bij je beginstoffen staan. De andere stof die erbij staat is dan de brandstof. Let op, zuurstof na de pijl duid juist niet op een verbranding. 

Organische stoffen zijn stoffen die het element koolstof (C) in hun molecuulformule hebben. Wanneer je deze stoffen ontleedt, is een van de reactieproducten een zwarte stof (koolstof). 

 

 

Par. 4.1 Stoffen veranderen

4.2 Stoffen veranderen door ontleden

Na deze paragraaf is het belangrijk dat je de ontledingsreacties kent en welke energiebron je gebruikt voor de ontleding. 

Alle ontledingsreacties eindigen op het woord : lyse. Dit betekent ontleding.

De ontledingsreacties zijn:

  • thermolyse -ontleding door middel van warmte (zonder dan er zuurstof aanwezig is, anders krijg je een verbranding). 
  • Fotolyse - ontleding door middel van licht. 
  • Elektrolyse - ontleding door middel van elektrische stroom. 

4.3 Atomen als bouwstenen

Bij het bestuderen van deze paragraaf is het belangrijk dat je de elementen uit tabel 1 uit je hoofd leert, zowel van naam naar symbool als andersom. Het kan je helpen om een lijstjes te maken. Een lijst waarbij alle elementen staan waarbij het symbool maar 1 letter is, een lijst met elementen waarbij het symbool de eerste twee letters van de naam is en een lijst met symbolen de niet logisch lijken. Dan knip je het leerwerk op en heb je het sneller in je hoofd. 

Verder is het belangrijk wat je toepassingen van verschillende elementen kent. Een toepassing van iets is waar het voor gebruikt wordt. Een toepassing van een pen is schrijven, een toepassing van ijzer is het frame van een fiets, etc. 

In de video die hieronder staat wordt uitleg gegeven over het deeltjesmodel. 

 

4.3 notatie van atomen en moleculen

4.4 Scheiden en ontleden

Stoffen

Chemische reacties (ontleding, verbranding en kloppend maken) paragraaf 1,2 en 3

4.5 Atomen tellen (reactievergelijkingen kloppend maken)

Video 1: Uitleg kloppend maken reactievergelijkingen (geen eigen materiaal, maar wel goed)

Video 2: extra uitleg voor reactievergelijkingen

Video 3: reactievergelijkingen oefenen met uitwerking

Onderstaande link brengt je naar een oefensite waar je reactievergelijkingen kunt oefenen. Ga hier mee aan de slag en oefen tot dat je het helemaal in je systeem hebt. 

 

Oefening om reactievergelijkingen kloppend te maken