Via deze webpagina gaan wij samen kijken naar de informatie en de opdrachten die horen bij paragraag 3.4 de opkomst van de Islam een onderdeel van Tijdvak 3: Tijd van monniken en ridders.
Aan het einde van de wikiwijs kan jij:
- De begrippen ‘islam, koran, 5 zuilen en moslims’ uitleggen.
- Uitleggen in het kort wie Mohammed was.
- Noemen wanneer Mohammed geboren werd en wanneer de islam ontstond.
- Drie voorbeelden geven van de 5 zuilen van de Islam.
- De snelle verspreiding van de Islam herkennen op een kaart.
Nadat je de inleiding hebt gelezen kan je aan de slag gaan. Dit doe je door op het menu te klikken op een van de onderwerpen, maar handiger is om naar het einde van de pagina te scrollen en op het rechter pijltje verder te klikken. Door hier telkens op te klikken ga je verder in de paragraaf!
Mocht je vragen hebben stuur een mailtje naar de docent!
Mohammed was een Arabische handelaar uit de stad Mekka in Arabië. Omstreeks 610 werd hij een profeet (Boodschapper). Toen hij op een dag bij een grot ging zitten droomde hij over de engel Gabriël die hem vertelde dat Allah (Arabisch voor God) Mohammed had uitgekozen als boodschapper. Hij vertelde de Arabieren over de boodschappen die hij had gekregen van Allah. Zo werd er door Mohammed een nieuwe godsdienst opgericht: Islam. Het was een godsdienst met één god, net als het jodendom en het christendom. De aanhangers van de Islam werden moslims (islamieten) genoemd.
Mohammed vertelde de boodschap van Allah aan zijn familie en vrienden. Deze geloofden de boodschap van Mohammed en werden de eerste moslims. In Mekka geloofde veel mensen in meerdere goden en zij verzetten zich tegen Mohammed. In 622 werd hij uitgenodigd om naar Medina te verhuizen samen met de andere moslims. Vanaf dit jaartal begint de islamitische jaartelling.
Beginselen van de Islam
De boodschappen van God werden na Mohammeds dood opgeschreven in de Koran, het heilige boek van de moslims. Sommige teksten komen overeen met Joodse en Christelijke teksten, zoals die over Abraham (Ibrahim) en Jezus (Isa). Zij waren profeten voor de tijd van Mohammed.
Moslims hebben een aantal verplichtingen, dat zijn de vijf zuilen van de islam:
1) De geloofsbelijdenis: dit is een korte tekst die zegt dat Allah de enige god is en Mohammed zijn profeet is. Moslims spreken deze tekst elke dag een paar keer uit.
2) Het dagelijkse bidden: moslims moeten tenminste vijf keer per dag bidden. Er zijn vaste tijden voor, maar het mag ook later ingehaald worden.
3) Het geven aan de armen: moslims moeten geld geven aan de armen. In de Koran staat dat armen financieel geholpen moeten worden.
4) Het vasten / de ramadan: elk jaar vasten de moslims een maand lang. Deze maand heet de ramadan. Ze eten en drinken dan alleen voor zonsopgang en na zonsondergang. De ramadan wordt afgesloten met het Suikerfeest.
5) De bedevaart naar Mekka: elke moslim moet één keer in zijn leven naar Mekka, de heilige stad voor de moslims.
Verspreiding van de Islam
Stichting van de Islamitische staat
In Medina sticht Mohammed de Islamitische staat, een staat op basis van de Islam waarvan Mohammed de leider was. Hij was de politieke en de geestelijke (godsdienstige) leider.
Steeds meer mensen aanvaarden Mohammeds leiding, in 630 gaven ook de inwoners van Mekka zich over. Toen Mohammed terugging naar Mekka ging hij naar de Kaäba, een gebouw in de vorm van een kubus waar veel godenbeelden stonden. Daar verwoestte hij samen met zijn volgelingen de beelden van de goden omdat hij in één god geloofde, Allah. De Kaäba werd nu volgens Mohammed een heilige plek voor de moslims. Later werd er een Moskee (islamitisch gebedshuis) rondom het gebouw gemaakt.
Na de dood van Mohammed in 630 kwamen er nieuwe geestelijke en politieke leiders, de Kaliefen (opvolgers). Zij besloten het Kalifaat (het Islamitische rijk) door veroveringen uit te breiden. De veroveringsoorlogen werden soms Jihad, een heilige strijd, genoemd. Daardoor waren Arabische strijders extra fanatiek. Het woord Jihad betekende in de tijd van Mohammed, de strijd met jezelf om een goede moslim te zijn en de strijd om de Islam te verdedigen. Maar het werd later ook de plicht voor moslims om het geloof te verspreidden, zo nodig met geweld.
Islamitische leiders veroverden na de dood van Mohammed veel nieuw grondgebied. Je ziet op het kaartje dat zelfs Spanje erbij hoorde, toen het rijk op zijn grootst was, rond 750.
Veel inwoners van binnen deze veroverde gebieden bekeerden zich tot de Islam. Bekeren was vrijwillig, maar bood voordelen voor inwoners, zoals minder hoge belastingen. Dit was uitzonderlijk in de vroege Middeleeuwen, waar verbanningen en gedwongen bekeringen in Europa zeer veel voorkwamen.
De Arabische vorsten waren meestal verdraagzaam tegen over Joden en Christenen omdat zij ook geloofde in een god. Zodat de Arabische vorsten geen inkomsten kwijtraakte, hoefde de joden en christenen zich niet te bekeren tot de islam maar moesten zij belasting betalen. Wie in meerdere goden geloofde, moest wél moslim worden.
In 750 was het Arabische rijk op zijn grootst en zij hadden een tijd van culturele bloei. In de bibliotheken van de Arabieren kwamen wetenschappers van over de hele wereld om te studeren.
De Arabieren zijn vooral beroemd geworden door hun belangrijke uitvindingen op het gebied van wiskunde. Het waren de Arabieren die bedachten dat je veel makkelijker kon rekenen met cijfers 0-9 dan met Romeinse cijfers. Ook in de geneeskunde waren de Arabieren verder dan de Europeanen op dat moment. Ze deden onderzoek naar hoe het lichaam in elkaar zit, naar besmettelijke ziekten en nog veel meer. Ze konden zelfs al opereren, iets dat in Europa nog helemaal niet lukte. En ook de kennis van aardrijkskunde van de Arabieren was beter. Ze maken heel goede kaarten.
Andere onderdelen van de Arabische cultuur zijn het Arabische schrift, de taal en Islam als belangrijkste godsdienst.
In 756 viel het rijk uiteen, maar in alle gebieden die overbleven bleef de Arabische cultuur belangrijk. Daarom worden deze gebieden samen de Arabischewereld genoemd. Deze Arabische steden en gebieden werden verbonden door handelsroutes over land en zee die ontstonden door de landbouw-stedelijke samenleving tijdens de Romeinen.
Opdrachten
Inlever opdrachten
Hieronder staan drie opdrachten die laten zien dat je de informatie uit de wikiwijs begrijpt.
Kies de opdracht uit waarmee jij dit kan laten zien (je mag meerdere opdrachten maken).
Opdracht 1:
Door de wikiwijs heen staan woorden dikgedrukt, dit zijn begrippen. Maak een lijst van de begrippen en schrijf bij deze begrippen op in je eigen woorden wat zij betekenen. Deze lijst kan je kopieren in het onderstaande blad.
Opdracht 2:
In de wikiwijs staan een aantal jaartallen. Verzamel al de jaartallen en maak hiervan een tijdlijn. Begin rond 610. Je mag de tijdlijn maken op de ipad of op een blad. Bij het maken op de Ipad kan je de tijdlijn kopieren in het onderstaande blad, anders kan je een foto van jouw tijdlijn uploaden in het onderstaande blad.
Opdracht 3:
Maak een mindmap over de Islam. In de mindmap zien we de volgende onderwerpen terug:
de 5 zuilen
de rol van Mohammed
de koran
feesten en tradities
De informatie kan je vinden in de wikiwijs, maar je mag ook het internet gebruiken. Ben je klaar maak je een foto van jouw mindmap en upload jij die in het onderstaande blad.
Het arrangement De opkomst van de Islam is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Sanne ter Meer
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-03-17 21:40:25
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les geeft informatie en opdrachten over de opkomst en de verspreiding van de Islam (kenmerkend aspect 9 van tijdvak 3: Monniken en Ridders) voor leerjaar 1 van vmbo kader en tl.
Deze les geeft informatie en opdrachten over de opkomst en de verspreiding van de Islam (kenmerkend aspect 9 van tijdvak 3: Monniken en Ridders) voor leerjaar 1 van vmbo kader en tl.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.