Thema: Paarden hv3

Thema: Paarden hv3

Intro

Bekijk (een stukje van) de volgende video:

Mister Ed was een paard dat de hoofdrol speelde in een Amerikaanse televisieserie, die van 1961 tot 1966 werd uitgezonden.
Het bijzondere aan Mister Ed was dat hij kon praten.

Natuurlijk kunnen paarden niet praten, maar toch vertonen ze wel heel wat gelijkenissen met de mens.
Zo hebben zowel het paard als de mens een wervelkolom en behoren ze dus allebei tot de gewervelde dieren. Ook heeft het paard net zoveel botten als dat van een mens en komen beenverbindingen, zoals gewrichten, overeen.
Daarnaast is de bloedsomloop van een paard te vergelijken met die van een mens.

Paarden zijn net als mensen zoogdieren. Dat betekent dat het veulen levend ter wereld komt.
Bij de geboorte komen eerst de voorbenen en het hoofd naar buiten, dan de rest van zijn lichaam.
Als het veulen omgekeerd in de baarmoeder ligt, zodat bij de geboorte eerst de achterbenen naar buiten komen, spreek je van een stuitligging.

Een vrouwelijk paard, een merrie, kan alleen bevrucht worden nadat ze haar ovulatie (eisprong) heeft gehad.
De menstruatiecyclus van een paard is korter dan die bij mensen.
Ovulaties treden bij een merrie gemiddeld om de 21 dagen op, bij mensen is dat 28 dagen.
In de winter heeft een merrie vaak geen ovulaties. Dit komt doordat het in Nederland in de winter langer donker dan licht is.

Een paard heeft meer chromosomen (64 stuks, dus 32 paren) dan een mens (46 stuks, 23 paren).
Wat overeenkomt tussen paarden en mensen is dat tijdens de bevruchting van een eicel, het geslacht van het veulen op dezelfde manier wordt bepaald.

In dit thema zie je hoe geslachtscellen worden gevormd en hoe je kunt berekenen hoe groot de kans is dat bepaalde eigenschappen van de vader en moeder terecht komen bij het nageslacht.

Je sluit het thema af met het maken van examenvragen die aansluiten bij het thema paarden en de leerdoelen van dit thema.

Colofon

Het arrangement Thema: Paarden hv3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
2022-05-31 12:03:24
Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

Het thema 'Paarden' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO. Fair Use In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor havo/vwo leerjaar 3. Dit thema heet paarden en behandelt 10 onderwerpen. Het eerste onderwerp is geraamte. Je leert de verschillende beenderen van het geraamte van een mens in een afbeelding benoemen, de functies van een geraamte omschrijven, een mogelijk gevolg van overbelasting noemen, het verschil tussen been en kraakbeen omschrijven. Het tweede onderwerp is beenverbindingen. Je leert vier soorten beenverbindingen beschrijven en van iedere beenverbinding aangeven waar die in het lichaam voorkomt, de onderdelen van een gewricht benoemen, drie soorten gewrichten beschrijven en van iedere soort aangeven waar die in het lichaam voorkomt. Het derde onderwerp is skelet en bewegen. Je leert de functies van het skelet beschrijven, omschrijven hoe dieren zonder skelet aan hun stevigheid komen, omschrijven wat gewrichten zijn, omschrijven hoe spieren beweging mogelijk maken, (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken hoe spieren vastzitten aan het skelet, (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het is tussen zoolgangers, teengangers en hoefgangers (topteengangers). Het vierde onderwerp is spijsverteringsstelsel. Je leert de belangrijkste organen van het spijsverteringskanaal herkennen, van ieder orgaan aangeven wat de functie van het orgaan is, de werking van gal en de verteringssappen beschrijven. Het vijfde onderwerp is hart en bloedsomloop. Je leert in een afbeelding de onderdelen van het hart benoemen, de werking van het hart beschrijven, met behulp van een afbeelding duidelijk maken wat het verschil is tussen de grote en de kleine bloedsomloop, omschrijven welke type bloedvaten er zijn en wat de functie van ieder type bloedvat is. Het zesde onderwerp is menstruatiecyclus. Je leert het begrip menstruatiecyclus omschrijven, de 'weg van de eicel' tijdens de menstruatiecyclus beschrijven, beschrijven hoe het baarmoederslijmvlies verandert tijdens de menstruatiecyclus. Het zevende onderwerp is zwangerschap. Je leert beschrijven hoe het embryo zich ontwikkelt tijdens de zwangerschap, omschrijven hoe de foetus in de baarmoeder aan voedingsstoffen en zuurstof komt, drie stadia tijdens de geboorte beschrijven, twee voorbeelden beschrijven van prenatale diagnostiek. Het achtste onderwerp is erfelijke eigenschappen. Je leert omschrijven waarom nakomelingen lijken op hun ouders, van de begrippen chromosoom, gen, DNA aangeven wat ze te maken hebben met het doorgeven van erfelijke eigenschappen, omschrijven wat een karyogram is en aangeven op welk punt het karyogram van een vrouw verschilt met het karyogram van een man. Het negende onderwerp is mitose en meiose. Je leert omschrijven wat een karyogram is en aangeven op welk punt een karyogram van een vrouw verschilt van een karyogram van een man, het verschil tussen geslachtscellen en lichaamscellen beschrijven, de verschillen uitleggen tussen mitose en meiose en aangeven wanneer er sprake is van mitose en wanneer van meiose. Het tiende onderwerp is monohybride en dihybride kruisingen. Je leert het verschil tussen een dominant gen en een recessief gen uitleggen, de begrippen homozygoot en heterozygoot beschrijven zodat duidelijk is wat het verschil is tussen homozygoot en heterozygoot, (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken hoe groot de kans is dat een nakomeling een bepaald gen van de ouders krijgt en je leert een stamboom aflezen.
Leerniveau
VMBO gemengde leerweg, 3; HAVO 3; VWO 3; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
Leerinhoud en doelen
Reproductie en evolutie; Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
26 uur en 0 minuten
Trefwoorden
arrangeerbaar, biologie, dna, havo/vwo 3, homozygoot, karyogram, mitose, monohybride, stercollectie, zwangerschap
close
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open