Elk jaar ontdekken biologen duizenden nieuwe organismen.
Schattingen van het totale aantal soorten op aarde gaan van tien tot wel honderd miljoen. Die soorten worden ingedeeld in steeds kleinere groepen.
Via deze wikiwijs houden we ons bezig met de volgende leerdoelen:
Bs. 1 Organismen ordenen
Aan het einde van de les kun je:
Organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
Het verschil uitleggen tussen eencellige en meercellige organismen.
Celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
Uitleggen wat een vertakkingsschema is en waar deze handig voor is.
Uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.
Bs. 2 Bacteriën en schimmels
Aan het einde van de les kun je:
De bouw en celkenmerken van bacteriën en schimmels benoemen.
Uitleggen hoe bacteriën en schimmels zich voortplanten
Enkele nuttige en schadelijke eigenschappen noemen van zowel schimmels als bacteriën.
Bs. 3 Planten
Aan het einde van de les kun je:
De drie stammen binnen het plantenrijk benoemen en omschrijven.
Het verschil tussen zaadplanten en sporenplanten beschrijven.
Het verschil tussen naaktzadige en bedektzadige planten benoemen.
Aan de hand van een determineertabel of zoekkaart een organisme opzoeken.
Bs. 4 Dieren
Aan het einde van de les kun je:
De functie van het skelet en verschillende soorten skelet beschrijven.
Dieren ordenen aan de hand van hun skelet.
Acht stammen binnen het dierenrijk benoemen.
Bs. 5 Geleedpotigen en gewervelden
Aan het einde van de les kun je:
Enkele eigenschappen van geleedpotigen benoemen.
Vier klassen van de geleedpotigen opnoemen en omschrijven.
Enkele eigenschappen van gewervelden benoemen.
Uitleggen wat de wervelkolom is.
Vijf klassen van de gewervelden opnoemen en omschrijven aan de hand van type huid, ademhaling, voortplanting en lichaamstemperatuur.
Links vind je het menu. Klik één van de kopjes aan om te oefenen.
Bs.1 Organismen ordenen
Ingesproken les - Basisstof 1
Bs. 1 Organismen ordenen
Aan het einde van de les kun je:
Organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
Het verschil uitleggen tussen eencellige en meercellige organismen.
Celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
Uitleggen wat een vertakkingsschema is en waar deze handig voor is.
Uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.
Groepen maken
Om organismen in groepen op te delen kan je kijken naar de kenmerken. Een kenmerkis een eigenschap van een organisme waarmee je het kan onderscheiden van andere organismen. Denk hierbij aan veren of haar. Deze kenmerken laten zien of iets een vogel is of een zoogdier.
Hoofdgroepen en rijken
In de biologie kijken we naar het DNA als we deze groepen maken. Al het leven op aarde wordt opgedeeld in vier rijken. Deze rijken zijn de bacteriën, schimmels, planten en dieren.
Celkenmerken
Er bestaan eencellige organismen (hebben maar 1 cel) en meercellige organismen (hebben meerdere cellen).
Bacteriële cel
Bacteriën:
GEEN celkern
GEEN bladgroenkorrels
Celwand
Eencellig
Schimmel cel
Schimmels:
Celkern
GEEN bladgroenkorrels
Celwand
Eencellig óf meercellig
Plantaardige cel
Planten:
Celkern
Bladgroenkorrel
Celwand
Eencellig óf meercellig
Dierlijke cel
Dieren:
Celkern
GEEN bladgroenkorrels
GEEN celwand
Eencellig óf meercellig
Soorten en Rassen
Als twee dieren niet op elkaar lijken, hoeven ze niet meteen een andere soort te zijn. Denk aan de soort "hond".
Een Dwergtackel lijkt totaal niet op een Duitse dog. Toch is dit dezelfde soort. Deze twee honden kunnen namelijk wél vruchtbare nakomelingen krijgen. Dit betekent dat hun nakomelingen, de puppies, ook weer nakomelingen kunnen krijgen als ze oud genoeg zijn.
Bs. 2 Bacteriën en schimmels
Ingesproken les - Basisstof 2
Bs. 2 Bacteriën en schimmels
Aan het einde van de les kun je:
De bouw en celkenmerken van bacteriën en schimmels benoemen.
Uitleggen hoe bacteriën en schimmels zich voortplanten
Enkele nuttige en schadelijke eigenschappen noemen van zowel schimmels als bacteriën.
Bacteriële cel
Bacteriën
GEEN celkern
GEEN bladgroenkorrels
Celwand
Eencellig
Bacteriën planten zich voort door deling. Na het delen groeien ze door tot ze even groot zijn als eerst. Een verzameling bacteriën die uit 1 cel zijn ontstaan noem je een kolonie.
Deling bij een bacterie
Schimmel cel
Schimmels
Celkern
GEEN bladgroenkorrels
Celwand
Eencellig of meercellig
Eencellige schimmels noemen we ook wel gisten.
Gisten planten zich op dezelfde manier voort als bacteriën, door deling.
Meercellige schimmels zijn alle andere schimmels. Denk hierbij aan paddestoelen en schimmeldraden. Denk bijvoorbeeld aan de schimmel op een boterham.
Meercellige schimmels planten zich voort door sporen. Sporen zijn een soort eencellige zaadjes. Deze ontstaan aan de onderkant van de paddestoel of op de kop van de schimmeldraad.
Hier worden de sporen gemaakt bij een paddenstoel.
Beschimmeld brood
Nuttige schimmels en bacteriën
Het is niet leuk als je appel in je fruitschaal gaat rotten of schimmelen. Dit komt door bacteriën en schimmels. Deze bacteriën ruimen dit "afval van de natuur" op. Als er buiten een dood vogeltje ligt, zullen de schimmels en bacteriën deze opruimen. Gelukkig maar, anders zal het dode vogeltje er voor altijd blijven liggen. Bacteriën en schimmels zetten deze dode resten weer om in voedingsstoffen voor planten. Hierom worden ze reducenten genoemd.
Schimmels en bacterien worden ook gebruikt voor andere dingen. Bij het maken van medicijnen of voedingsmiddelen bijvoorbeeld. Yoghurt, zuurkool en drank zijn hier voorbeelden van. Een champignon is zelf een schimmel die we vaak door ons eten gooien.
Antibiotica wordt vaak gemaakt van schimmel, dat is een medicijn tegen infecties.
Schadelijke schimmels en bacteriën
Een infectie is bijvoorbeeld een ontsteking. Dit komt door bacteriën. Ook schimmels kunnen een infectie veroorzaken. Dit noemen we een schimmelinfectie. Een goed voorbeeld hiervan is zwemmerseczeem. Als er schimmel onder je nagels groeit, krijg je kalknagels.
Schimmelinfecties zijn geod te bestrijden met medicijnen.
Met een goede hygiëne kan je infecties voorkomen.
Bs. 3 Planten
Ingesproken les - Basisstof 3
Bs. 3 Planten
Aan het einde van de les kun je:
De drie stammen binnen het plantenrijk benoemen en omschrijven.
Het verschil tussen zaadplanten en sporenplanten beschrijven.
Het verschil tussen naaktzadige en bedektzadige planten benoemen.
Aan de hand van een determineertabel of zoekkaart een organisme opzoeken.
Plantaardige cel
Kenmerken van de plant
Celkern
Bladgroenkorrels
Celwand
Eencellig of meercellig
Stammen en klassen
Het plantenrijk is ingedeeld in 3 stammen. Deze stammen worden weer verder ingedeeld in klassen.
De stammen binnen het plantenrijk zijn:
Stammen in het plantenrijk
Wier
Wieren
Alles wat je van wieren moet weten is dat ze geen bloemen, wortels, bladeren of stengels hebben. Ze kunnen zowel eencellig als meercellig zijn.
Mos met sporendoosjes
Varen met sporenhoopjes
Sporenplanten
Sporenplanten hebben wortels, stengels en bladeren. Ze hebben GEEN bloemen.
Sporenplanten planten zich voort door sporen. Sporen zijn een soort eencellige zaadjes van de plant.
Mossen hebben sporen in de sporendoosjes. -->
Varens hebben sporen op de sporenhoopjes. -->
Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Deze ontstaan in bloemen of kegels.
Zaadplanten worden weer opgedeeld in 2 kleinere groepen, de klassen.
- Naaktzadigen
- Bedektzadigen
Klassen binnen de zaadplanten
Dennenappel met zaden
Naaktzadigen
De zaden van de naaktzadigen zijn blootgesteld aan de lucht. Als je goed kijkt naar een dennenappel, zie je de zaadjes zitten tussen de schubben van de dennenappel.
Alle naaldbomen zijn naaktzadig.
Appel met zaden
Bedektzadigen
Bij bedektzadigen zitten de zaden in de vrucht. Denk bijvoorbeeld aan een appel. De zaadjes zitten binnen in.
De vruchten ontstaan uit bloemen. Alleen bedektzadige planten dragen bloemen.
Determineren
Als je een soort niet kent, kan je deze achterhalen door te determineren. Door een aantal vragen te beantwoorden kan je er zo achter komen welke soort iets is.
Deze vragen zijn te vinden in een determineertabel, zoals hieronder.
Er wordt gevraagd naar de pootafdruk in de rode cirkel.
Bij vraag 1 wordt er gevraagd of het dier 3 of 4 tenen heeft. Zoals te zien heeft het dier 4 tenen.
In dit geval gaan we naar vraag 3 en slaan we vraag 2 over.
Bij vraag 3 wordt er gevraagd of het dier kussentjes heeft. Zoals je kan zien heeft het dier kussentjes.
We gaan door naar vraag 4, vraag 5 hebben we dus niet nodig.
Bij vraag 4 wordt er gevraagd of het dier tenen heeft op zijn pootafdruk. Het dier heeft dat niet.
Het is dus de pootafdruk van een kat.
Bs. 4 Dieren
Ingesproken les - Basisstof 4
Bs. 4 Dieren
Aan het einde van de les kun je:
De functie van het skelet en verschillende soorten skelet beschrijven.
Dieren ordenen aan de hand van hun skelet.
Acht stammen binnen het dierenrijk benoemen.
Dierlijke cel
Kenmerken van het dier
Celkern
GEEN bladgroenkorrels
GEEN celwand
Eencellig of meercellig
Inwendig en uitwendig skelet
Veel dieren hebben een skelet. Het skelet is een manier om te kijken in welke stam de diersoort valt. Sommige dieren hebben een inwendig skelet, zoals wij. Andere dieren hebben een uitwendig skelet, die zit aan de buitenkant zoals bij een vlieg of een schelp. Er bestaan ook veel diersoorten zonder skelet. Denk bijvoorbeeld aan een kwal of een regenworm.
Indeling van het dierenrijk
Wij verdelen dieren in acht stammen. Dat zijn de volgende:
De amoebe
De zeespons
De kwal
De regenworm
De slak
De spin
De zeester
De hond
De kenmerken zijn als volgt.
Eencelligen:
Eencellig
Geen skelet
Leven in het water
Sponzen:
Meercellig
Uitweniidg skelet
Leven in het water
Holtedieren:
Meercellig
Meestal geen skelet
Leven in het water
Vangen hun prooi met tentakels
Wormen:
Meercellig
Geen skelet
Leven in het water en op het land
Weekdieren:
Meercellig
Soms een uitwendig, soms een inwendig en soms geen skelet
Leven in het water en op het land
Geleedpotigen:
Meercellig
Een uitwendig skelet
Leven in het water en op het land
Stekelhuidigen:
Meercellig
Een inwendig skelet
Leven in het water
Gewervelden:
Meercellig
Een inwendig skelet
Leven in het water en op het land
Bs. 5 Geleedpotigen en gewervelden
Ingesproken les - Basisstof 5
Bs. 5 Geleedpotigen en gewervelden
Aan het einde van de les kun je:
Enkele eigenschappen van geleedpotigen benoemen.
Vier klassen van de geleedpotigen opnoemen en omschrijven.
Enkele eigenschappen van gewervelden benoemen.
Uitleggen wat de wervelkolom is.
Vijf klassen van de gewervelden opnoemen en omschrijven aan de hand van type huid, ademhaling, voortplanting en lichaamstemperatuur.
Geleedpotigen
Geleedpotigen hebben een uitwendig skelet. Dit noem je een pantser. Als een geleedpotige groeit, moet deze eerst vervellen. Het pantser is namelijk te stevig om mee te groeien.
De poten van geleedpotigen zijn geleed, dit wil zeggen dat ze uit kleine stukjes bestaan. Deze stukjes noem je leden.
Ook geleedpotigen zijn op te delen in klassen, net zoals de eerder behandelde zaadplanten.
De duizendpoot
De rivierkreeft
De spin
De mestkever
De kenmerken zijn als volgt.
Duizendpoten:
Hebben meer dan 10 poten
Kreeftachtigen:
Hebben 10 poten
Spinachtigen:
Hebben 8 poten
Insecten:
Hebben 6 poten
Gewervelden
Een andere stam in het dierenrijk zijn de gewervelden. Gewervelde dieren hebben een wervelkolom. Dit is een onderdeel van het inwendig skelet. Deze bestaat uit wervels. Wij hebben ook een wervelkolom.
Het inwendig skelet van een mens
Het inwendig skelet van een hond
Bij gewervelden zijn er ook weer klassen te vinden. Om deze klassen in te delen kijken we naar de huid, de manier van ademhalen, naar hoe het nageslacht geboren wordt en of een soort warmbloedig of koudbloedig is. Dit heeft te maken met de lichaamstemperatuur van de soort.
Zoals je misschien weet, is ons lichaam altijd 37 ᵒC. Ook als het buiten koud is, zal ons lichaam zijn best doen om op die temperatuur te blijven. Dit hebben meerdere diersoorten. Dit noem je warmbloedig.
De meeste diersoorten doen dit niet. Van deze dieren is hun lichaam dezelfde temperatuur als de omgeving. Dit noem je koudbloedig.
De klassen die je kan vinden in de stam van de gewervelden zijn als volgt.
De clownvis
De kikker
De slang
De arend
De giraf
De kenmerken van deze klassen zijn als volgt.
Vissen:
Kieuwen
Huid - schubben met slijm
Eieren zonder schaal
Koudbloedig
Amfibieën:
Uitwendige kieuwen of longen. Haalt ook adem via de huid
Huid - slijm
Eieren zonder schaal
Koudbloedig
Reptielen:
Longen
Huid - droge schubben
Eieren met leerachtige schaal
Koudbloedig
Vogels:
Longen
Huid - veren
Eieren met kalkschaal
Warmbloedig
Zoogdieren: (wij mensen vallen hieronder)
Longen
Huid - haren
Legt geen eieren
Warmbloedig
Oefenopdrachten
Determineren
Hieronder vind je een aantal oefeningen voor het determineren. Oefen er even mee, dit wordt vaak fout gedaan op de eindexamens.
Oefentoets
Via deze link kom je in een Google Forms, waar je vervolgens de oefentoets mag maken. De vragen worden meteen voor je nagekeken waardoor je meteen je score te zien krijgt.
Achteraf kan je je cijfer uitrekenen met deze formule:
score / 63 x 9 + 1 = cijfer
Succes!
Bronnen
Literatuur
10 tips tegen slakken in je tuin. (z.d.). [Foto]. https://www.seasons.nl/app/uploads/2016/06/krzysztof-niewolny-OxK32aLJXWU-unsplash-768x513.jpg
Amerikaanse rivierkreeft steeds vaker gespot in Woerden. (z.d.). [Foto]. https://woerden.tv/wp-content/uploads/2018/09/41353193_321329345337263_3378782675056721920_n.jpg
Broodje aap: een regenworm die je door midden hakt blijft leven. (z.d.). [Foto]. https://s3-eu-central-1.amazonaws.com/rootsmagazine/iStock_regenwormen.jpg
Cut Pine Cone Halves, Slices or Bottoms. (z.d.). [Foto]. https://i.etsystatic.com/10027737/r/il/64a363/855838869/il_570xN.855838869_ixx8.jpg
Deling bij bacteriën. (z.d.). [Illustratie]. BiologieSite. https://www.google.com/url?sa=i&url=http%3A%2F%2Fwww.biologiesite.nl%2Fordening1a.htm&psig=AOvVaw2WkaMNAaywQi5aRjkRVETb&ust=1611214345434000&source=images&cd=vfe&ved=0CAIQjRxqFwoTCOD6hKz_qe4CFQAAAAAdAAAAABAJ
Hansum, J. (z.d.). Als een arend - preek over Deut [Foto]. Preach it. https://www.preach-it.nl/wp-content/uploads/2016/07/arend-1080x608.jpg
Het gaat niet zo goed met Nemo | Kidsweek. (z.d.). [Foto]. Kidsweek. https://www.kidsweek.nl/sites/default/files/styles/node_image/public/clownfish-1453910_960_720.jpg?itok=S_ADh6h5
Hoe eet en kijkt een zeester? (z.d.). [Foto]. https://media.zozitdat.nl/m/dl8j041ek2rc_large.gif
Hond met corona: kunnen dieren je besmetten? (z.d.). [Foto]. https://www.rtlnieuws.nl/sites/default/files/styles/liggend/public/content/images/2020/03/05/GettyImages-584640316.jpg?h=a20a4630&itok=Y11Hzw4S
Human skeletal system, back view Poster Print. (z.d.). [Illustratie]. Walmart. https://i5.walmartimages.com/asr/11d82672-b1e8-4e42-a23a-b60f6b8cd009_1.2eebbffa77105dbc83fcff15cf2f258a.jpeg
Sporen van de varen. (z.d.). [Foto]. Sporen van de varen. https://a4.pbase.com/g9/68/352468/2/164912776.4wudF6Pb.jpg
Stammers, J. N. (2021a, januari 18). T3B5 Ordening, Geleedpotigen en gewervelden. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=D6bH4VSVrow&list=PL35u6H6FKWUfQy7gSNoDXuerEKNnl4Ves&index=5
Stammers, J. N. (2021b, januari 19). T3B1 Ordening, Organismen ordenen. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=8fZYrFPl6wA&list=PL35u6H6FKWUfQy7gSNoDXuerEKNnl4Ves
Stammers, J. N. (2021c, januari 19). T3B2 Ordening, Bacteriën en schimmels. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=HmdaZmHbYQE&list=PL35u6H6FKWUfQy7gSNoDXuerEKNnl4Ves&index=2
Stammers, J. N. (2021d, januari 19). T3B3 Ordening, Planten. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=E-c3umc1DmY&list=PL35u6H6FKWUfQy7gSNoDXuerEKNnl4Ves&index=3
Stammers, J. N. (2021e, januari 19). T3B4, Ordening, Dieren. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=qSc84FYIcCA&list=PL35u6H6FKWUfQy7gSNoDXuerEKNnl4Ves&index=4
Waarom je een duizendpoot in je huis nóóit moet vermorzelen. (z.d.). [Foto]. Libelle. https://media.libelle.nl/m/zrg8o4diogmo.jpg
Waarom plakt een spin niet aan haar eigen web? (z.d.). [Foto]. https://media.zozitdat.nl/m/yf2jmhie6u23.jpg
Het arrangement BvJ Basis jaar 3 Thema 3, Ordening is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Jelle Stammers
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-04-26 15:09:55
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.