Ingesproken les - Basisstof 2 https://www.youtube.com/watch?v=HmdaZmHbYQE
Bs. 2 Bacteriën en schimmels
Aan het einde van de les kun je:
Bacteriën
Bacteriën planten zich voort door deling. Na het delen groeien ze door tot ze even groot zijn als eerst. Een verzameling bacteriën die uit 1 cel zijn ontstaan noem je een kolonie.
Schimmels
Eencellige schimmels noemen we ook wel gisten.
Gisten planten zich op dezelfde manier voort als bacteriën, door deling.
Meercellige schimmels zijn alle andere schimmels. Denk hierbij aan paddestoelen en schimmeldraden. Denk bijvoorbeeld aan de schimmel op een boterham.
Meercellige schimmels planten zich voort door sporen. Sporen zijn een soort eencellige zaadjes. Deze ontstaan aan de onderkant van de paddestoel of op de kop van de schimmeldraad.
Nuttige schimmels en bacteriën
Het is niet leuk als je appel in je fruitschaal gaat rotten of schimmelen. Dit komt door bacteriën en schimmels. Deze bacteriën ruimen dit "afval van de natuur" op. Als er buiten een dood vogeltje ligt, zullen de schimmels en bacteriën deze opruimen. Gelukkig maar, anders zal het dode vogeltje er voor altijd blijven liggen. Bacteriën en schimmels zetten deze dode resten weer om in voedingsstoffen voor planten. Hierom worden ze reducenten genoemd.
Schimmels en bacterien worden ook gebruikt voor andere dingen. Bij het maken van medicijnen of voedingsmiddelen bijvoorbeeld. Yoghurt, zuurkool en drank zijn hier voorbeelden van. Een champignon is zelf een schimmel die we vaak door ons eten gooien.
Antibiotica wordt vaak gemaakt van schimmel, dat is een medicijn tegen infecties.
Schadelijke schimmels en bacteriën
Een infectie is bijvoorbeeld een ontsteking. Dit komt door bacteriën. Ook schimmels kunnen een infectie veroorzaken. Dit noemen we een schimmelinfectie. Een goed voorbeeld hiervan is zwemmerseczeem. Als er schimmel onder je nagels groeit, krijg je kalknagels.
Schimmelinfecties zijn geod te bestrijden met medicijnen.
Met een goede hygiëne kan je infecties voorkomen.