De oneindige to-do-list: werkdruk in het basisonderwijs
De oneindige to-do-list: werkdruk in het basisonderwijs
Inleiding
Welkom op deze wiki over werkdruk in het basisonderwijs. Wij zijn Linda Hoeve, Iris Vervoort en Saira van der Linde. Deze wiki is tot stand gekomen voor de module 'Greep op Gedrag', vanuit de master Educational Needs.
Werkdruk: ''het moment dat de balans tussen werkbelasting en de belastbaarheid van de werknemer verstoord raakt''
Gedurende het opzetten van deze wiki hebben wij onderzoek gedaan naar de werkdruk in het basisonderwijs. In deze wiki wordt antwoord gegeven op de volgende vragen:
· Wat is werkdruk?
· Hoe wordt de werkdruk ervaren vanuit verschillende invalshoeken?
· Welke aspecten hebben invloed op de werkdruk onder leerkrachten?
· Waar liggen de kansen?
Middels deze wiki willen wij collega's binnen het basisonderwijs, en andere belangstellenden, informeren over waar werkdruk vandaan komt volgens personen uit het werkveld en vanuit de literatuur. Naar aanleiding van dit onderzoek worden er aanbevelingen gedaan op het gebied van de kansen omtrent een gezond werkklimaat, zodat men handvatten krijgt om beter om te gaan met de oneindige to-do-list.
Werkdruk in het basisonderwijs
Definitiebepaling
Werkdruk is een begrip dat veelvuldig wordt gebruikt wanneer men spreekt over het basisonderwijs. Er is sprake van een toenemende werkdruk onder leraren en momenteel staat dit flink ter discussie. Op deze pagina worden verschillende definities met elkaar vergeleken en wordt de definitie bepaald die gedurende dit onderzoek gehanteerd wordt.
Volgens Traag (2018) wordt er gesproken van werkdruk wanneer mensen vinden dat ze erg snel, heel veel of extra hard moeten werken. Volgens Hummel, Wendela en Schelvis (2019) wordt de werkdruk bepaald door de werklast en de draagkracht die een werknemer heeft. Volgens TNO (2013) is er sprake van werkdruk wanneer er een disbalans ontstaat tussen de eisen die het werk stelt, de taakeisen, aan de werknemer en de mogelijkheden die de werknemer heeft om deze taken uit te voeren. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid spreekt van werkdruk op het moment dat de balans tussen de werkbelasting en de belastbaarheid van de werknemer verstoord raakt (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, z.d.).
Uit bovenstaande definities wordt geconcludeerd dat werkdruk door iedereen anders geïnterpreteerd wordt. De ene definitie gaat uit van veel en hard werken, waar de andere definitie naast het werk ook de persoonlijke draagkracht van een werknemer mee weegt. De begrippen werkdruk en werklast worden beide gebruikt en toch zit er een wezenlijk verschil tussen deze begrippen. Onder werklast wordt de objectieve hoeveelheid werk verstaan die door een werknemer gedaan moet worden. Wanneer er sprake is van een werklast die hoger ligt dan de draagkracht die een persoon heeft en er een disbalans ontstaat, spreken we van werkdruk. Doordat de draagkracht en belastbaarheid per werknemer verschilt, blijft werkdruk een begrip dat per persoon verschilt.
Gedurende dit onderzoek wordt de volgende definitie voor werkdruk gehanteerd:
Het moment dat de balans tussen werkbelasting en de belastbaarheid van de werknemer verstoord raakt.
Experts
Expert 1: Annemieke Schoemaker
Om extra informatie te verkrijgen over dit onderwerp is Annemieke Schoemaker benaderd voor een interview. Dit interview is door middel van videobellen uitgevoerd. De uitkomsten van dit interview zijn verwerkt in de kopjes van deze Wiki. Annemieke is trainer, coach en schrijfster. Ze heeft twee boeken geschreven omtrent de werkdruk in het onderwijs: ‘Van werkdruk naar werkplezier in het onderwijs’ en ‘Druk drukdruk: slimmer organiseren in het onderwijs’. Deze zijn uitgegeven door uitgeverij Pica. Zij werkt voor CNV Connectief en heeft hiernaast haar eigen trainings- en coachingspraktijk van waaruit ze trainingen over werkdruk geeft (Schoemaker Coaching & Consultancy).
Expert 2: Marleen Holtkamp
Ook hebben we een (digitaal) interview afgenomen bij een tweede expert, namelijk bij Marleen Holtkamp. De uitkomsten van dit interview zijn tevens verwerkt in de kopjes van deze Wiki. Marleen werkt al 12 jaar als trainer en coach op het gebied van werkdruk. Ze heeft talloze leerkrachten gezien en vele trainingen gegeven. We kunnen haar omschrijven als ‘werkdrukspecialist’. Ze heeft tevens een tweetal boeken geschreven, namelijk “Timemanagement voor leerkrachten: over werkdruk tackelen en muggen meppen” en “Nooit meer nablijven – 39 timemanagementtips voor docenten.”
Een gezond werkklimaat
Volgens Wingerden en Kraus-Hoogeveen (2018) spreken we van een positief werkklimaat als medewerkers het klimaat ervaren als ondersteunend en uitdagend en samenwerking en betrokkenheid gestimuleerd worden. Hoe dit ervaren wordt, verschilt per persoon, maar er zijn volgens hen een aantal randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat ieder persoon de behoefte heeft om in drie psychologische basisbehoeften te worden voorzien (Deci & Ryan, 1985; Deci & Ryan, 2000). Deze behoeften bestaan uit relatie, competentie en autonomie. Zij stellen dat het vervullen van deze behoeften noodzakelijk is om het menselijk potentieel te benutten en ervoor te zorgen dat mensen presteren, gezond blijven en gelukkig zijn.
Wingerden en Kraus-Hoogeveen (2018) stellen dat uitdaging op de werkvloer bestaat uit het stellen van doelen die duidelijk zijn voor de werknemer. Belangrijk hierbij is dat de doelen realistisch zijn, zodat men het gevoel heeft dat zij het verschil kunnen maken vanuit hun talent. Door het stellen van haalbare, realistische doelen ervaart een werknemer het gevoel van autonomie.
Om het werkklimaat ondersteunend vorm te geven, heeft de leidinggevende een belangrijke rol. Leidinggevenden kunnen hun werknemers autonomie bieden, voorzien van feedback, betrekken bij besluitvorming en het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden. Marleen Holtkamp beaamt dit tijdens het interview. Zij geeft aan dat leerkrachten een gevoel van invloed moeten hebben en het gevoel dat er naar ze geluisterd wordt. Er dient aandacht te zijn voor de persoon achter de leerkracht. Daarnaast is het van belang dat leidinggevenden hun medewerkers stimuleren om te werken vanuit hun talent, zodat zij een gevoel van competentie ervaren. Van der Vliet (2017) onderschrijft dat de rol van de leidinggevenden binnen een organisatie van groot belang is.
Het stimuleren en vormgeven van samenwerking binnen een organisatie draagt bij aan de derde basisbehoefte, namelijk relatie. Samenwerking, respect voor elkaar, op elkaar kunnen steunen zijn onderdelen die ervoor zorgen dat mensen met plezier naar hun werk gaan.
Tijdens het interview heeft Annemieke Schoemaker hierover ook informatie verteld. Zij noemde drie punten, namelijk: een fysiek goed werkklimaat, een veilig en prettig team en een goede organisatie. Bij een fysiek goed werkklimaat valt te denken aan de Arbo-omstandigheden, zoals een school met voldoende frisse lucht. Bij een veilig en prettig team is de rol van de leidinggevende belangrijk. Het is van belang dat leerkrachten terecht kunnen met problemen. Daarbij dient de teamcultuur open te zijn. De derde voorwaarde volgens Annemieke is een goede organisatie. De organisatie dient goede keuzes te maken en dit handig te regelen, waardoor er bijvoorbeeld geen verwarring ontstaat.
Marleen Holtkamp is het eens met het eerste punt van Annemieke (een fysiek goed werkklimaat) en voegt eraan toe dat er voldoende voorwaarden gecreëerd moeten worden, zodat leerkrachten geconcentreerd kunnen werken. Daarbij noemt Marleen dat leerkrachten gemakkelijk bij elkaar naar binnen lopen met vragen. Dit is prettig, maar dit zorgt er wel voor dat je minder geconcentreerd kunt werken. Ook zegt Marleen dat er een balans moet zijn tussen werk en privé. De leerkracht moet werk en privé gescheiden kunnen houden. Volgens Marleen staat het gedrag en de mindset van de leerkracht centraal in het al dan niet ontstaan van de werkdruk.
Op de werkvloer
Om een duidelijk beeld te krijgen omtrent werkdruk in het basisonderwijs, is er een kwalitatief onderzoek gedaan middels een enquête binnen het werkveld. De enquête is ingevuld door 100 respondenten, waarvan 94% vrouw is en 6% man.
Om een compleet beeld te vormen, is de enquête ingevuld door respondenten met verschillende functies binnen het basisonderwijs. Onder de 100 respondenten is 77% groepsleerkracht, 17% een startende leerkracht, 4% intern begeleider en 1% onderwijsassistent. De overige respondenten bekleden verschillende functies, zoals directie, remedial teacher of invalleerkracht.
Uitfiguur 1wordt geconcludeerd dat de werkdruk in het basisonderwijs een 7.1 gemiddeld krijgt. Van alle respondenten geeft 57% de werkdruk binnen het basisonderwijs het cijfer 7 of 8 en geeft 15% de werkdruk een cijfer 9. De werkdruk wordt door 28% van de respondenten beoordeeld met een 6 of lager. Hieruit wordt geconcludeerd dat meer dan de helft van de respondenten de werkdruk als bovengemiddeld ervaart.
Passend onderwijs, niet-groepsgebonden taken en groepsgebonden taken komen naar voren als de drie facetten die zorgen voor het ervaren van werkdruk. Onder niet-groepsgebonden taken worden taken verstaan zoals het organiseren van vieringen, sportdagen en het bekleden van overige commissies binnen een school. Hierbij geeft 70% van de respondenten aan dat zij deels of geen inspraak hebben in welke niet-groepsgebonden taken zij bekleden. Onder groepsgebonden taken vallen alle zaken die samenhangen met de eigen groep, zoals het onderhouden van contact met ouders, het monitoren van leerlingen en de administratie. Daarnaast vormen prestatiedruk, het aantal leerlingen in de klas, het lerarentekort en de onderwijsvernieuwingen facetten die bijdragen aan het ervaren van werkdruk.
Uit figuur 3 wordt geconcludeerd dat de werkdruk die ervaren wordt op de werkvloer de grootste invloed heeft op het plezier wat men heeft in het werk. De kwaliteit van het werk wat geleverd wordt, wordt ook negatief beïnvloed volgens 40% van de respondenten. 46% van de respondenten geeft aan dat de werkdrukbeleving in het basisonderwijs een negatieve uitwerking heeft op het privéleven en 36% van de respondenten geeft aan dat de werkdrukbeleving een negatieve uitwerking heeft op de leerlingen, doordat er te weinig aandacht is voor de individuele leerling, de leerkracht minder plezier heeft in zijn/haar werk en lessen minder goed voorbereid worden wat ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs.
De vele gezichten van werkdruk
Zoals in het hoofdstuk hiervoor bij het kopje 'op de werkvloer' weergegeven in figuur 2., ligt de oorzaak van de beleving van werkdruk voor iedereen ergens anders. In dit hoofdstuk worden verschillende aspecten van werkdruk onderbouwd en toegelicht. Binnen deze hoofdstukken vindt er een verbinding plaats tussen literatuur en informatie vanuit twee ervaringsdeskundigen (hierna 'experts' genoemd).
Passend onderwijs
De definitie van passend onderwijs luidt als volgt: “alle leerlingen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en hun mogelijkheden”. Het staat voor maatwerk in het onderwijs (Rijksoverheid, z.d.).
Volgens CAOP Research & Europa (2014) blijkt de werkdruk in het basisonderwijs relatief hoog te zijn ten opzichte van andere sectoren. CNV Onderwijs (2013) heeft onderzoek gedaan naar werkdruk en taken in het onderwijs. Dit onderzoek is uitgevoerd onder ruim 3400 respondenten. 80% hiervan ervaart de hoge werkdruk als probleem. 86% is het ermee eens dat administratieve handelingen rondom zorgleerlingen meer kosten dan dat het oplevert.
De scholen hebben een zorgplicht en zijn daardoor verantwoordelijk om een passende plek aan te bieden voor leerlingen. Scholen dienen in ieder geval de basisondersteuning aan te bieden, zoals begeleiding voor leerlingen met dyslexie. Naast de basisondersteuning bieden sommige scholen ook extra ondersteuning. Voor de leerlingen die naast de basisondersteuning de extra ondersteuning krijgen, wordt er een ontwikkelingsperspectief gemaakt. Hier staat onder andere in welk niveau wordt nagestreefd en welke begeleiding wordt gegeven. Het speciaal onderwijs is er voor leerlingen die speciale of intensieve begeleiding nodig hebben (Rijksoverheid, z.d.).
Als school, maar ook als leerkracht, dien je voor passend onderwijs aanpassingen te doen op het gebied van pedagogiek en didactiek. Er moet rekening worden gehouden met verschillen tussen leerlingen en de leerkracht dient deze verschillen te herkennen. Hiervoor heeft een leerkracht bepaalde competenties nodig. De competenties die nodig zijn voor de verschillen tussen de leerlingen kunnen onderverdeeld worden over de VAK-onderdelen: vaardigheden, attitude en kennis. Om als leerkracht een goede uitvoering van het passend onderwijs te waarborgen, is professionalisering nodig en middelen of methodes voor uitdaging van de bovenlaag en ondersteuning van de onderlaag (Bongaards & Sas, 2012).
Annemieke Schoemaker beaamt in het interview dat individuele zorgvragen van leerlingen kunnen leiden tot werkdruk. Leerkrachten hebben grote groepen, dienen te differentiëren en hebben daarnaast ongeveer zes leerlingen met individuele zorgvragen. Bij deze zorgvragen hoort ook de administratie die kan leiden tot werkdruk. Alles moet verantwoord worden in plannen.
Uit de resultaten van de uitgezette enquête komt naar voren dat het aantal zorgleerlingen in een klas, voortkomend uit het passend onderwijs, voor veel druk zorgt bij het personeel in het basisonderwijs. Bij het monitoren van deze leerlingen komt veel administratie kijken, wat voor velen lastig weg te zetten is in de tijd die er is.
Lerarentekort
De maatschappelijke zorg om het lerarentekort bestaat al geruime tijd (Aa & Van der Ploeg, 2017). Het lerarentekort is een complex probleem, waarbij de vraag naar leraren veel groter is dan het aanbod van leraren die werkzaam zijn in de sector of daarvoor worden opgeleid (Kennisrotonde, 2019). Het lerarentekort in het primair onderwijs neemt toe. Het is voor veel scholen op dit moment al moeilijk om vacatures te vervullen, de komende jaren zal het tekort nog verder toenemen (CentERdata, 2019).
De voornaamste oorzaak van het lerarentekort is dat een aanzienlijke groep leraren de onderwijssector (het primair onderwijs) verlaten heeft, of binnenkort verlaten zal, door het bereiken van de pensioensleeftijd (Kennisrotonde, 2019). Daarnaast noemt de Inspectie van het Onderwijs (z.d.) dat er naast vergrijzing een verminderde instroom van nieuwe leraren is. Minder studenten kiezen voor de pabo en andere lerarenopleidingen. Een relatief groot aandeel leerkrachten verlaat het beroep binnen 5 jaar na afstuderen.
Annemieke Schoemaker vertelt tijdens het interview dat leerkrachten steeds meer bezig zijn met randzaken. Terwijl leerkrachten graag bezig zijn met het hart van het onderwijs, zoals de lessen ontwerpen en voorbereiden. Als leerkrachten hier geen tijd meer voor hebben door andere randzaken, kunnen ze het onderwijs minder leuk gaan vinden. Dit draagt ook bij aan het lerarentekort volgens Annemieke. Uiteindelijk kan het zijn dat ze ervoor kiezen om uit het onderwijs te stappen.
Volgens het Ministerie van het Onderwijs (z.d.) zorgt het lerarentekort voor een verdere toename van de werkdruk in het onderwijs. Dit komt bijvoorbeeld doordat klassen opgesplitst moeten worden en klassen daardoor groter worden, maar ook doordat werknemers voor de klas staan met een ander takenpakket, waardoor deze taken blijven liggen. Denk hierbij aan intern begeleiders en schoolleiders.
De Inspectie van het Onderwijs (2019) benoemt dat er verschillen bestaan in werkdruk op de scholen. Wanneer leraren een hogere werkdruk ervaren op scholen met een uitdagendere leerling populatie is de keuze voor een school met een minder uitdagende leerling populatie wellicht aantrekkelijker. Zo wordt het probleem op sommige scholen nóg groter.
Mindset van leerkrachten
De mindset van leerkrachten is volgens Annemieke van belang voor de ervaring van werkdruk. Werkdruk is tweeledig volgens Annemieke. Aan de ene kant gaat het om alle taken die een leerkracht heeft versus de tijd die ervoor is. Aan de andere kant is het ook van belang hoe de leerkracht hier gevoelsmatig in staat, de een ervaart iets wel als werkdruk en de ander niet. Hierbij noemt ze ook het professioneel vermogen. Onder mindset wordt de wijze waarop men de wereld en zichzelf ziet verstaan in combinatie met de wijze van het sturen van gedachten (Covey, 2010). Men kan fixed denken en daarbij de nadruk leggen op het negatieve en veelal denken in problemen. Daarnaast kan men growth denken en daarbij inzoomen op het positieve en denken in oplossingen. De expert Annemieke benoemt dat leerkrachten in de praktijk direct dienen te handelen en dit vraagt veel van een leerkracht. Dit is een vermogen om voortdurend om te gaan met botsende eisen. De directeur vraagt iets van de leerkracht, maar de moeder van een kind vraagt weer iets anders van de leerkracht. Hierdoor is er altijd een frictie. Sommige mensen kunnen hier handig mee omgaan, zij kunnen een afweging maken en uitleggen wat ze gaan doen. Hoe beter je hiermee omgaat, hoe makkelijker je kunt werken. Dit heeft met de mindset te maken, maar ook met bepaalde eigenschappen van de persoon legt Annemieke uit. Als een persoon eigenschappen als flexibel en optimistisch bezit, draagt dit op een positieve manier bij aan het professioneel vermogen. Volgens Yeager en Dweck (2012) gaat men, wanneer ze richting een growth mindset groeien, uit van zaken die werken en geloven zij in de ontwikkeling van competenties.
Marleen Holtkamp geeft tijdens het interview aan dat de mindset van leerkrachten zeker van belang is. Hierbij noemt ze de cirkel van betrokkenheid en invloed. De cirkel van betrokkenheid en invloed gaat over twee cirkels. De buitenste cirkel is de cirkel van betrokkenheid, daar zit alles waar je betrokken bij bent en waar je geen invloed op hebt. Je kunt je soms druk maken om dingen die in deze cirkel liggen, terwijl je daar geen invloed op hebt. De tweede cirkel is de cirkel van invloed, hier zit alles in waar je betrokken bij bent én invloed op hebt. In deze cirkel kun je dus veranderingen creëren. Door je bewust te worden van beide cirkels én door zelf stappen te zetten als het in je cirkel van invloed valt, wordt die cirkel van invloed steeds groter. En naar verhouding die lastige cirkel van betrokkenheid (waar je geen invloed op hebt) steeds kleiner. Dit geeft minder stress en meer kracht (Werk Natuurlijk, z.j.).
Onderwijsvernieuwingen
Men ervaart werkdruk vooral door de belasting van bijkomende taken in het primair onderwijs (Prick, 2000). Een van de oorzaken van deze bijkomende taken zijn de onderwijsvernieuwingen (CNV Onderwijs, 2018).
In opdracht van de gemeente Rotterdam en het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs (PPO) Rotterdam is een onderzoek uitgevoerd naar knelpunten rond passend onderwijs en de aansluiting met jeugdhulp. Hierbij heeft 23% van de respondenten aangegeven dat onderwijsvernieuwingen de werkdruk verhoogt (Oberon, 2018).
Onderwijsvernieuwingen kunnen voor stress zorgen, vooral bij de oudere leerkrachten. Volgens het onderwijsonderzoek van DUO (2016) worden onderwijsvernieuwingen als werkdruk gezien. En dan met name de hoge frequentie waarmee onderwijsvernieuwingen worden doorgevoerd (DUO, 2016). Dit kan worden vergeleken met een trein die rijdt en je moet wel opstappen, maar voor sommige leerkrachten gaat deze trein te snel. Soms worden onderwijsvernieuwingen te snel doorgevoerd of zonder enkele training. In het onderwijsonderzoek van DUO worden onderwijsvernieuwingen door 54% van de respondenten genoemd als één van de oorzaken van werkdruk. 20% van de respondenten noemde het als één van de drie belangrijkste oorzaken van werkdruk.
Kruif (1998) schrijft dat het van essentieel belang is om bij de functieopbouw rekening te houden met de belastbaarheid en dus ook met de leeftijd van leerkrachten. Dit helpt om werkdruk en werkstress te voorkomen.
Bij onderwijsvernieuwingen is tevens de kans groot dat leerkrachten een statische mindset ontwikkelen, omdat ze alle onderwijsvernieuwingen niet bij kunnen benen. Volgens Dweck (in Prevaas, 2017) moet de aandacht gericht zijn op het proces en niet op het resultaat. Het feit dat leerkrachten tóch blijven proberen in plaats van opgeven en afhaken verdient waardering. Onderwijsvernieuwingen dienen uitgevoerd te worden in een eigen tempo, met een opbouwende moeilijkheidsgraad, met voldoende oefening, met snelle feedback en positieve bekrachtiging (Bakker, 2017).
Takenpakket van de leerkracht
De Rijksoverheid stelt dat goed onderwijs verzorgen de kerntaak is van iedere leerkracht. In 2017 heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in samenwerking met de Inspectie van Onderwijs een handreiking uitgegeven welke helderheid moet verschaffen over het takenpakket van de leerkracht basisonderwijs (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Inspectie van Onderwijs, 2017).
Wat vraagt de Wet op het primair onderwijs van scholen en schoolbesturen? Aan welke punten moeten scholen minimaal voldoen? Onder meer de volgende punten worden aangedragen in de uitgave 'ruimte in regels':
- Het schoolbestuur moet zorgdragen voor sociale, psychische en fysieke veiligheid van de leerlingen. (art. 4c);
- Het onderwijs wordt zo ingericht dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in ontwikkeling. (art. 8.);
- De school moet de voortgang van ontwikkeling toetsen. (art. 8 en 9b);
- De school hanteert de kerndoelen bij het onderwijsaanbod. (art. 9);
- Bij de verzorging van de kernvakken neemt het schoolbestuur de referentieniveaus als uitgangspunt. (art. 9);
- Het schoolbestuur moet zorgdragen voor de kwaliteit van het onderwijs door een kwaliteitszorgsysteem uit te voeren. Het schoolbestuur beschrijft dit in het schoolplan. (art. 10 en 12).
Om in beeld te brengen of een school voldoet aan de Wet primair onderwijs, stelt de Onderwijsinspectie drie hoofdvragen:
1. Krijgen de leerlingen goed les?
2. Leren de leerlingen genoeg?
3. Zijn de leerlingen veilig?
Per thema, wat de Onderwijsinspectie hanteert, geeft de uitgave 'ruimte in regels' een weergave van de randvoorwaarden waaraan een school moet voldoen. Deze uitgave is te vinden op de website van de Rijksoverheid (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Inspectie van Onderwijs, 2017).
Wanneer duidelijk is wat de minimale eisen zijn waaraan scholen en schoolbesturen moeten voldoen, biedt dat ruimte om als school te kijken naar de invulling hiervan.
Echter, wanneer de handreiking 'ruimte in regels' naast de functiebeschrijving van een leerkracht wordt gelegd, zitten er een aantal discrepanties in. In de functiebeschrijving van de leerkracht staan o.a. ook opgenomen: eigen professionalisering, het organiseren van schoolactiviteiten, het bijdragen in de vorm van een specialisme, het onderhouden van contacten met leerlingen, ouders, collega's en externen en draagt bij aan onderwijsontwikkeling en –vernieuwingen (CAO-tafel, 2018).
Een eenduidige omschrijving van het takenpakket van een leerkracht basisonderwijs is moeilijk te geven. Iedere school dient te voldoen aan de minimale eisen volgens de Wet op primair onderwijs. De invulling hiervan staat ieder schoolbestuur en/of iedere school vrij. Daarnaast wordt er per school, middels het werkverdelingsplan, handen en voeten gegeven aan de verschillende taken behorend tot het organiseren van de schoolactiviteiten en andere zaken naast de minimale eisen volgens de wet (Rijksoverheid, z.d).
Naast de uitgave ‘ruimte in regels’ (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Inspectie van Onderwijs, 2017), wordt ook in de CAO-PO beschreven hoe het takenpakket van de leerkracht tot stand komt en wat hierbij regels en voorwaarden zijn. Hierin is te lezen dat voor de zomervakantie afspraken gemaakt moeten zijn over de uit te voeren werkzaamheden voor het volgende schooljaar. Voor leerkrachten met een voltijd aanstelling, betekent dit dat hij/zij 1659 uur per schooljaar kan worden ingezet.
Bij het opstellen van het werkverdelingsplan, wordt gekeken naar de verdeling van de groepen en de te geven lessen, per individuele leerkracht. Daarnaast worden er afspraken gemaakt over de verhouding tussen lesgebonden en niet-lesgebonden taken, de tijd die leerkrachten nodig hebben voor het voor- en nawerk van de lessen, welke taken uitgevoerd moeten worden, en de tijd en verdeling hiervan. Ook wordt vastgesteld waar de besteding van werkdrukmiddelen naartoe gaat en beslist het team op welke momenten zij vinden dat alle werknemers op school aanwezig moeten zijn (PO-Raad, AOb, AVS, CNV Onderwijs, FvOv & FNV Overheid, 2020).
Annemieke Schoemaker noemt tijdens het interview dat het takenpakket te groot is voor de leerkrachten. Leerkrachten zijn meer bezig met de randzaken van het onderwijs. Annemieke geeft als tip voor een organisatie om met een frisse blik te kijken naar alle activiteiten en taken. Wat is er allemaal en waarom is het belangrijk? Wat kan er weg?Dit geldt ook voor de administratieve taken, wordt er niet teveel geadministreerd? Hier is een handige handreiking voor ‘Ruimte in regels’.
Marleen Holtkamp benoemt tijdens het interview dat de overheid regelmatig komt met nieuwe eisen die de school doorvoert, zonder dat er andere dingen voor verdwijnen. Er worden door schoolbesturen niet altijd duidelijke prioriteiten gesteld. Leerkrachten voeren volgens Marleen in sommige gevallen taken uit die overbodig zijn (bij navraag bij de schoolinspectie). Door het perfectionisme van leerkrachten kost dit nog meer tijd. Volgens haar kan ‘Ruimte in regels’ helpen om het takenpakket van de leerkracht te verkleinen en prioriteiten te stellen.
Conclusie
Werkdruk in het (basis)onderwijs staat al jaren ter discussie. Uit de literatuur, het afnemen van een enquête en de gesprekken met experts Annemieke Schoemaker en Marleen Holtkamp, wordt opgemaakt dat het ervaren van werkdruk veelal wordt veroorzaakt door dezelfde punten. We kunnen stellen dat werkdruk in het primair onderwijs met name wordt veroorzaakt door: het invoeren van passend onderwijs, het uitvoeren van niet-groepsgebonden taken en het uitvoeren van vele groepsgebonden taken. Deze punten hebben indirect ook invloed op andere zaken zoals bijvoorbeeld het lerarentekort.
We kunnen concluderen dat werkdruk met name een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van het onderwijs, het werkplezier van leerkrachten en in veel gevallen ook op het privéleven van leerkrachten. Het is belangrijk om hierbij te noemen dat iedereen werkdruk anders ervaart.
Er zijn een aantal randvoorwaarden die voor iedere leerkracht van belang zijn. Denk hierbij allereerst aan de ‘gewone’ Arbo-omstandigheden. Daarnaast is een positief werkklimaat van belang, hiermee wordt bedoeld dat leerkrachten het klimaat ervaren als ondersteunend en uitdagend. En dat samenwerking en betrokkenheid gestimuleerd worden. Ook het stellen van realistische, haalbare doelen hoort hierbij (Wingerden & Kraus-Hoogeveen, 2018). Deze punten kunnen gekoppeld worden aan de drie psychologische basisbehoeften waar leerkrachten behoefte aan hebben: relatie, competentie en autonomie (Deci & Ryan, 1985; Deci & Ryan, 2000). Om de beschreven punten zo goed mogelijk te realiseren, spelen leidinggevenden en de organisatie waar de leerkracht voor werkt, een belangrijke rol (Van der Vliet, 2017).
De experts, Annemieke Schoemaker en Marleen Holtkamp, noemen tevens dat het takenpakket van leerkrachten te groot is en dat dit kan leiden tot werkdruk. De taken stapelen zich op, terwijl niet alle taken nog van belang zijn. Er zijn taken die niet verplicht zijn of zelfs overbodig. De uitgave 'ruimte in regels' geeft een weergave van de randvoorwaarden waaraan een school moet voldoen wat betreft de administratieve eisen (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Inspectie van Onderwijs, 2017).
Waar liggen de kansen?
Als leerkracht ben je altijd onderdeel van een team en organisatie. Dit zorgt ervoor dat je als leerkracht meestal geen invloed hebt op bepaalde handelswijzen en keuzes die er worden gemaakt. Sommige scholen werken wel met een MR en een werkverdelingsplan, dit zorgt voor meer invloed in de keuzes. Je kunt ook zelf kijken welke handelswijze en organisatie bij jou past. Waar komen ze tegemoet aan jouw behoeften? Hier zou de leerkracht zich kritisch in kunnen verdiepen, zodat je op een werkplek terecht komt die bij jou past. Zorg ervoor dat de organisatie voor jou voldoet een de psychologische basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie. Deze basisbehoeften zorgen ervoor dat je kunt presteren, gezond en gelukkig blijft (Wingerden & Kraus-Hoogeveen, 2018).
Daarnaast blijven er altijd punten waar je als leerkracht geen invloed op hebt. Volgens onze expert, Marleen Holtkamp, is het daarom belangrijk om je te richten op dingen waar je wel invloed in hebt. In dat gebied kun je namelijk veranderingen creëren.
Ook speelt het takenpakket van de leerkracht een grote rol bij het ervaren van werkdruk. Volgens Annemieke Schoemaker en Marleen Holtkamp (experts), voeren leerkrachten vaak taken uit die overbodig zijn. Het document ‘ruimte en regels’ geeft scholen en organisaties handvatten om kritisch te kijken naar hun takenpakketten. Een aanbeveling is dan ook om regelmatig te checken welke taken van belang zijn binnen jouw school/organisatie, waar wil je de prioriteit leggen en welke taken kunnen eventueel weg kunnen (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Inspectie van Onderwijs, 2017). Durf hier als leerkracht kritisch naar te kijken en vragen te stellen over de taken die uitgevoerd (moeten) worden.
De mindset van een leerkracht is van belang bij het gevoel van werkdruk. Men kan fixed denken en daarbij de nadruk leggen op het negatieve en veelal denken in problemen. Daarnaast kan men growth denken en daarbij inzoomen op het positieve en denken in oplossingen. Volgens Yeager en Dweck (2012) gaat men, wanneer ze richting een growth mindset groeien, uit van zaken die werken en geloven zij in de ontwikkeling van competenties. Voor meer informatie over een growth mindset wordt het boek ‘Mindset: verander je manier van denken om je doelen te behalen’ van Carol Dweck aangeraden.
Tevens zijn er werkdrukgelden vanuit de overheid die een school kan inzetten. Onderwijsvakbonden, kabinet en PO-Raad hebben op 9 februari 2018 een akkoord bereikt over het terugdringen van de werkdruk in het basisonderwijs (PO-raad, z.d.). In dit werkdrukakkoord staat dat scholen in het basisonderwijs elk jaar 237 miljoen euro extra krijgen om de werkdruk aan te pakken. Elke school mag dit invullen op zijn eigen manier, bijvoorbeeld door extra onderwijsassistentes in de klas, een vakleraar gym of een keer per week een leerkracht voor de groep zodat de groepsleerkracht administratieve taken kan doen. Op de website van CNV Onderwijs kun je berekenen hoeveel geld er voor jouw school beschikbaar is (Platform Werkdruk, 2018).
Annemieke Schoemaker en Marleen Holtkamp hebben boeken geschreven over de werkdruk in het onderwijs. 'Druk, druk, druk' is een boek van Annemieke Schoemaker met inspirerende ideeën over slimmer organiseren en handelen. De lezer leert het fenomeen werkdruk uit elkaar te halen in verschillende lagen of niveaus, en vindt bij elke laag inzichten en voorbeelden van scholen die effectief bleken in het vergroten van het werkplezier. Daarnaast heeft Annemieke Schoemaker ook het boek ‘Van werkdruk naar werkplezier in het onderwijs: een combinatie van timemanagement en klassenmanagement’ geschreven. Dit boek geeft concrete handvatten voor time- en klassenmanagement om werkdruk terug te brengen en het plezier in het werk te laten groeien.
Marleen Holtkamp heeft ook een boek timemanagement voor leerkrachten geschreven: ’Timemanagement voor leerkrachten. Over werkdruk tackelen en muggen meppen’. Marleen laat in dit boek zien hoe je lucht in je rooster (en hoofd) creëert. Door slimmer te plannen, efficiënt te e-mailen en prioriteiten te stellen, is er veel tijd te winnen.
Literatuur
Aa, R, van der & S. van der Ploeg (2018). 25 jaar lerarenbeleid in Nederland. Balanceren tussen kwantiteit en kwaliteit. In: Cörvers, F. & M. van der Meer (red.) (2018). Onderwijs aan het werk – 2018. CAOP, Leerstoel Onderwijsarbeidsmarkt: Den Haag.
Covey, S. (2010). De zeven eigenschappen van effectief leiderschap. New York: Business Contact.
Deci, E. L., & Ryan, R. M. (1985). Intrinsicmotivationandself-determination in human behavior. New York: Plenum.
Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2000). The ‘what’ and ‘why’ of goal pursuits: Human needsandtheself-determination of behavior. Psychological Inquiry, 11, 319-338.
Traag, T. (2018). Statische trends: Leerkrachten in het basisonderwijs. Den Haag: CBS
Van der Aa, R., Cörvers, F., & Schoon, R. (2017). Met een blik op het verleden. Een inventarisatie van eerdere projecten en maatregelen ter vermindering van lerarentekorten in het po, vo en mbo. CAOP: Den Haag.
Van Wingerden, J. & Kraus-Hoogeveen, S. (2018). Grip op een positief werkklimaat. Zaltbommel: Uitgeverij Schouten & Nelissen.
Yeager, D., & Dweck, C. (2012). Mindsets That Promote Resilience: When Students Believe That Personal Characteristics Can Be Developed. Educational Psychologist, 302-314.
Het arrangement De oneindige to-do-list: werkdruk in het basisonderwijs is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Saira van der Linde
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-06-10 09:10:47
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Middels deze wiki willen wij collega's binnen het basisonderwijs, en andere belangstellenden, informeren over waar werkdruk vandaan komt volgens personen uit het werkveld en vanuit de literatuur. Naar aanleiding van dit onderzoek worden er aanbevelingen gedaan op het gebied van de kansen omtrent een gezond werkklimaat, zodat men handvatten krijgt om beter om te gaan met de oneindige to-do-list.
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
De oneindige to-do-list: werkdruk in het basisonderwijs
nl
Saira van der Linde
2020-06-10 09:10:47
Middels deze wiki willen wij collega's binnen het basisonderwijs, en andere belangstellenden, informeren over waar werkdruk vandaan komt volgens personen uit het werkveld en vanuit de literatuur. Naar aanleiding van dit onderzoek worden er aanbevelingen gedaan op het gebied van de kansen omtrent een gezond werkklimaat, zodat men handvatten krijgt om beter om te gaan met de oneindige to-do-list.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.