Wat moet ik deze weken precies doen?
Welkom
Dag examenkandidaten,
Het is bijna zover... het examen! Om je zo goed mogelijk voor te bereiden, heb ik alle informatie op deze website gezet. Er zijn samenvattingen, oefeningen, filmpjes en tips te vinden. Kijk wat voor jou bruikbaar is.
Het examen Nederlands bestaat uit drie onderdelen:
1. Kijk- en luisteroefeningen
2. Leesteksten
3. Schrijfopdracht
Op deze website zie je deze drie onderdelen. Oefen wat jij nog lastig vindt of wat je nog een keer extra wil doornemen. Heb je zelf nog tips of goede oefeningen? Mail het gerust naar mij (mevrouw Kilsdonk), dan voeg ik het toe aan de website.
Ik wens jullie veel succes met de voorbereidingen en natuurlijk met het examen!
Groeten,
Mevrouw Kilsdonk
Websites om te oefenen
Tips
Kijk en luisteren
Tijdens het examen krijg je ongeveer 3 kijk- en luisterfilmpjes.
Tips voor het maken van de kijk- en luisteropdrachten:
1. Je kan zelf de fimpjes bedienen; spoel terug, zet het filmpje op pauze of spoel af en toe even vooruit.
2. Lees eerst de vraag, maar nog niet het antwoord. Kan jij zelf het antwoord formuleren? Kan vervolgens of het juiste antwoord er tussen staat.
Lezen
Tips voor het de leestekens:
1. Voor de leerlingen die KBL examen gaan doen, is het belangrijk dat zij bij de eerste leestekst de strategie 'zoekend lezen' gaan toepassen. Het staat ook boven de tekst dat je deze strategie moet toepassen. Je moet de antwoorden op een aantal vragen zoeken in de tekst. Je leest eerst de vragen en gaat dan meteen op zoek naar de antwoorden. Bedenk onder welk tussenkopje het zou kunnen staan.
2. Pas tijdens het lezen van de teksten eerst de strategie 'oriënterend lezen' toe. Bekijk dus eerst de titel, de bron en lees de eerste en laatste alinea. Zo vind je snel het onderwerp en dan weet je al iets over de inhoud. Ga vervolgens de tekst precies lezen, voordat je aan de vragen begint.
3. De regels van de examenteksten zijn altijd genummerd. In sommige vragen worden die regelnummers gebruikt om aan te geven waar een aantal woorden, een zin of een tekstgedeelte staan. Lees dan ook echt die tekst opnieuw. Je zult merken dat de vragen dan veel makkelijker te beantwoorden zijn!
4. Neem je tijd. Je hebt tijd genoeg tijdens het examen. Je kan beter een tekst meerdere keren lezen, dan dat je de antwoorden direct invult.
Schrijven
Tips voor de schrijfopdracht:
1. Lees de opdracht goed! Moet je brief, artikel of email schrijven?
2. Zorg dat je de indeling voor alle drie de schrijfopdrachten goed kent. Als de indeling goed is, heb je al een gedeelte van de punten binnen.
3. Heb je alle punten van de opdrachten in de brief, artikel of email verwerkt? Hier haal je de meeste punten mee!
4. Om er zeker van te zijn dat je écht niks over het hoofd hebt gezien, raad ik je aan om te arceren. Dit betekent dat je alle verwerkte punten een kleur geeft. Zo kan je controleren of je niks bent vergeten.
5. Controleer altijd de tekst die je hebt geschreven. Vaak staat er ongemerkt nog wel een typfout of zie je iets over het hoofd. Lees het minstens nog één keer over voordat je op inleveren drukt.
6. Heb je genoeg woorden gebruikt? In de opdracht staat altijd een minimaal aantal woorden die je moet gebruiken. Als je minder woorden hebt, dan krijg je geen punten toegekend. Dit zou zonde zijn.
7. De leerlingen met dyslexie mogen gebruik maken van spellingcontrole. Dit moet je zelf aanzetten! Denk hier dus aan.
Lezen
Inleiding van de tekst
De inleiding van een examentekst is meestal vetgedrukt. In de theorie van hoofdstuk 1 (blz. 8) staan voorbeelden van verschillende bedoelingen die een inleiding kan hebben.
In de inleiding van een tekst wordt bijna altijd het onderwerp genoemd. Daarnaast wordt bijvoorbeeld:
- De aanleiding voor het schrijven van de tekst genoemd (Waarom is deze tekst geschreven?);
- een voorbeeld bij het onderwerp gegeven;
- een leuk, kort verhaaltje verteld;
- een belangrijke vraag gesteld;
- een mening gegeven;
- iets verteld over de opbouw van de tekst.
De bedoeling van de inleiding wordt bij de meeste examenteksten gevraagd.
Bijvoorbeeld:
- Wat is het doel van de vet gedrukte inleiding?
- De vet gedrukte regels boven de tekst geven de inleiding aan. Wat is de bedoeling van deze inleiding?
- Wat is het belangrijkste doel van de schrijver met de inleiding?
- Met wat voor soort inleiding begint deze tekst?
Tussenkopjes
In het middenstuk van een tekst worden verschillende zaken behandeld die met het onderwerp te maken hebben. Dat zijn de deelonderwerpen (zie blz. 8). Tussenkopjes kunnen het deelonderwerp van een alinea aangeven.
Vaak wordt er tijdens de examens gevraagd welk tussenkopje het best de inhoud van een alinea aangeeft.
Bijvoorbeeld:
- Welk kopje geeft de inhoud van alinea 2 het beste weer?
- Met welk kopje kun je de inhoud van alinea 3 het best weergeven?
Verbanden
De zinnen en alinea's in een tekst hebben met elkaar te maken: ze houden verband met elkaar. Bij het onderdeel Lezen heb je de belangrijkste tekstverbanden geleerd:
Verband |
Voorbeelden van signaalwoorden |
Opsomming |
ook, tevens, bovendien, ten tweede, ten slotte |
Tegenstelling |
maar, echter, toch, hoewel, daarentegen, enerzijds... anderzijds |
tijdsvolgorde (chronologie) |
eerst, dan, daarna, toen, vroeger, voordat, nadat |
oorzaak- gevolg |
doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is |
voorbeeld |
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere, ter illustratie |
voorwaarde |
als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij |
doel- middel |
waarmee, zodat, om te, door middel van, met behulp van |
vergelijking |
net zo als, even .... als, in vergelijking met, meer/ groter |
reden (argument) |
omdat, want, namelijk, immers |
conclusie |
dus, concluderend, dat betekent |
Bij vrijwel elke tekst worden vragen over tekstverbanden gesteld.
Bijvoorbeeld:
- Wat is het verband tussen alinea 5 en alinea 6?
- Op welke manier sluit alinea 6 aan op alinea 5?
- Hoe sluiten alinea's 3 en 4 aan op alinea 2?
- Wat is de functie van alinea 6 ten opzichte van alinea 5?
Bekijk het onderstaande filmpje nog eens om het te herhalen. De oefenvragen later nog aan bod.
Slot
Een schrijver verdeelt zijn tekst in alinea's. Vaak wordt er gevraagd naar de bedoeling van een alinea. Dat kan alleen een alinea uit het middenstuk zijn, maar meestal is het de laatste alinea (het slot). De functies van het slot zijn:
1. De hoofdgedachte van een tekst wordt genoemd.
2. Er wordt een advies gegeven.
3. Een conclusie wordt getrokken.
4. Er wordt een korte samenvatting van de tekst gegeven.
5. Er wordt een toekomstverwachting uitgesproken; iets wat waarschijnlijk nog gaat gebeuren.
6. Er wordt een vraag uit de inleiding beantwoord.
Hoe wordt het gevraagd tijdens het examen?
- Wat is de belangrijkste bedoeling van alinea 7?
- Wat is de functie van de laatste alinea?
Schrijven
Zakelijke brief
Bij het examen krijg je één schrijfopdracht. Je moet altijd een tekst schrijven. In dit kopje wordt uitgelegd hoe je een zakelijke brief moet schrijven. De informatie is ook terug te vinden in jullie boek. (bbl: blz. 237 en kbl: blz. 248).
Hieronder kan je een filmpje bekijken, waarin alle belangrijke onderdelen worden herhaald. Ook kan je de PowerPoint van mevrouw Kilsdonk nog eens bekijken.
Zakelijke email
Het kan ook zijn dat je een zakelijke email moet schrijven tijdens het examen. De inhoud wijkt niet veel af van de zakelijke brief. De indeling is iets anders t.o.v. de zakelijke brief. Neem de PowerPoint door en maak de opdracht.
Artikel
Het kan zijn dat je een artikel moet schrijven tijdens het examen. Voor het mondeling tentamen hebben jullie vooraf natuurlijk ook een eigen artikel moeten schrijven. Je weet hier als het goed is al het één en ander van.
Maar hoe gaat dat dan tijdens het examen?
Bekijk het onderstaande filmpje. Het is een lang verhaal, maar dan weet je wat je kan verwachten!
Hoe schrijf je een artikel?