Verbanden

De zinnen en alinea's in een tekst hebben met elkaar te maken: ze houden verband met elkaar. Bij het onderdeel Lezen heb je de belangrijkste tekstverbanden geleerd:

Verband Voorbeelden van signaalwoorden
Opsomming ook, tevens, bovendien, ten tweede, ten slotte
Tegenstelling maar, echter, toch, hoewel, daarentegen, enerzijds... anderzijds
tijdsvolgorde (chronologie) eerst, dan, daarna, toen, vroeger, voordat, nadat
oorzaak- gevolg doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is
voorbeeld zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere, ter illustratie
voorwaarde als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij
doel- middel waarmee, zodat, om te, door middel van, met behulp van
vergelijking net zo als, even .... als, in vergelijking met, meer/ groter
reden (argument) omdat, want, namelijk, immers
conclusie dus, concluderend, dat betekent

 

Bij vrijwel elke tekst worden vragen over tekstverbanden gesteld.
Bijvoorbeeld:
- Wat is het verband tussen alinea 5 en alinea 6?
- Op welke manier sluit alinea 6 aan op alinea 5?
- Hoe sluiten alinea's 3 en 4 aan op alinea 2?
- Wat is de functie van alinea 6 ten opzichte van alinea 5?

 

Bekijk het onderstaande filmpje nog eens om het te herhalen. De oefenvragen later nog aan bod. 

 

Uitleg over verbanden https://www.youtube.com/watch?v=9efePMIDpEc