De planning
Wk 10
Ma 2 mrt
|
- Eerste Chinees-Japanse Oorlog
-Russisch-Japanse Oorlog
- Tweede Chinees-Japanse Oorlog
- Pearl Harbor
|
(leesstof week 10, maandag). Wikiwijs
|
|
Wk 11
Ma 9
|
- De Pacifische Oorlog
-Japaners in NL-Indië
|
(leesstof week 10, woensdag). Wikiwijs.
|
|
Wo 11
|
-Duitse Invasie
-Acceptatie en aanpassing
|
Leesstof week 11, maandag, wikiwijs.
|
|
Wk 12
Ma 16
|
-Verharde joodse politiek
- toenemend geweld en verzet
|
Leesstof week 11, woensdag).
|
|
Wk 12
Ma 18
|
SO: Japan (1894-1945) + Hakko Ichiu en de Japanse overheersing in Nederlands-Indië. |
|
|
|
-Dolle Dinsdag
-Market-garden
-Honger Winter
-Bevrijding
|
Leesstof week 12, maandag
|
|
Wk 15
Ma 6
|
Herhalen Afronden 2e WO Azië en bezetting NL
|
Herhaling van repetitiestof.
|
|
Wo 8 |
Repetitie 2e WO Azië en NL |
|
|
|
|
|
|
Hakko Ichiu (opdracht)
Les de bron en beantwoord de vragen:
“Vanuit het oogpunt van Hakko Ichiu is de goddelijke zonkeizer van Japan de keizer van alle rassen op Aarde. Er zijn geen zeven zeeën; alle oceanen horen erkend te worden als de Grote Japanse Zee. Om de mensheid te redden in overeenkomst met de grote geest, waarin keizer Jimmu het Japanse keizerrijk vond, moet Japan het Aziatische continent onder zijn hoede nemen. Laten wij onze macht uitbreiden tot in de acht uithoeken van de wereld. Wij zijn het rijk van de zon.”
-Dr. T. Komaki, 22 februari, 1942.
(Hakko Ichiu: het keizerlijk bevel van keizer Jimmu)
- Leg de rol van de Japanse keizer uit, door middel van een citaat.
- Leg uit dat deze bron de Japanse invasie in Azië tussen 1894-1945 goedkeurt.
- Leg uit dat kolonisten in Azië als minderwaardig werden gezien door de Japanners.
- Leg uit waarom overgave als hoogverraad werd gezien door de Japanners, door middel van een citaat.
Week 10, maandag: Tweede Wereldoorlog in Azië
Eerste Chineens-Japanse Oorlog (1894-1895)
Japan was aan het einde van de 19e eeuw het eerste niet-westerse land dat industrialiseerde. Het land kwam vooral bekend te staan om zijn textielindustrie. Europese grootmachten en de Verenigde Staten probeerden te profiteren van de groeiende economie in Japan, waardoor Japan werd uitgebuit. Na meerdere oneerlijke handelsverdragen en het tekort aan grondstoffen, viel Japan het Koreaanse Schiereiland binnen, wat indirect werd bestuurd door China. Dit leidde tot de Eerste Chinees-Japanse Oorlog (1894-1895). Japan wist de Chinese machten uit het Koreaanse Schiereiland te verdrijven, maar werd uiteindelijk tegengehouden door de drie grootmachten Rusland, Frankrijk en het Duitse Rijk tijdens De Drie Landen-Interventie (1895). Japan gaf toe aan de wensen van de grootmachten, aangezien het Rusland geen reden wilde geven tot vijandigheid. Toch was de westerse wereld met stomheid geslagen, aangezien een klein keizerrijk als Japan het grote China had verslagen.
Russisch-Japanse Oorlog (1904-1905)
Japan had na De Drie Landen-Interventie invloed behouden in het Koreaanse Schiereiland, maar het was niet volledig geannexeerd. Na de Eerste Chinees-Japanse Oorlog hadden Europese grootmachten het verzwakte China gebruikt om invloedsferen voor zichzelf te creëren, terwijl Japan niets had gekregen. Tijdens de 19e eeuw van natiestaten was landuitbreiding een wens van veel grootmachten. Zo had Rusland Port Arthur gepacht, waar tijdens De Eerste Chinees-Japanse Oorlog om was gevochten. De Russen hadden deze haven nodig, aangezien het een ijsvrije haven was voor handel en de marine. Ook probeerden de Russen aanspraak te maken op het Koreaanse Schiereiland. Dit gaf Japan genoeg reden om De Russisch-Japanse Oorlog (1904-1905) te beginnen. Wederom wist Japan de grootmachten te verrassen door het eerste Aziatische land te zijn dat een westerse grootmacht wist te verslaan in de moderne tijd.
Japan begon zich te moderniseren om Europese kolonialen buiten het Japanse keizerrijk te houden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog breidde Japan zijn invloed verder uit door het Koreaanse Schiereiland nu volledig te annexeren en Duitse kolonies in de Filipijnenzee te veroveren.
Tweede Chinees-Japanse Oorlog (1937-1945)
Door de Eerste Wereldoorlog had het nationalisme zich verspreid in Azië. Ook Japan kende een nationalistische opkomst. Onder andere door het onderwijs, dat werd aangeboden in gekoloniseerde gebieden, leerden inheemse volken westerse idealen kennen, zoals nationalisme en ideeën van De verlichting.
Keizerrijk Japan kreeg door haar nationalistische idealen steeds meer drang naar machtsuitbreiding. Kolonisten moesten verdreven worden uit Azië en het continent moest worden geleid door keizerrijk Japan. Zo nam Japan in 1932 een deel van Noordoost-China in (Mantsjoerije). Vanaf 1937 viel Japan de rest van China aan en veroverde Zuidoost-China, waardoor De Tweede Chinees-Japanse Oorlog was begonnen. Deze oorlog was deel van De Tweede Wereldoorlog en duurde tot 1945.
Aangezien Japan sinds 1936 deel uitmaakte van De Asmogendheden, kon Japan de Franse kolonie Indochina (huidig Vietnam, Laos en Cambodja) veroveren na De Val van Frankrijk (1940).
Pearl Harbor (1941)
Terwijl De Tweede Wereldoorlog voortduurde in Europa, begon Japan plannen te maken om haar invloed op het continent uit te breiden. Japan begon zich te focussen op Zuidoost-Azië. Echter, er was een probleem; Deze gebieden waren sterk gekoloniseerd door Nederland (Nederlands-Indië), De Verenigde Staten (De Filipijnen), Australië (Nieuw-Guinea) en Groot-Brittannië (de rest). Groot-Brittannië en de Verenigde Staten waren grootmachten op zee. De Japanse marine kon niet op tegen deze zeemacht, dus bedacht het keizerrijk een plan om de Amerikaanse marine uit te schakelen en vervolgens Zuidoost-Azië binnen te vallen.
Op 7 december, 1941, voerde Japan een verrassingsaanval uit op de Hawaiiaanse marinebasis; Pearl Harbor. Daarentegen wisten de Japanse bommenwerpers enkel schepen te vernietigen, in plaats van de olievoorraden of scheepswerven. Hierdoor was de Amerikaanse vloot enkel tijdelijk verlamd, in plaats van vernietigd.
Diezelfde dag verklaarde president Franklin D. Roosevelt de oorlog aan het Japanse keizerrijk. Dit besluit zou leiden tot een zeeoorlog die tot 1945 zou voortduren.
Week 10, woensdag: Tweede Wereldoorlog in Azië
De Pacifische Oorlog (1941-1945).
Terwijl Amerika haar wonden likte na de aanval op Pearl Harbor, begonnen de Japanners hun opmars richting Zuidoost-Azië. In 1942 vallen de Japanners de Filipijnen (VS) binnen. Na een annexatie van Thailand, konden de Japanners Indonesië (NL) binnenvallen. Ook Birma (GB) werd slachtoffer van de Japanse opmars. Aangezien Groot-Brittannië de handen vol had aan de Duitsers in Europa, was extra troepen sturen geen mogelijkheid.
In de Slag om de Javazee in 1942 werd de geallieerde vloot verslagen door Japan. Japan had haar stempel nu officieel op het Aziatische continent gezet.
Midway (4-7 juni, 1942).
Eind 1942 stopte de Japanse opmars. Japan probeerde een Amerikaanse groep marineschepen te vernietigen, aangezien die strijdkracht werd gezien als het grootste gevaar voor de Japanse overheersing. De Amerikanen wisten te achterhalen waar en wanneer een Japanse aanval plaats zou vinden, door Japanse codes te ontcijferen. Hierdoor konden de Amerikanen zich voldoende voorbereiden op het eiland Midway en Japanse vliegdekschepen en onderzeeërs vernietigen. Dit leidde tot een Amerikaanse strategische en tactische overwinning
Deze slag was een keerpunt voor de Amerikanen, waarna de Japanse strijdkrachten steeds verder werden teruggeduwd en een verdedigende rol aan moesten innemen. Amerika begon vervolgens strategisch van eiland naar eiland te trekken, ook wel 'Islandhopping' genoemd.
Iwo Jima (19 februari - 26 maart, 1945).
Terwijl Brits-Amerikaanse troepen de Japanners uit Birma vochten, drongen de Amerikanen in oktober, 1944, de Filipijnen binnen. Ook hier werd hard gevochten, maar de Amerikanen wisten de strijd te winnen op 5 juli, 1945. Birma werd in maart 1945 al bevrijd.
Na vele eilanden te hebben heroverd op de Japanners, kwamen de Amerikanen eindelijk in de buurt van het land Japan. Iwo Jima, een eiland ten zuiden van het land, werd een strijdtoneel voor gruwelijke gevechten.Het eiland (samen met Okinawa) werd gezien als heilig grondgebied van het keizerrijk Japan, waardoor de Japanners nog fanatieker gingen verdedigen. Aangezien er geen grotere eer voor Japanners was, dan sterven voor jouw land en keizer, vochten zij door tot de laatste man. Met moeite wisten de Amerikanen het eiland te veroveren en de iconische 'Flag-raising' foto te maken.
Okinawa (1 april – 22 juni 1945).
Op 1 april landden de Amerikanen op het eiland Okinawa, ten noordoosten van Tai Wan. Dit eiland was van strategisch belang, aangezien Japanse aanvoer van materialen, zoals olie, ijzererts en rubber, vanuit het zuiden konden worden afgesneden na inname. Ook de communicatie tussen het Japanse vasteland en zuidelijke bases konden worden vermeden.
Japan had veel gebied verloren sinds 1942 en werd nu wanhopig. Via kamikaze-eenheden lieten de Japanners zien dat zij niet bang waren om te sterven. De beruchte kamikaze-eenheden waren zelfmoordeenheden, waarbij Japanse vliegtuigen vol werden gestopt met benzine en explosieven, waarmee zelfmoordaanslagen werden gepleegd. Ook de burgerbevolking werd door de Japanners gedwongen zelfmoordaanslagen te plegen.
Na twee maanden intens vechten, waaronder de oorspronkelijke inwoners van het eiland leden, veroverden de Amerikanen het eiland.
Operation Starvation
Op 27 maart, 1945, begon Operatie Starvation (uithongering). Deze operatie hield in dat goederenaanvoer onmogelijk werd gemaakt. Bommenwerpers vernietigden de infrastructuur van het Japanse vasteland en onderzeeërs en mijnenvelden hielden aanvoer vanaf zee tegen. Voedsel, brandstof en soldatenaanvoer werden verhinderd. Voor de Japanse bevolking werd het duidelijk dat de oorlog aan zijn eind aan het komen was. Het Japanse militaire opperbevel gaf daarentegen geen hint van capitulatie.
Het einde
Na het overlijden van president Franklin D. Roosevelt, veranderde er niets aan de oorlogsinzet. President Harry Truman was zelfs bereid het geheime atoomwapen te gebruiken, dat op 16 juli voor het eerst succesvol was getest. Dit geheime project ging schuil onder de naam; Manhattanproject. Dit wapen werd ingezet op de steden Hiroshima (6 augustus) en drie dagen later op Nagasaki. De kracht van het atoomwapens doodden 165.000 Japanners, waarna er nog zo'n 145.000 overleden aan radiatievergiftiging in de opvolgende weken. Vandaag de dag worden er nog steeds misvormde kinderen geboren in deze gebieden.
Japan capituleerde in augustus. Keizer Hirohito tekende op 2 september, 1945, die capitulatie. Volgens hem was oorlog voeren niet meer voordelig voor zijn keizerrijk. Hierna bezetten de Amerikanen Japan voor acht jaar, waarin de keizer zijn positie mocht behouden.
Japanners in Nederlands-Indië en de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1942-1949).
Nederlands-Indië
De eilandgroepen van huidig Indonesië zijn eeuwen in handen geweest van het koninkrijk Nederland. Toen de Japanse strijdmacht in 1942 het koloniale gebied binnendrong, bood het koninklijk Nederlandsch-Indisch leger (KNIL) maar weinig weerstand. In de slag om de Javazee, 1942, werd de geallieerde vloot verslagen door Japan. Zo'n 900 mariniers kwamen om.
Na de Japanse overwinning op het KNIL, werden de soldaten afgevoerd. Sommigen moesten werken aan de spoorlijnen tussen Birma en Thailand, zoals de beruchte Dodenspoorlijn in Birma. Hierbij stierven duizenden aan ondervoeding, de zware arbeid en ziektes. Ook de plaatselijke bevolking leed onder het Japanse regiem.
Japan zette ook vele concentratiekampen op, ook wel Jappenkampen genoemd. Hierin werden westerse kolonisten gevangengezet. Ook Aziatische burgers die koloniale ouders hadden, werden hier opgesloten. Hongersnood, ziektes en marteling was normaal in die kampen, al waren niet alle kampen even wreed. Zo'n 13% van de gevangenen overleefde deze kampen niet.
De Indiërs probeerden gebruik te maken van de Japanse bezetting, om onafhankelijk te worden. De nationalist Soekarno werkte samen met de bezetters om die onafhankelijkheid te verkrijgen. Na de capitulatie van Japan, 1945, riep hij de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Dit accepteerde Nederland niet en er volgde dan ook een onafhankelijkheidsstrijd tot 1949. In 1946 stuurde Nederland het leger om de orde te herstellen en de macht in Indonesië terug te nemen, via politionele acties (politie). Vervolgens escaleerde de situatie in 1947 en moesten de Nederlanders zich beschermen tegen de Indonesiërs. In 1949 trok Nederland zich terug en verhuisden de vele Nederlandse kolonisten naar het Nederlandse vasteland, waar velen nog nooit geweest waren. Indonesië kreeg de kans het onafhankelijke land herop te bouwen.
Tijdens deze onafhankelijkheidsoorlog kwamen zo'n 100.000 Indonesiërs om het leven en zo'n 6000 KNIL-soldaten. Ook werden Indische Nederlanders aangevallen en vaak op gruwelijke wijze vermoord tijdens een periode van terreur.
De oorlog in 7 minuten: Nederlands Indië
Week 11 en 12: De Duitse bezetting in Nederland (1940-1945)
De Duitse aanval op Nederland (10-15 mei)
Op 10 mei begon Operatie Gelb (geel), waarin de Benelux werd binnengevallen. De Duitsers vallen Nederland vanuit drie punten aan: De Afsluitdijk, de Grebbeberg en richting de Peel. De Duitsers vielen via land- en paratroepen aan, maar de strijd duurde (tot Duitse irritatie toe) te lang. Bij de Peel (Noord-Brabant) braken de Duitsers door, maar bij de Grebbenberg kregen de Duitsers flink wat verzet en tot slot konden de Duitsers de Afsluitdijk geheel niet innemen.
De Duitsers probeerden via parachutisten in Den haag de koningin, de regering en de legerleiding gevangen te nemen, maar dit mislukte. Koningin Wilhelmina was met de regering al gevlucht naar Londen en toen de Duitse vliegtuigen op het vliegveld van Den Haag landden, werden deze geheel vernietigd door Nederlandse soldaten. Verder werd op de bruggen bij Dordtrecht flink gevochten.
Het Bombardement op Rotterdam (14 mei)
De Duitsers dreigden met een bombardement op Rotterdam. De Nederlanders onderhandelden over overgave, maar door een miscommunicatie bij de Duitsers werden de bommen al gegooid. Het bombardement van een kwartier vernietigde bijna de gehele historische binnenstad van Rotterdam, mede door de branden die ontstonden. Naar schatting kwamen 650 tot 900 mensen om, en ongeveer 80.000 inwoners werden dakloos. Er viel ook een bom op Strijen, in de Kerkstraat.
Na nog meer dreigementen over bombardementen, capituleerde Nederland op 15 mei. De NSB steunen de ideeën van Hitler en helpen de Duitsers bij hun bezetting van NL.
De Fases van de Duitse bezetting (1-4)
In de 5 jaar dat Nederland werd bezet door de Duitsers, is er veel gebeurd. Om deze gebeurtenissen in duidelijke lijnen uit te leggen, hebben we de bezetting in 4 fases verdeeld.
Fase 1: acceptatie en aanpassing: (10 mei 1940 tot febr 1941)
De 'meevallende bezetting', waarin de 'fluwelen handschoen'-aanpak werd gehanteerd en de economische uitbuiting nog beperkt bleef. gematigde aanpak van Joden, tot de Februaristaking.
Fase 2: Verharde Jodenpolitiek en nazificatie: (febr 1941 – apr 1943)
De aanpak en deportatie van Joden werd strenger ingezet. Buren werden elkaars vijanden en het verzet begon Joden te verbergen. Ook werd Nederland genazificeerd: De censuur zorgde dat radio en kranten enkel uitzonden wat de Duitsers goedkeurden, op scholen werd Duits nu verplicht gegeven en Duitsland ging zich steeds meer bemoeien met het Nederlandse bestuur. Nederlandse mannen werden opgeroepen om te komen werken in Duitsland, onder andere in de wapenfabrieken.
Fase 3: Toenemend geweld en verzet (mei 1943 – sept 1944)
De Duitsers sloegen elk idee van verzet hard neer. Daarentegen groeide het verzet juist, door steeds meer mensen onder te laten duiken. Nederlandse mannen werden nu gedwongen om te werken in Duitsland, waardoor velen onderdoken. Het verzet stak bevolkingsregisterkantoren in brand, zodat paspoorten en persoonlijke informatie in vlammen opging en er werden veel paspoorten vervalst, zodat de Duitsers niet wisten of je Joods was.
Fase 4: Geallieerden richting Nederland en de Hongerwinter (sept 1944 – mei 1945)
De westerse geallieerden hadden Frankrijk bevrijd en de Sovjets waren al in Polen. De Duitsers begonnen de oorlog te verliezen. Het verzet hielp de geallieerden zo veel mogelijk en op Radio Oranje was te horen dan de bevrijders eraan kwamen. De Duitsers halen voedsel en materialen weg uit Nederlanden. De Geallieerden hadden in september '44 Zuid-Nederland bevrijd. Hierdoor kwam er weinig voedsel en grondstoffen (kolen) in bezet Nederland. Dit leidde tot de Hongerwinter van '44-'45. In de steden kwamen veel mensen om van de honger.
De Duitse bezetting: Fase 1: Acceptatie en aanpassing
Nederland werd gezien als een broederland van Duitsland. De Nederlanders waren ook Germanen en spraken een Germaanse taal. Hierdoor waren de Duitsers in het begin van de bezetting niet al te streng. Deze aanpak wordt ook wel de 'ijzeren hand in de fluwelen handschoen' genoemd. Zo werd het politieke bestuur vaak nog door Nederlanders gedaan, die eerder werd gestuurd dan bestuurd. De Duitsers laten de Nederlandse burgers grotendeels met rust en betrekken hen weinig bij de oorlog. Ook probeerde Hitler de economie van Duitsland en Nederland gelijk aan elkaar te maken, zodat de twee landen economisch van elkaar konden profiteren. Om dit voor elkaar te krijgen, werden bedrijven die schepen, vliegtuigen, uniformen en grondstoffen maakten, gedwongen om te collaboreren (samenwerken).
Ook waren de Duitsers voorzichter met de aanpak van Joden in Nederland, in vergelijking met andere landen. Uit de geschiedenis was Nederland al een toleranter land voor Joden dan andere landen. Joden waren namelijk sinds de 17e eeuw naar Nederland geëmigreerd, hadden bijgedragen aan de handel en hadden zelfs geïnvesteerd in de VOC. Door deze lange geschiedenis met Joden zou er wellicht veel verzet ontstaan als de Joden hard werden aangepakt.
Dit zou echter later wel veranderen, waardoor de Februaristaking uiteindelijk voorkwam. In 1941 moesten Joden zich al melden en niet-Joden een Ariërverklaring tekenen, waarmee ze bewezen geen joden te zijn.
Het einde van de fluwelen handschoen: De Februaristaking
In 1941 begonnen de eerste razzia's. Joden werden opgepakt en gedeporteerd. De Nederlandse arbeiders in Amsterdam, waar veel Joden woonden, kwamen in opstand. Ze legden het werk neer en kwamen openlijk uit tegen de antisemitische denkwijze van hun bezetters. Deze staking sloeg ook over naar andere steden. De Duitsers sloegen deze staking hard neer met geweld, intimidatie en herstelbetalingen van de steden aan Duitsland.
Ma,16 maart: De verharde Jodenpolitiek, toenemend geweld en verzet.
Verharde Jodenpolitiek, nazificatie en verzet.
Fase 2: Verharde Joodse aanpak en nazificatie: (febr 1941 – apr 1943)
De NSB
De nationaal-socialistische beweging, onder Anton Mussert, was oorspronkelijk een fascistische beweging, die tijdens de crisisjaren van de jaren '30 veel leden had geworven, ook Joodse leden. De NSB organiseerde militaire parades, zoals Mussolini dat in Italië deed. Toen de Duitsers in mei, 1940, Nederland binnen waren gevallen, hielp de NSB bij de capitulatie. De NSB werd gezien als een onzinnige partij in de ogen van de Duitsers, maar was wel te gebruiken in Nederland.
In december, 1941, werd de NSB de enige toegestane politieke partij in Nederland. Dit was een voorbeeld van nazificatie. Al was de NSB oorspronkelijk niet antisemitistisch, werden zij dit uiteindelijk toch door de invloed van Nazi-Duitsland.
Aangescherpte Jodenpolitiek
Op 14 Juli, 1942, begon Nazi-Duitsland de Endlösung (eindoplossing voor het Joodse vraagstuk) in Nederland uit te werken. Joden moesten zich al melden in 1941, waarbij niet-joodse Nederlanders een Ariërverklaring (bewijs niet Joods te zijn) moesten tekenen. Op 14 juli werden op grote schaal razzia's uitgevoerd. De Joden kregen de schuld van de februaristakingen, het afdoen van Davidsterren (verzet) en het onderduiken voor de arbeidseinsatz. De NS vervoerde duizenden Joden naar Westerbork, een doorvoerkamp in Nederland. Andere kampen in Nederland waren Amersfoort (doorvoerkamp) en Vught (concentratiekamp).
Nazificatie:
Doordat de NSB de enige toegestane politieke partij werd in Nederland, veranderde Nederland in een totalitaire dictatuur, zoals Hitler dat had gedaan in 1933. Iedereen die een gevaar leek voor de Duitse bezetting, werd gevangen genomen of geëxecuteerd. Via gecensureerde radio en kranten werden de ideeën van de nazi's verspreid door Nederland; Propaganda. Via Radio Oranje sprak koningin Wilhelmina en de gevluchte regering moed in bij de Nederlanders. Via deze radiozender kregen Nederlanders een realistische beeld van de situatie in Europa, in vergelijking met het vervormde nieuws van de Duitsers. Naar Radio Oranje luisteren was streng verboden, waardoor vele radio's werden ingenomen en vernietigd. Ook het volkslied zingen of de Nederlandse vlag uithangen was streng verbonden.
De April-meistakingen (29 april- 3 mei, 1943).
Ook wel bekend als de melkstaking of mijnstaking, kwamen de Nederlandse arbeiders in protest tegen de ingevoerde Arbeitseinsatz: Nederlandse oud-militairen die gevochten hadden in 1940, moesten zich melden om te gaan werken in Duitsland binnen de oorlogsindustrie. Door de vele Duitse doden tijdens de Slag om Stalingrad waren extra mankrachten nodig om deze industrie draaiende te houden. Later zouden ook gewone Nederlandse burgers gehoor moeten geven aan de arbeidsinzet van Nazi-Duitsland.
Nederlanders kwamen nationaal op voor de veteranen, waardoor vele boeren hun melk gratis weggaven aan burgers (melkstaking) en mijnwerkers het werk neerlegde (mijnstaking). Teleurstellend was dat de grote steden, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, niet meededen. Deze steden herinnerden zich nog de bloederige aanpak van de Februaristaking. Ook de Nederlandse Spoorwegen (NS) bleef rijden, aangezien er weinig animo was bij de werknemers en de staking niet vanuit de regering in Londen was afgeroepen.
De Duitsers reageerden keihard en executeerden 80 arbeiders. Tijdens vuurgevechten bij de staking kwamen nog eens 95 arbeiders om en 400 raakten gewond.
Fase 3: Toenemend geweld en verzet (mei 1943 – sept 1944)
Onderduiken
Terwijl de Sovjets de Duitsers terugduwde in Rusland, werd de situatie in Nederland steeds grimmiger. De Duitsers hadden veel mankrachten verloren, waardoor steeds meer Nederlanders werden gedwongen te werken in Duitsland. Hierdoor doken veel mensen onder. Onderduiklocaties werden georganiseerd door het verzet. Studenten, arbeiders, Joden; velen mensen doken onder. Ondergedoken arbeiders die werden gevonden, werden naar kamp Amersfoort gebracht. Aangezien het aantal onderduikers toenam, verminderde de aanvoer van Joden en arbeiders naar het oosten. Als oplossing werd in Nederland kopgeld ingevoerd, als beloning voor jouw dienst aan Nazi-Duitsland. Op deze manier werden zo'n 8000 Joden verraadden en werden er zelfs speciale bedrijven opricht die zich specialiseerden in 'Jodenjacht'.
Onderduikers werden vaak verborgen op boerderijen op het platteland, in oude woningen in de binnenstad of op zolders. Het verzet overviel distributiekantoren waar bonkaarten te verkrijgen waren, zodat eten kon worden gekocht voor onderduikers. Deze distributiebonnen waren ingevoerd om levensmiddelen eerlijk te verdelen over de bevolking. Ook stak het verzet bevolkingsregisterkantoren in brand, zodat paspoorten en persoonlijke informatie in vlammen opging. Onderduikers en verzetsmensen kregen vervalste paspoorten om onopgemerkt te blijven of om te vluchten.
De Spoorwegstaking van 1944 (september '44 - de bevrijding van '45).
Al hadden de Nederlandse Spoorwegen (NS) geen gehoor gegeven aan de April-meistakingen, deden zij dit wel aan de Spoorwegstakingen van 1944. Vanuit Londen had de regering in ballingschap de Nederlanders opgeroepen om het werk neer te leggen. Hierdoor legden 30.000 personeelsleden van de NS op 17 september het werk neer. Deze staking viel samen met Operatie Market Garden. De Duitsers hadden gedreigd met het afsnijden van de voedselvoorziening, wat zij later waarmaakten. Hierdoor leed het westen van Nederland, vooral de Randstad, aan de Hongerwinter van '44-'45.
Ma, 23 maart; De laatste aantekeningen.
Fase 4: Geallieerden richting Nederland en de Hongerwinter (sept 1944 – mei 1945)
Dolle Dinsdag, 5 september '44
Op Radio Oranje was in september, 1944, te horen dat de geallieerden steeds dichterbij Nederland kwamen. Brussel en Antwerpen waren al bevrijd en Rotterdam en Amsterdam zouden spoedig volgen. Men ging op 5 september de straten op, hingen vlaggen uit en zongen het volkslied. De NSB'er sloegen op de vlucht en de Duitse bezetters waren in paniek. Echter, Nederland was nog helemaal niet bevrijd!
Operatie Market Garden (17 sep - 25 sep '44).
Tijdens de Spoorwegenstaking van 1944, vond er nog een andere grote gebeurtenis plaats op 17 september; Operatie Market Garden. Via paratroepen probeerden de geallieerden belangrijke bruggen bij Eindhoven en Arnhem in te nemen. Helaas verdedigden de Duitsers de brug te goed, waardoor Arnhem 'een brug te ver' werd. Zuid-Nederland was wel bevrijd, maar alles boven de rivieren bleef in Duitse handen. Ook in de Hoeksche Waard werd gevochten. De Duitsers schoten vanaf Numansdorp op de geallieerden in Willemstad
De Hongerwinter (1944-1945).
Door de Spoorwegenstaking sloten de Duitsers de voedselvoorzieningen af naar West-Nederland (de Randstad). Hierdoor volgde De Hongerwinter (1944-1945). Vooral in de Randstad kwamen mensen om van de honger, hadden zij het koud door het tekort aan kolen uit Limburg en waren er veel zieken door het tekort aan medicijnen. Mensen trokken naar het platteland om voor eten te smeken bij de boeren. Veel kinderen werden naar het platteland in Friesland en Oost-Nederland gestuurd om daar tijdelijk aan te sterken. Dit werd ook na de oorlog gedaan. Veel Nederlandse kinderen werden naar Denemarken gestuurd om daar aan te sterken, aangezien er nog steeds voedseltekorten waren in Nederland.
Via het oosten
In de eerste maanden van 1945 probeerden de geallieerden via Oost-Nederland ons land te bevrijden. Al braken er grote vuurgevechten uit in Groningen, toch wisten de geallieerden de stad te veroveren. Op 13 maart keerde koningin Wilhelmina terug in Nederland. Op 4 mei capituleerde de Duitse strijdmacht van Noordwest-Nederland, waarna op 5 mei (Bevrijdingsdag) in Hotel de Wereld de capitulatie werd besproken. Op 6 mei werd de capitulatie vlakbij Wageningen getekend. Nederland was bevrijd.
De geallieerden reden in militaire voertuigen door de bevrijde steden, Canadezen en Amerikanen zoenden met Nederlandse meisjes en door heel het land werd feestgevierd, het Wilhelmus gezongen en de vlag uitgehangen.
Powerpoints
Japanse neemt kolonies over in de Filipijnse Zee
Japanse invasieplan in Zuidoost-Azië
Powerpoints les 2
Powerpoint les 3
Powerpoint les 4