Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
Werkproces B1-K2-W2: werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
Doel: Je kunt als persoonlijk begeleider maatschappelijke zorg een bijdrage leveren aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg.
Wat is kwalitatief hoogwaardige opvang?
Wat is kwaliteit?
Hoe bewaak en bevorder je kwaliteit?
Hoe wordt de kwaliteit gecontroleerd?
Tijdens dit project ga je alleen of in tweetal een plan opzetten voor het starten van een zelfbedachte instelling. Jullie mogen zelf weten voor welke doelgroep.
De nadruk ligt deze keer bij kwaliteitszorg. Hoe zorg je ervoor dat je kwaliteit levert en blijft leveren?
Deze periode wordt er gebruik gemaakt van het boek Professional Maatschappelijke Zorg.
Thema 6 t/m 12 zijn passend bij dit examen. Gebruik dit mede als bronmateriaal, naast bronnen vanuit jouw leerbedrijf en Internet.

De opdracht
Opdracht 1. Plan voor je eigen instelling
Voor kwaliteitszorg ga je aleen of in een tweetal een plan opzetten voor het starten van een eigen instelling voor een zelfgekozen doelgroep. Je bedenkt dus zelf een instelling en doelgroep! Niet je stagebedrijf.
Voor het schrijven van dit plan begin je met de missie, dan visie het beleid en zoom je in op de kwaliteitszorg, waarbij protocollen en procedures beschreven worden.
In het plan beschrijf je in ieder geval de volgende onderdelen, je mag hier zelf onderdelen aan toevoegen:
- Missie en visie van de instelling (bedenk je zelf)
- Kernwaarden; speerpunten en beleid (welke voor jou/ jullie heel belangrijk zijn)
- Organogram; wie staat waar en wat zijn de taken/ verantwoordelijkheden (bedenk zelf hoe de organisatie eruit ziet)
- Rollen van alle medewerkers (verantwoordelijkheden en bevoegdheden)
- Protocollen (je benoemt twee protocollen die een bijdrage leveren aan kwaliteitsverbetering)
- Procedures (je omschrijft de procedurde meldcode huiselijk geweld / kindermishandeling of klachtenprocedure ivm ongewenste intimiteiten/voorvallen)
- Wettelijke richtlijnen (omschrijf minimaal 1 wettelijke richtlijn).
Opdracht 2. Je kiest een specialisatie (ieder voor zich)
Je kiest per persoon een specialisatie. (denk aan dementie, ADHD, Autisme, Verslavingszorg, Hechtingsproblematiek enz) Deze specialisatie werk je uit in het verslag als verdieping. Wat moet er in het verslag?
1. Inleiding: voor welke specialisatie kies je en waarom; waarin zoek je de verdieping op?
2. Beschrijf de oorzaken, kenmerken en een passende begeleidingstijl die past bij deze specialisatie.
3. De praktijk: wat zie je in de praktijk rondom jouw specialisatie? (denk aan begeleidingsstijl/ sociale kaart enz)
4. Maak 1 goede stelling rondom jouw gekozen onderwerp: hiermee ga je in discussie met
team/klasgenoten (Check de stelling voor de presentatie bij de docent)
4. Conclusie/advies: welke tips/adviezen heb jij rondom jouw specialisatie voor toekomstige persoonlijk begeleiders
maatschappelijk zorg?
Presentatie van het plan
Het uitgewerkte plan wordt na een ‘GO’ van de docent gepresenteerd aan klasgenoten.
Deze presentatie wordt gekoppeld aan het examen kwaliteitszorg. Zie punten examen waar je aan moet voldoen.
Presentatie , inclusief bespreken stelling met de klasgenoten : 30-45 minuten
Het verslag en de presentatie zijn nodig voor de beoordeling van het examen.
Samenvattend: je specialisatie over een onderwerp passende bij een zelfgekozen doelgroep koppel je d.m.v. een theoretisch verslag en presentatie terug aan de docent en klas, waarbij het examen kwaliteitszorg het vertrekpunt vormt.
Planning
Planning globaal
|
Onderwerp |
1 |
Uitleg opdracht kwaliteitszorg / Missie & visie van de instelling |
2 |
Kernwaarden; beleidsplan |
3 |
Organogram |
4 |
Rollen van alle medewerkers |
5 |
Protocollen & Procedures |
6 |
Wettelijke richtlijnen |
|
Zelfstandig werken bij iedere opdracht |
|
Presentatie na GO |
Doelen
Doelen waar aan je gaat werken rondom vakkennis en vaardigheden zijn:
- heeft kennis van actuele wet- en regelgeving, zoals AVG, de wet Langdurige Zorg, Kwaliteitswet
- zorginstellingen en de wet zorg en dwang
- heeft brede kennis van kwaliteitszorgsystemen en branchespecifieke kwaliteitskaders
- heeft kennis van vergaderrollen
- heeft kennis van protocollen m.b.t. gezondheid, hygiëne, veiligheid, incidentmeldingen, ARBO, milieu,
- kwaliteitszorg, ergonomisch en kostenbewust werken
- heeft kennis van werkvelden en doelgroepen in relatie tot de beroepsuitoefening
- kan feedbackvaardigheden toepassen
- kan reflectievaardigheden toepassen
- kan knelpunten signaleren en verbeteracties in gang zetten
Week 1: Missie & visie
Werken binnen de doelen, missie en visie
Een organisatie streeft een bepaald doel na en van jou wordt verwacht dat je een bijdrage levert aan het bereiken van dat doel.
Als je niet achter de doelen, missie en visie van de organisatie staat, dan kunnen er problemen ontstaan. Je kunt kinderen dan niet de begeleiding geven die zij verwachten. Ook kun je conflicten met collega’s krijgen, want samenwerken gaat alleen goed als iedereen hetzelfde doel nastreeft. Je voelt je waarschijnlijk ook minder prettig als je het niet eens bent met de doelstelling, missie en visie van de organisatie. Stel, je bent niet gelovig maar er wordt wel van je verwacht dat je kinderen begeleidt bij hun geloofsbeleving. Dan bestaat de kans dat je in conflict komt met je eigen normen en waarden. Het is dus niet zo gek dat organisaties al tijdens sollicitatieprocedures benadrukken wat de doelstellingen, missie en visie van hun organisatie zijn.
Opdracht
Missie
Een missie beschrijft kernachtig waar een bedrijf voor staat en waar het voor gaat.
Bijv: "Wij bieden kans tot ontwikkelen en zien ieders talent"
Een passende missie is kort en bondig en beschrijft letterlijk en figuurlijk het ideaal (wensdroom).
Elke medewerker begrijpt de missie, kan het onderschrijven en draagt dit uit in zijn werk.
Stap 1
Bekijk de missie van jouw BPV. Schrijf op waar je het mee eens bent en onderbouw met argumenten waarom.
Stap 2
Bekijk de missies van minimaal drie andere verschillende bedrijven op die je aanspreken en onderbouw wat je aanspreekt.
Stap 3
Bedenk nu zelf een missie voor jullie zelfbedachte instelling en ontwerp er een mooi logo bij.
Visie
In een visie beschrijf je kort en kracht hoe je de missie wilt bereiken. Terug komend op het voorbeeld:
- we werken met verschillende professionals en bieden onze werknemers kansen tot scholing
- we werken met de methodiek ; 'talentontwikkeling'
- deelnemers hebben inbreng in hun eigen dagbesteding
- maandelijks staat he dagbestedingsprogramma op het teamoverleg
- we werken nauw samen met vier omliggende bedrijven
- etc...
Stap 1
Bekijk de visie van jouw BPV. Schrijf op waar je het mee eens bent en onderbouw met argumenten waarom.
Stap 2
Bekijk de visies van minimaal twee andere BPV en geef voorbeelden waar je achter kunt staan en beargumenteer.
Stap 3
Schrijf je eigen visie van de gekozen instelling.
Week 2: Kernwaarden
Kernwaarden zijn van belang, omdat je zo duidelijk maakt waar de intstelling voor staat. Daarnaast kunnen de medewerkers met kernwaarden beter werken. Het is daarom belangrijk voor elke organisatie dat de kernwaarden duidelijk en aanwezig zijn.
Kernwaarden zijn belangrijke waarden binnen een organisatie. Het kunnen eigenschappen zijn, maar ook drijfveren die laten zien waar de organisatie voor staat. Elke organisatie heeft drie tot vijf heldere kernwaarden die in één keer heel duidelijk laten zien waar de organisatie voor staat.
Je geeft met kernwaarden aan waarom en hoe je bedrijf dingen doet. Aan de hand van deze kernwaarden kun je heel gemakkelijk strategische beslissingen nemen. Wanneer iedere medewerker achter de kernwaarden staat is het voor iedereen helder hoe hij/zij dingen aan moet pakken. Dit voorkomt veel discussie en het is daarom ook een belangrijk onderdeel van het personeelsbeleid.
Opdracht
Kernwaarden
Tijdens deze opdracht ga je aan de slag met kernwaarden die jij belangrijk vindt voor jouw instelling.
Stap 1
Ga onderzoeken welke kernwaarden er op jouw BPV plek gelden. Schrijf op welke kernwaarde(n) jij belangrijk vindt en beargumenteer waarom jij dit belangrijk vindt.
Stap 2
Maak een keuze tussen alle kernwaarden die jij belangrijk vindt en schrijf minimaal vijf op die terugkomen binnen jouw organisatie.
Stap 3
Beschrijf ook waarom jij dit belangrijk vindt en hoe dit terugkomt binnen de organisatie.
Week 3: Organogram
Structuur van organisaties Zie Thema 7 boek Professional Maatschappelijke zorg
Als je in een organisatie gaat werken, krijg je te maken met collega’s.
Binnen een organisatie moet duidelijk zijn wie wat doet en wie waarvoor verantwoordelijk is. Een organogram laat zien hoe een organisatie in elkaar zit. De taken worden zijn verdeeld en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden vastgelegd.
Maar hoe richt je een organisatie handig in? Hierin zijn meerdere mogelijkheden.
De structuur is van grote invloed op de organisatie en het bereiken van de doelen.
Het bepaalt mede of werknemers goed kunnen samenwerken en of informatie op tijd bij de juiste persoon aankomt. Veel organisaties stoeien met dit probleem en zijn daar vaak continu mee bezig. Er zijn heel veel soorten organisatiestructuren mogelijk. De belangrijkste zijn:
- de lijnorganisatie;
- de lijn-staforganisatie;
- de projectorganisatie;
- de matrixorganisatie;
- zelfsturende teams.
Opdracht
Organogram
Het is belangrijk bij een instelling dat je duidelijk voor ogen hebt hoe een organisatie in elkaar zit. Daarom gaan jullie deze week aan de slag met het maken van een organogram.
Stap 1
Eerst ga je kiezen wat voor organisatiestructuur je wilt hebben en onderbouw doormiddel van theorie waarom je kiest voor deze structuur. In je theorieboek lees je hier meer informatie over.
Stap 2
Wanneer je dit voor ogen hebt ga je aan de hand van de theorie zelf een organogram maken voor jouw organisatie.
Week 4: Rollen van alle medewerkers
Iedere functie in een organisatie bestaat uit taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Een taak is hetzelfde als de technische inhoud van de functie. De technische inhoud is dat wat je moet doen, dus de uitvoering van de taak. Een bevoegdheid is het recht om in een bepaalde situatie zelfstandig beslissingen te nemen over de uitvoering van de taak. Als je ergens de verantwoordelijkheid voor draagt, dan zijn de gevolgen van de taakuitvoering volledig voor jouw rekening. Zelfs als taken door anderen zijn uitgevoerd, kun je toch verantwoordelijk zijn. Gaat het fout, dan kan het je je baan of een promotie kosten of je een berisping opleveren.
Een functie bestaat uit drie onderdelen:
- taken (een of meer werkzaamheden);
- verantwoordelijkheden (je kunt aangesproken worden op het goed uitvoeren van je taak);
- bevoegdheden (het recht om zelfstandig beslissingen te nemen).
Functieomschrijving
Om duidelijk te maken wat de inhoud van de drie onderdelen van een functie is, wordt er vaak een functieomschrijving gemaakt. In een functieomschrijving staat wat de taken zijn die bij de functie horen. Het gaat dan om zaken als:
- Je begeleidt en verzorgt clienten in de dagopvang.
- Je zorgt ervoor dat de client zich veilig voelt.
In de functieomschrijving staan ook de bevoegdheden en verantwoordelijkheden beschreven, bijvoorbeeld:
- Je zorgt voor een goede communicatie met de naastbetrokkene.
- Je houdt rapportages bij in het digitale clientensysteem
Je komt in een functieomschrijving ook vaak de plaats in de organisatie tegen. Bijvoorbeeld:
- Je werkt in een ........team.
- Je wordt aangestuurd door een locatiemanager.
- Het ........ is onderdeel van een grotere organisatie.
Functie-eisen
Functie-eisen zijn onder andere de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor de uitoefening van de functie. Het gaat hier in principe om objectieve eisen als diploma’s, werkervaring, leeftijd, woonplaats en de bereidheid om te verhuizen of het bezit van een rijbewijs.
Functieprofiel
De functieomschrijving vormt samen met de functie-eisen het functieprofiel. De twee belangrijkste onderdelen van een functieprofiel zijn dus:
-
functieomschrijving (de inhoud van de functie: taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden);
-
functie-eisen (kennis en vaardigheden die nodig zijn voor de functie).
Persoonsprofiel
De meeste van deze vaardigheden of persoonlijke kwaliteiten kun je niet bewijzen met een diploma. Toch vinden organisaties het belangrijk dat je duidelijk kunt maken dat je aan die eisen voldoet. Deze 'subjectieve' eisen zijn opgesteld met een duidelijk beeld van de toekomstige collega voor ogen (denk aan de kernwaarden). Een beschrijving van deze eisen levert een persoonsprofiel op. Bijvoorbeeld:
- Je kunt warme relaties met clienten opbouwen.
- Je kunt goede contacten met derden onderhouden.
- Je hebt goede communicatieve vaardigheden.
- Je hebt verantwoordelijkheidsgevoel.
- Je durft beslissingen te nemen.
Opdracht
Rollen van alle medewerkers
In de vorige opdracht heb je een organogram gemaakt . In dit organogram heb je alle werknemers een plek gegeven, maar deze werknemers hebben ook nog een functieomschrijving nodig, met bepaalde functie-eisen.
Stap 1
De opdracht die jullie krijgen is het maken van een functieprofiel van een van de medewerkers. In dit geval die van persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen.
- Functieomschrijving;
- Wat houdt deze functie in;
- Wat zijn de taken;
- Welke bevoegdheid heb je hiervoor nodig;
- Wat zijn de verantwoordelijkheden.
- Functie-eisen;
- Wat voor kennis en vaardigheden heb je nodig voor deze functie.
Stap 2
Naast het functieprofiel bestaat er ook nog een persoonsprofiel. Hierin staan meestal vaardigheden of persoonlijke kwaliteiten die je niet met een diploma kunt bewijzen (b.v. je durft beslissingen te nemen). Wel is dit voor organisaties enorm belangrijk.
Voor deze opdracht gaan jullie naast het functieprofiel ook een persoonsprofiel schrijven. Je benoemt minimaal drie subjectieve eisen waardoor je een duidelijk beeld van je toekomstige collega krijgt.
Week 5: Protocollen
In een protocol staat stap voor stap precies omschreven wat je in een bepaalde situatie wel en niet moet doen.
In een calamiteitenprotocol staat bijvoorbeeld precies omschreven hoe je moet handelen bij een ramp of noodsituatie; dit is verplicht bij iedere instelling.
Er zijn veel protocollen. Denk aan medicijnen toedienen, weglopen, agressief gedrag , drankgebruik, drugsgebruik , overlijden, terminale zorg , intimiteit, vertrouwenspersonen enz.
Het gevaar is soms dat er door medewerkers door een 'overdaad' aan protocollen juist duidelijkheid ontbreekt.
Protocollen kunnen hele boekwerken zijn, toch ze kunnen ook heel duidelijk en visueel zichtbaar zijn.
Denk bijv. aan het ontruimingsplan dat vaak overal wel zichtbaar hangt.
Denk aan digitale contents zoals ook Noorderpoort met weten en regelen. Hierin staan veel vaste afspraken en procedures.
Opdracht
Protocollen en knelpunten en verbetervoorstel
Protocollen zijn concreet en het gaat over een bepaald deel van het werk. Er staan ook regels over hoe je moet handelen in bepaalde situaties. Het zorgt ervoor dat jij en je medewerkers zo veel mogelijk op dezelfde manier werken.
Stap 1
Ga op zoek naar twee belangrijke protocollen op jouw BPV. Noteer wat jij belangrijk vindt en beargumenteer dit.
Stap 2
Beschrijf minimaal 2 protocollen die jij gaat gebruiken voor jouw instelling? Zorg ervoor dat deze protocollen te maken hebben met kwaliteitsbewaking en/of verbetering van jouw instelling. Leg de link met kwaliteit. De protocollen kunnen mee als bijlage. In het verslag schrijf je wel een verantwoording waarom je kiest voor deze twee protocollen.
Knelpunten verzamelen en 1 verbetervoorstel maken.
1. Verzamel in overleg met je collega’s knelpunten in de zorgverlening. Om de kwaliteit van zorg te verbeteren ga je aan de
slag met één gekozen knelpunt.
2. Dit doe je door te onderzoeken:
2a. welke stappen er reeds genomen zijn in de organisatie;
2b. welke evidence based/practice based en actuele artikelen kun je hierover vinden op Internet?
Maak een verbetervoorstel
3. Doe een voorstel voor verbetering op grond van je onderzoek.
3a. Werk je voorstel uit, gebaseerd op evidence based/practice based en actuele artikelen. Houd rekening met de protocollen en procedures van de organisatie en de wettelijke kaders. Neem in je verbetervoorstel op:
● het knelpunt;
● de richtlijnen, voorschriften en regels die van toepassing zijn;
● de geraadpleegde evidence based / practice based en actueleartikelen;
● gemotiveerd voorstel voor verbetering.
● bespreek je voorstel met collega’s en vraag medewerking.
● voer het voorstel uit i.s.m. collega's. (tijdspad)
Week 6: Procedures
Naast protocollen zijn er vaak standaard procedures; richtlijnen van bovenaf die landelijk vaststaan en waar iedereen naar moet handelen.
Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de meldcode (mishandeling) of klachtenprocedure.
Zo weet je als beroepsbeoefenaar wat je in een bepaalde situatie moet doen. Ook kun je zo achteraf je eigen handelen toetsen aan de standaardprocedure. Een standaardprocedure geeft duidelijkheid en houvast.
Opdracht
Procedures
Procedures zijn gebaseerd op een richtlijn die je volgt bij je handelen.
De werkwijze is vaak heel precies omschreven en zorgt ervoor dat jij weet hoe je moet handelen in bepaalde situaties.
In deze opdracht gaan je een duidelijk overzicht maken hoe te handelen bij de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling of de klachtenprocedure. Je kunt er een infographic van maken, een stappenplan; kies een creatieve, maar vooral duidelijke vorm zodat zichtbaar is hoe te handelen.
Stap 1
Onderzoek de meldcode of klachtenprocedure op je BPV-plek.
Stap 2
Neem deze over en pas deze aan waar nodig voor jullie gekozen instelling
Stap 3
Beargumenteer het belang van deze procedure.
Week 7: Wettelijke richtlijnen
Wettelijke eisen
De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) geeft kaders en verplichtingen voor kwalitatief goede zorg. Deze zaken moeten op orde zijn vóór dat je start met het verlenen van zorg. Goede zorg leveren is wat u voor ogen heeft. Om dit te (blijven) leveren moet u een lerende solist of organisatie zijn en een kwaliteitssysteem opstellen en inrichten. De volgende tektst overgenomen:
U doet dit door te zorgen voor:
- een cyclisch proces van bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van de zorg. Beleid dat u bedenkt en uitvoert, wordt steeds geëvalueerd, indien nodig aanpast of bijgesteld en weer uitgevoerd (Plan, Do, Check, Act (PDCA).
U houdt daarom ook systematisch gegevens bij over uw zorgverlening zodat u die kunt gebruiken bij de evaluatie en toetsing van de kwaliteit van de zorg.
- alle wettelijk verplichte registraties in de zorg.
- goede en voldoende noodzakelijke materialen en, voor zover nodig, bouwkundige voorzieningen zoals bijvoorbeeld thermostaatkranen en tilliften die u regelmatig laat controleren volgens een planning.
- een duidelijke toedeling van verantwoordelijkheden, bevoegdheden en afstemmings- en verantwoordingsplichten: wie kan wat en mag wat op welk moment.
- beleidsdocumenten waarin u bovenstaande zaken heeft vastgelegd. Deze documenten hebben een vaststellingsdatum, een evaluatiedatum en een (proces)eigenaar. U heeft deze documenten gebundeld bij elkaar.
Wettelijke bron: Wkkgz art. 7
Op deze link meer hierover: Bent u al voorbereid op de Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen (WKKGZ)
Opdracht
Wettelijke richtlijnen
Het is enorm belangrijk dat een instelling goed functioneert, daarom zijn er kwaliteitsregels waar ze zich aan moeten houden. In deze opdracht gaan jullie op onderzoek uit naar de regels waar een instelling zich aan moet houden om goed te kunnen functioneren.
Stap 1
Zoek op welke wettelijke richtlijnen er gelden en waar de instelling zich aan moet houden. Leg per wettelijke richtlijn uit wat deze betekenen.
Week 8: Presentatie en stellingen
Voor jouw specialisatie kies je een onderwerp waar jij veel van af weet of waar je nog meer deskundig in wilt worden.
Dat kan zijn autisme, hechtingsproblematiek, dementerende ouderen enz. Probeer dan dit brede 'onderwerp' kleiner te maken en concreet te vertalen in kennis en vaardigheden die jij belangrijk vindt.
Bijvoorbeeld:
Communicatie en autisme
Gesprekken met ouderen die dementerend zijn
Eigen regie bij verslavingszorg
Voor de presentatie; zie checklist presentatie bedenk je een stelling, waar de groep op mag reageren.
Jij leidt deze discussie. Bijv. " Demente ouderen schrikken snel van aanraking".
(*je hoeft het niet zelf eens te zijn met de stelling)
In de discussie die volgt kun jij doorvragen bij de groepsleden. Wat zijn voordelen van aanraken, wat zijn nadelen?
Stel vooral open vragen aan je groepsleden om de discussie op gang te krijgen.
De discussie heeft hoe dan ook te maken met kwaliteitszorg; want je legt iets op tafel waarbij een iedereen goed nadenkt over de begeleiding /methodiek / visie /aanpak en/of een protocol.
De presentatie maak je in pwp of prezi en stuur je naar je begeleider. De docent geeft aan wanneer de presentatie is.
Check de inleverdatum bij de docent !!!!
Week 9: Zelfstandig werken & inleveren verslag
Beoordelingsformat
Checklist verslag kwaliteitszorg
Het verslag dat je gaat schrijven voor kwaliteitszorg wordt beoordeeld op een aantal criteria. De criteria lees je hieronder.
Opdracht |
Eis |
Feedback docent |
Missie |
Is duidelijk beschreven |
|
Visie |
Is duidelijk beschreven |
|
Kernwaarden |
Er worden minimaal vijf kernwaarden benoemd |
|
Organogram |
Er wordt schematisch aangegeven hoe de organisatiestructuur in elkaar zit |
|
Rollen van de medewerkers |
Er wordt duidelijk beschreven wat de verantwoordelijkheden en taken van alle medewerkers zijn. |
|
Protocollen waaronder een protocol kwaliteitsverbetering |
Overzicht van twee belangrijke protocollen |
|
Protocol kwaliteitsverbetering |
Beschrijf (in je plan) en benoem (in je presentatie) hierbij duidelijk hoe dit protocol tot het verbeteren van kwaliteit leidt dus:
- Wat is het knelpunt (waarvoor je dit protocol opgesteld hebt)
- Beschrijf richtlijnen en regels die nu van toepassing zijn
- Beschrijf jouw nieuwe protocol wat tot kwaliteitsverbetering leidt
|
|
Procedures (waaronder Klachtenprocedure en Meldcode kindermishandeling) |
Er is een overzicht van de meest belangrijke procedures |
|
Wettelijke richtlijnen |
Het is duidelijk welke wettelijke richtlijnen er geld voor de instelling |
|
checklist presentatie
De presentatie die je gaat geven moet aan een aantal criteriapunten voldoen. Je wordt op de volgende onderdelen beoordeeld:
- De theorie is gekoppeld aan de praktijk en aan je plan kwaliteitszorg
- Je maakt gebruik van digitale ondersteuning (PowerPoint , Prezi of een andere digitale presentatievorm)
- Er volgt een discussie n.a.v. jouw presentatie waar de gehele groep aan deelneemt. Deze discussie wordt door jou geleid. Werk je samen dan zijn het 2 stellingen.
- Onderhoudend en boeiend (geen voorlees- of opleesverhaal)
- Correct Nederlands
- Duur van de presentatie: alleen: minimaal 30 (inclusief discussie), met z’n tweeën minimaal 45 minuten
Criteria |
O/V/G |
Voorbereiding: alles staat klaar aan het begin van de les |
|
INHOUD OPDRACHT KWALITEITSZORG
- Missie en visie van de instelling
- Kernwaarden
- Organogram
- Rollen van alle medewerker
- Protocollen
- Procedures (waaronder Klachtenprocedure en Meldcode Kindermishandeling)
- Knelpunt en verbetervoorstel
|
|
INHOUD OPDRACHT SPECIALISATIE
1. Inleiding: voor welke specialisatie kies je, waarom.
2. Kern & doel: wat zijn hoofdzaken/kenmerken en discussiepunten
3. Uitwerking; wat zie je in de praktijk; probleemstelling en oplossingen
4. Afronding/conclusie/advies: welke conclusie(s) maak je, welke tips heb je?
5. Stelling
|
|
Digitale ondersteuning (presentatie) |
|
Contact met de klas |
|
Er wordt niet voorgelezen |
|
Lichaamshouding: open en aanwezig |
|
Discussie/spelvorm om de groep actief te betrekken bij de inhoud |
|
Het examen kwaliteitszorg