Kwaliteitszorg

Kwaliteitszorg

Het vak kwaliteitszorg

Als toekomstig Onderwijsassistent wil je natuurlijk kwalitatief hoogwaardige onderwijs bieden, mogelijk zelfs in je zelf opgerichte school of onderwijsvorm.
Maar wat houdt dat dan in? Wat is kwaliteit en hoe kun je dat waarborgen en op peil houden? Hoe wordt de kwaliteit gecontroleerd? Wat komt daar allemaal bij kijken?

Tijdens dit project ga je in een groepje van maximaal 2 studenten een plan opzetten voor het starten met je eigen school of onderwijsvorm.
De nadruk zal hierbij liggen op kwaliteitszorg. Hoe zorg je ervoor dat je kwaliteit levert en blijft leveren?

De opdrachten die je hier uitvoert zijn officiële examenonderdelen. Tevens gebruik je de opdrachten die je hier maakt tijdens het afstudeerproject. 

Deze periode wordt er gebruik gemaakt van het theorie- en werkboek: Kwaliteit en deskundigheid PW

De opdracht

De opdracht

Plan voor je eigen instelling

Tijdens het afstudeerproject kwaliteitszorg ga je in een groepje van maximaal 2 studenten een plan opzetten voor het starten met je eigen instelling voor een zelfgekozen doelgroep.

Bij het schrijven van het plan maak je gebruik van de informatie uit het afstudeerproject Specialisatie bijvoorbeeld bij het kiezen van je doelgroep.

In het plan beschrijf je in ieder geval de volgende onderdelen, je mag hier zelf onderdelen aan toevoegen:

  • Missie en visie van de instelling
  • Kernwaarden
  • Organogram
  • Rollen van alle medewerkers
  • Protocollen (waaronder een protocol kwaliteitsverbetering)
  • Procedures (waaronder Klachtenprocedure, Meldcode kindermishandeling)
  • Wettelijke richtlijnen

 

Hulpmiddel voor het maken van deze opdrachten

Tijdens deze opdracht wordt er geadviseerd om gebruik te maken van het theorie- en werkboek Kwaliteit en Deskundigheid PW.

Presentatie van het plan

Het uitgewerkte en voorbereidde plan wordt na een ‘GO’ gepresenteerd in je klas.
De presentatie is gekoppeld aan je presentatie van de opdracht van je afstudeerproject Specialisatie.

 

De opdracht kwaliteitszorg is een examen en wordt beoordeeld door de docent.

Wanneer je presentatie als onvoldoende beoordeeld wordt moet je deze herkansen.

 

 

Planning

Periode 11

Week Onderwerp
1 Uitleg opdracht kwaliteitszorg / Missie & visie van de instelling
2 Kernwaarden
3 Organogram
4 Rollen van alle medewerkers
5 Protocollen
6 Procedures
7 Wettelijke richtlijnen
8 Zelfstandig werken
9 Zelfstandig werken & inleveren verslag
10 Herkansingsweek

 

Periode 12

Week Wat gaan we doen
1 Presentaties 1, 2, 3, 4
2 Presentaties 5, 6, 7, 8
3 Presentaties 9, 10, 11, 12
4 Presentaties 13, 14, 15, 16
5 Presentaties 17, 18, 19, 20

 

Doelen

  • De onderwijsassistent maakt gebruik van brede en specialistische kennis van het werkveld, de organisatie en kwaliteitszorg;
  • heeft kennis van kwaliteitszorg(systemen);
  • heeft brede en specialistische kennis van de toepassing van kwaliteitszorgsystemen; 
  • heeft brede en specialistische kennis van het werkveld onderwijs;
  • heeft brede en specialistische kennis van wet- en regelgeving waaronder Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Week 1: Missie & visie

Werken binnen de doelen, missie en visie

Een organisatie streeft een bepaald doel na en van jou wordt verwacht dat je een bijdrage levert aan het bereiken van dat doel.

Als je niet achter de doelen, missie en visie van de organisatie staat, dan kunnen er problemen ontstaan. Je kunt kinderen dan niet de begeleiding geven die zij verwachten. Ook kun je conflicten met collega’s krijgen, want samenwerken gaat alleen goed als iedereen hetzelfde doel nastreeft. Je voelt je waarschijnlijk ook minder prettig als je het niet eens bent met de doelstelling, missie en visie van de organisatie. Stel, je bent niet gelovig maar er wordt wel van je verwacht dat je kinderen begeleidt bij hun geloofsbeleving. Dan bestaat de kans dat je in conflict komt met je eigen normen en waarden. Het is dus niet zo gek dat organisaties al tijdens sollicitatieprocedures benadrukken wat de doelstellingen, missie en visie van hun organisatie zijn.

Opdracht

Opdracht missie

Wanneer je bezig gaat met het schrijven van een missie beschrijf je kernachtig waar je voor staat en waar je voor gaat. In de beschrijving van de missie geef je antwoord op de vraag: 'welke unieke bijdrage de school levert aan de maatschappij. Een missie is geloofwaardig en haalbaar. Een passende missie is kort en bondig en beschrijft letterlijk en figuurlijk de zin van je school. Elke medewerker begrijpt de missie, kan het onderschrijven en draagt dit uit in zijn werk.

Stap 1

Bekijk de missie van jouw stageschool. Schrijf op waar je het mee eens bent en onderbouw met argumenten waarom.

Stap 2

Bekijk de missies van minimaal drie andere verschillende scholen (denk aan Montessori, Dalton, Jenaplan etc.). Schrijf op waar je het mee eens bent en onderbouw dit met argumenten.

Stap 3

Nu je onderzoek hebt verricht naar diverse missies van verschillende scholen is het tijd om je eigen missie te schrijven. De opdracht is dus om je eigen missie te schrijven van jouw school.

 

Opdracht visie

In een visie beschrijf je een ideaalbeeld. Je kunt ook zeggen dat een visie een heldere beschrijving is van je 'wensdromen'. Je beschrijft de ideale situatie alsof die nu al de werkelijkheid is.

Stap 1

Bekijk de visie van jouw stageschool. Schrijf op waar je het mee eens bent en onderbouw met argumenten waarom.

Stap 2

Bekijk de visies van minimaal drie andere soorten scholen (denk aan Montessori, Dalton, Jenaplan etc.). Schrijf op waar je het mee eens bent en onderbouw dit met argumenten.

Stap 3

Nu je onderzoek hebt verricht naar diverse visies van verschillende scholen is het tijd om je eigen visie te schrijven. De opdracht is dus om je eigen visie te schrijven van jouw school.

Week 2: Kernwaarden

Kernwaarden zijn van belang, omdat je zo duidelijker maakt voor ouders en kinderen waar je school voor staan. Daarnaast kunnen de medewerkers met kernwaarden beter werken. Het is daarom belangrijk voor elke organisatie dat de kernwaarden duidelijk en aanwezig zijn. 

Kernwaarden zijn belangrijke waarden binnen een organisatie. Het kunnen eigenschappen zijn, maar ook drijfveren die laten zien waar de organisatie voor staat. Elke organisatie heeft drie tot vijf heldere kernwaarden die in één keer heel duidelijk laten zien waar de organisatie voor staat. 

Je geeft met kernwaarden aan waarom en hoe je bedrijf dingen doet. Aan de hand van deze kernwaarden kun je heel gemakkelijk strategische beslissingen nemen. Wanneer iedere medewerker achter de kernwaarden staat is het voor iedereen helder hoe hij/zij dingen aan moet pakken. Dit voorkomt veel discussie en het is daarom ook een belangrijk onderdeel van het personeelsbeleid. 

Opdracht

Kernwaarden

Tijdens deze opdracht ga je aan de slag met kernwaarden die jij belangrijk vindt binnen jouw school.

 

Stap 1

Ga onderzoeken welke kernwaarden jouw stageplek belangrijk vinden. Schrijf op welke kernwaarde(n) jij belangrijk vindt en beargumenteer waarom jij dit belangrijk vindt.

Stap 2

Onderzoek van nog twee scholen de kernwaarden en beschrijf welke jij belangrijk vindt en leg uit waarom jij dit vindt.

Stap 3

Maak een keuze tussen alle kernwaarden die jij belangrijk vindt en schrijf minimaal drie op die terugkomen binnen jouw organisatie. Beschrijf ook waarom jij dit belangrijk vindt en hoe dit terugkomt binnen de organisatie.

Week 3: Organogram

Structuur van organisaties

Als je in een organisatie gaat werken, krijg je te maken met collega’s. Sommige daarvan werken op een hoger niveau in de organisatie, andere op een lager niveau. Dit wordt hiërarchie genoemd. De hiërarchie van een organisatie geeft van hoog tot laag aan wat de posities zijn van de verschillende werknemers en afdelingen. Hoe hoger in de hiërarchie, hoe meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden een medewerker vaak heeft. Helemaal bovenin zitten de directieleden, de managers van de organisatie (met daarboven een bestuur). In het midden zitten de ‘lijnmanagers’, de chefs. Onder in de organisatie wordt het uitvoerende werk gedaan.

Binnen een organisatie moet duidelijk zijn wie wat doet en wie waarvoor verantwoordelijk is. Een organogram laat zien hoe een organisatie in elkaar zit. De taken worden dus verdeeld en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden vastgelegd. De organisatie wordt zo ingericht dat de werknemers zo optimaal mogelijk kunnen werken.

Maar hoe richt je een organisatie handig in? Er zijn veel mogelijkheden. Je kunt iedereen een gelijke positie geven, maar je kunt ook één iemand de leiding geven. Je kunt de werknemers alle taken die in de organisatie voorkomen laten verrichten, maar je kunt de taken ook groeperen en verdelen. Je kunt één grote organisatie creëren, maar je kunt de organisatie ook onderverdelen in afdelingen (units) die zelfstandig werken.

De structuur is van grote invloed op de organisatie en het bereiken van de doelen. Het bepaalt mede of werknemers goed kunnen samenwerken en of informatie op tijd bij de juiste persoon aankomt. Veel organisaties stoeien met dit probleem en zijn daar vaak continu mee bezig. Er zijn heel veel soorten organisatiestructuren mogelijk. De belangrijkste zijn:

  • de lijnorganisatie;
  • de lijn-staforganisatie;
  • de projectorganisatie;
  • de matrixorganisatie;
  • zelfsturende teams.

 

Opdracht

Organogram

Het is dus erg belangrijk bij een instelling dat je duidelijk voor ogen hebt hoe een organisatie in elkaar zit. Daarom gaan jullie deze week aan de slag met het maken van een organogram.

Stap 1

Eerst ga je kiezen wat voor organisatiestructuur je wilt hebben en onderbouw doormiddel van theorie waarom je kiest voor deze structuur. In je theorieboek lees je hier meer informatie over.

Stap 2

Wanneer je dit voor ogen hebt ga je aan de hand van de theorie zelf een organogram maken voor jouw organisatie.

Week 4: Rollen van alle medewerkers

Iedere functie in een organisatie bestaat uit taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Een taak is hetzelfde als de technische inhoud van de functie. De technische inhoud is dat wat je moet doen, dus de uitvoering van de taak. Een bevoegdheid is het recht om in een bepaalde situatie zelfstandig beslissingen te nemen over de uitvoering van de taak. Als je ergens de verantwoordelijkheid voor draagt, dan zijn de gevolgen van de taakuitvoering volledig voor jouw rekening. Zelfs als taken door anderen zijn uitgevoerd, kun je toch verantwoordelijk zijn. Gaat het fout, dan kan het je je baan of een promotie kosten of je een berisping opleveren.

Een functie bestaat uit drie onderdelen:

  1. taken (een of meer werkzaamheden);
  2. verantwoordelijkheden (je kunt aangesproken worden op het goed uitvoeren van je taak);
  3. bevoegdheden (het recht om zelfstandig beslissingen te nemen).

 

Functieomschrijving (dit is een voorbeeld van een kinderopvang)

Om duidelijk te maken wat de inhoud van de drie onderdelen van een functie is, wordt er vaak een functieomschrijving gemaakt. In een functieomschrijving staat wat de taken zijn die bij de functie horen. Het gaat dan om zaken als:

  • Je begeleidt en verzorgt de baby’s en peuters.
  • Je zorgt ervoor dat zij zich 100% thuis en beschermd voelen.

In de functieomschrijving staan ook de bevoegdheden en verantwoordelijkheden beschreven, bijvoorbeeld:

  • Je zorgt voor een goede communicatie met de ouders.
  • Je houdt een dagrapportage bij.

Je komt in een functieomschrijving ook vaak de plaats in de organisatie tegen. Bijvoorbeeld:

  • Je werkt in een team.
  • Je wordt aangestuurd door een locatiemanager.
  • Het KDV is onderdeel van een grotere organisatie.

 

Functie-eisen

Functie-eisen zijn onder andere de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor de uitoefening van de functie. Het gaat hier in principe om objectieve eisen als diploma’s, werkervaring, leeftijd, woonplaats en de bereidheid om te verhuizen of het bezit van een rijbewijs.

 

Functieprofiel

De functieomschrijving vormt samen met de functie-eisen het functieprofiel. De twee belangrijkste onderdelen van een functieprofiel zijn dus:

  • functieomschrijving (de inhoud van de functie: taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden);

  • functie-eisen (kennis en vaardigheden die nodig zijn voor de functie).

 

Persoonsprofiel

In de advertentie voor de vacature van pedagogisch medewerker KDV zie je dat er behalve objectieve eisen ook subjectieve eisen staan. De meeste van deze vaardigheden of persoonlijke kwaliteiten kun je niet bewijzen met een diploma. Toch vinden organisaties het belangrijk dat je duidelijk kunt maken dat je aan die eisen voldoet. Deze subjectieve eisen zijn opgesteld met een duidelijk beeld van de toekomstige collega voor ogen. Een beschrijving van deze eisen levert een persoonsprofiel op. Bijvoorbeeld:

  • Je kunt warme relaties met kinderen opbouwen.
  • Je kunt goede contacten met ouders onderhouden.
  • Je hebt goede communicatieve vaardigheden.
  • Je hebt verantwoordelijkheidsgevoel.
  • Je durft beslissingen te nemen.

Opdracht

Rollen van alle medewerkers

In de vorige opdracht heb je een organogram gemaakt van jouw school. In dit organogram heb je alle werknemers een plek gegeven, maar deze werknemers hebben ook nog een functieomschrijving nodig, met bepaalde functie-eisen.

Stap 1

De opdracht die jullie krijgen is het maken van een functieprofiel van twee medewerkers. In dit functieprofiel komen de volgende onderdelen terug:

  • Functieomschrijving;
    • Wat houdt deze functie in;
    • Wat zijn de taken;
    • Welke bevoegdheid heb je hiervoor nodig;
    • Wat zijn de verantwoordelijkheden.
  • Functie-eisen;
    • Wat voor kennis en vaardigheden heb je nodig voor deze functie.

Stap 2

Naast het functieprofiel bestaat er ook nog een persoonsprofiel. Hierin staan meestal vaardigheden of persoonlijke kwaliteiten die je niet met een diploma kunt bewijzen (b.v. je durft beslissingen te nemen). Wel is dit voor organisaties enorm belangrijk.

Voor deze opdracht gaan jullie naast het functieprofiel ook een persoonsprofiel schrijven. Je benoemt er per functie minimaal drie subjectieve eisen waardoor je een duidelijk beeld van je toekomstige collega krijgt.

Week 5: Protocollen

In een protocol staat welke handelingen je in welke volgorde moet uitvoeren. Er staat dus stap voor stap precies omschreven wat je in een bepaalde situatie wel en niet moet doen. In een calamiteitenprotocol staat bijvoorbeeld precies omschreven hoe je moet handelen bij een ramp of noodsituatie. Elke school en kinderopvang moet bijvoorbeeld beschikken over een protocol voor als er brand uitbreekt. In de kinderopvang zijn er ook protocollen waarin staat wat er moet gebeuren om de hygiëne en veiligheid voor de kinderen te waarborgen.

 

Gedragsprotocol

Veel organisaties werken met gedragsprotocollen. In een gedragsprotocol voor bijvoorbeeld onderwijsassistenten en leerlingen staat onder andere welk gedrag gewenst of juist ongewenst is. En wat je doet wanneer je ongewenst gedrag constateert. Ook de grens van intimiteiten kan in een gedragsprotocol opgenomen zijn.

Opdracht

Protocollen

Deze week gaat het over protocollen binnen de school. Protocollen zijn concreet en het gaat over een bepaald deel van het werk. Er staan ook regels over hoe je moet handelen in bepaalde situaties. Het zorgt ervoor dat jij en je medewerkers zo veel mogelijk op dezelfde manier werken.

 

Stap 1

Ga op zoek naar zoveel mogelijk protocollen die binnen een school worden gehanteerd. Noteer welke jij belangrijk vind en beargumenteer waarom jij deze belangrijk vindt.

Stap 2  

Bekijk de protocollen die je hebt opgeschreven nog eens goed en ga na of je deze ook wilt gebruiken binnen jouw school. Maak hiervan een overzicht welke jij binnen jouw school wilt hanteren. Zorg ervoor dat het protocol kwaliteitsverbetering er hoe dan ook tussen staat.

Stap 3

Beschrijf per protocol wat de stappen zijn, zodat het voor elke medewerker helder hoe ze moeten handelen tijdens de diverse situaties.

Stap 4 (tip!! Lees thema 3.11 kwaliteit verbeteren)

Beschrijf (in je plan) en benoem (in je presentatie) hierbij duidelijk hoe het protocol kwaliteitsverbetering tot het verbeteren van kwaliteit leidt dus:

  • Wat is het knelpunt (waarvoor je dit protocol opgesteld hebt);
  • Beschrijf richtlijnen en regels die nu van toepassing zijn;
  • Beschrijf jouw nieuwe protocol wat tot kwaliteitsverbetering leidt.

 

Week 6: Procedures

Als je op het werk gebruikmaakt van een standaardprocedure, dan wil dat zeggen dat je een richtlijn volgt bij het werken. De werkwijze is heel precies omschreven aan de hand van normen waaraan goede opvang, ondersteuning en begeleiding moeten voldoen. Zo weet je als beroepsbeoefenaar wat je in een bepaalde situatie moet doen. Ook kun je zo achteraf je eigen handelen toetsen aan de standaardprocedure. Een standaardprocedure geeft dus duidelijkheid en houvast. Er is bijvoorbeeld een standaardprocedure voor klachtenbehandeling. Standaard moet je dan verschillende documenten overhandigen, bepaalde formulieren laten invullen, bepaalde vragen stellen en antwoorden noteren.

 

In sommige situaties gaat een standaardprocedure niet ver genoeg. Een standaardprocedure is namelijk een richtlijn en dat betekent dat de beroepsbeoefenaar ruimte heeft om van de standaard af te wijken. Als het handelen van de beroepsbeoefenaar preciezer vastgelegd moet worden, dan is het beter om een protocol in te voeren.

Opdracht

Procedures

Net heb je gelezen dat er op scholen gebruik gemaakt wordt van procedures. Procedures zijn gebaseerd op een richtlijn die je volgt bij je handelen. De werkwijze is vaak heel precies omschreven en zorgt ervoor dat jij weet hoe je moet handelen in bepaalde situaties. In deze opdracht gaan jullie een overzicht maken van procedures die jullie willen hanteren op je school.

 

Stap 1

Onderzoek welke procedures er allemaal gehanteerd worden op scholen. Schrijf de procedures op die jij belangrijk vindt en beargumenteer waarom.

Stap 2

Maak een overzicht van procedures die jij wilt hanteren op jouw school. De klachtenprocedure en meldcode kindermishandeling moeten hier hoe dan ook tussen staan.

Stap 3

Leg uit wat de stappen zijn van de diverse procedures. Hoe wordt er gehandeld & wat zijn de stappen. Laat deze aan elkaar lezen, zodat je zeker weet dat het duidelijk is hoe iedereen moet handelen bij een bepaalde situatie.

Week 7: Wettelijke richtlijnen

Om een kindcentrum of school goed te laten functioneren is het belangrijk dat iedereen zich aan de regels houdt. Een organisatie kan niet zonder vaste regels en afspraken. Regels geven duidelijkheid en zekerheid. Zonder die regels zou elke organisatie een chaos zijn. Er zijn regels die gelden voor het personeel van een organisatie, maar er zijn ook regels die gelden voor de doelgroep, de kinderen. Daarnaast zijn er regels waar iedereen zich aan moet houden.

Naast algemene regels zijn er ook regels die speciaal voor het onderwijs gelden. Het begon allemaal met de onderwijswet van 1806. We hebben in Nederland dus al ruim tweehonderd jaar wetten die speciaal bedoeld zijn voor het onderwijs. (Lees de theorie verder in jullie boek)

 

Opdracht

Wettelijke richtlijnen

Het is enorm belangrijk dat een school goed functioneert, daarom zijn er voor scholen regels waar ze zich aan moeten houden. In deze opdracht gaan jullie op onderzoek uit naar de regels waar een school zich aan moet houden om goed te kunnen functioneren.

Stap 1

Zoek op wat de wettelijke richtlijnen gelden voor jullie school. Bij deze zoektocht gebruik je de Wet op het primair onderwijs (WPO). Deze wet bepaalt in grote lijnen hoe alles in het basisonderwijs geregeld moet zijn. De volgende richtlijnen ga je onderzoeken:

  • Inzetbaarheid van onderwijspersoneel;
  • Het aantal lesuren;
  • De medezeggenschap;
  • De bevoegdheid van de leerkrachten;
  • De kosten van het leerlingenvervoer. 

Week 8: Zelfstandig werken

Week 9: Zelfstandig werken & inleveren verslag

Beoordelingsformat

Checklist verslag kwaliteitszorg

Het verslag dat je gaat schrijven voor kwaliteitszorg wordt beoordeeld op een aantal criteria. De criteria lees je hieronder.

 

Opdracht Eis Feedback docent
Missie Is duidelijk beschreven  
Onderwijsvisie Is duidelijk beschreven  
Kernwaarden Er worden minimaal drie kernwaarden benoemd  
Organogram Er wordt schematisch aangegeven hoe de organisatiestructuur in elkaar zit  
Rollen van de medewerkers Er wordt duidelijk beschreven wat de verantwoordelijkheden en taken van alle medewerkers zijn.  
Protocollen waaronder een protocol kwaliteitsverbetering   Er is een overzicht van de meest belangrijke protocollen  
Protocol kwaliteitsverbetering

Beschrijf (in je plan) en benoem (in je presentatie) hierbij duidelijk hoe dit  protocol tot het verbeteren van kwaliteit leidt dus:

  • Wat is het knelpunt (waarvoor je dit protocol opgesteld hebt)
  • Beschrijf richtlijnen en regels die nu van toepassing zijn
  • Beschrijf jouw nieuwe protocol wat tot kwaliteitsverbetering leidt
 
Procedures (waaronder Klachtenprocedure en Meldcode kindermishandeling) Er is een overzicht van de meest belangrijke procedures  
Wettelijke richtlijnen Het is duidelijk welke wettelijke richtlijnen er geld voor de instelling  

 

checklist presentatie

De presentatie die je gaat geven moet aan een aantal criteriapunten voldoen. Je wordt op de volgende onderdelen beoordeeld:  

  • De theorie is gekoppeld aan de praktijk en aan je plan kwaliteitszorg
  • Je maakt gebruik van digitale ondersteuning (PowerPoint , Prezi of een andere digitale presentatievorm)
  • Er volgt een discussie n.a.v. jouw presentatie waar de gehele groep aan deelneemt. Deze discussie wordt door jou geleid. Maak hiervoor een aantal stellingen (minimaal 3)
  • Onderhoudend en boeiend (geen voorlees- of opleesverhaal)
  • Correct Nederlands
  • Duur van de presentatie: alleen: minimaal 30 (inclusief discussie), met z’n tweeën minimaal 45 minuten
Criteria O/V/G
Voorbereiding: alles staat klaar aan het begin van de les  

INHOUD OPDRACHT KWALITEITSZORG

  • Missie en onderwijsvisie van de instelling
  • Kernwaarden
  • Organogram
  • Rollen van alle medewerker
  • Protocollen
  • PROTOCOL KWALITEITSVERBETERING
  • Procedures (waaronder Klachtenprocedure en Meldcode Kindermishandeling)
  • Wettelijke richtlijnen
 

INHOUD OPDRACHT SPECIALISATIE

  • Gekozen kerndoel
    • (deel)kerndoelen uitgewerkt in 6 lesplannen/lesactiviteiten)
 
Digitale ondersteuning (PP/Prezi/eigen keuze)  
Contact met de klas  
Er wordt niet voorgelezen  
Lichaamshouding: open en aanwezig  
Discussie/spelvorm om de groep actief te betrekken bij de inhoud

 

 

Opmerkingen/toelichting:

(vetgedrukt moet voldoende zijn, niet vetgedrukt mag maximaal 1 onvoldoendes scoren)

 

  • Het arrangement Kwaliteitszorg is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Jason Arends Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-03-30 21:10:06
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.