Het arrangement Cellen, fotosynthese en verbranding, transport in planten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2025-04-24 13:54:45
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Bouw van een cel
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Cellen van bacteriën
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Cellen van drie domeinen
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Cellen van schimmels
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Van cel tot orgaanstelsel
VO-content - Kennisbanken. (2016).
Van cel tot weefsel


Celmembraan:
Net als bij dierlijke cellen vind je bij plantencellen de onderdelen cytoplasma, celkern en celmembraan.
Celwand:
Een bacterie is een eencellig organisme.
Alle organismen bestaan uit cellen.
Een voorbeeld zijn de bloedcellen.
Aan de uiteinden van de draden kunnen zich sporendragers ontwikkelen. In de sporendragers ontwikkelen zich sporen. Sporen zijn voortplantingscellen. Uit een spore kan een nieuwe schimmeldraad groeien.
Paddenstoelen zijn er in allerlei kleuren, vormen en afmetingen. Paddenstoelen bestaan uit schimmeldraden. Aan het eind van de schimmeldraden bevinden zich sporen. Een van de bekendste paddenstoelen is de vliegenzwam.
Een dode plant of dood dier wordt opgegeten (verteerd) door bacteriën. Als hun voedsel op is, veranderen de bacteriën in sporen. Sporen bevatten nauwelijks water en kunnen jaren overleven. Ze kunnen goed tegen droogte, zuur en hoge temperaturen. De bacteriesporen worden verspreid door wind of water.
Bacteriën kom je overal tegen, in en op je lichaam, in en op voedingsmiddelen, in de grond, in het water en in de lucht.
van voedingsmiddelen.

Virussen bestaan een stukje erfelijk materiaal met daaromheen een laagje eiwit (eiwitmantel). Virussen kunnen zich in levende cellen explosief vermeerderen. De cellen sterven dan.

Gewone celdeling (mitose) is nodig voor de groei of het herstel van weefsel. Door celdeling neemt het aantal cellen toe en kan het organisme groeien of kunnen er dode cellen vervangen worden.
glucose met behulp van energie uit zonlicht.
bewegen, waar te nemen, te reageren en voor de andere levenskenmerken.



In een vaatplant worden organische en anorganische stoffen vervoerd (getransporteerd) door buisjes.
Elke vaatbundel bestaat uit bastvaten en houtvaten met steunweefsel eromheen.

In volgroeide plantencellen bevindt zich meestal een centrale vacuole, een grote centrale vochtholte die is gevuld met water en opgeloste stoffen. De vacuole kan zo groot zijn dat het cytoplasma alleen nog zichtbaar is als een dun laagje tussen vacuole en celwand.