1.1.6 Onderzoeksrapport schrijven (basis)

1.1.6 Onderzoeksrapport schrijven (basis)

Het doel van deze bouwsteen

Introductie

Als je zelf een onderzoek uitvoert, is het handig als je werk op een manier kunt vastleggen dat anderen er ook op door kunnen en willen doorbouwen, maar hoe doe je dat? Het onderzoeksrapport biedt hiervoor een standaard structuur, zodat de belangrijkste onderdelen zeker worden behandeld. Daarnaast is het belangrijk om goed te letten op je schrijfstijl, zodat je werk professioneel en overtuigend overkomt. 

Deze bouwsteen legt de standaardstructuur van een onderzoeksrapport uit, maar geeft ook handvatten voor het schrijfproces en zakelijk schrijven.  

Heb je vragen of opmerkingen over deze bouwsteen? Neem dan contact op met Danny Plass (Saxion).

Deze bouwsteen is geschreven door Jenny Oude Bos, en aangepast voor hbo-ict door Danny Plass, met aanvulling van leermaterialen van Saxion Studiesucces & taal en Esther Hageraats.

Leerdoelen

Na deze bouwsteen:

  • ken je de onderdelen die specifiek horen bij een onderzoeksrapport en wat daarin hoort te staan

  • kun je gebruik maken van verschillende fasen in het schrijfproces om je rapport te schrijven

  • kun je je rapport schrijven in professionele stijl (zakelijk, bondig)

DOT-framework

Het DOT-framework. cc-by-sa HAN (link)

Door het schrijven van een onderzoeksrapport wordt jouw werk zelf beschikbaar als Beschikbaar werk voor anderen (rechterkant van het framework). Bovendien geeft deze deliverable mogelijkheden om experts of peers naar je werk te laten kijken om zo op basis van feedback van anderen je eigen werk te verbeteren, gebruik makend van Showroom strategieën in het DOT-framework.

De structuur

Een onderzoeksrapport is een rapport, dus bevat een aantal standaard rapportonderdelen (hieronder in het zwart), en als middenstuk een aantal onderdelen die specifiek zijn voor het rapporteren van onderzoek (hieronder in groen):

  • Titel, auteur (op een aparte voorpagina bij langere documenten)
  • Samenvatting (of Abstract),
  • Trefwoorden (afhankelijk van template)
  • Inhoudsopgave (bij langere documenten),
  • Verklarende woordenlijst (optioneel, bij lastige onbekende termen)
  • Inleiding,
  • Achtergrond,
  • Aanpak,
  • Resultaten
  • Discussie, vaak samengenomen met Conclusies
  • Conclusies,
  • Bronnen en
  • Bijlagen (optioneel).

Aangezien het hier gaat om onderzoek, is er ook een relatie met de onderzoekscyclus:

  1. Vragen stellen - Inleiding
  2. Gegevens verzamelen, Gegevens analyseren - Aanpak en Resultaten
  3. Conclusies trekken - Discussie & Conclusies

Titel

Je titel is het uithangbordje van je werk. Op basis van deze eerste woorden bepaalt een lezer vaak al of hij hier stopt of nog verder gaat kijken. Zorg dus dat het een goed idee geeft van waar je rapport daadwerkelijk over gaat.

In het geval van onderzoek is de titel vaak een variant op de hoofdvraag die je hebt beantwoord in je werk. Je kunt ook in een paar woorden iets aangeven over de aanpak die je hebt gebruikt (interviews, literature study, case study, ...) of het resultaat dat eruit is gekomen (guidelines, design patterns, a tool ...).

Tip: Het kan leuk zijn om de titel grappig of provocerend te maken, maar let op dat het er niet voor zorgt dat de lezer niet meer kan inschatten wat voor inhoud er in te verwachten is.

Bij deze een paar voorbeelden van echte onderzoeksrapporten. Wat voor inhoud verwacht je op basis van deze titels?

  • "Game design as marketing: How game mechanics create demand for virtual goods"
  • "Cooperative game design patterns and their effect on players' behaviours"
  • "Game design principles in everyday fitness applications"
  • "Educational video game design: A review of the literature"
  • "CHI and the future robot enslavement of humankind: a retrospective"

(Benieuwd naar de inhoud op basis van de titels? Zoek ze gerust op op scholar.google.com)

Samenvatting / Abstract

Een abstract of samenvatting staat aan het begin van je rapport. Het is een korte samenvatting van het rapport dat volgt. Ook hier is weer het doel de lezer kort te informeren over de inhoud van je rapport, zodat de lezer kan bepalen of het rapport de informatie bevat die hij of zij zoekt.

Over het algemeen is een abstract tussen de 150-250 woorden. Binnen onderwijs en voor artikelen wordt er vaak een expliciet maximum aantal woorden aangegeven. Voor eigen gebruik en binnen bedrijven heb je hier soms meer vrijheid in, maar ook dan is het belangrijk om het bondig te houden.

In een samenvatting of abstract van een onderzoeksrapport schrijf je in het kort over:

  • Het doel van je onderzoek / het probleem waar je onderzoek op focust
  • Hoe je het onderzoek hebt aangepakt
  • De resultaten van je onderzoek (focus alleen op de meest belangrijke)
  • En je conclusie

Van elk deel schrijf je hoogstens per onderdeel maar één of twee zinnen, om het zo compact mogelijk te houden.

Tip: Een samenvatting schrijf je meestal op het eind, als je al het andere al geschreven hebt. Je kunt dan elk (relevant) hoofdstuk in 1-2 zinnen samenvatten.

Trefwoorden

Trefwoorden worden vooral gebruikt om de belangrijkste termen waar het rapport over gaat weer te geven. Vooral bij gepubliceerd werk komt dit voor, om de vindbaarheid te verhogen. Ook kun je als lezer weer even kort checken of de trefwoorden overeen komen met zijn of haar leesdoel.

Een paar voorbeelden van bestaande artikelen:

  • fitness games, design principles
  • game design, e-learning
  • gamification, game design, design patterns, persuasive technology

Inleiding

De inleiding is als een trechter,
van algemeen naar specifiek.
Image by Clker, Pixabay

Een inleiding bestaat over het algemeen uit drie alinea’s met daarin:

  • De context en aanleiding voor het onderzoek. Wat is de huidige situatie en wat is het probleem?
  • De relevantie van je onderzoek. Waarom is dit belangrijk?
  • De praktijkvraag en de informatievragen die de nodige informatie zullen opleveren om deze te beantwoorden.

Bij langere rapporten kun je ook toevoegen:

  • een korte indicatie van je aanpak.
  • een leeswijzer, zodat de lezer weet wat hij of zij kan verwachten in de rest van het rapport en hoe deze onderdelen met elkaar zijn verbonden. 

Over het algemeen bestaat een inleiding uit een trechtervorm, waarin je algemeen begint met de aanleiding van je onderzoek, dus het probleem, en daarna steeds specifieker wordt over wat je precies wilt onderzoeken en hoe je dat gaat doen.

Achtergrond

In de Achtergrond geef je context aan je onderzoek, zodat ook mensen die zich niet verdiept hebben in je onderwerp begrijpen waar je onderzoek over gaat. In deze sectie leg je theorieën, concepten, vaktermen en relaties daartussen uit die nodig zijn voor een lezer om je werk te begrijpen. Dit deel kan ook een geschiedenis gedeelte bevatten als dat relevant is.

Wat voor informatie moet je nog extra geven zodat de lezer jouw onderzoeksrapport kan begrijpen?

Voor de meeste rapporten die je zult schrijven kun je voor de lezer uitgaan van een ICT'er net als jij, maar die niet is ingewerkt in dit specifieke onderwerp. Algemene ICT kennis, zoals wat een besturingsysteem is, hoef je niet toe te lichten. Denk terug aan het moment dat je net met dit project begon, wat voor kennis had je toen nog niet over dit onderwerp, wat je nodig hebt gehad om je aanpak te bepalen en uit te voeren?

Gerelateerd werk
In de Achtergrond sectie kun je ingaan op Gerelateerd werk, als dit relevant is. Hierin geef je een overzicht van wat er tot nu toe geschreven is over het onderwerp. Wat is er al over bekend? En wat is het verschil tussen wat jij doet en wat al is gedaan?

Voor een goed voorbeeld uit de praktijk, zie het Related Work in het artikel Promoting Player Empathy for People Living with Poverty, uit bouwsteen 1.1.2 Aanpak bepalen met het DOT-framework.

Als voorbeeld voor de module Curiosity: Stel je doet onderzoek naar de typen spelers in de klas. Als onderdeel van de Achtergrond leg je dan uit wat voor typen spelers je bedoelt (bijvoorbeeld op basis van de opdeling van Bartle). Als Gerelateerd werk, kan het dan interessant zijn bestaand onderzoek naar de verdeling van typen spelers te laten zien, bijvoorbeeld in een bepaald land of op een bepaald platform. Het verschil dat jouw onderzoek gaat maken is dat het specifiek kijkt naar jouw klas als doelgroep. Misschien is de verdeling van typen spelers vergelijkbaar, maar het zou ook wel eens aardig anders kunnen zijn, omdat jouw klas bestaat uit alleen maar HBO-ICT studenten!

State of the art
Binnen de module van Curiosity zijn we vooral onderzoek aan het doen om ons in te werken in het domein van Game Development, maar voor meer standaard ICT onderzoek (als onderdeel van het ontwikkelen van een product) is het altijd verstandig om ook even goed te kijken naar de state of the art. Wat voor bestaande oplossingen zijn er al? Kun je daar onderdelen van overnemen? Of is vanuit deze bestaande oplossingen al bekend dat je voor bepaalde dingen moet oppassen? Wat is wel en niet geschikt hiervan voor jouw specifieke situatie?

Aanpak

In dit hoofdstuk leg je precies uit wat voor onderzoek je hebt gedaan en hoe je het hebt uitgevoerd. Hoe heb je je vragen beantwoord?

  • Hoe heb je je gegevens verzameld en geanalyseerd? (de procedure)
  • Heb je bepaalde materialen gebruikt (hardware, software, vragenlijsten, ...)?
  • Hebben deelnemers meegedaan? Geef (bijv. voor een vragenlijst) aan hoeveel mensen hebben meegedaan, en andere mogelijk belangrijke statistiekjes zoals hun leeftijd en geslacht. Gaat het om interviews, geef dan aan wie je hebt geinterviewd.

Dit onderdeel kun je al schrijven voordat je je onderzoek hebt uitgevoerd. Schrijf het dan toch in de verleden tijd. Wanneer de lezer je rapport leest, is het onderzoek namelijk al afgerond!

P.S. Check of je aanpak past bij de vraag die je ermee wilt beantwoorden. De onderzoekscyclus kan hierbij helpen door na te denken of je zo wel de oorspronkelijke vraag beantwoord (Doe je het goede? Doe je het goed?). Het DOT framework kan inzicht geven of de gekozen methode wel past bij wat je wilt bereiken met je onderzoek (expertise of fit? overzicht of zekerheid? data of inspiratie?) en wat eventuele alternatieve methoden zouden kunnen zijn.

Resultaten

Geef je resultaten overzichtelijk weer.
Image by 200 Degrees from Pixabay.

In deze sectie laat je de belangrijkste resultaten zien van de gegevens die je hebt verzameld en geanalyseerd in je onderzoek. Hierbij focus je voornamelijk op resultaten die relevant zijn voor het beantwoorden van je onderzoeksvraag, maar er kunnen ook andere opvallende bevindingen zijn die je misschien niet had verwacht.

Je kunt tabellen, grafieken en andere visualisaties gebruiken om je resultaten overzichtelijk weer te geven. Door gebruik van bijvoorbeeld vetgedrukte tekst of kleur kun je bepaalde zaken benadrukken voor de lezer. Zet er altijd een korte uitleg bij zodat de lezer begrijpt wat hij ziet en wat daarin belangrijk is.

In het geval van meerdere deelvragen kun je subsecties gebruiken om aan te geven welke alinea's over welke deelvragen gaan. Dit maakt het voor de lezer makkelijker de structuur van je rapport te snappen.

Let op! In de ‘Resultaten’ ga je nog niet diep in op wat de resultaten van het onderzoek betekenen voor het beantwoorden van je onderzoeksvraag. Dit doe je in ‘Discussie & Conclusies’.

Discussie & Conclusies

De ‘Discussie & Conclusies’ sectie bestaat uit:

  • Een korte samenvatting van het beginprobleem, wat je hebt gedaan en je belangrijkste resultaten.
  • Antwoorden op je deelvragen en vervolgens je hoofdvraag (gebruikmakend van de resultaten)
  • De beperkingen van je onderzoek.
    Elk onderzoek heeft beperkingen, vanwege beperkte tijd, mensen of andere middelen, of soms simpelweg doordat je een foutje hebt gemaakt of iets niet had voorzien. Wees open over deze beperkingen van je werk, zodat andere mensen dit mee kunnen nemen als ze beslissingen nemen op basis van jouw rapport. (Zou je jouw smartphone (of: je reputatie) willen verwedden op het antwoord dat je hier geeft?)
  • Aanbevelingen voor het project / product / de mensen waarvoor je dit onderzoek hebt gedaan, en voor eventueel vervolgonderzoek (op basis van de resultaten, conclusies en beperkingen van het onderzoek).

Bronnen

In Bronnen (soms ook Bronnenlijst, Bibliografie, of Referenties genaamd) zet je al je bronnen (artikelen, boeken, websites, ...) die je hebt gebruikt in je rapport.

Zoals al verteld in de bouwsteen over Verwijzen naar bronnen, zijn er verschillende redenen om voor alle informatie die je ergens anders vandaan hebt ook expliciet aan te geven waar het vandaan komt:

  1. Dat (andere) experts dit zeggen geeft extra overtuigingskracht,
  2. Anderen kunnen verder lezen in de bron als ze meer willen weten,
  3. Je laat zien dat je op de hoogte bent van wat anderen op dit onderwerp hebben gedaan,
  4. Door duidelijk te zijn over welke stukken tekst van anderen komen, kun je niet worden beschuldigd van plagiaat.

Deze redenen zijn net zo geldig als je de informatie in je eigen woorden hebt neergeschreven als bij een letterlijk citaat!

Word heeft een handige tool voor bronnen
in het tabblad Verwijzingen (References).

Word heeft een handige tool voor bronnen, waarmee je automatisch een bronnenlijst kunt genereren en kunt zorgen voor correcte verwijzing naar bronnen vanuit de tekst.

Let op op dat je de citatiestijl zet op APA. Dit is de standaard die wordt aangehouden binnen Saxion.

Bijlagen

Bijlagen zijn, zoals het woord al aangeeft, extra's. Deze detailinformatie is niet nodig voor het begrijpen van het werk dat beschreven is in het rapport, maar kan wel handig zijn om te kunnen bekijken. Een lezer kan bijvoorbeeld willen weten welke vragen er precies in een vragenlijst stonden, mogelijk als check of hij het op basis daarvan eens is met je conclusie, of omdat hij zelf deze vragenlijst wil hergebruiken. Vaak worden bijlagen gebruikt om het rapport zelf bondig te houden voor de lezer, maar voor de geïnteresseerden dan toch deze extra informatie wel aan te bieden.

Veelvoorkomende bijlagen zijn bijvoorbeeld:

  • gebruikte vragenlijsten, waarbij in het rapport zelf een korte beschrijving is opgenomen om een idee te geven van de inhoud, en een verwijzing naar de bijlage mocht de lezer de lijst zelf willen bekijken
  • meer resultaten, analyses, uitwerkingen, bijvoorbeeld een tabel van alle resultaten voordat er een bepaalde analyse op is losgelaten, een completere tabel met ook de minder relevante resultaten na analyse (als in de tekst een kortere versie is opgenomen met bijv. alleen de top-10), of transcripts of aantekeningen van interviews. Ook kan het gaan om bijvoorbeeld gedetailleerde ontwerpen. Het rapport zelf bevat dan deeltje van deze  resultaten met daarbij een verwijzing naar de bijlage. Het stuk in het rapport zelf kan een soort samenvatting zijn, een paar voorbeelden, of alleen die resultaten die het meest meewogen bij het komen tot een antwoord of advies.

Het schrijfproces

Het schrijfproces kan je splitsen in vijf onderdelen:

  1. Het kiezen van het onderwerp/probleem waar je over gaat schrijven
  2. Het verzamelen en analyseren van de nodige informatie
  3. Ideeën verzamelen waarover je wilt schrijven (drafting)
  4. Het verbeteren van de structuur (revising)
  5. Het verbeteren van je schrijfstijl (editing)

Het onderwerp hangt af van het type rapport. In het geval van onderzoek gaat het hier over het vragen stellen (Curiosity week 1). Informatievaardigheden is aan bod gekomen in de bouwstenen informatie vinden, beoordelen en verwijzen. En gegevens verzamelen en analyseren is kort uitgelegd in de onderzoekscyclus. In de loop van de HBO-ICT opleiding maak je kennis met de verschillende methoden die veel worden gebruikt binnen de ICT.

In deze bouwsteen gaan we nu dieper in op de laatste drie fases van het schrijfproces.

Je ideeën op papier zetten (drafting)

In deze schrijffase zet je jouw ideeën op (digitaal) papier. Hierbij ligt de focus nog op de inhoud, een beetje op structuur, maar zeker nog niet op correct taalgebruik (dit doe je pas in de laatste schrijffase).

Hieronder staan een paar handige tips die je helpen je ideeën op te schrijven:

  • Logboek: Hou gedurende je project een logboek bij, en schrijf bijvoorbeeld aan het eind van de dag kort op wat de belangrijkste dingen zijn die je hebt gedaan, keuzes die je hebt gemaakt en andere dingen die mogelijk interessant zijn voor je rapport.
  • Freewriting: Een techniek om je ideeën op papier te krijgen is freewriting. Het idee is dat je voor een bepaalde tijd, tussen de 5 en 15 minuten, gewoon vrij begint te schrijven over het onderwerp/probleem van je rapport (of een bepaald deelonderwerp daarbinnen). Alles wat er in je hoofd op komt schrijf je op. Dit kan ervoor zorgen dat je op ideeën komt en is ook een handig hulpmiddel om gewoon te beginnen met schrijven.
  • Brainstorming: Een andere techniek is brainstorming. Je schrijft weer voor een bepaalde tijd, zoals bij freewriting. Maar dit keer richt je je erop om alles, elk detail dat je weet over het onderwerp op te schrijven. Wat je geschreven hebt kan je misschien (voor een deel) gebruiken als een voorlopige outline voor je rapport. Of misschien zijn er bepaalde punten waarover je verder wil ‘freewriten’.
  • Moedertaal: Als je moedertaal niet Nederlands is kan het handig zijn om in eerste instantie je klad te schrijven in je moedertaal, en later te vertalen naar het Nederlands. Dit kan ervoor zorgen dat je makkelijker je ideeën op papier kan zetten.

Je tekst structureren (revising)

Nadat je je eerste (of tweede) klad geschreven hebt probeer je je ideeën meer te organiseren, structuur aan te brengen aan je rapport. Hieronder staan een paar tips om dat te doen:

  • Mindmap: Een mindmap maken van je gekozen onderwerp kan handig zijn, om zo een idee te hebben van de relaties tussen de verschillende delen van waarover je wilt schrijven. Op die manier kan je ook ideeën bij elkaar clusteren die bij elkaar horen en hoofd-en bijzaak van elkaar onderscheiden.
  • Outline: Het maken van een outline (tekstschema) kan je helpen met het structureren van je tekst. In een outline schrijf je per onderdeel van je rapport (inleiding, aanpak, resultaten, etc.) wat je erin wilt hebben staan in een paar zinnen en/of steekwoorden. Dit kan je een leidraad geven bij het schrijven.
  • Kernzinsamenvatting: Kijk wat de kernzin (‘topic sentence’) is van elke alinea. De kernzin van een alinea is het hoofd idee van die alinea. In theorie geven alle kernzinnen van elke alinea een samenvatting van je rapport. Vormt het een logisch geheel? Staan er onnodige dingen in of mis je juist een gedachtenstap? Is een andere volgorde logischer?
    Staan er meer kernzinnen in één alinea, dan is het beter om deze alinea op te splitsen om de leesbaarheid te vergroten.
  • Zet de hoed op van "lezer die het onderwerp niet kent": Let erop dat je schrijft voor mensen die geen kennis hebben van het onderwerp waar jij je in je onderzoek op focust. Dat betekent dat je je argumentatie stap voor stap moet uitleggen, meer moet toelichten of voorbeelden moet geven, zodat de lezer beter je gedachtgang kan volgen.

Het verbeteren van je tekst (editing)

  • Herschrijf waar nodig je draft in een professionele stijl. Zie hiervoor de tips in de volgende sectie.
  • Lees je eigen tekst hardop voor. Op deze manier kan je beter horen of er taal en/of spelling fouten in zitten, en of er onduidelijke zinnen in staan die herschreven moeten worden
  • Gebruik een taal en spellingchecker
  • Print je tekst uit, op die manier kan je makkelijker de tekst nakijken. Bovendien vallen door de andere vorm soms nieuwe problemen op.
  • Laat je tekst lezen door iemand anders. Een tweede lezer die je tekst nog niet kent merkt al snel op als het verhaal niet logisch opbouwt, informatie mist, of dat er taalfouten in staan. 
  • Laat je tekst een paar dagen liggen. Zo kun je zelf ook weer met frisse ogen naar je rapport kijken en zul je fouten zien waar je eerder overheen keek.

Professioneel schrijven

Zakelijk schrijven

Om je tekst professioneel en overtuigend over te laten komen, is het belangrijk om zakelijk te schrijven. Wat houdt dat in?

  • Objectief, feitelijk - Probeer je eigen waardeoordelen (of je iets fascinerend vind, goed, slecht, enz.) zoveel mogelijk te vermijden en blijf zo objectief mogelijk in je rapport. Onderbouw je mening met feiten of adviezen van experts.
  • Concreet, specifiek - Vermijd vage woorden, zoals "misschien", "echt", "een beetje", "gewoon". Probeer dingen bijvoorbeeld duidelijk te maken met concrete voorbeelden en concrete aantallen.
  • Onpersoonlijk - Vermijd persoonlijke voornaamwoorden zoals "ik", "wij" en "u" (behalve om je persoonlijke mening te geven). Dit maakt de tekst ook weer objectiever.
  • Formeel - Pas op voor spreektaal en zeker voor straattaal.

Als je schrijft, denk dan aan de stijl van een objectief nieuwsartikel, niet aan een persoonlijk dagboek.

Vergelijk de volgende twee zinnen:

  • Ik vind Mac OS het allerbeste besturingssysteem."
  • "Mac OS wordt minder aangevallen door hackers dan Windows (Haslam, 2019)."

Welke elementen maken de eerste zin minder zakelijk? Welke zin is meer overtuigend?

Bondig schrijven

Een ander aspect van effectief professioneel schrijven is je tekst bondig te houden. Zo komt de kernboodschap van je tekst duidelijker over.

  • Schrap overbodige woorden. Het woord "eigenlijk" kan bijvoorbeeld eigenlijk altijd weg.
  • Vervang groepen werkwoorden door 1 werkwoord. De zin "Met deze tool zouden bugs kunnen worden gevonden" kan bijvoorbeeld verkort worden naar "Deze tool vindt bugs". Het gaat hier vaak om werkwoorden als zouden, kunnen, en worden.
  • Vervang zinnen in de lijdende vorm waar mogelijk door een actieve vorm. Zie ook het voorbeeld hierboven.
  • Splits complexe zinnen op. De zin "Tel voor de berekening van de eindscore, die bepaalt of je hebt gewonnen, alleen de tien hoogste scores op." is bijvoorbeeld duidelijk als: "De eindscore bepaalt of je hebt gewonnen.Tel hiervoor alleen de tien hoogste scores op."

Tip: Gebruik wel verbindingswoorden om de lezer te helpen de relaties te zien tussen woorden en zinnen. De boodschap wordt juist minder duidelijk als je deze woorden weglaat.

Werkwoordstijden (toekomstig, tegenwoordig, verleden)

Moet je je rapport in toekomstige, verleden of tegenwoordige tijd schrijven?

Sommige onderdelen van het rapport kunnen worden geschreven voordat je het onderzoek zelf heeft uitgevoerd, zoals Achtergrond en Aanpak. Het kan dan verleidelijk zijn om in de toekomstige tijd te schrijven (bijv. "De tools zullen worden getest door met elke een eenvoudig pongspel te maken."). Houd er echter rekening mee dat wanneer de lezer je rapport leest, je onderzoek gedaan is! Als algemene richtlijn: schrijf je rapport in de verleden tijd ("De tools zijn getest") of voltooid tegenwoordige tijd ("De tools zijn getest"). Ook bij het beschrijven van onderzoek dat door anderen is gedaan, past de verleden of voltooid tegenwoordige tijd het best.

Voor feiten en bevindingen die nog steeds gelden gebruik je de tegenwoordige tijd ("De tools zijn gratis te gebruiken" of "Playtesting verbetert de kwaliteit van het eindproduct (Blizzard, 2020).").

Praktijktips

  1. Maak een kernzinsamenvatting waarbij je in elke alinea de topic sentence highlight. Staat elk idee in het juiste hoofdstuk? Is het geheel een logisch verhaal?

  2. Je hoeft niet in een slag het perfecte rapport op papier te krijgen. Maak gebruik van de 3 stappen in het schrijfproces.

  3. Hou een logboekje bij. Zo schrijf je elke dag (dat je aan het rapport werkt) op wat mogelijk interessant kan zijn voor je verslag (acties, keuzes, inzichten). Later kun je hier uit putten voor je verslag.

  4. Gebruik de taal- en spellingschecker in Word. Laat je rapport ook eens lezen door iemand anders.

  5. Zorg dat je tekst professioneel overkomt door zakelijk, bondig, en zonder al te veel fouten te schrijven.

Opdrachten

Individuele opdracht) Freewriting

Open een tekstbestand. Zet het onderwerp van je rapport bovenaan. Zet de kookwekker op 10 minuten en begin met alles op te schrijven wat je weet over het onderwerp.

Je kunt deze oefening ook doen voor een specifiek onderdeel van het rapport. Schrijf bijvoorbeeld 10 minuten alles op wat je weet over je aanpak. 

(In vervolgstappen kun je deze informatie vervolgens structureren, en zakelijk en bondig herschrijven.)

Individuele opdracht) Structuur

Neem je rapport erbij.

  1. Highlight in elke alinea de kernzin, de topic sentence die de kerngedachte van de alinea aangeeft.
  2. Bekijk voor elke alinea in welk onderdeel van het onderzoeksrapport dit hoort als je kijkt naar de inhoud. Beschrijft het het probleem? Een vraag? Een methode? Een aanbeveling? 

Individuele opdracht) Editing

Print de huidige versie van je rapport uit en kijk ernaar alsof je een tekst van iemand anders nakijkt. Is het zakelijk, duidelijk en bondig? Of zijn er stukken die nog wat informeel, vaag of langdradig overkomen? Markeer de stukken die je wilt herschrijven.

Workshop opdracht) Kernzinsamenvatting

Neem je rapport erbij.

  1. Highlight in elke alinea de kernzin, de topic sentence die de hoofdgedachte van die alinea aangeeft. Splits alinea's met meerdere kernzinnen op zodat je 1 kerngedachte per alinea houdt.
  2. Als je de kernzinnen achter elkaar leest, is dit dan een logisch verhaal?
  3. Wat zou je toevoegen, weglaten of aanpassen op basis van deze kernzinsamenvatting?

Workshop opdracht) Structuur

In welk onderdeel van het rapport hoort de zin? 

  1. Wat voor gamer types zitten er in deze klas?
  2. Om erachter te komen wat voor gamer types er in de klas zitten, heb ik een vragenlijst rondgestuurd.
  3. Maar 10% van de klas heeft gereageerd op de vragenlijst, dus de conclusie klopt mogelijk niet voor de hele klas.
  4. Onderstaand cirkeldiagram laat de verdeling van gamer types zien in de klas.
  5. We willen een spel ontwikkelen dat de mensen in deze klas leuk vinden om te spelen.
  6. Dit is de gamer-type-vragenlijst die naar de klasgenoten is gestuurd.
  7. Aangezien het type “killer” het meest voorkomt in de klas, is het advies een first-person-shooter te ontwikkelen.
  8. Volgens Bartle zijn er vier typen gamers: socializers, explorers, achievers en killers.

Rapportonderdelen waar je uit kunt kiezen: Inleiding, Achtergrond, Aanpak, Resultaten, Discussie, Conclusies, Bronnen, Bijlagen.

Workshop opdracht) Zakelijk

Lees de volgende tekst.

“Toen ik begon met schetsen had ik eigenlijk twee ideeën die ik wou uitwerken. Het eerste was een kaartspel. Maar omdat ik niet zeker wist of dit wel leuk zou zijn ging ik dat eerst proberen met een paper prototype. Maar vrijwel direct merkte ik al dat dit gewoon niet ging werken, er zijn te weinig kaartjes. U snapt wel dat ik gelijk ben overgestapt naar het tweede idee, een first person shooter.”

Waar wordt het minder zakelijk?
Herschrijf de tekst zodat het zakelijker overkomt.

Workshop opdracht) Bondig

Lees onderstaande tekst. 

"Het zou wel eens kunnen voorkomen, dat er door een schrijver behoorlijk te veel woorden worden gebruikt waardoor een zin omslachtig en te lang zou kunnen worden, als gevolg waarvan het overkomen van de boodschap minder goed zou kunnen zijn."

Herschrijf de tekst zonder alle overbodige woorde, zodat de kernboodschap duidelijk wordt.

Bronnen

Benders, L. (2020, July 21). Onderzoeksresultaten opschrijven in je scriptie. Retrieved September 30, 2020, from https://www.scribbr.nl/scriptie-structuur/onderzoeksresultaten/

Bryson, S. (2020, September 24). How to Revise an Essay in 3 Simple Steps. Retrieved September 30, 2020, from https://www.scribbr.com/academic-essay/revising/

Forshaw, M. (2013). Your Undergraduate Psychology Project. Wiley.

Fowler, H., & Aaron, J. E. (2009). The Little, Brown Handbook (11de editie). Rodopi, Editions.

Greetham, B. (2013). How to Write Better Essays. Macmillan Publishers.

Hageraats, E. (2014). Onderzoek 1: Informatievaardigheden. Saxion, ITSM.

McCombes, S. (2020, August 13). How to Write an Abstract: 4 Steps & Examples. Retrieved September 30, 2020, from https://www.scribbr.com/dissertation/abstract/

Renkema, J. (2002). Schrijfwijzer. Sdu.

Saxion Studiesucces & Taal (2016). Ik wil zakelijk schrijven. Blackboard (Saxion intern).

Strunk, W. (2000). The Elements of Style, Fourth Edition. Pearson.

 

Voor de docent

Het doel van deze bouwsteen

TODO

Plaats in het curriculum en module

TODO

Voorbeeld lesplan

TODO

Tips bij de opdrachten

TODO

Tips voor projectbegeleiding

TODO

Beoordelen

TODO

  • Het arrangement 1.1.6 Onderzoeksrapport schrijven (basis) is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2021-04-09 14:58:11
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Als je zelf een onderzoek uitvoert, is het handig als je werk op een manier kunt vastleggen dat anderen er ook op door kunnen en willen doorbouwen, maar hoe doe je dat? Het onderzoeksrapport biedt hiervoor een standaard structuur, zodat de belangrijkste onderdelen zeker worden behandeld. Daarnaast is het belangrijk om goed te letten op je schrijfstijl, zodat je werk professioneel en overtuigend overkomt. Deze bouwsteen legt de standaardstructuur van een onderzoeksrapport uit, maar geeft ook handvatten voor het schrijfproces en zakelijk schrijven. Dit is een HBO-ICT bouwsteen voor Onderzoek in Onderwijs.
    Leerniveau
    HBO - Bachelor;
    Leerinhoud en doelen
    Informatica;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    makkelijk
    Studiebelasting
    2 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    beschikbaar werk, bouwsteen, hbo ict oio, onderzoek, onderzoek doen, showroom, werkplaats
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.