In deze schrijffase zet je jouw ideeën op (digitaal) papier. Hierbij ligt de focus nog op de inhoud, een beetje op structuur, maar zeker nog niet op correct taalgebruik (dit doe je pas in de laatste schrijffase).
Hieronder staan een paar handige tips die je helpen je ideeën op te schrijven:
Logboek: Hou gedurende je project een logboek bij, en schrijf bijvoorbeeld aan het eind van de dag kort op wat de belangrijkste dingen zijn die je hebt gedaan, keuzes die je hebt gemaakt en andere dingen die mogelijk interessant zijn voor je rapport.
Freewriting: Een techniek om je ideeën op papier te krijgen is freewriting. Het idee is dat je voor een bepaalde tijd, tussen de 5 en 15 minuten, gewoon vrij begint te schrijven over het onderwerp/probleem van je rapport (of een bepaald deelonderwerp daarbinnen). Alles wat er in je hoofd op komt schrijf je op. Dit kan ervoor zorgen dat je op ideeën komt en is ook een handig hulpmiddel om gewoon te beginnen met schrijven.
Brainstorming: Een andere techniek is brainstorming. Je schrijft weer voor een bepaalde tijd, zoals bij freewriting. Maar dit keer richt je je erop om alles, elk detail dat je weet over het onderwerp op te schrijven. Wat je geschreven hebt kan je misschien (voor een deel) gebruiken als een voorlopige outline voor je rapport. Of misschien zijn er bepaalde punten waarover je verder wil ‘freewriten’.
Moedertaal: Als je moedertaal niet Nederlands is kan het handig zijn om in eerste instantie je klad te schrijven in je moedertaal, en later te vertalen naar het Nederlands. Dit kan ervoor zorgen dat je makkelijker je ideeën op papier kan zetten.